Home

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 23 december 1988 inzake een voornemen van de Italiaanse Regering om steun te verlenen aan de openbare ijzer- en staalsector (Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek) (89/218/EGKS) (89/218/EGKS) #

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 23 december 1988 inzake een voornemen van de Italiaanse Regering om steun te verlenen aan de openbare ijzer- en staalsector (Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek) (89/218/EGKS) (89/218/EGKS) #

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 23 december 1988 inzake een voornemen van de Italiaanse Regering om steun te verlenen aan de openbare ijzer- en staalsector (Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek) (89/218/EGKS) (89/218/EGKS) -

Publicatieblad Nr. L 086 van 31/03/1989 blz. 0076 - 0081


*****

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 23 december 1988

inzake een voornemen van de Italiaanse Regering om steun te verlenen aan de openbare ijzer- en staalsector

(Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)

(89/218/EGKS)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, inzonderheid op artikel 95, eerste en tweede alinea,

Na raadpleging van het Raadgevend Comité en met de instemming van de Raad, bij eenstemmigheid bepaald,

Overwegende hetgeen volgt:

I

Krachtens de Beschikkingen nr. 257/80/EGKS (1) en nr. 2320/81/EGKS (2) van de Commissie, respectievelijk van 1 februari 1980 en van 7 augustus 1981, tot instelling van communautaire bepalingen voor steun aan de staalindustrie is door de Commissie goedkeuring gegeven voor omvangrijke staatssteun goedgekeurd ten gunste van de Italiaanse overheidsstaalonderneming Finsider in de periode 1980-1985 ten einde deze bij te staan in de uitvoering van een herstructureringsprogramma dat met name de sluiting van warmwalserijcapaciteiten van 4 604 000 ton omvatte, hetgeen 23,6 % van haar produktiecapaciteit in 1980 en een vermindering van het personeel met 43 200 personen, te weten 32 % van haar bestand in 1980, vertegenwoordigde en waarvan werd verwacht dat het onder normale marktomstandigheden, een strikte toepassing en een vaste greep van het bestuur de levensvatbaarheid van het concern kon herstellen.

Ondanks deze ingrijpende structurele veranderingen werd in de volgende jaren het levensvatbaarheidsdoel door Finsider niet bereikt, die in tegenstelling tot haar voornaamste concurrenten in andere Lid-Staten verliezen bleef lijden en bij het handhaven van haar marktpositie moeilijkheden ondervond.

Uit een deskundigenonderzoek naar de redenen voor dit mislukken van Finsider bij haar pogingen de levensvatbaarheid te herstellen bleek dat dit voornamelijk werd veroorzaakt door een industriële en commerciële structuur die nog onvoldoende concurrerend bleef, door vertragingen bij de verwezenlijking van de investeringen en door een te zwakke bedrijfsvoering.

De verliezen van Finsider namen derhalve in 1987 - een jaar waarin de meeste andere producenten van platte produkten in de Gemeenschap genoeg brutowinst maakten om niet slechts voor een voldoende niveau van zelffinanciering zorg te kunnen dragen, maar ook nettowinst te behalen - toe met 1 700 miljard lire, van welk bedrag aan de dochtermaatschappij voor platte produkten, Italsider, die de voornaamste activiteiten van Finsider vertegenwoordigde, alleen al 1 000 miljard lire dient te worden toegerekend. Aan het eind van 1987 stegen de totale schulden van het Finsider-concern met inbegrip van zowel zijn EGKS- als EEG-activiteiten tot 10 030 miljard lire, dit wil zeggen 104 % van de geconsolideerde omzet.

De voortzetting van de kredietverlening, voornamelijk door kredietinstellingen onder staatscontrole, aan een overheidsonderneming die een schuldenlast had bereikt die hoger was dan haar jaarlijkse omzet en haar activiteiten uit eigen middelen niet kon financieren, was voor de Commissie aanleiding om op 7 mei 1988 tegen de Italiaanse Regering de inbreukprocedure van artikel 88 van het EGKS-Verdrag in te leiden ten aanzien van de nettokredietverlengingen ten bedrage van 1 155 miljard lire door publiekrechtelijke en privaatrechtelijke kredietinstellingen aan Finsider in 1987. Dit besluit weerspiegelde het oordeel van de Commissie dat deze verlen

gingen van de schuldsituatie niet waren toegekend onder omstandigheden die voor een particuliere investeerder die onder normale omstandigheden in een markteconomie zou opereren, aanvaardbaar zouden zijn geweest, maar onder invloed van een staatsgarantie waren geschied en derhalve aspecten van onrechtmatige staatssteun bevatte die met artikel 4, onder c), van het EGKS-Verdrag en met Beschikking nr. 3484/85/EGKS van de Commissie van 27 november 1985 tot invoering van communautaire regels voor de steun aan de ijzer- en staalindustrie (1) onverenigbaar waren.

Op 10 mei 1988 besloot de algemene vergadering van aandeelhouders van Finsider voor deze onderneming faillissement aan te vragen. 99,8 % van Finsiders aandelen is in handen van de overheidsholding IRI.

Bij die gelegenheid verleende IRI, onder dekking van haar aandeelhouder, de Italiaanse Staat, een uitdrukkelijke garantie aan de crediteuren van het Finsider-concern dat alle hoofdsommen en interessen van de bestaande leningen van het concern zouden worden terugbetaald. Wegens dit feit besloot de Commissie op 15 juni 1988 de reeds tegen de Italiaanse Regering ingeleide procedure van artikel 88 ook tot deze garantie uit te breiden.

II

Op 16 juni 1988 deelde de Italiaanse Regering de Commissie een plan mede om de Italiaanse overheidsstaalindustrie te herstructureren en meldde zij de financiering aan waarmee zij dit plan mogelijk beoogt te maken.

Het door de Italiaanse Regering ingediende herstructureringsplan omvat de overdracht van de best functionerende EGKS- en niet-EGKS staalactiviteiten van Finsider in liquidatie, bij voorbeeld de staalproduktie-eenheden en plaat- en bandbedrijven te Taranto, de staalproduktie-eenheden en de lange produkten-bedrijven te Piombino, de koudwalserijbedrijven te Novi Ligure en Cornigliano, de buizenfabrieken te Dalmine, Torre Annunziata en Piombino, de speciale staalbedrijven te Terni en Turijn en de koudtrekkerij-installaties te Condove, aan een nieuwe overheidsstaalonderneming Ilva.

Anderzijds omvat het plan de definitieve sluiting gedurende de periode van eind 1988 tot 1990 van de staalproduktie-eenheden en het plaatbedrijf te Campi, de staalproduktie-eenheden en het staafstaalbedrijf te Turijn, het betonstaalbedrijf te Terni, het staafstaalbedrijf te Sesto S. Giovanni en het koudwalserijbedrijf te Turijn, hetgeen een capaciteitsvermindering bij warm- en koudgewalste eindprodukten met, respectievelijk, 1 180 000 ton en 708 000 ton betekent.

Voorts bestaat een deel van het plan eruit om gedurende dezelfde periode naast de activa van Finsider buiten de staalindustrie de volgende staalactiva aan de particuliere sector te verkopen: het ruwijzerbedrijf te Trieste, staalproduktie-eenheden en de staafstaalonderneming in Sisma, de profielenbedrijven te Marghera en S. Giovanni Valdarno en de staalproduktie-eenheden te Lovere, terwijl de staalproduktie-eenheden en het staafstaalbedrijf te Aosta voor een deel zullen worden verkocht om gezamenlijk met de particuliere sector te worden geëxploiteerd. Op deze wijze zal een warmwalserijproduktiecapaciteit van in totaal 575 000 ton naar de particuliere sector worden overgeheveld.

De toekomst van de staalproducerende activiteiten in het bedrijf te Bagnoli hangt af van specifieke maatregelen waarmede in beginsel de produktie-eenheden onder in de bedrijfskolom uiterlijk 1 juli 1989 zullen worden gesloten, terwijl het bedrijf voor warmgewalste breedband dat als tegenprestatie voor krachtens de vorige steuncode toegekende steun door de sloop van een stootoven op een maximumproduktiecapaciteit van 1,2 miljoen ton werd gehandhaafd, zal kunnen worden geïncorporeerd in Ilva en naar de karakteristieken van de beschikbare walserij-eenheden, de marktbewegingen en de algemene economie van de operatie worden geëxploiteerd.

Het herstructureringsplan omvat verminderingen van het 70 340 eenheden sterke personeel met 19 915 personen, hetgeen een vermindering met 28 % betekent.

De door de Italiaanse Regering voorgenomen steun aan het plan bedraagt maximaal 7 670 miljard lire, rechtstreeks uit de schatkist of onrechtstreeks langs de staatsholding IRI om; daarmee wordt het volgende beoogd:

- maximaal 6 932 miljard lire voor de delging van een deel van Finsiders schulden terwijl het restant van deze schulden van in totaal circa 10 500 miljard lire gedeeltelijk aan Ilva zal worden overgedragen en gedeeltelijk uit de opbrengst van het afstoten van activa in de staalindustrie en van daarbuiten zal worden gedekt;

- tot maximaal 245 miljard lire ter dekking van verliezen uit de voorlopige voortzetting van de exploitatie van de EGKS-installaties van Finsider die zullen worden gesloten of verkocht;

- ten hoogste 288 miljard lire als een noodvoorziening tot dekking van het risico dat de opbrengst uit het liquide maken van de activa van Finsider minder oplevert dan in het plan is geraamd;

- maximaal 205 miljard lire ter dekking van uitgaven bij de sluiting van de staalbedrijven.

De Commisie heeft met steun van externe deskundigen onder toepassing van dezelfde criteria als door de Commissie bij vroegere herstructureringen in de communautaire staalindustrie werden toegepast het ingediende herstructureringsplan op zijn mogelijkheden onderzocht om de toekomstige levensvatbaarheid van Ilva te garanderen.

Zij komt tot de slotsom dat de Italiaanse overheidsstaalsector in de vorm van zijn nieuwe vennootschap Ilva met inachtneming van een strikte toepassing van het herstructureringsplan een redelijke kans heeft om onder normale marktomstandigheden tegen 1990 financieel levensvatbaar te worden.

III

Het doel, de Italiaanse staalindustrie een solide, economisch levensvatbare structuur te geven, draagt bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het Verdrag, in het bijzonder die welke in de artikelen 2 en 3 zijn vervat.

Ten einde de specifieke voorwaarden van het algemene belang van de Gemeenschap te eerbiedigen, zoals in deze beschikking, is de Commissie van mening dat de overheidsinterventies die door de Italiaanse Regering in overweging zijn genomen, nodig zijn voor en evenredig zijn aan de nagestreefde uitwerking.

De Gemeenschap ziet zich bijgevolg geplaatst voor een geval dat niet in het EGKS-Verdrag is voorzien en waarin zij desalniettemin dient op te treden. Onder die omstandigheden dient een beroep te worden gedaan op artikel 95, eerste alinea, van het Verdrag, ten einde de Gemeenschap de mogelijkheid te verschaffen de in de eerste artikelen van het Verdrag geschetste doelstellingen te verwezenlijken.

Terzelfder tijd is het echter van belang ervoor te zorgen dat goedgekeurde steunverlening voor het handelsverkeer binnen de communautaire ijzer- en staalindustrie geen nadelige gevolgen heeft in een mate die in strijd zou zijn met het gemeenschappelijk belang.

In verband hiermee is het van betekenis dat een ingrijpende bijdrage tot de structurele aanpassing die in deze sector nog steeds nodig is, door de Italiaanse overheidsstaalsector wordt geleverd in de vorm van capaciteitsverminderingen als tegenprestatie voor de bij uitzondering goedgekeurde steun.

In dit verband dient echter ermee rekening te worden gehouden dat de staalmarkt thans cyclisch in een »boom"-situatie verkeert die het voorshands moeilijk maakt aan te dringen op capaciteitsverminderingen die tot de goedkeuring van het volledige steunbedrag dat door de Italiaanse Regering wordt voorgesteld, in verhouding staan.

Onder deze omstandigheden lijkt het gepast en redelijk om als tegenprestatie voor de capaciteitsverminderingen in het herstructureringsplan voor de Italiaanse overheidsstaalsector welke de Commissie op 16 juni 1988 zijn aangemeld, waaronder de sluiting van de staalproduktieeenheden onder in de bedrijfskolom te Bagnoli, goedkeuring te verlenen voor twee derde van de overheidsfinanciering zoals deze door de Italiaanse Regering ter flankering van het plan is voorgenomen.

De bespreking van de verwachte behoeften ten aanzien van het restant van de steun en de vrijmaking van die steun moet worden uitgesteld tot september 1990 of eerder in geval van een snelle teruggang van de markt. De Commissie moet dan met instemming van de Raad overeenkomstig artikel 95 van het Verdrag een beschikking geven over de vrijgave van de steun en, in het licht van de heersende situatie op de markt van de Gemeenschap, over de evenredige extra vermindering van produktiecapaciteit daar waar zich grote overcapaciteitsproblemen voordoen.

IV

Bedrijfssteun moet beperkt blijven tot het absoluut noodzakelijke.

Het tijdschema voor de sluitingen dat in het plan is opgenomen moet derhalve aanzienlijk straffer worden en alle sluitingen moeten, tenzij er goed gefundeerde technische redenen zijn, uiterlijk op 31 maart 1989 zijn voltooid, afgezien van de vloeibare fase van Bagnoli waarbij de geplande datum van 30 juni 1989 aanvaardbaar is.

Er dient voor te worden gezorgd dat alle voorgenomen sluitingen definitief en onomkeerbaar zijn en dat de betrokken capaciteiten op de staalmarkt van de Gemeenschap geen druk meer uitoefenen.

Overwegingen met betrekking tot de noodzaak van steunverlening en de huidige gunstige situatie op de markt nopen tot een soortgelijk straffer maken van het tijdschema voor de voorgenomen overdrachten van staalbedrijven aan de particuliere sector en, mocht dit tijdschema niet worden nageleefd, tot het vragen van sluiting ervan drie maanden nadien, op 30 juni 1989. Wegens de ingewikkelder oplossing die voor het bedrijf in Aosta is gekozen, worden de overeenkomstige termijnen voor de respectieve gedeeltelijke verkoop of sluiting met zes maanden verlengd.

V

Niet alleen dient gedurende de volledige herstructureringsperiode zekerheid te worden verkregen dat de goedgekeurde steun voor Ilva tot voldoende levensvatbaarheidsperspectieven aan het eind van de herstructureringsperiode per eind 1990 leidt, maar ook moet ervoor worden zorg gedragen dat deze staalonderneming niet als gevolg van de financiële herstructurering van de overheidsstaalsector ten opzichte van haar concurrenten een ongerechtvaardigd voordeel verkrijgt doordat zij financiële lasten ontvangt onder 4,5 % van de omzet, hetgeen het niveau is dat als minimumdrempel is gesteld voor steun aan financiële herstructurering volgens de beginselen in Beschikking nr. 1018/85/EGKS van de Commissie (3) waarbij Beschikking nr. 2320/81/EGKS tot invoering van communautaire regels voor steun aan de ijzer- en staalindustrie werd gewijzigd. Het is zelfs gepast om met het oog op controle gedurende de periode waarin nog geen standpunt is bepaald ten aanzien van het niet goedgekeurde restant van de aangemelde steun, door middel van een voldoende schuldenoverdracht van Finsider voor Ilva een niveau van financiële lasten ten belope van 5,5 % van haar omzet voor te schrijven.

Daar een deel van de staalactiviteiten welke aan Ilva zijn overgedragen buiten de EGKS-staalactiviteiten ligt, moet ervoor worden gewaakt dat deze met alle bestaande totale passiva worden overgedragen.

VI

Voor de uitvoering van deze beschikking is nauwgezet toezicht door de Commissie vereist gedurende de gehele herstructureringsperiode ter zake van elementen als:

- activa die tegen de marktwaarde worden verkocht en waarvan de opbrengst wordt gebruikt om de steunbehoeften van de overheidsstaalsector zoveel mogelijk te verkleinen;

- inachtneming van het herziene tijdschema voor sluitingen en afstoting door verkopen;

- sluitingssteun die alleen de normale kosten die uit sluitingen voortvloeien, dekt;

(1) PB nr. L 29 van 6. 2. 1980, blz. 5.

(2) PB nr. L 228 van 13. 8. 1981, blz. 14.

(1) PB nr. L 340 van 18. 12. 1985, blz. 1.

(1) PB nr. L 110 van 23. 4. 1985, blz. 5.

- een nauwgezette uitvoering van de in het herstructureringsplan vervatte herstructureringsmaatregelen door Ilva en het maken door deze van de beoogde vooruitgang in de richting van levensvatbaarheid;

- geen exploitatie door Ilva onder het niveau van de opgelegde financiële lasten.

Ten einde dit toezicht met het nodige gezag te kunnen uitoefenen zal de Commissie de goedgekeurde steun in tranches vrijgeven, welke tranches parallel zullen lopen met de vervulling van de gestelde voorwaarden.

De uitvoering van de beschikking maakt ook nauwe samenwerking tussen de Commissie en de Italiaanse Regering noodzakelijk in de vorm van duidelijke en strikte verplichtingen voor laatstgenoemde inzake verslaglegging.

De Commissie zal door uitoefening van al haar bevoegdheden op het gebied van staatssteun ervoor zorg dragen dat de gesteunde onderneming voldoet aan de voorwaarden in deze beschikking, aan de bijkomende voorwaarden ten aanzien van de vooruitgang in de richting van levensvatbaarheid en aan haar andere verplichtingen uit hoofde van het EGKS-Verdrag.

VII

Gezien het bovenstaande kan de Commissie twee derde van de voorgestelde steun goedkeuren met dien verstande dat de door haar gestelde voorwaarden en vereisten in acht worden genomen.

De Commissie beëindigt hierbij tevens de ingeleide procedure van artikel 88 van het Verdrag, voor zover zij de goedgekeurde steun betreft,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De volgende maximumbedragen, die de Italiaanse Regering voornemens is rechtstreeks of langs de openbare houdstermaatschappij IRI om als steun toe te kennen aan de openbare, in liquidatie verkerende ijzer- en staalonderneming Finsider en in samenhang daarmede aan de nieuwe openbare ijzer- en staalonderneming Ilva, die een deel van de ijzer- en staalproduktieactiviteiten van Finsider zal overnemen en zal voortzetten, kunnen als verenigbaar met de goede werking van de gemeenschappelijke markt worden beschouwd, indien aan de in de artikelen 2 tot en met 7 genoemde eisen en voorwaarden wordt voldaan:

a) Steun aan de financiële herstructurering en andere produktiesteun

- aflossing van de per 1 oktober 1988 rond 10 517 miljard lire bedragende schulden van Finsider tot een maximum van 4 432 miljard lire;

- dekking van de verliezen, welke zijn ontstaan als gevolg van de tijdelijke bedrijfsvoortzetting van de voor sluiting of verkoop bestemde EGKS-installaties van Finsider tot een maximum van 245 miljard lire;

- een post »Onvoorzien" van ten hoogste 288 miljard lire, in verband met het risico dat de verkoop van de activa van Finsider minder opbrengt dan de in het door de Italiaanse Regering op 16 juni 1988 aan de Commissie voorgelegde herstructureringsplan geraamde 1 500 miljard lire.

b) Sluitingssteun

- dekking van de uitgaven welke verband houden met de sluiting van de ijzer- en staalfabrieken, ten belope van een bedrag van ten hoogste 205 miljard lire.

Artikel 2

1. De volgende definitieve sluitingen van produktiecapaciteit dienen te worden verwezenlijkt:

(x 1 000 ton)

1.2.3.4,5 // // // // // // Ruwijzer // Staal // Eindprodukten 1.2.3.4.5 // // // // Warm gewalst // Koud gewalst // // // // // // Bagnoli // 2 350 // 2 700 // // // Campi (dikke plaat) // // 350 // 400 // // Turijn (staafstaal, walsdraad) // // 375 // 250 // // Terni (betonstaal) // // // 300 // // Sesto S. Giovanni (staafstaal, walsdraad) // // // 230 // // Turijn // // // // 708 // // // // // // TOTAAL // 2 350 // 3 425 // 1 180 // 708 // // // // //

2. De capaciteit van de warmwalsbreedbandstraat te Bagnoli mag niet worden verhoogd door het opnieuw installeren van een tweede stootoven.

3. Voor zover de in lid 1 genoemde sluitingen niet overeenkomstig het op 16 juni 1988 aan de Commissie voorgelegde herstructureringsplan op een eerder tijdstip moeten geschieden, moeten zij uiterlijk op 31 maart 1989 hun beslag hebben gekregen, met uitzondering van de sluiting van de vloeibare fase te Bagnoli, die uiterlijk op 30 juni 1989 een feit moet zijn.

4. De Commissie kan, indien haar daartoe goede technische gronden worden aangevoerd, toestemming verlenen tot een opschuiving van korte duur van de uiterste sluitingsdatum van 31 maart 1989.

5. Het definitieve karakter van de sluitingen, bedoeld in lid 1, zal worden gewaarborgd door hetzij afbraak van de betrokken installatie, hetzij het afstoten ervan naar buiten Europa.

Artikel 3

1. Het steunontvangende openbare ijzer- en staalconcern dient de volgende staalproduktie-eenheden door verkoop volledig af te stoten: (x 1 000 ton)

1.2.3.4,5 // // // // // // Ruwijzer // Staal // Eindprodukten 1.2.3.4.5 // // // // Warm gewalst // Koud gewalst // // // // // // Marghera (zware en lichte profielen) // // // 130 // // S. Giovanni Valdarno (lichte profielen) // // // 150 // // Sisma (zware en lichte profielen, walsdraad) // // 240 // 230 // // Trieste // 590 // // // // Lovere // // 145 // // // // // // // // TOTAAL // 590 // 385 // 510 // // // // // //

2. Indien bovengenoemde produktie-eenheden niet uiterlijk op 31 maart 1989 zijn verkocht, dienen zij uiterlijk op 30 juni 1989 te worden gesloten.

3. Het steunontvangende openbare ijzer- en staalbedrijf dient ook de ijzer- en staalproduktie-eenheid te Aosta (ruwstaal 460 000 ton, staafstaal/walsdraad 65 000 ton) uiterlijk op 30 september 1989 geheel of voor een groot gedeelte aan de particuliere sector te hebben verkocht. Indien dit niet het geval is, moet de produktie-eenheid op 31 december 1989 definitief worden gesloten, tenzij aan de Commissie de levensvatbaarheid van dit bedrijfsonderdeel onomstotelijk is aangetoond.

Artikel 4

1. De overdracht van activa en passiva van Finsider aan Ilva dient uiterlijk 31 maart 1989 te zijn voltooid.

2. Iedere niet-EGKS-onderneming die van Finsider aan Ilva wordt overgedragen, dient met inbegrip van de bestaande totale passiva te worden overgenomen.

3. De van Finsider aan Ilva over te dragen passiva zullen op een dusdanig niveau worden gesteld, dat de totale netto financiële lasten die door de laatstgenoemde onderneming gedurende de op 31 december 1990 eindigende periode van herstructurering moeten worden gedragen, op 5,5 % van de omzet van de onderneming worden gesteld, tenzij in die periode de Raad, overeenkomstig artikel 95 van het Verdrag, met een voorstel van de Commissie instemt om een bijkomend deel van de totale steun toe te staan, zoals deze tot schraging van het herstructureringsplan van de openbare ijzer- en staalsector op 16 juni 1988 is aangemeld. In dat geval mogen door deze steun de financiële verplichtingen van Ilva worden verlaagd tot een minimumniveau van 4,5 % van de omzet van de onderneming.

Artikel 5

1. Onverminderd de bij de voorgaande artikelen vastgestelde wijzigingen, moeten Ilva en alle huidige en toekomstige belanghebbenden volgens tijdschema ten minste uitvoering geven aan alle herstructureringsmaatregelen die in het door de Italiaanse Regering op 16 juni 1988 aan de Commissie voorgelegde herstructureringsplan zijn genoemd.

2. In verband met het toezicht op de naleving van deze eis en het minimumniveau van financiële lasten die Ilva overeenkomstig artikel 4, lid 3, dient te dragen, dient de Italiaanse Regering zesmaandelijks aan de Commissie verslag uit te brengen ter zake van de nadere bijzonderheden van de door de ontvanger van de steun geboekte voortgang in de richting van de in het herstructureringsplan bedoelde levensvatbaarheid.

3. Dit verslag dient, in een door de Commissie vast te stellen vorm, binnen twee maanden na afloop van elke zesmaandelijkse periode te worden uitgebracht. Het eerste verslag, over het tijdvak 1 oktober 1988 tot en met 30 juni 1989, dient uiterlijk op 31 augustus 1989 te worden uitgebracht.

4. Indien op grond van de zesmaandelijkse verslagen twijfel rijst of de steunontvangende onderneming eind 1990 weer financieel levensvatbaar zal zijn, kan de Commissie ten aanzien van de herstructurering van het bedrijf bijkomende voorwaarden stellen.

Artikel 6

1. Geen van de in artikel 1 genoemde steunvormen mag worden uitbetaald tenzij aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) Ten aanzien van de steun voor het aflossen van de schuld:

- dat de verkoopprijs van de activa met de marktwaarde overeenstemt;

- dat de gehele opbrengst van de verkoop van activa uitsluitend wordt gebruikt om de schulden van Finsider te verminderen;

- dat deze opbrengst en de steun worden gestort op een geblokkeerde rekening, waarvan uitsluitend gebruik mag worden gemaakt om de schulden van Finsider te verminderen;

- dat, bij de verkoop van activa, een mogelijke verlaging van de schuld welke met die verkooptransacties verband kan houden, in aanmerking wordt genomen;

- dat de netto financiële lasten van Ilva zich op een niveau van 5,5 % van de omzet bevinden.

b) Ten aanzien van andere produktiesteun:

- dat deze beperkt blijft tot een bedrag dat strikt noodzakelijk is om het mogelijk te maken dat de binnen de in artikel 2, leden 3 en 4, en in artikel 3, leden 2, 3, en 4, gestelde termijnen te sluiten of te verkopen installaties onder redelijke marktvoorwaarden nog tijdelijk in bedrijf blijven. c) Ten aanzien van de steun in verband met onvoorziene omstandigheden:

- dat de activa tegen de hoogste te behalen marktprijs zijn afgestoten.

d) Ten aanzien van de sluitingssteun:

- dat de uitgaven waarvoor de steun wordt verleend, normale kosten zijn die uit de gehele of gedeeltelijke sluiting van produktie-eenheden voortvloeien.

2. De Commissie geeft de steun vrij in tranches, nadat zij zekerheid heeft gekregen over het vervullen van de hiervoor vermelde voorwaarden.

3. Een eerste tranche van de schulddelging bedoeld in artikel 1, onder a), eerste streepje, zal uiterlijk op 31 maart 1989 door de Commissie voor betaling worden vrijgegeven. Bij haar beslissing over de omvang van de steuntranche die dan moet worden vrijgegeven, houdt de Commissie rekening met de stand van het herstructureringsprogramma en de wettelijke vereisten in verband met de oprichting van Ilva.

4. Een andere tranche van de steun die de in artikel 1, onder a), tweede en derde streepje, en in artikel 1, onder b), genoemde steun omvat, wordt door de Commissie op 15 juli 1989 vrijgegeven mits de sluitings- en overdrachtvoorwaarden in artikel 2, lid 3, en in artikel 3, lid 2, volledig zijn vervuld.

5. De steun moet uiterlijk op 31 december 1990 zijn uitbetaald.

Artikel 7

Ongeacht de sancties welke de Commissie overeenkomstig het EGKS-Verdrag kan opleggen, kan zij weigeren steun voor uitbetaling vrij te geven, eisen dat de betaling van reeds goedgekeurde steun wordt opgeschort of verlangen dat uitbetaalde steun wordt teruggevorderd, indien te eniger tijd ter harer kennis zou komen dat:

- steun in strijd met de in de voorgaande artikelen gestelde voorwaarden is uitbetaald;

- de ontvanger van de steun niet aan de nadere, door de Commissie overeenkomstig artikel 5, lid 4, ten aanzien van de herstructurering van het bedrijf gestelde voorwaarden voldoet;

- de steunontvangende openbare ijzer- en staalonderneming haar verplichtingen ten aanzien van de in het EGKS-Verdrag opgenomen prijsvoorschriften niet is nagekomen.

Artikel 8

1. Naast de in artikel 5, lid 2, bedoelde zesmaandelijkse verslagen betreffende de voortgang op de weg naar levensvatbaarheid, dient de Italiaanse Regering aan de Commissie verslag uit te brengen ter zake van de in de loop van de zes voorafgaande maanden uitbetaalde steun, het gebruik dat van deze steun is gemaakt en de resultaten die in hetzelfde tijdvak ten aanzien van de herstructurering zijn bereikt. Deze verslagen moeten worden uitgebracht binnen twee maanden na afloop van elke periode van zes maanden. De eerste van deze verslagen zal betrekking hebben op het jaar 1988 en de volgende op de opeenvolgende zesmaandelijkse perioden.

2. De Commissie kan ter plaatse inspecties uitvoeren om na te gaan of de in artikel 2, leden 1 en 2, en in artikel 3, leden 2 en 3, genoemde sluitingen en produktiebeperkingen daadwerkelijk zijn uitgevoerd.

3. De Commissie kan gedurende de herstructureringsperiode op ieder tijdstip verlangen dat ter plaatse een systeem van toezicht wordt ingesteld, ten einde op de stipte uitvoering van het herstructureringsplan een scherpe controle uit te oefenen.

Artikel 9

Deze beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek.

Gedaan te Brussel, 23 december 1988.

Voor de Commissie

Peter SUTHERLAND

Lid van de Commissie