Verordening (EEG) nr. 4137/87 van de Commissie van 9 december 1987 tot vaststelling van de voorwaarden en bepalingen voor de indeling van goederen onder de onderverdelingen 0408 11 90, 0408 19 90, 0408 91 90 en 0408 99 90, 1106 20 10, ex 2501 00 51, ex 3502 10 10 en ex 3502 90 10 van de gecombineerde nomenclatuur
Verordening (EEG) nr. 4137/87 van de Commissie van 9 december 1987 tot vaststelling van de voorwaarden en bepalingen voor de indeling van goederen onder de onderverdelingen 0408 11 90, 0408 19 90, 0408 91 90 en 0408 99 90, 1106 20 10, ex 2501 00 51, ex 3502 10 10 en ex 3502 90 10 van de gecombineerde nomenclatuur
Verordening (EEG) nr. 4137/87 van de Commissie van 9 december 1987 tot vaststelling van de voorwaarden en bepalingen voor de indeling van goederen onder de onderverdelingen 0408 11 90, 0408 19 90, 0408 91 90 en 0408 99 90, 1106 20 10, ex 2501 00 51, ex 3502 10 10 en ex 3502 90 10 van de gecombineerde nomenclatuur
Publicatieblad Nr. L 387 van 31/12/1987 blz. 0063 - 0066
VERORDENING (EEG) Nr. 4137/87 VAN DE COMMISSIE
van 9 december 1987
tot vaststelling van de voorwaarden en bepalingen voor de indeling van goederen onder de onderverdelingen 0408 11 90, 0408 19 90, 0408 91 90 en 0408 99 90, 1106 20 10, ex 2501 00 51, ex 3502 10 10 en ex 3502 90 10 van de gecombineerde nomenclatuur
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), inzonderheid op artikel 11,
Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad van 28 juni 1968 betreffende het gemeenschappelijk douanetarief (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3529/87 (3), het gemeenschappelijk douanetarief is vastgesteld op basis van de nomenclatuur van het Verdrag van 15 december 1950 inzake de nomenclatuur voor de indeling van goederen in de douanetarieven;
Overwegende dat op basis van Verordening (EEG) nr. 97/69 van de Raad van 16 januari 1969 betreffende de maatregelen die moeten worden getroffen voor de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2055/84 (5), de voorwaarden en bepalingen voor de indeling van goederen onder de posten 04.05 B II, 11.04 ex B I, 11.04 C I, 25.01 A II a) en 35.02 A I van het gemeenschappelijk douanetarief bij Verordening (EEG) nr. 2696/77 van de Commissie (6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1284/80 (7), zijn vastgesteld;
Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 2658/87, enerzijds, Verordening (EEG) nr. 950/68 door de vaststelling van de nieuwe, op het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen gebaseerde tarief- en statistieknomenclatuur (gecombineerde nomenclatuur) en, anderzijds, Verordening (EEG) nr. 97/69 zijn ingetrokken en vervangen; dat het derhalve dienstig is voor alle duidelijkheid Verordening (EEG) nr. 2696/77 door een nieuwe verordening te vervangen waarin de nieuwe nomenclatuur en de nieuwe rechtsgrondslag zijn opgenomen; dat om dezelfde redenen in deze nieuwe tekst eveneens alle tot op heden aangebrachte wijzigingen dienen te worden opgenomen;
Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 2658/87 is bepaald dat de indeling van:
- vogeleieren uit de schaal en eigeel, andere dan geschikt voor menselijke consumptie, onder de onderverdelingen 0408 11 90, 0408 19 90, 0408 91 90 en 0408 99 90,
- meel en gries van sago en van wortels en knollen bedoeld bij post 0714, gedenatureerd, onder onderverdeling 1106 20 10,
- zout (met inbegrip van bereid keuken- en tafelzout) en zuiver natriumchloride, ook indien opgelost in water, gedenatureerd, onder onderverdeling ex 2501 00 51,
- albuminen, ongeschikt gemaakt voor menselijke consumptie, onder de onderverdelingen ex 3502 10 10 en
ex 3502 90 10
van de gecombineerde nomenclatuur is onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen vastgesteld bij de op dit gebied geldende communautaire bepalingen;
Overwegende dat deze voorwaarden en bepalingen in dit geval slechts kunnen bestaan in denaturering, ten einde deze produkten voor menselijke consumptie onbruikbaar te maken;
Overwegende dat het met betrekking tot deze denaturering, ten einde enerzijds ongelijkheid bij de toepassing van de gecombineerde nomenclatuur en verleggingen van het handelsverkeer en van de bedrijvigheid in de Gemeenschap te voorkomen en anderzijds het vrije verkeer van gedenatureerde produkten toe te laten, in het belang van de gebruikers zelf, alsmede ten einde de taken van de betrokken nationale administraties zoveel mogelijk te verlichten, aanbeveling verdient methoden voor denaturering vast te stellen;
Overwegende dat met het oog hierop een bindende lijst van denatureringsmiddelen dient te worden opgesteld, waarin gegeven karakteristieken worden vermeld; dat in deze lijst moet worden aangegeven welke hoeveelheid van het denatureringsmiddel ten minste moet worden gebruikt om een bepaalde hoeveelheid produkt te denatureren; dat evenwel, ten einde rekening te houden met de behoeften die onverwacht in een Lid-Staat zouden kunnen ontstaan, bepaald dient te worden dat een Lid-Staat voorlopig het gebruik van een ander denatureringsmiddel kan toestaan;
Overwegende dat de betrokken gedenatureerde produkten in het algemeen worden gebruikt in andere industrieën dan in die waar veevoeders worden vervaardigd; dat het evenwel, wanneer deze produkten in de veevoederindustrie worden gebruikt of als zodanig door dieren worden gegeten, noodzakelijk is dat de denaturering geschiedt op een wijze die verenigbaar is met de bepalingen van Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoe-
gingsmiddelen in de veevoeding (8), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 87/317/EEG (9);
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité nomenclatuur,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Indeling van:
- vogeleieren uit de schaal en eigeel, andere dan geschikt voor menselijke consumptie,
- meel en gries van sago en van wortels en knollen bedoeld bij post 0714, gedenatureerd,
- zout (met inbegrip van bereid keuken- en tafelzout) en zuiver natriumchloride, ook indien opgelost in water, gedenatureerd,
- albuminen, ongeschikt gemaakt voor menselijke consumptie,
onderscheidenlijk onder de onderverdelingen
- 0408 11 90, 0408 19 90, 0408 91 90 en 0408 99 90,
- 1106 20 10,
- ex 2501 00 51,
- ex 3502 10 10 en ex 3502 90 10
van de gecombineerde nomenclatuur, is onderworpen aan de voorwaarde dat deze goederen met behulp van een van de in de bijlagen A, B, C en D genoemde denatureringsmiddelen zodanig zijn gedenatureerd dat zij ongeschikt zijn voor menselijke consumptie.
Artikel 2
Het denatureren van de in artikel 1 bedoelde produkten dient te geschieden door gebruikmaking van de hoeveelheid denatureringsmiddel die in de bijlagen bij deze verordening tegenover elk denatureringsmiddel is aangegeven.
Het denatureren dient zodanig te geschieden dat het te denatureren produkt en het denatureringsmiddel een homogeen mengsel vormen en dat de bestanddelen daarvan niet meer op lonende wijze kunnen worden afgescheiden.
Artikel 3
In afwijking van artikel 1 kan elke Lid-Staat het gebruik van niet in de bijlagen bij deze verordening opgenomen denatureringsmiddelen voorlopig toestaan. De Lid-Staat dient dit uiterlijk 30 dagen nadat dit is toegestaan, met opgave van nauwkeurige gegevens omtrent samenstelling en hoeveelheid, aan de Commissie mede te delen. De Commissie doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de andere Lid-Staten.
De aangelegenheid zal overeenkomstig artikel 8 en, in voorkomend geval, artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 2658/87 aan het Comité nomenclatuur worden voorgelegd.
Indien uiterlijk binnen achttien maanden na de datum van ontvangst van de mededeling door de Commissie door het
Comité niet is beslist dat het desbetreffende denature-
ringsmiddel in een van de bijlagen bij deze verordening wordt opgenomen, mag het denatureringsmiddel na afloop van deze termijn in geen enkele Lid-Staat meer worden gebruikt.
Artikel 4
Deze verordening laat het bepaalde in Richtlijn 70/524/EEG onverlet.
Artikel 5
Verordening (EEG) nr. 2696/77 wordt ingetrokken.
Artikel 6
Elke Lid-Staat stelt de Commissie in kennis van de maatregelen die hij op het niveau van de centrale overheid voor de toepassing van deze verordening treft.
De Commissie geeft deze inlichtingen onverwijld door aan de overige Lid-Staten.
Artikel 7
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1988.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 9 december 1987.
Voor de Commissie
COCKFIELD
Vice-Voorzitter
SPA:L888UMBH16.95
FF: 8UH0; SETUP: 01; Hoehe: 895 mm; 177 Zeilen; 8373 Zeichen;
Bediener: MARL Pr.: B;
Kunde: ................................
(1) PB nr. L 256 van 7. 9. 1987, blz. 1.
(2) PB nr. L 172 van 22. 7. 1968, blz. 1.
(3) PB nr. L 336 van 26. 11. 1987, blz. 3.
(4) PB nr. L 14 van 21. 1. 1969, blz. 1.
(5) PB nr. L 191 van 19. 7. 1984, blz. 1.
(6) PB nr. L 314 van 8. 12. 1977, blz. 17.
(7) PB nr. L 132 van 29. 5. 1980, blz. 11.
(8) PB nr. L 270 van 14. 12. 1970, blz. 1.
(9) PB nr. L 160 van 20. 6. 1987, blz. 34.
BIJLAGE A
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
BIJLAGE B
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
BIJLAGE C
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
BIJLAGE D
>RUIMTE VOOR DE TABEL>