Home

Verordening (EEG) nr. 1119/87 van de Commissie van 23 april 1987 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2321/86 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1336/86 van de Raad tot vaststelling van een vergoeding voor de definitieve beëindiging van de melkproduktie

Verordening (EEG) nr. 1119/87 van de Commissie van 23 april 1987 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2321/86 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1336/86 van de Raad tot vaststelling van een vergoeding voor de definitieve beëindiging van de melkproduktie

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1119/87 VAN DE COMMISSIE

van 23 april 1987

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2321/86 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1336/86 van de Raad tot vaststelling van een vergoeding voor de definitieve beëindiging van de melkproduktie

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1336/86 van de Raad van 6 mei 1986 tot vaststelling van een vergoeding voor de definitieve beëindiging van de melkproduktie (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 776/87 (2), en met name op artikel 5,

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 2321/86 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 261/87 (4), voorziet in de uitvoeringsbepalingen van de bij Verordening (EEG) nr. 1336/86 vastgestelde regeling; dat deze uitvoeringsbepalingen in verband met de bij Verordening (EEG) nr. 776/87 ingevoerde wijzigingen moeten worden gepreciseerd en aangepast;

Overwegende dat in artikel 1, lid 2, tweede alinea, tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 1336/86 is bepaald dat de Lid-Staten worden gemachtigd de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de beëindiging van de produktie op harmonische wijze over hun grondgebied wordt verdeeld; dat deze bepaling geldt voor het eerste jaar waarin de beëindigingsregeling wordt toegepast, met dien verstande dat de op grond van vroegere wetgeving goedgekeurde aanvragen niet op losse schroeven kunnen worden gezet;

Overwegende dat in artikel 2, lid 5, van bovengenoemde verordening is aangegeven in welke gevallen het mogelijk is dat de in bijlage II bedoelde bedragen niet volledig worden gebruikt, en voor welke doeleinden de betrokken bedragen kunnen worden gebruikt; dat de in de tweede alinea, eerste streepje, bedoelde herstructureringsmaatregelen slechts aan bod kunnen komen als de in de eerste alinea, eerste streepje, bedoelde vermindering is bereikt; dat de in de tweede alinea, tweede streepje, bedoelde vergoeding bij lineaire vermindering van de referentiehoeveelheden wordt uitbetaald in alle gevallen waarin de beoogde vermindering niet is bereikt;

Overwegende dat moet worden bepaald dat de Lid-Staten de Commissie de gegevens moeten mededelen met betrekking tot de toepassing van artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1336/86;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 2321/86 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 5 wordt gelezen:

»Artikel 5

1. Bij toepassing van artikel 2, lid 5, tweede alinea, eerste streepje, van Verordening (EEG) nr. 1336/86 wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 1, tweede alinea, van genoemde verordening, het beschikbare gedeelte van de in bijlage II van die verordening aangegeven bedragen voor het eerste en het tweede jaar van toepassing aan de Lid-Staten toegekend binnen een termijn van twee maanden volgende op de datum van goedkeuring van de aanvragen als bedoeld in artikel 3, lid 1, ten einde te worden aangewend voor de financiering van de in artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 857/84 bedoelde maatregelen. Voor de overige jaren wordt het beschikbare gedeelte aan de Lid-Staten toegekend in januari van ieder betrokken jaar.

De aldus vrijgekomen referentiehoeveelheden worden, voor zover dat nodig is, toegevoegd aan de in artikel 5 of in artikel 6, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 857/84 bedoelde reserve voor aanwending in toepassing van artikel 3, punt 2, en artikel 4, lid 1, onder b) en c), van diezelfde verordening.

2. Bij toepassing van artikel 2, lid 5, tweede alinea, tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 1336/86 wordt het beschikbare gedeelte van de in bijlage II van die verordening aangegeven bedragen in de vorm van een vergoeding aan de betrokken producenten voor de

eerste keer uitbetaald na 1 april volgende op de goedkeuring van de aanvragen als bedoeld in artikel 3, lid 1, en tijdens de periode bedoeld in artikel 2, lid 2, tweede en derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 1336/86. Bij jaarlijkse betaling van de vergoeding dient de uitbetaling plaats te vinden na 1 april van het betrokken jaar.".

2. Artikel 9, lid 1, derde streepje, wordt gelezen:

»- eventueel, de maatregelen die worden genomen in toepassing van artikel 1, lid 2, tweede alinea, en artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1336/86;".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 23 april 1987.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 119 van 8. 5. 1986, blz. 21.

(2) PB nr. L 78 van 20. 3. 1987, blz. 8.

(3) PB nr. L 202 van 25. 7. 1986, blz. 13.

(4) PB nr. L 26 van 29. 1. 1987, blz. 18.