Richtlijn 87/487/EEG van de Raad van 22 september 1987 tot wijziging van Richtlijn 80/1095/EEG houdende voorschriften welke ertoe strekken het grondgebied van de Gemeenschap vrij van klassieke varkenspest te maken en te houden
Richtlijn 87/487/EEG van de Raad van 22 september 1987 tot wijziging van Richtlijn 80/1095/EEG houdende voorschriften welke ertoe strekken het grondgebied van de Gemeenschap vrij van klassieke varkenspest te maken en te houden
Richtlijn 87/487/EEG van de Raad van 22 september 1987 tot wijziging van Richtlijn 80/1095/EEG houdende voorschriften welke ertoe strekken het grondgebied van de Gemeenschap vrij van klassieke varkenspest te maken en te houden
Publicatieblad Nr. L 280 van 03/10/1987 blz. 0024 - 0025
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 24 blz. 0154
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 24 blz. 0154
*****
RICHTLIJN VAN DE RAAD
van 22 september 1987
tot wijziging van Richtlijn 80/1095/EEG houdende voorschriften welke ertoe strekken het grondgebied van de Gemeenschap vrij van klassieke varkenspest te maken en te houden
(87/487/EEG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Beschikking 87/230/EEG van de Raad van 7 april 1987 tot wijziging van Richtlijn 80/1095/EEG, en de Beschikkingen 80/1096/EEG en 82/18/EEG voor wat betreft de duur van en de financiële middelen voor de maatregelen met het oog op de uitroeiing van de klassieke varkenspest (1), inzonderheid op artikel 2,
Gezien het voorstel van de Commissie (2),
Gezien het advies van het Europese Parlement (3),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (4),
Overwegende dat in Richtlijn 80/1095/EEG (5) is bepaald dat de Lid-Staten die niet officieel vrij van varkenspest zijn, een nationaal plan dienen uit te voeren om de ziekte binnen een periode van zes jaar volledig uit te roeien;
Overwegende dat de Raad uit hoofde van artikel 2 van Beschikking 87/230/EEG met name een besluit neemt over de maatregelen die de Lid-Staten ten uitvoer moeten leggen om de klassieke varkenspest in de Gemeenschap uit te roeien; dat dergelijke maatregelen een weerslag zullen hebben op het geheel van de tot dusver vastgestelde communautaire voorschriften met betrekking tot de veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van de handel in dieren en vlees; dat derhalve, ten einde de doeltreffendheid van die maatregelen te waarborgen, de bepalingen in die voorschriften op passende wijze dienen te worden gewijzigd;
Overwegende dat zich in de door Beschikking 80/1095/EEG bestreken periode in een aantal Lid-Staten een ernstige epizooetie van klassieke varkenspest heeft voorgedaan waardoor het voor die Lid-Staten moeilijk is geworden de uitroeiingsprogramma's volledig uit te voeren;
Overwegende dat dank zij de maatregelen ter bestrijding van die ziekte, met name de instelling van inentingsgebieden, verdere uitbreiding van de ziekte kon worden voorkomen; dat die Lid-Staten derhalve de saneringsmaatregelen om de betrokken gebieden vrij te maken van klassieke varkenspest, kunnen voortzetten en dat daartoe een bijkomende periode van vijf jaar noodzakelijk lijkt; dat uitroeiingsmaatregelen noodzakelijk kunnen blijken in Lid-Staten die hun grondgebied reeds vrij hebben gemaakt van deze ziekte;
Overwegende dat, gelet op de daardoor ontstane nieuwe situatie, de systematische inentingen, voor zover daarmee een aanvang is gemaakt, op gecooerdineerde wijze moeten worden beëindigd;
Overwegende dat het feit dat het grondgebied van een Lid-Staat of een gedeelte daarvan vrij of officieel vrij is van klassieke varkenspest en dat die situatie wordt gehandhaafd, zowel bijdraagt tot het vrije verkeer in levende varkens en varkensvlees tussen de Lid-Staten of gedeelten van hun grondgebied, als tot de verbetering van de produktiviteit in de varkenshouderij en dus van het inkomen van hen die in deze sector werken,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 80/1095/EEG wordt als volgt gewijzigd:
1. in artikel 2, punt 1, tweede streepje, punt 2, in fine, en punt 3, in fine, worden de woorden »tijdens de laatste twaalf maanden" ingevoegd na de woorden »varkens bevinden die";
2. het volgende artikel wordt ingevoegd:
»Artikel 3 bis
1. Elke Lid-Staat die na afloop van de in artikel 3 bedoelde actie nog niet officieel vrij van varkenspest is, stelt een nieuw plan op voor de verdere uitroeiing van die ziekte.
2. Het nieuwe plan moet worden uitgevoerd binnen een zodanige termijn dat de totale looptijd van de in artikel 3 en de in dit artikel bedoelde actie tien jaar bedraagt. Het moet in overeenstemming zijn met artikel 4 bis en het moet overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Beschikking 80/1096/EEG (1) worden goedgekeurd.
(1) PB nr. L 325 van 1. 12. 1980, blz. 5.";
3. het volgende artikel wordt ingevoegd:
»Artikel 4 bis
1. Het in artikel 3 bis bedoelde nieuwe plan moet zodanig worden opgezet dat het grondgebied van de betrokken Lid-Staat aan het einde van de vastgestelde termijn officieel vrij van klassieke varkenspest is.
2. In het nieuwe plan moeten, naar gelang van het geval, de volgende gegevens worden vermeld:
a) in gebieden waar gedurende meer dan één jaar is ingeënt:
- het aantal bedrijven dat is opgenomen in een representatieve steekproef voor dat gebied en het aantal varkens op elk van die bedrijven,
- het aantal biggen dat afkomstig is van ingeënte zeugen op die bedrijven en dat niet zal worden ingeënt,
- aantal en aard van de tests die deze biggen gedurende een periode van zes maanden zullen ondergaan om een eventuele besmetting met het virus van klassieke varkenspest op te sporen,
- de verplichting om, wanneer uit de in het derde streepje bedoelde tests blijkt dat geen virus van klassieke varkenspest aanwezig is, de inenting stop te zetten, en de waarschijnlijke datum van stopzetting;
b) in gebieden waar sedert minder dan één jaar wordt ingeënt:
- de datum waarop met inenten is begonnen,
- de waarschijnlijke datum voor de tenuitvoerlegging van de onder a) bedoelde maatregelen;
c) in de Lid-Staten of delen van het grondgebied waar niet meer wordt ingeënt maar die nog niet officieel vrij van varkenspest zijn:
- het aantal beslagen (fokkerijen, vermeerderingsbedrijven, gemengde bedrijven en mesterijen) waar steekproefcontroles zullen worden verricht,
- het totale aantal en de aard van de controles die jaarlijks bij deze beslagen zullen worden verricht,
- het aantal serologische controles per steekproef dat jaarlijks in het slachthuis zal worden verricht bij slachtvarkens.
3. De betrokken Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de geraamde jaarlijkse uitgaven voor de uitvoering van het nieuwe plan in de na 1 januari 1988 nog resterende looptijd.";
4. aan artikel 6, lid 1, wordt de volgende zinsnede toegevoegd:
»of de in artikel 3 bis bedoelde nieuwe plannen, overeenkomstig artikel 5, lid 1 bis, van Beschikking 80/1096/EEG.";
5. aan artikel 6, lid 2, wordt de volgende zin toegevoegd:
»De nieuwe plannen worden goedgekeurd volgens de procedure van artikel 5, lid 3, van Beschikking 80/1096/EEG.";
6. in artikel 6, lid 3, vierde regel, worden na de woorden »op hun grondgebied" de woorden »of elk ander gedeelte van het grondgebied van de Gemeenschap" ingevoegd;
7. aan artikel 8, lid 1, wordt de volgende zin toegevoegd:
»Evenzo kan een Lid-Staat die tijdens de gehele actieperiode bedoeld in artikel 2, lid 1, van Beschikking 80/1096/EEG de status van officieel vrij van varkenspest heeft verloren, van artikel 3 bis, lid 1, gebruik maken voor zover de uitvoering van zijn plan tot de duur van de aanvullende actie beperkt is.";
8. het volgende artikel wordt ingevoegd:
»Artikel 12 bis
De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om de nieuwe in artikel 3 bis bedoelde uitroeiingsplannen die overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Beschikking 80/1096/EEG zijn goedgekeurd, ten uitvoer te leggen op de door de Commissie in haar goedkeuringsbeschikking vastgestelde datum.".
Artikel 2
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.
Gedaan te Brussel, 22 september 1987.
Voor de Raad
De Voorzitter
L. TOERNAES
(1) PB nr. L 99 van 11. 4. 1987, blz. 16.
(2) PB nr. C 295 van 21. 11. 1986, blz. 5.
(3) PB nr. C 76 van 23. 3. 1987, blz. 169.
(4) PB nr. C 83 van 30. 3. 1987, blz. 3.
(5) PB nr. L 325 van 1. 12. 1980, blz. 1.