Home

Verordening (EEG) nr. 9/86 van de Commissie van 3 januari 1986 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1633/84 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de variabele slachtpremie voor schapen

Verordening (EEG) nr. 9/86 van de Commissie van 3 januari 1986 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1633/84 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de variabele slachtpremie voor schapen

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 9/86 VAN DE COMMISSIE

van 3 januari 1986

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1633/84 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de variabele slachtpremie voor schapen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1837/80 van de Raad van 27 juni 1980 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schape- en geitevlees (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1312/85 (2), en met name op artikel 9, lid 4,

Overwegende dat in artikel 9, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1837/80 is bepaald dat, in geval van betaling van de variabele premie, de Commissie de nodige maatregelen vaststelt om ervoor te zorgen dat op de in artikel 1, sub a) en c), van die verordening bedoelde produkten, wanneer zij regio 5 verlaten, een bedrag wordt geheven dat gelijk is aan de premie; dat dit bedrag ook moet worden geheven bij de uitvoer van produkten waaraan de variabele slachtpremie niet rechtstreeks ten goede komt; dat evenwel coëfficiënten voor deze produkten moeten worden vastgesteld, waarbij op gedifferentieerde wijze rekening wordt gehouden met de hoogte van het indirecte voordeel dat voor deze produkten ontstaat doordat de variabele premie voor lammeren wordt toegekend;

Overwegende dat, op grond van dit principe, bij artikel 4, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 1633/84 van de Commissie van 8 juni 1984 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de variabele slachtpremie voor schapen (3), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3451/85 (4), een dergelijke coëfficiënt wordt vastgesteld voor ooien en vlees daarvan; dat dit principe derhalve ook moet gelden voor andere dieren die niet voor de premie in aanmerking komen en dat derhalve de voor die dieren en het vlees daarvan geldende coëfficiënten moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat de introductie van verschillende coëfficiënten een technische aanpassing vereist van sommige bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1633/84;

Overwegende dat het Comité van beheer »schapen en geiten" geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 1633/84 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 1, lid 2 bis, wordt ingetrokken.

2. Artikel 4, lid 4, wordt gelezen:

»4. Voor karkassen van andere dan de voor de premie in aanmerking komende dieren worden de in lid 1 en lid 2 bedoelde bedragen vastgesteld door toepassing van de volgende coëfficiënten:

- dieren met een karkasgewicht van

minder dan 14 kg: 0,10,

- dieren als bedoeld in artikel 1,

lid 2, sub a): 0,5,

- dieren als bedoeld in artikel 1,

lid 2, sub b): 0,5,

- andere dieren: 0,5.

Deze coëfficiënten gelden onverminderd de in lid 3 bedoelde coëfficiënten.

5. In geval van verstoring van het intracommunautaire handelsverkeer worden de in lid 4, eerste alinea, bedoelde coëfficiënten onverwijld opnieuw door de Commissie bekeken.

Daarnaast worden deze coëfficiënten door de Commissie om de zes maanden opnieuw bekeken, waarbij rekening wordt gehouden met de ontwikkeling van het handelsverkeer tussen regio 5 en de andere regio's van de Gemeenschap en met de ontwikkeling van de prijzen. Volgens de procedure van artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 1837/80 kan de Commissie eventueel besluiten tot aanpassing van de coëfficiënten.".

3. Artikel 5, lid 3, tweede alinea, tweede streepje, wordt gelezen:

»- zij stellen een administratieve procedure vast waarbij een systematische controle wordt ingesteld van de karkassen, die met name voorziet in de individuele merking van die karkassen en eventueel de deelstukken daarvan, om te voorkomen dat de in artikel 4, lid 4, bedoelde bedragen worden geheven hetzij voor produkten die al dan niet volledig afkomstig zijn van dieren waarvoor de premie is toegekend, hetzij voor elk ander produkt waarvoor een hoger bedrag is toegepast.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 6 januari 1986.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 3 januari 1986.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 183 van 16. 7. 1980, blz. 1.

(2) PB nr. L 137 van 27. 5. 1985, blz. 22.

(3) PB nr. L 154 van 9. 6. 1984, blz. 27.

(4) PB nr. L 328 van 7. 12. 1985, blz. 23.