Home

Verordening (EEG) nr. 2470/86 van de Commissie van 31 juli 1986 tot vaststelling van het maximumbedrag van de compenserende vergoeding voor aan de conservenindustrie geleverde tonijn voor de periode van 1 januari tot en met 31 maart 1986

Verordening (EEG) nr. 2470/86 van de Commissie van 31 juli 1986 tot vaststelling van het maximumbedrag van de compenserende vergoeding voor aan de conservenindustrie geleverde tonijn voor de periode van 1 januari tot en met 31 maart 1986

Verordening (EEG) nr. 2470/86 van de Commissie van 31 juli 1986 tot vaststelling van het maximumbedrag van de compenserende vergoeding voor aan de conservenindustrie geleverde tonijn voor de periode van 1 januari tot en met 31 maart 1986

Publicatieblad Nr. L 211 van 01/08/1986 blz. 0022


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2470/86 VAN DE COMMISSIE

van 31 juli 1986

tot vaststelling van het maximumbedrag van de compenserende vergoeding voor aan de conservenindustrie geleverde tonijn voor de periode van 1 januari tot en met 31 maart 1986

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3796/81 van de Raad van 29 december 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal, en met name op artikel 17, lid 6,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1196/76 van de Raad van 17 mei 1976 houdende vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning van een compenserende vergoeding aan de producenten van voor de conservenindustrie bestemde tonijn (2), en met name op artikel 7,

Overwegende dat de uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van de compenserende vergoeding zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 2469/86 van de Commissie van 31 juli 1986 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van een compenserende vergoeding aan de producenten van voor de conservenindustrie bestemde tonijn (3);

Overwegende dat de compenserende vergoeding wordt toegekend, indien noodzakelijk, aan producenten van tonijn in de Gemeenschap ten aanzien van tonijn bestemd voor de conservenindustrie; dat deze maatregel bedoeld is als compensatie voor het nadeel dat voor producenten in de Gemeenschap kan voortvloeien uit de invoerregeling; dat een daling van de invoerprijzen voor tonijn als gevolg van de toepassing van deze regeling een rechtstreekse bedreiging kan vormen voor het inkomen van deze communautaire producenten;

Overwegende dat de compenserende vergoeding voor de hoeveelheden tonijn die zijn geleverd aan de conservenindustrie in de periode van drie maanden waarin de prijzen zijn geconstateerd, wordt toegekend wanneer het driemaandelijks gemiddelde van de prijs op de markt van de Gemeenschap en de prijs franco grens beide beneden 90 % van de communautaire produktieprijs liggen en deze prijsdaling het gevolg is van het peil van de wereldmarktprijzen voor tonijn en niet van een abnormale verhoging van de hoeveelheden die door de communautaire producenten in de Gemeenschap zijn aangevoerd;

Overwegende dat, aangezien de toepassing van eerdergenoemde regeling voor Spanje en Portugal overeenkomstig artikel 394 van de Toetredingsakte is uitgesteld tot 1 maart 1986, de situatie op de markten in deze twee Lid-Staten eerst kan worden beoordeeld aan de hand van gegevens over een periode van drie maanden vanaf 1 maart 1986; dat derhalve, op basis van de lopende situatie vanaf deze datum, deze evaluatie van de marktsituatie in Spanje en Portugal dient te worden ondernomen alsook dat het maximumbedrag van de compenserende vergoeding voor de periode ingaande op 1 maart 1986, zonodig, alsdan moet worden vastgesteld;

Overwegende dat bij analyse van de situatie op de tonijnmarkt in de andere Lid-Staten dan Spanje en Portugal is gebleken dat voor bepaalde soorten en voor bepaalde aanbiedingsvormen van tonijn in de periode van 1 januari tot en met 31 maart van het visseizoen 1986, zowel het driemaandelijks gemiddelde van de marktprijzen, als de in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 1196/76 bedoelde prijzen franco grens, lager waren dan 90 % van de geldende communautaire produktieprijs die is vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 3605/85 van de Raad van 17 december 1985 tot vaststelling van de communautaire produktieprijs voor tonijn, bestemd voor de conservenindustrie, voor het visseizoen 1986 (4);

Overwegende dat uit de gegevens waarover de Commissie thans beschikt niet blijkt dat het huidige prijspeil op de communautaire markt in de tien betrokken Lid-Staten is veroorzaakt door een abnormale vergroting van de communautaire aanvoer in de Gemeenschap, aangezien namelijk volgens die gegevens er geen grote wijzigingen zijn in de hoeveelheden die door de communautaire producenten aan de conservenindustrie in de betrokken tien Lid-Staten zijn geleverd;

Overwegende dat derhalve voor de periode van 1 januari tot en met 31 maart 1986 aan de tonijnproducenten in de Lid-Staten van de Gemeenschap in haar samenstelling per 31 december 1985 een compenserende vergoeding moet worden toegekend en dat het maximumbedrag van deze vergoeding voor elk van de betrokken produkten zo moet worden vastgesteld dat de prijsdaling op de markt van de Gemeenschap geen bedreiging vormt voor het inkomen dat de betrokken producenten halen uit de verkoop van de geproduceerde hoeveelheden zowel op de markt van de Gemeenschap als op die van derde landen, dat ten einde op grondslag van de beschikbare gegevens de werkelijke vermindering van dit inkomen te kunnen beoordelen, rekening moet worden gehouden met de ontwikkeling van het inkomen over een voldoende representatieve periode, met behulp van geëigende criteria; dat het bovengenoemde maximumbedrag wordt vastgesteld aan de hand van gegevens die voorlopig nog fragmentarisch zijn, aangezien zij slechts betrekking hebben op een gedeelte van het huidige visseizoen en dat, naarmate het

visseizoen verstrijkt, rekening zal moeten worden gehouden met het totaal van de gegevens, zodat een meer complete evaluatie van de situatie mogelijk wordt;

Overwegende dat het Comité van beheer voor visserijprodukten geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De in artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 3796/81 bedoelde compenserende vergoeding is voor de periode van 1 januari tot en met 31 maart 1986 van toepassing voor de tonijnproducenten die zijn gevestigd in de Lid-Staten van de Gemeenschap behalve in Spanje en in Portugal voor produkten bestemd voor de Gemeenschappelijke conservenindustrie en binnen de hieronder vastgelegde maximumbedragen:

(in Ecu per ton)

1.2 // // // Produkt // Maximumbedrag van de vergoeding // // // Geelvintonijn wegende meer dan 10 kg, in gehele staat // 170 // Geelvintonijn wegende niet meer dan 10 kg, in gehele staat // 185 // Gestreepte tonijn, in gehele staat // 0 // Grootoog tonijn // 0 // Witte tonijn // 0 // //

2. De vergoeding wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2469/86.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 31 juli 1986.

Voor de Commissie

António CARDOSO E CUNHA

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 379 van 31. 12. 1981, blz. 1.

(2) PB nr. L 133 van 22. 5. 1976, blz. 1.

(3) Zie blz. 19 van dit Publikatieblad.

(4) PB nr. L 344 van 21. 12. 1985, blz. 11.