Home

Verordening (EEG) nr. 1346/86 van de Raad van 6 mei 1986 inzake de toekenning van een geboortepremie voor kalveren in Griekenland, Ierland, Italië en Noord-Ierland en de toekenning van een aanvullende nationale premie in Italië

Verordening (EEG) nr. 1346/86 van de Raad van 6 mei 1986 inzake de toekenning van een geboortepremie voor kalveren in Griekenland, Ierland, Italië en Noord-Ierland en de toekenning van een aanvullende nationale premie in Italië

Verordening (EEG) nr. 1346/86 van de Raad van 6 mei 1986 inzake de toekenning van een geboortepremie voor kalveren in Griekenland, Ierland, Italië en Noord-Ierland en de toekenning van een aanvullende nationale premie in Italië

Publicatieblad Nr. L 119 van 08/05/1986 blz. 0039 - 0039


VERORDENING (EEG) Nr. 1346/86 VAN DE RAAD van 6 mei 1986 inzake de toekenning van een geboortepremie voor kalveren in Griekenland, Ierland, Italië en Noord-Ierland en de toekenning van een aanvullende nationale premie in Italië

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europese Parlement (1), Overwegende dat de interventieprijs in de sector rundvlees op een lager niveau is vastgesteld dan het niveau dat voortvloeit uit toepassing van artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3768/85 (3); dat het derhalve wenselijk is dat Griekenland, Ierland, Italië, het Verenigd Koninkrijk, voor wat betreft Noord-Ierland, die tot en met 27 april 1986 de in Verordening (EEG) nr. 1201/82 (4) bedoelde geboortepremieregeling voor kalveren hebben toegepast, deze premie blijven toekennen; Overwegende dat de Commissie voorstellen aan de Raad heeft gedaan om de gemeenschappelijke marktordening in de sector rundvlees aan te passen; dat de Raad besloten heeft vóór 31 december 1986 over deze voorstellen een beslissing te nemen; dat de huidige premieregeling derhalve tot die datum moet worden verlengd; Overwegende dat deze premie een interventie is op de interne markt in de zin van artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3509/80 (6); Overwegende dat het dienstig lijkt Italië te machtigen nationaal een aanvullende premie toe te kennen, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Tot en met 31 december 1986 zijn Griekenland, Ierland, Italië, en, voor wat Noord-Ierland betreft, het Verenigd Koninkrijk gemachtigd een premie toe te kennen voor elk kalf dat gedurende de toepassing van deze verordening op hun grondgebied wordt geboren en zes maanden na de geboorte nog in leven is. 2. Het bedrag per eenheid van deze premie beloopt 9 Ecu en komt ten laste van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie. Het wordt ineens uitbetaald.

Artikel 2

Tot en met 31 december 1986 wordt Italië gemachtigd nationaal een aanvullende premie van ten hoogste 23 Ecu per kalf dat zes maanden na de geboorte nog in leven is, toe te kennen zonder dat de toekenning van deze premie evenwel aanleiding mag geven tot discriminaties tussen veehouders.

Artikel 3

De uitvoeringsbepalingen van deze verordening worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 27 van Verordening (EEG) nr. 805/68.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is van toepassing met ingang van 28 april 1986.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 6 mei 1986. Voor de Raad De Voorzitter P. H. van ZEIL

(1) Advies uitgebracht op 17 april 1986 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).

(2) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 26.

(3) PB nr. L 362 van 31. 12. 1985, blz. 8.

(4) PB nr. L 140 van 20. 5. 1982, blz. 34.

(5) PB nr. L 94 van 28. 4. 1970, blz. 13.

(6) PB nr. L 367 van 31. 12. 1980, blz. 87.