Home

VERORDENING (EEG) Nr. 4195/88 VAN DE RAAD van 21 december 1988 tot vaststelling, voor 1989, van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren #

VERORDENING (EEG) Nr. 4195/88 VAN DE RAAD van 21 december 1988 tot vaststelling, voor 1989, van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren #

VERORDENING ( EEG ) Nr . 4195/88 VAN DE RAAD van 21 december 1988 tot vaststelling, voor 1989, van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 170/83 van de Raad van 25 januari 1983 tot instelling van een communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden ( 1 ), gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal ( 2 ), inzonderheid op artikel 11,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de Gemeenschap en Noorwegen overeenkomstig de procedure die met name is vastgesteld in de artikelen 2 en 7 van de Overeenkomst betreffende de visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen ( 3 ) overleg hebben gepleegd over de wederzijdse visrechten in 1989 en over het beheer van de gemeenschappelijke biologische rijkdommen;

Overwegende dat delegaties bij dit overleg zijn overeengekomen hun onderscheiden autoriteiten aan te bevelen voor 1989 bepaalde vangstquota vast te stellen voor vaartuigen van de andere partij;

Overwegende dat in de Overeenkomst van 19 december 1966 tussen Denemarken, Noorwegen en Zweden inzake de onderlinge verlening van visrechten in het Skagerrak en het Kattegat is bepaald dat elke partij de vaartuigen van de andere partijen visrechten verleent in haar visserijzone in het Skagerrak en een gedeelte van het Kattegat tot vier zeemijl gemeten van de basislijnen;

Overwegende dat de nodige maatregelen dienen te worden getroffen om gevolg te geven aan de uitkomsten van het overleg voor 1989 tussen de delegaties van de Gemeenschap en Noorwegen om een onderbreking van de wederzijdse visserij vanaf 31 december 1988 te voorkomen;

Overwegende dat het naar luid van artikel 3 van Verordening ( EEG ) nr . 170/83 aan de Raad is het totaal van de vangsten die aan derde landen zijn toegekend en de bijzondere voorwaarden die daarbij in acht moeten worden genomen, vast te stellen;

Overwegende dat de in de onderhavige verordening bedoelde visserijactiviteiten onderworpen zijn aan de desbetreffende controlemaatregelen die zijn vastgesteld in Verordening ( EEG ) nr . 2241/87 van de Raad van 23 juli 1987 houdende vaststelling van bepaalde maatregelen voor controle op de visserijactiviteiten ( 4 );

Overwegende dat in artikel 3, lid 2, van Verordening ( EEG ) nr . 1381/87 van de Commissie van 20 mei 1987 inzake uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de kentekens voor vissersvaartuigen en met betrekking tot documenten aan boord van die vaartuigen (5 ) is bepaald dat alle vaartuigen met tanks voor gekoeld zeewater een door een bevoegde instantie gewaarmerkt document aan boord dienen te hebben waarin de capaciteit van de tanks in kubieke meter voor iedere 10 cm hoogte van die tanks wordt aangegeven,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Vaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren, mogen tot en met 31 december 1989 in de 200-mijlsvisserijzone van de Lid-Staten in de Noordzee, het Skagerrak, het Kattegat, de Oostzee en de Atlantische Oceaan benoorden 43°00m noorderbreedte overeenkomstig het bepaalde in deze verordening vissen op de in bijlage I vermelde soorten binnen de in die bijlage vastgestelde geografische en kwantitatieve grenzen .

2 . De bij lid 1 toegestane visserij mag slechts worden uitgeoefend in de gedeelten van de visserijzone van 200 mijl zeewaarts van 12 zeemijl vanaf de basislijnen vanwaar de visserijzones van de Lid-Staten worden gemeten; vissen in het Skagerrak is evenwel toegestaan zeewaarts van 4 zeemijl vanaf de basislijnen van Denemarken .

3 . Vissen in de gedeelten van ICES-sector III a, begrensd in het westen door een lijn van de vuurtoren van Hanst -

holm tot de vuurtoren van Lindesnes en in het zuiden door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar de vuurtoren van Tistlarna en vandaar naar de dichtstbij gelegen kust van Zweden, is niet onderworpen aan kwantitatieve beperkingen, behalve voor makreel en koolvis .

4 . Niettegenstaande lid 1 zijn onvermijdelijke bijvangsten van een soort waarvoor in een zone geen quotum is vastgesteld, toegestaan binnen de grenzen vastgesteld in de instandhoudingsmaatregelen die in de betrokken zone gelden .

5 . Bijvangsten in een bepaalde zone van een soort waarvoor in die zone een quotum is vastgesteld worden van dat quotum afgetrokken .

Artikel 2

1 . Vaartuigen die vissen in het kader van de in artikel 1 vastgestelde quotaregeling dienen zich te houden aan de instandhoudings - en controlemaatregelen en aan alle overige voorschriften inzake de uitoefening van de visserij in de in dat artikel bedoelde zones .

2 . De in lid 1 bedoelde vaartuigen dienen een logboek bij te houden waarin de in bijlage II genoemde gegevens moeten worden opgenomen .

3 . De in lid 1 bedoelde vaartuigen, met uitzondering van die welke vissen in ICES-sector III a, dienen de Commissie de in bijlage III genoemde informatie te verstrekken . Deze gegevens dienen te worden medegedeeld overeenkomstig de voorschriften van deze bijlage .

4 . De in lid 1 bedoelde vaartuigen met tanks voor gekoeld zeewater dienen een door een bevoegde instantie gewaarmerkt document aan boord te hebben waarin de capaciteit van de tanks in kubieke meter voor iedere 10 cm hoogte van die tanks wordt aangegeven . Tot 1 januari 1990 en bij gebreke van dergelijke documenten geschieden waarmerking en ondertekening door de eigenaar van het vaartuig .

5 . De registratieletters en de registratienummers van de in lid 1 bedoelde vaartuigen dienen duidelijk op beide zijden van de boeg van het vaartuig te zijn aangebracht .

Artikel 3

1 . Vissen in alle ICES-deelgebieden met vaartuigen van meer dan 200 brt in het kader van de in artikel 1 vastge -

stelde quotaregeling is slechts toegestaan indien er een door

de Commissie namens de Gemeenschap afgegeven vergun -

ning aan boord is en de in de vergunning vermelde voorwaarden in acht worden genomen .

2 . De Commissie geeft de in lid 1 bedoelde vergunningen af aan alle vaartuigen waarvoor een vergunning door de Noorse autoriteiten werd aangevraagd .

3 . Elke vergunning is slechts geldig voor één vaartuig . Indien verscheidene vaartuigen vissen, moet ieder vaartuig in het bezit zijn van een vergunning .

4 . Vergunningen kunnen worden geannuleerd met het oog op de afgifte van nieuwe vergunningen . De annulering gaat in op de datum waarop de vergunning bij de Commissie is ingeleverd . Nieuwe vergunningen gaan in op de eerste dag van de maand volgende op de maand waarin de vergunningen zijn afgegeven .

5 . De vergunning wordt geheel of gedeeltelijk ingetrokken vóór de datum waarop zij afloopt, in geval de in artikel 1 vastgestelde respectieve quota zijn uitgeput .

6 . Indien aan de in deze verordening vastgestelde verplichtingen niet wordt voldaan, wordt de vergunning ingetrokken .

7 . Voor vaartuigen ten aanzien waarvan de in deze verordening opgenomen verplichtingen niet zijn nagekomen wordt gedurende een periode van hoogstens twaalf maanden geen vergunning afgegeven .

8 . De vergunningen die zijn afgegeven krachtens Verordening ( EEG ) nr . 3979/87 ( 6 ) en die op 31 december 1988 geldig zijn, blijven geldig tot en met uiterlijk 31 maart 1989, indien de Noorse autoriteiten daarom verzoeken .

Artikel 4

Bij het indienen van een aanvraag voor een vergunning bij de Commissie dienen de volgende inlichtingen te worden verstrekt :

a ) naam van het vaartuig,

b ) registratienummer,

c ) op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en identificatienummers,

d ) haven van registratie,

e ) naam en adres van de eigenaar of huurder,

f ) brutotonnage en lengte over alles,

g ) motorvermogen,

h ) oproepnummer en radiofrequentie,

i ) vismethode waarvan gebruik zal worden gemaakt,

j ) zone waarin zal worden gevist,

k ) vissoorten waarop zal worden gevist,

l ) periode waarvoor de vergunning wordt aangevraagd .

Artikel 5

leng,de

toegestaan

ICES-b,VI

VII .

Artikel 6

Het gebruik van trawlnetten en ringzegens voor de vangst van pelagische soorten is verboden in het Skagerrak van zaterdag te middernacht tot zondag te middernacht .

Artikel 7

Indien een overtreding naar behoren is geconstateerd, delen de Lid-Staten aan de Commissie onverwijld de naam van het betrokken vaartuig en de eventueel getroffen maatregelen mede .

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1989 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel, 21 december 1988 .

Voor de Raad

De Voorzitter

V . PAPANDREOU

( 1 ) PB nr . L 24 van 27 . 1 . 1983, blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 302 van 15 . 11 . 1985, blz . 1 .

(3 ) PB nr . L 226 van 29 . 8 . 1980, blz . 48 .

( 4 ) PB nr . L 207 van 29 . 7 . 1987, blz . 1 .

( 5 ) PB nr . L 132 van 21 . 5 . 1987, blz . 9 .

( 6 ) PB nr . L 375 van 31 . 12 . 1987, blz . 37 .

BIJLAGE I Vangstquota Noorwegen voor 1989

( in ton levend gewicht )

Soort Gebied waarin mag worden gevist Hoeveelheid

Makreel ICES VI a ( 1 ) + VII d, e, f, h + II a 19 200 ( 12 ) (¹)

Haring ICES VI a ( 1 ) 5 800 ( 2 ) (¹²)

Sprot ICES IV 5 000 ( 7 ) ( 12 )

Kabeljauw ICES IV 5 100 ()) (¹²)

Schelvis ICES IV 3 100 ()) (¹²)

Koolvis ICES IV en Skagerrak ( 2 ) 64 000 ()) (¹²)

Wijting ICES IV 8 000 ()) (¹²)

Schol ICES IV 2 300 (¹¹) (¹)

Makreel ICES IV, III a 32 700 ( 10 ) (%)

Zandspiering,

kever/blauwe wijting ICES IV 50 000 ( 3 ) (%%)

Blauwe wijting ICES II, IV a, VI a (1 ), VI b, VII ( 4)215 000 ( 2 ) ( 11 )

Blauwe leng ICES IV, V b, VI, VII, II a 1 000 ( 6 ) (¹))

Leng en lom ICES IV, V b, VI, VII, II a 21 000 ( 6 ) ( 7 )¹

Hondshaai ICES IV, VI, VII 800 ()) (¹²)

Reuzenhaai ( 8 ) ICES IV, VI, VII 400 ()) (¹²)

Haringhaai ICES IV, VI, VII 200 ()) (¹²)

Garnaal ICES IV 50 ()) (¹²)

Andere soorten ICES IV, II a 5 000 ()) (¹²)

Haring ICES IV a, b50 000 ( 9 ) (%¹)

( 1 ) Ten noorden van 56°30m noorderbreedte .

( 2 ) het westen begrensd door een lijn van de vuurtoren van Hanstholm tot de vuurtoren van Lindesnes en in het zuiden door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar de vuurtoren van Tistlarna en vandaar naar de dichtstbij gelegen kust van Zweden .

( 3 ) waarvan de hoeveelheid zandspiering niet meer mag bedragen dan 50 000 ton en de hoeveelheid kever en blauwe wijting te zamen niet meer dan 40 000 ton . Hoogstens 10 000 ton van de vangsthoeveelheid voor kever mag worden gevist in ICES-sector VI a ten noorden van 56°30m noorderbreedte . Deze hoeveelheid dient in mindering te worden gebracht op het quotum voor kever en zandspiering en blauwe wijting in ICES-deelgebied IV .

( 4 ) Ten westen van 12° westerlengte .

( 5 ) Waarvan hoogstens 40 000 ton in ICES-deelgebied IV a mag worden gevangen .

( 6 ) Waarvan incidentele vangsten van andere soorten ter hoogte van 20 % per vaartuig zijn toegelaten op elk ogenblik in de ICES-deelgebieden VI en VII . Dit percentage mag worden overschreden de eerste 24 uren volgende op het aanvangen van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond . De totale incidentele vangsten van andere soorten mogen echter niet meer bedragen dan 2 500 ton .

( 7 ) Waarvan de hoeveelheid leng niet meer mag bedragen dan 16 000 ton of de hoeveelheid lom niet meer dan 9 000 ton .

( 8 ) Reuzenhaailever .

( 9 ) Een supplement van 10 000 ton zal indien nodig toegestaan worden .

( 10 ) Hiervan mag ten hoogste 3 500 ton zuidelijk van 59° noorderbreedte, middels kustvisserij, gevangen worden .

( 11 ) De vangsten van blauwe wijting omvatten 15 000 ton vangsten van zilvervis .

( 12 ) Waarvan 15 000 ton mag worden gevangen van 1 oktober tot en met 31 december 1989 in de communautaire wateren tussen 59°00m noorderbreedte en 62° noorderbreedte en 4° westerlengte en 1° oosterlengte .

BIJLAGE II

De volgende gegevens dienen na iedere trek in het logboek te worden genoteerd bij het vissen in de vissserijzone van 200 zeemijl voor de kusten van de Lid-Staten van de Gemeenschap, waarop uitsluitend de communautaire visserijregeling van toepassing is :

1 . Gevangen hoeveelheid van elke soort ( in kg ).

2 . Datum en tijdstip waarop de trek heeft plaatsgevonden .

3 . Geografische positie waarin de vangsten zijn gedaan .

4 . Gebruikte vismethode .

5 . Alle radioberichten bedoeld in bijlage III .

BIJLAGE III

1 . De volgende inlichtingen moeten aan de Commissie worden verstrekt volgens het onderstaande tijdschema :

1.1 . Telkens bij het binnenvaren van het vaartuig in de visserijzone van 200 zeemijl langs de kusten van de Lid-Staten van de Gemeenschap :

a ) de in punt 1.4 bedoelde gegevens;

b ) gewicht ( in kg ) van de hoeveelheden in het ruim, per vissoort;

c ) tijdstip en ICES-deelgebied waarin de gezagvoerder voornemens is met het vissen te beginnen .

Wanneer de visserijactiviteiten ertoe nopen een bepaalde dag meer dan eenmaal bedoelde zones binnen te varen, is een mededeling bij het eerste binnenvaren voldoende .

1.2 . Telkens bij het verlaten van de in punt 1.1 bedoelde zones :

a ) de in punt 1.4 bedoelde gegevens;

b ) gewicht ( in kg ) van de hoeveelheden in het ruim, per vissoort;

c ) gewicht ( in kg ) van de sedert het vorige bericht gevangen vissoorten;

d ) ICES-deelgebied waar de vangsten zijn gedaan;

e ) gewicht ( in kg ) van de hoeveelheden, per vissoort, die op andere vaartuigen zijn overgeladen sinds het vaartuig de zone is binnengevaren, onder vermelding van het vaartuig waarop de hoeveelheden zijn overgeladen;

f ) gewicht ( in kg ) van de hoeveelheden, per vissoort, die in een haven van de Gemeenschap zijn aangevoerd sinds het vaartuig de zone is binnengevaren .

1.3 . Wanneer op haring en makreel wordt gevist, om de drie dagen, te beginnen op de derde dag nadat het vaartuig de in punt 1.1 bedoelde zones voor het eerst is binnengevaren, en wanneer op andere soorten dan haring en makreel wordt gevist, elke week, te beginnen op de zevende dag nadat het vaartuig de in punt 1.1 bedoelde zones voor het eerst is binnengevaren :

a ) de in punt 1.4 bedoelde gegevens;

b ) gewicht ( in kg ) van de sedert het vorige bericht gevangen hoeveelheden, per vissoort;

c ) ICES-deelgebied waarin de vangsten zijn gedaan .

1.4 . a ) Naam, roepnaam, identificatienummers en -letters van het vaartuig en naam van de kapitein;

b ) nummer van de vergunning, indien het schip met een vergunning vist;

c ) volgnummer van het bericht;

d ) aanduiding van de aard van het bericht;

e ) datum, uur en geografische positie van het vaartuig .

2.1 . De in punt 1 bedoelde gegevens moeten aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen te Brussel ( telex 24189 FISEU-B ) worden medegedeeld via een van de in punt 3 vermelde radiostations en wel in de in punt 4 aangegeven vorm .

2.2 . Indien het bericht wegens overmacht niet door het vaartuig kan worden verzonden, mag het namens dat vaartuig door een ander vaartuig worden doorgezonden .

3 . Naam van het radiostation Oproepletters van het radiostation

Skagen OXP

Blaavand OXB

Roenne OYE

Norddeich DAF DAK

DAH DAL

DAI DAM

DAJ DAN

Scheveningen PCH

Oostende OST

North Foreland GNF

Humber GKZ

Cullercoats GCC

Wick GKR

Portpatrick GPK

Anglesey GLV

Ilfracombe GIL

Niton GNI

Stonehaven GND

Portishead GKA

GKB

GKC

Land's End GLD

Valentia EJK

Malin Head EJM

Boulogne FFB

Brest FFU

St.-Nazaire FFO

Bordeaux-Arcachon FFC

Bergen LGN

Farsund LGZ

Floroe LGL

Rogaland LGQ

Tjoeme LGT

AAlesund LGA

4 . Vorm van de berichten

De in punt 1 bedoelde inlichtingen betreffende de visserijactiviteiten in de zones bedoeld sub 1.1 moeten onderstaande elementen bevatten en in onderstaande volgorde worden verstrekt :

- naam van het vaartuig;

- roepnaam van het vaartuig;

- op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en -nummers;

- volgnummer van het bericht voor de betrokken visreis;

- aanduiding van de aard van het bericht aan de hand van de volgende code :

- bericht bij het binnenvaren in één van de zones bedoeld sub 1.1 : IN,

- bericht bij het verlaten van één van de zones bedoeld sub 1.1 : OUT,

- bericht bij overgang van een ICES-afdeling naar een andere : ICES,

- wekelijks bericht : WKL,

- bericht om de drie dagen : 2 WKL;

- geografische positie;

- ICES-deelgebied waar de visserijactiviteit naar verwachting zal aanvangen;

- datum waarop de visserijactiviteit naar verwachting zal aanvangen;

- het gewicht ( in kg ) van de vangsten, per vissoort, die zich in de ruimen bevinden met gebruikmaking van de in punt 5 opgenomen code;

- ICES-afdeling waarin de vangsten zijn gedaan;

- gewicht ( in kg ) van de hoeveelheden, per vissoort, die sinds het vorige bericht op andere vaartuigen zijn overgeladen;

- naam en roepnaam van het vaartuig waarop deze hoeveelheden zijn overgeladen;

- gewicht ( in kg ) van de hoeveelheden, per vissoort, die sinds het vorige bericht zijn aangevoerd in een haven van de Gemeenschap;

- naam van de kapitein .

5 . Code voor het mededelen van de in punt 4 bedoelde hoeveelheden vis die zich aan boord bevinden :

PRA Noorse garnaal ( Pandalus borealis ),

HKE Heek ( Merluccius merluccius ),

GHL Zwarte heilbot ( Reinhardtius hippoglossoides ),

COD Kabeljauw ( Gadus morhua ),

HAD Schelvis ( Melanogrammus aeglefinus ),

HAL Heilbot ( Hippoglossus hippoglossus ),

MAC Makreel ( Scomber scombrus ),

HOM Horsmakreel ( Trachurus trachurus ),

RNG Roundnose Grenadier ( Coryphaenoides rupestris ),

POK Zwarte koolvis ( Pollachius virens ),

WHG Wijting ( Merlangus merlangus ),

HER Haring ( Clupea harengus ),

SAN Zandspiering ( Ammodytes spp .),

SPR Sprot ( Sprattus sprattus ),

PLE Schol ( Pleuronectes platessa ),

NOP Kever ( Trisopterus esmarkii ),

LIN Leng ( Molva molva ),

OTH Andere

PEZ Garnaal ( Pandalidae )

ANE Ansjovis ( Engraulis encrasicholus ),

RED Roodbaars ( Sebastes spp .),

PLA Schotse schol ( Hypoglossoides platessoides ),

SQX Inktvis ( Illex spp .),

YEL Schar ( Limanda ferruginea ),

WHB Blauwe wijting ( Micromesistius poutassou ),

TUN Tonijn ( Thunnidae ),

BLI Blauwe leng ( Molva dypterygia ),

USK Lom ( Brosme brosme ),

DGS Doornhaai ( Squalus acanthias ),

BSK Reuzenhaai ( Cetorinhus maximus ),

POR Makreelhaai ( Lamma nasus ),

SQC Inktvis ( Loligo spp .),

POA Braam ( Brama brama ),

PIL Sardien ( Sardina pilchardus ),

CSH Garnaal ( Crangon crangon ),

LEZ Schartong ( Lepidorhombus spp .),

MNZ Zeeduivel ( Lophius spp .),

NEP Langoestine ( Nephrops norvegicus ),

POL Witte koolvis ( Pollachius pollachius ).