Verordening (EEG) nr. 3502/88 van de Commissie van 9 november 1988 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3472/85 betreffende de aankoop en opslag van olijfolie door de interventiebureaus
Verordening (EEG) nr. 3502/88 van de Commissie van 9 november 1988 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3472/85 betreffende de aankoop en opslag van olijfolie door de interventiebureaus
Verordening (EEG) nr. 3502/88 van de Commissie
van 9 november 1988
tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3472/85 betreffende de aankoop en opslag van olijfolie door de interventiebureaus
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten [1], laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2210/88 [2], en met name op artikel 12, lid 4,
Overwegende dat via interventie produkten voorlopig uit de markt moeten kunnen worden genomen als het marktevenwicht is verstoord en deze weer op de markt moeten kunnen worden gebracht zodra de markt zich heeft hersteld; dat daarom de voor interventie aangeboden produkten al naar gelang van het geval geschikt moeten zijn voor menselijke consumptie of diervoeding;
Overwegende dat in Verordening (Euratom) nr. 3954/87 van de Raad van 22 december 1987 tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar [3] de procedure is vastgelegd die in geval van stralingsgevaar moet worden gevolgd voor de bepaling van de toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders die op de markt worden gebracht; dat bijgevolg landbouwprodukten met een hogere radioactieve besmetting niet voor aankoop bij interventie in aanmerking mogen komen;
Overwegende dat bij artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 1707/86 van de Raad van 30 mei 1986 betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwprodukten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tchernobyl [4], laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 624/87 [5], maximale toleranties voor radioactiviteit zijn vastgesteld; dat na het verstrijken van de geldigheidsduur van Verordening (EEG) nr. 1707/86 de betrokken toleranties zijn overgenomen in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3955/87 van de Raad [6], die Verordening (EEG) nr. 1707/86 vervangt; dat landbouwprodukten waarbij deze maximale toleranties worden overschreden, niet mogen worden beschouwd als van gezonde handelskwaliteit te zijn;
Overwegende dat is geconstateerd dat als gevolg van bovengenoemd ongeval de communautaire landbouwproduktie voor een deel, en in verschillende mate, radioactief is besmet; dat communautaire landbouwprodukten waarvan de radioactiviteit de bij artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3955/87 vastgestelde waarden overschrijdt, niet voor aankoop bij interventie in aanmerking mogen komen;
Overwegende dat bij artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3472/85 van de Commissie [7], laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1859/88 [8], de voorwaarden zijn vastgesteld voor aankoop van olijfolie bij interventie; dat deze voorwaarden moeten worden gepreciseerd; dat Verordening (EEG) nr. 3472/85 derhalve moet worden gewijzigd;
Overwegende dat de mate van radioactieve besmetting van levensmiddelen ten gevolge van een situatie waarin stralingsgevaar bestaat, verschilt naar gelang van de kenmerken van het ongeluk en het type produkt; dat het besluit over de noodzaak van een controle alsmede inzake controlemaatregelen derhalve aan elke situatie dient te worden aangepast en dat daarin met, bij voorbeeld, de kenmerken van de betrokken gebieden, produkten en radionucleïden rekening moet worden gehouden;
Overwegende dat het Comité van beheer voor oliën en vetten geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Aan artikel 2, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 3472/85 wordt de volgende letter c) toegevoegd:
"c) heeft geconstateerd dat de radioactieve besmetting van de aangeboden olijfolie de in de communautaire wetgeving vastgestelde maximaal toelaatbare niveaus niet overschrijdt. Voor produkten van oorsprong uit de Gemeenschap die zijn besmet als gevolg van het ongeval in de kerncentrale van Tsjernobyl, gelden de in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3955/87 van de Raad [] vastgestelde niveaus. Alleen als de situatie het vereist, wordt het produkt gedurende de periode waarin het nodig is, gecontroleerd op de mate van radioactieve besmetting. De geldigheidsduur en de draagwijdte van de controlemaatregelen worden zo nodig vastgesteld volgens de procedure van artikel 38 van Verordening nr. 136/66/EEG."
.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 9 november 1988.
Voor de Commissie
Frans Andriessen
Vice-voorzitter
[1] PB nr. 172 van 30. 9. 1966, blz. 3025/66.
[2] PB nr. L 197 van 26. 7. 1988, blz. 1.
[3] PB nr. L 371 van 30. 12. 1987, blz. 11.
[4] PB nr. L 146 van 31. 5. 1986, blz. 88.
[5] PB nr. L 58 van 28. 2. 1987, blz. 101.
[6] PB nr. L 371 van 30. 12. 1987, blz. 14.
[7] PB nr. L 333 van 11. 12. 1985, blz. 5.
[8] PB nr. L 166 van 1. 7. 1988, blz. 13.
[] PB nr. L 371 van 30. 12. 1987, blz. 14.
--------------------------------------------------