Home

Verordening (EEG) nr. 2706/86 van de Commissie van 28 augustus 1986 tot vaststelling van de bepalingen ter uitvoering van de aanvullende maatregelen ten behoeve van degenen die voor het wijnoogstjaar 1985/1986 langlopende opslagcontracten voor tafelwijn hebben gesloten

Verordening (EEG) nr. 2706/86 van de Commissie van 28 augustus 1986 tot vaststelling van de bepalingen ter uitvoering van de aanvullende maatregelen ten behoeve van degenen die voor het wijnoogstjaar 1985/1986 langlopende opslagcontracten voor tafelwijn hebben gesloten

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2706/86 VAN DE COMMISSIE

van 28 augustus 1986

tot vaststelling van de bepalingen ter uitvoering van de aanvullende maatregelen ten behoeve van degenen die voor het wijnoogstjaar 1985/1986 langlopende opslagcontracten voor tafelwijn hebben gesloten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 337/79 van de Raad van 5 februari 1979 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3805/85 (2), en met name op artikel 12 bis, lid 5, en op artikel 65,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1676/85 van de Raad van 11 juni 1985 inzake de waarde van de rekeneenheid en de omrekeningskoersen die in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid moeten worden toegepast (3),

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1678/85 van de Raad van 11 juni 1985 tot vaststelling van de in de landbouw toe te passen omrekeningskoersen (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2332/86 (5),

Overwegende dat de ter ondersteuning van de wijnmarkt genomen maatregelen niet helemaal de verwachte resultaten hebben opgeleverd en met name dat de representatieve prijzen van de tafelwijnsoorten A I, R I en R II sedert het begin van het wijnoogstjaar onder het niveau van de respectieve interventietoepassingsprijzen liggen; dat derhalve de eerste voorwaarde waaraan op grond van artikel 12 bis, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 moet zijn voldaan om aanvullende maatregelen te kunnen nemen ten behoeve van degenen die langlopende opslagcontracten hebben gesloten, is vervuld; dat tijdens de referentieperiode wellicht ook de tweede voorwaarde, te weten dat de representatieve prijs drie opeenvolgende weken onder de interventietoepassingsprijs blijft, zal worden vervuld voor de tafelwijnsoorten A I, R I en R II;

Overwegende dat deze maatregelen zouden moeten voorzien in de mogelijkheid om, enerzijds, een bepaalde hoeveelheid wijn door middel van distillatie uit de markt te nemen en, anderzijds het op de markt brengen van de resterende hoeveelheid wijn die in opslag is bij degenen die langlopende opslagcontracten hebben gesloten, enkele maanden uit te stellen in afwachting van een eventueel herstel van de markt; dat het evenwel mogelijk is dat met deze laatste maatregel het beoogde doel niet wordt bereikt; dat bijgevolg moet worden voorzien in de mogelijkheid om de eventueel nodige bijkomende maatregelen te nemen;

Overwegende dat in artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 337/79 is bepaald dat voor de interventiemaatregelen alleen producenten in aanmerking komen die gedurende een nader te bepalen referentieperiode hebben voldaan aan de verplichtingen die zijn vermeld in artikel 39 en, eventueel, in de artikelen 40 en 41 van genoemde verordening;

Overwegende dat op grond van artikel 12 bis, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 337/79 de distillatie in het kader van de onderhavige verordening betrekking mag hebben op maximaal 18 % van de totale hoeveelheid tafelwijn die door de betrokken houder van een opslagcontract is geproduceerd in het wijnoogstjaar waarin het langlopende contract is gesloten; dat de geproduceerde hoeveelheid tafelwijn waarop dit percentage moet worden toegepast, de hoeveelheid is die blijkt uit de produktie-opgave welke is ingesteld bij Verordening (EEG) nr. 2102/84 van de Commissie van 13 juli 1984 betreffende de opgaven van oogsten, produktie en voorraden van wijnbouwprodukten (6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2391/85 (7), alsmede uit de registers als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1153/75 van de Commissie van 13 april 1975 tot invoering van geleidedocumenten en met betrekking tot de verplichtingen van producenten en handelaren, met uitzondering van kleinhandelaren, in de wijnsector (8), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3203/80 (9);

Overwegende dat de distillatie in het kader van deze verordening moet geschieden overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2179/83 van de Raad van 25 juli 1983 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de distillatie van wijn en bijprodukten van de wijnbereiding (10), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3805/85; dat volgens de artikelen 4, 5 en 26 van die verordening, termijnen dienen te worden vastgesteld waarbinnen de aanvragen om goedkeuring van de leveringscontracten en de aangiften bij de interventiebureaus moeten worden ingediend, alsmede termijnen voor de distillatie zelf; dat volgens artikel 8 van genoemde verordening een steunbedrag moet worden toegekend dat wordt vastgesteld op basis van de in dat artikel aangegeven criteria;

Overwegende dat bovendien moet worden bepaald welke bijkomende gegevens in de leveringscontracten en de aangiften moeten worden vermeld;

Overwegende dat bepaalde wijnen die voor de in deze verordening bedoelde distillatie worden geleverd, kunnen worden verwerkt tot distillatiewijn; dat de bepalingen betreffende de distillatie derhalve dienovereenkomstig moeten worden aangepast met inachtneming van de voorschriften van de artikelen 25 en 26 van Verordening (EEG) nr. 2179/83;

Overwegende dat de interventiebureaus en de Commissie van het verloop van de distillatie op de hoogte moeten worden gehouden en met name moeten weten welke hoeveelheid wijn is gedistilleerd en welke hoeveeelheid alcohol daarbij is verkregen;

Overwegende dat de opslagcontracten moeten worden gesloten overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 1059/83 van de Commissie van 29 april 1983 betreffende de opslagcontracten voor tafelwijn, druivemost, geconcentreerde druivemost en gerectificeerde geconcentreerde druivemost (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2850/85 (2);

Overwegende dat het gehalte aan vluchtige zuren van de wijn zich tijdens de opslag op natuurlijke wijze blijft ontwikkelen, zodat het maximumgehalte dreigt te worden overschreden dat op basis van een opslagperiode van negen maanden is vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 90/86 van de Commissie van 17 januari 1986 betreffende het openen van de mogelijkheid tot het sluiten van langlopende contracten voor de particuliere opslag van bepaalde soorten tafelwijn voor het wijnoogstjaar 1985/1986 (3); dat het wenselijk lijkt toe te staan dat, wanneer een opslagcontract voor vier maanden wordt gesloten en de wijn waarop het nieuwe contract betrekking heeft dezelfde is als die waarvoor het vorige contract gold, de gestelde voorwaarden als vervuld worden beschouwd, ook wanneer het gehalte aan vluchtige zuren van de wijn hoger is dan het in genoemde verordening vastgestelde gehalte, op voorwaarde dat het voor tafelwijn van de betrokken soort vastgestelde maximum niet wordt overschreden en voorts alle andere administratieve en technische voorschriften in acht worden genomen; dat, om rekening te houden met de ontwikkeling van de marktsituatie, moet worden voorzien in de mogelijkheid om de contracten tussentijds te beëindigen;

Overwegende dat, aangezien de in deze verordening bedoelde opslagcontracten in het wijnoogstjaar 1985/1986 zijn afgesloten, van de laatste tijdens dit wijnoogstjaar geldende representatieve koers moet worden uitgegaan;

Overwegende dat de Verordeningen (EEG) nr. 1059/83 en (EEG) nr. 90/86 gedurende het wijnoogstjaar 1985/1986 nog niet van toepassing zijn in Spanje en dat, om die reden, een tafelwijn geproduceerd in die Lid-Staat niet onder een langdurend contract kan staan in het kader van deze verordeningen, en dientengevolge, geen gebruik kan maken van de in deze verordening voorziene maatregelen;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor wijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. In deze verordening worden de bepalingen vastgesteld ter uitvoering van de in artikel 12 bis van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde aanvullende maatregelen ten behoeve van degenen die voor het wijnoogstjaar 1985/1986 langlopende opslagcontracten voor tafelwijn hebben gesloten.

2. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79, komen de producenten die in het wijnoogstjaar 1985/1986 aan de in de artikelen 39, 40 of 41 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde verplichtingen waren onderworpen, slechts voor de in deze verordening bedoelde maatregelen in aanmerking voor zover zij het bewijs leveren dat zij aan hun verplichtingen hebben voldaan tijdens referentieperioden die zijn bepaald in artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 2260/85 van de Commissie (4), respectievelijk in artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 2261/85 van de Commissie (5) en in artikel 22 van Verordening (EEG) nr. 854/86 van de Commissie (6).

Artikel 2

1. De in artikel 12 bis, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde periode van drie opeenvolgende weken moet liggen tussen 15 juli en 30 november 1986.

2. Indien het in artikel 12 bis, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde besluit wordt vastgesteld, kunnen degenen die langlopende opslagcontracten hebben gesloten voor de soorten tafelwijn waarvoor het besluit is vastgesteld en voor wijn die met deze wijn in nauw economisch verband staat:

a) voor een hoeveelheid wijn waarvoor een contract is gesloten, en die niet groter is dan een vast te stellen maximumpercentage van de totale hoeveelheid tafelwijn die zij in het wijnoogstjaar 1985/1986 hebben geproduceerd, overgaan tot distillatie op de in de artikelen 3 tot en met 9 bedoelde voorwaarden;

b) voor een vast te stellen hoeveelheid wijn waarvoor een contract is gesloten en waarvoor de sub a) bedoelde maatregel niet wordt getroffen, op de in Verordening (EEG) nr. 1059/83 en in artikel 9 van deze verordening bepaalde voorwaarden, een opslagcontract sluiten voor een nader te bepalen termijn.

3. De totale hoeveelheid tafelwijn waarvoor het in artikel 12 bis, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde percentage geldt is voor elke producent de hoeveelheid die wordt verkregen door optelling van de hoeveelheden die voorkomen in zijn oogstopgaven en de hoeveelheden die hij zelf na de datum van indiening van de in Verordening (EEG) nr. 2102/84 bedoelde oogstopgave heeft verkregen en die blijken uit de in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 1153/75 bedoelde registers.

4. Andere aanvullende maatregelen ten behoeve van degenen die opslagcontracten als bedoeld in lid 2, sub b), hebben gesloten voor een bepaalde wijnsoort of voor wijn die in nauw economisch verband staat met die bepaalde wijnsoort, kunnen worden genomen indien de representatieve prijs van deze wijnsoort lager dan de interventietoepassingsprijs is gebleven gedurende de periode tussen de datum waarop het in artikel 12 bis, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde besluit is vastgesteld en 15 januari 1987.

Artikel 3

1. De in artikel 2, lid 2, sub a), bedoelde distillatie vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2179/83 en in deze verordening.

2. Alleen wijn waarvoor een langlopend opslagcontract is gesloten, mag worden gedistilleerd.

Artikel 4

1. De contracten en aangiften als bedoeld in artikel 4, lid 1, respectievelijk in artikel 5, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 moeten uiterlijk op 10 december 1986 voor goedkeuring worden ingediend bij het bevoegde interventiebureau.

2. De in lid 1 bedoelde contracten en aangiften moeten tenminste de volgende gegevens bevatten:

a) hoeveelheid, kleur en effectief alcohol-volumegehalte van de te distilleren wijn,

b) naam en adres van de producent,

c) plaats waar de wijn is opgeslagen,

d) naam van de distilleerder of firmanaam van de distilleerderij,

e) adres van de distilleerderij.

3. Het interventiebureau deelt uiterlijk op 10 januari 1987 aan de producent het resultaat van de goedkeuringsprocedure mede.

4. De distillatie moet uiterlijk op 31 augustus 1987 plaatsvinden.

Artikel 5

1. Onverminderd de toepassing van artikel 14 ter van Verordening (EEG) nr. 337/79, bedraagt de in artikel 12 bis, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde minimumaankoopprijs:

- 2,85 Ecu per % vol per hectoliter voor tafelwijn van de soort A I en voor tafelwijn die daarmee in nauw economisch verband staat,

- 3,13 Ecu per % vol per hectoliter voor tafelwijn van de soorten R I en R II en voor tafelwijn die met deze soorten in nauw economisch verband staat.

De in de eerste alinea bedoelde minimumaankoopprijs wordt door de distilleerder aan de producent betaald binnen drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop de geleverde partij in de distilleerderij is binnengekomen.

2. Het in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde steunbedrag wordt vastgesteld:

a) voor de in lid 1, eerste streepje, bedoelde wijn:

- op 2,36 Ecu per % vol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt voldoet aan de definitie van neutrale alcohol in de bijlage van Verordening (EEG) nr. 2179/83;

- op 2,25 Ecu per % vol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt brandewijn van wijn is die voldoet aan de in de geldende nationale bepalingen vastgestelde kwaliteitseisen;

- op 2,25 Ecu per % vol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt een distillaat of ruwe alcohol is met een alcoholgehalte van ten minste 52 % vol;

b) voor de in lid 1, tweede streepje, bedoelde wijn:

- op 2,65 Ecu per % vol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt voldoet aan de definitie van neutrale alcohol in de bijlage van Verordening (EEG) nr. 2179/83;

- op 2,54 Ecu per % vol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt brandewijn van wijn is die voldoet aan de in de geldende nationale bepalingen vastgestelde kwaliteitseisen;

- op 2,54 Ecu per % vol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt een distillaat of ruwe alcohol is met een alcoholgehalte van ten minste 52 % vol.

De steun wordt uitgekeerd voor de werkelijk gedistilleerde hoeveelheid wijn, met inachtneming van de in artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde toleranties en van de maximumhoeveelheid die mag worden gedistilleeerd.

3. De distilleerder moet binnen vier maanden te rekenen vanaf de dag waarop de wijn in de distilleerderij is binnengebracht, aan het interventiebureau het bewijs leveren dat hij de producent binnen de in lid 1, tweede alinea, vastgestelde termijn de aankoopprijs voor wijn heeft betaald.

Indien dit bewijs wordt geleverd binnen twee maanden na het verstrijken van de vastgestelde termijn en indien deze vertraging geen gevolg is van een ernstige nalatigheid van de distilleerder, vordert het interventiebureau 20 % van de uitgekeerde steun terug. Na het verstrijken van de tweede termijn vordert het interventiebureau de gehele steun terug.

Indien wordt geconstateerd dat de distilleerder de aankoopprijs aan de producent niet heeft betaald, keert het interventiebureau vóór 1 juni 1988 aan de producent een bedrag uit dat gelijk is aan de steun, eventueel via het interventiebureau van de Lid-Staat van de producent.

Artikel 6

1. Het in artikel 9, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde voorschot wordt uitgekeerd binnen drie maanden nadat het bewijs is geleverd dat de waarborg is gesteld. 2. Uiterlijk een maand na de levering van het in artikel 5, lid 3, bedoelde bewijs van betaling, geeft het interventiebureau de in artikel 1 bedoelde waarborg vrij. Indien dit bewijs niet binnen de voorgeschreven termijn wordt geleverd maar wel binnen de twee maanden volgende op deze termijn, en indien deze vertraging niet is toe te schrijven aan een ernstige nalatigheid van de distilleerder, geeft het interventiebureau 80 % van de waarborg vrij.

Artikel 7

1. In het in artikel 26, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde geval wordt het contract of de leveringsaangifte voor bereiding van distillatiewijn uiterlijk op 10 december 1986 bij het bevoegde interventiebureau ingediend.

Het interventiebureau deelt uiterlijk op 10 januari 1987 aan de producent het resultaat van de goedkeuringsprocedure mede.

2. De bereiding van de distillatiewijn mag eerst plaatsvinden na de goedkeuring van het contract of de aangifte, maar niet later dan 31 juli 1987.

3. De distillatie van de distillatiewijn mag niet na 31 augustus 1987 plaatsvinden.

4. De bereiders sturen uiterlijk de tiende van elke maand aan het interventiebureau een overzicht toe van de hun in de voorgaande maand geleverde hoeveelheden wijn.

5. Voor de tot distillatiewijn verwerkte wijn wordt aan de bereiders steun toegekend, berekend per hectoliter en per % vol effectief alcoholgehalte van de wijn vóór verwerking tot distillatiewijn, en gelijk aan:

- 2,21 Ecu voor tafelwijn van de soort A I en voor tafelwijn die daarmee in nauw economisch verband staat;

- 2,49 Ecu voor tafelwijn van de soorten R I en R II en voor tafelwijn die daarmee in nauw economisch verband staat.

Om de steun te ontvangen, dient de bereider uiterlijk op 31 augustus 1987 een aanvraag in bij het bevoegde interventiebureau, en hij voegt daarbij een kopie van de geleidedocumenten betreffende het transport van de wijn waarvoor de steun wordt aangevraagd of een samenvattend overzicht van die documenten.

De Lid-Staten kunnen verlangen dat de kopieën of overzichten als bedoeld in de tweede alinea door een controle-instantie worden geviseerd.

De steun wordt uitbetaald uiterlijk drie maanden na de datum waarop het bewijs is geleverd dat de in artikel 26, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde waarborg is gesteld en, in ieder geval, na de datum waarop het contract of de aangifte is goedgekeurd.

6. Behoudens het bepaalde in artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 2179/83 wordt de waarborg slechts vrijgegeven indien uiterlijk op 31 december 1987 het bewijs wordt geleverd:

- dat de totale in het contract of in de aangifte vermelde hoeveelheid wijn tot distillatiewijn is verwerkt en is gedistilleerd;

- dat de aankoopprijs voor de wijn aan de producent is betaald binnen de in artikel 5, lid 1, tweede alinea, vastgestelde termijn.

Indien de in de eerste alinea bedoelde bewijzen niet uiterlijk op 31 december 1987 worden geleverd, vordert het interventiebureau de steun terug van de bereider van de distillatiewijn.

Indien evenwel deze bewijzen worden geleverd na afloop van de gestelde termijn maar uiterlijk op 31 maart 1988, vordert het interventiebureau 20 % van de uitgekeerde steun terug.

Indien wordt geconstateerd dat de bereider van distillatiewijn de aankoopprijs voor de wijn niet heeft betaald aan de producent, keert het interventiebureau uiterlijk op 30 april 1988 aan de producent een bedrag uit dat gelijk is aan de steun, eventueel via het interventiebureau van de Lid-Staat van de producent.

Artikel 8

1. De Lid-Staten delen de Commissie uiterlijk op 31 januari 1987 de hoeveelheden wijn en distillatiewijn mede waarop de goedgekeurde contracten of leveringsaangiften betrekking hebben.

2. De distilleerders doen het interventiebureau uiterlijk de tiende van elke maand een overzicht toekomen van de hoeveelheden wijn die in de afgelopen maand zijn gedistilleerd, onderverdeeld volgens de categorieën bedoeld in artikel 3, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 2179/83.

3. Uiterlijk de twintigste van elke maand delen de Lid-Staten de Commissie per telexbericht voor de afgelopen maand mede welke hoeveelheden wijn en distillatiewijn zijn gedistilleerd en welke hoeveelheden produkten, uitgedrukt in zuivere alcohol, zijn verkregen; hierbij wordt hetzelfde onderscheid gemaakt als voorgeschreven in lid 2.

4. De Lid-Staten doen uiterlijk op 30 september 1987 mededeling van de gevallen waarin distilleerders of bereiders hun verplichtingen niet zijn nagekomen en de maatregelen die in verband daarmee zijn genomen.

Artikel 9

1. De in artikel 2, lid 2, sub b), bedoelde contracten moeten uiterlijk op 15 januari 1987 worden gesloten.

Het gehalte aan vluchtige zuren van de tafelwijn waarop de in de eerste alinea bedoelde contracten betrekking hebben, mag hoger zijn dan het bij het sluiten van langlopende opslagcontracten geldende maximum dat is vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 3676/83. Ingeval degene die een langlopend opslagcontract heeft gesloten, van de in artikel 2, lid 2, sub b), geboden mogelijkheid gebruik wenst te maken voor de gehele hoeveelheid wijn waarvoor een langlopend contract is afgesloten, kan het interventiebureau het oude contract voor de nieuwe periode valideren door de vermeldingen aan te passen.

2. Voor de in artikel 2, lid 2, sub b), bedoelde opslagcontracten geldt het steunbedrag dat wordt toegepast voor de langlopende opslagcontracten voor het wijnoogstjaar 1985/1986.

3. De in artikel 2, lid 2, sub b), bedoelde opslagcontracten kunnen op aanvraag van de betrokken producenten worden beëindigd.

In dat geval:

- is de steun voor de opslag verschuldigd voor de periode gedurende welke de betrokken wijn uit hoofde van een dergelijk contract opgeslagen is gebleven;

- komt de wijn waarvoor het opslagcontract was gesloten, niet in aanmerking voor de in artikel 2, lid 2, sub a), bedoelde distillatie.

Artikel 10

De in de artikelen 5 en 7 bedoelde bedragen worden in nationale valuta omgerekend aan de hand van de op 31 augustus 1986 in de wijnsector geldende representatieve koers.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op 16 september 1986.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 28 augustus 1986.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 54 van 5. 3. 1979, blz. 1.

(2) PB nr. L 367 van 31. 12. 1985, blz. 39.

(3) PB nr. L 164 van 24. 6. 1985, blz. 1.

(4) PB nr. L 164 van 24. 6. 1985, blz. 11.

(5) PB nr. L 204 van 28. 7. 1986, blz. 1.

(6) PB nr. L 194 van 24. 7. 1984, blz. 1.

(7) PB nr. L 225 van 23. 8. 1985, blz. 13.

(8) PB nr. L 113 van 1. 5. 1975, blz. 1.

(9) PB nr. L 333 van 11. 12. 1980, blz. 18.

(10) PB nr. L 212 van 3. 8. 1983, blz. 1.

(1) PB nr. L 116 van 30. 4. 1983, blz. 77.

(2) PB nr. L 270 van 12. 10. 1985, blz. 6.

(3) PB nr. L 14 van 18. 1. 1986, blz. 8.

(4) PB nr. L 211 van 8. 8. 1985, blz. 12.

(5) PB nr. L 211 van 8. 8. 1985, blz. 18.

(6) PB nr. L 80 van 25. 3. 1986, blz. 14.