Aan artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1107/68 wordt de volgende letter c) toegevoegd:
dat de mate van radioactiviteit van de kaas de in de communautaire wetgeving vastgestelde maximaal toelaatbare niveaus niet overschrijdt. Voor produkten van oorsprong uit de Gemeenschap die zijn besmet als gevolg van het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl, gelden de in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3955/87 van de Raad(*) vastgestelde niveaus. Alleen als de situatie het vereist, wordt het produkt gedurende de periode waarin het nodig is gecontroleerd op de mate van radioactieve besmetting. De geldigheidsduur en de draagwijdte van de controlemaatregelen worden zo nodig vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 804/68.