Verordening (EEG) nr. 3620/88 van de Commissie van 21 november 1988 betreffende de afgifte van ARH-certificaten voor bepaalde produkten van de bloementeelt en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 643/86

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3620/88 VAN DE COMMISSIE

van 21 november 1988

betreffende de afgifte van ARH-certificaten voor bepaalde produkten van de bloementeelt en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 643/86

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal, en met name op artikel 252, lid 3,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 569/86 van de Raad van 25 februari 1986 tot vaststelling van de algemene regels voor de toepassing van de aanvullende regeling voor het handelsverkeer (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2297/86 (2),

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 643/86 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3925/87 (4), de uitvoeringsbepalingen inzake de aanvullende regeling voor het handelsverkeer voor in Portugal ingevoerde produkten van de sector levende planten en produkten van de bloementeelt zijn vastgesteld en dat inzonderheid in de bijlage van die verordening het in artikel 251, lid 1, van voornoemde Toetredingsakte bedoelde indicatieve plafond is vastgesteld dat voor het jaar 1988 bij invoer in Portugal van sierplanten van herkomst uit andere Lid-Staten van de Gemeenschap geldt;

Overwegende dat het voornoemde indicatieve plafond is bereikt; dat de voortzetting van de invoer in het geconstateerde tempo, juist in een periode waarin de Portugese produktie op de markt wordt gebracht, tot een ernstige verstoring van de Portugese markt zou leiden; dat een groot deel van de ingevoerde produkten nog niet in de handel is gebracht, maar dat deze voorraden reeds zwaar op deze markt drukken en de lokale produkten rechtstreeks beconcurreren; dat de Commissie bij Verordening (EEG) nr. 3488/88 (5) de afgifte van ARH-certificaten bij wijze van conservatoire maatregel tot en met 24 november 1988 heeft geschorst;

Overwegende dat tegen het einde van het jaar een verbetering van de marktsituatie wordt verwacht en dat het derhalve mogelijk is voor het lopende jaar een verhoging van het indicatieve plafond te overwegen en de invoer van bepaalde hoeveelheden toe te staan tijdens de maand december, waarin zich traditioneel een heropleving van de vraag voordoet; dat de afgifte van ARH-certificaten van nabij dient te worden gevolgd, ten einde tijdig het gevaar van een overschrijding van het nieuwe indicatieve plafond op te merken;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor levende planten en produkten van de bloementeelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

In de bijlage van Verordening (EEG) nr. 643/86 wordt de hoeveelheid van 270 700 stuks, die is vermeld als indicatief plafond voor rozenplanten van GN-code 0602 40 90, vervangen door 289 650 stuks.

Artikel 2

1. Voor het tijdvak van 29 november tot en met 31 december 1988 worden voor de in artikel 1 bedoelde rozen ARH-certificaten afgegeven voor een hoeveelheid van ten hoogste 18 950 stuks.

2. De aanvragen om ARH-certificaten worden ingediend van 21 tot en met 23 november 1988.

De Lid-Staten delen de Commissie uiterlijk op 24 november 1988 de hoeveelheden mede waarvoor certificaten zijn aangevraagd.

Indien de hoeveelheden waarvoor ARH-certificaten worden aangevraagd de in lid 1 vermelde hoeveelheid overschrijden, stelt de Commissie een percentage vast waarmee de gevraagde hoeveelheden worden verlaagd.

3. De ARH-certificaten waarvoor bij de Commissie een aanvraag is ingediend, worden afgegeven op de vijfde werkdag volgende op de laatste dag van de termijn voor de indiening van de aanvragen.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 21 november 1988.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 55 van 1. 3. 1986, blz. 106.

(2) PB nr. L 201 van 24. 7. 1986, blz. 3.

(3) PB nr. L 60 van 1. 3. 1986, blz. 39.

(4) PB nr. L 369 van 29. 12. 1987, blz. 26.

(5) PB nr. L 306 van 11. 11. 1988, blz. 13.