Verordening (EEG) nr. 2059/87 van de Commissie van 13 juli 1987 houdende bepalingen ter uitvoering van de bijzondere regeling voor de invoer van maïs en sorgho in Spanje voor de periode 1987-1990
Verordening (EEG) nr. 2059/87 van de Commissie van 13 juli 1987 houdende bepalingen ter uitvoering van de bijzondere regeling voor de invoer van maïs en sorgho in Spanje voor de periode 1987-1990
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 2059/87 VAN DE COMMISSIE
van 13 juli 1987
houdende bepalingen ter uitvoering van de bijzondere regeling voor de invoer van maïs en sorgho in Spanje voor de periode 1987-1990
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 1799/87 van de Raad van 25 juni 1987 inzake de bijzondere regeling voor de invoer van maïs en sorgho in Spanje voor de periode 1987 tot en met 1990 (1), en met name op artikel 8,
Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 1799/87 voorziet in een verlaging op de heffing bij invoer van bepaalde hoeveelheden maïs en sorgho in Spanje met het oog op de verwerking of het gebruik in dat land; dat in die verordening bovendien is bepaald dat de verlaging wordt toegepast in het kader van certificaten die alleen in Spanje geldig zijn en die zijn afgegeven overeenkomstig nog vast te stellen bepalingen;
Overwegende dat de doelstellingen van voornoemde verordening niet in acht kunnen worden genomen in het kader van bepalingen die voorzien in een horizontaal onderzoek van de ingediende certificaataanvragen en in het stellen van zekerheden ten einde te garanderen dat de aanvragen ernstig zijn en dat de produkten waarop deze preferentiële regeling van toepassing is, ook in Spanje worden verwerkt of gebruikt;
Overwegende dat derhalve moet worden bepaald dat Spanje adequate controlemaatregelen moet toepassen;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor granen,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 1799/87 van de Raad bedoelde verlaging wordt toegepast bij invoer in Spanje van maïs of sorgho van post 10.05 B, respectievelijk 10.07 C II, van het gemeenschappelijk douanetarief, op basis van een certificaat dat door de Spaanse autoriteiten is afgegeven overeenkomstig het bepaalde in onderhavige richtlijn.
Artikel 2
1. De certificaataanvragen worden de eerste twee werkdagen van elke week ingediend.
2. In vak 12 van de certificaataanvragen en van de certificaten wordt de volgende vermelding aangebracht:
»verlaging van de heffing: certificaat uitsluitend geldig in Spanje (Verordening (EEG) nr. 2059/87)".
Artikel 3
1. De certificaataanvraag gaat vergezeld van de schriftelijke verbintenis van de aanvrager om, uiterlijk bij de indiening van de aangifte voor het vrije verkeer, een zekerheid te stellen waarvan het bedrag gelijk is aan dat van de toegekende verlaging.
2. In afwijking van artikel 12, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2042/75 van de Commissie (2), wordt het bedrag van de zekerheid voor de invoercertificaten die zijn afgegeven in het kader van onderhavige verordening, vastgesteld op 16 Ecu per ton.
3. Wanneer de heffing vooraf wordt vastgesteld, wordt de verlaging toegepast die geldt op de dag waarop de certificaataanvraag wordt ingediend.
4. Wanneer de heffing vooraf wordt vastgesteld:
- wordt het netto te innen bedrag aangegeven in vak 19 van het certificaat;
- wordt het bedrag van de toegekende verlaging aangegeven in vak 20 a) van het certificaat.
Artikel 4
1. De certificaten worden afgegeven voor ten hoogste de hoeveelheden die beschikbaar zijn uiterlijk op de derde werkdag na de uiterste datum voor indiening van de aanvraag, als bedoeld in artikel 2.
Wanneer de voor één week ingediende aanvragen betrekking hebben op hoeveelheden die groter zijn dan de hoeveelheden die overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 1799/87 nog kunnen worden ingevoerd, worden de hoeveelheden waarvoor certificaten worden afgegeven, verkregen door de op de certificaataanvragen vermelde hoeveelheden met een uniform percentage te verlagen. In dat geval wordt de zekerheid onverwijld vrijgegeven voor de hoeveelheden waarvoor geen certificaat wordt afgegeven.
2. De Spaanse autoriteiten stellen de Commissie in kennis van de hoeveelheden waarvoor in de loop van een week certificaten zijn afgegeven, uiterlijk op de derde werkdag van de daaropvolgende week.
Artikel 5
1. De geldigheidsduur van de certificaten is gelijk aan de duur die is vastgesteld in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 2042/75.
2. In afwijking van artikel 12, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2042/75 mag de in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheid niet groter zijn dan de in de vakken 10 en 11 van het invoercertificaat aangegeven hoeveelheid. Daartoe wordt in vak 22 van dat certificaat het cijfer 0 ingevuld.
Artikel 6
De in artikel 3, lid 1, bedoelde zekerheid wordt vrijgegeven:
- wanneer het bewijs van verwerking of gebruik in Spanje wordt geleverd;
- wanneer het bewijs wordt geleverd dat het produkt totaal ongeschikt is geworden voor gebruik.
Het in het eerste streepje bedoelde bewijs kan met name bestaan uit het bewijs dat het produkt in diervoeder is verwerkt.
Voor de hoeveelheden waarvoor het in de eerste alinea bedoelde bewijs niet is geleverd binnen 18 maanden na de datum waarop de aangifte voor het vrije verkeer is aanvaard, wordt de zekerheid verbeurd verklaard bij wijze van heffing.
Voor de toepassing van dit artikel wordt geacht dat aan de in de eerste alinea bedoelde verplichting tot verwerking of gebruik is voldaan wanneer 96 % van de in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheid is verwerkt of gebruikt.
Artikel 7
1. De maïs en sorgho die in het vrije verkeer zijn gebracht met een verlaging van de heffing blijven onder douanecontrole of onder een administratieve controle die gelijkwaardige garanties biedt, tot op het moment waarop het gebruik of de verwerking ervan is geconstateerd.
2. Spanje neemt de nodige maatregelen om erop toe te zien dat de in lid 1 bedoelde controle wordt verricht. Deze maatregelen houden met name voor de belanghebbende de verplichting in, zich te onderwerpen aan elke controle die nodig wordt geacht en een specifieke boekhouding te voeren aan de hand waarvan de bevoegde instanties de door hen noodzakelijk geachte controles kunnen verrichten.
3. Spanje stelt de Commissie in kennis van de overeenkomstig lid 2 genomen maatregelen, zodra die maatregelen zijn vastgesteld.
Artikel 8
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 13 juli 1987.
Voor de Commissie
Frans ANDRIESSEN
Vice-Voorzitter
(1) PB nr. L 170 van 30. 6. 1987, blz. 1.
(2) PB nr. L 213 van 11. 8. 1975, blz. 5.