BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 2 juni 1989 betreffende het organiseren van een tijdelijk experiment in het kader van Richtlijn 66/402/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaigranen, om de voorwaarden vast te stellen waaraan gewassen en zaaizaad van roggehybriden moeten voldoen (89/374/EEG) (89/374/EEG) #
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 2 juni 1989 betreffende het organiseren van een tijdelijk experiment in het kader van Richtlijn 66/402/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaigranen, om de voorwaarden vast te stellen waaraan gewassen en zaaizaad van roggehybriden moeten voldoen (89/374/EEG) (89/374/EEG) #
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 2 juni 1989 betreffende het organiseren van een tijdelijk experiment in het kader van Richtlijn 66/402/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaigranen, om de voorwaarden vast te stellen waaraan gewassen en zaaizaad van roggehybriden moeten voldoen (89/374/EEG) (89/374/EEG) -
Publicatieblad Nr. L 166 van 16/06/1989 blz. 0066 - 0067
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 29 blz. 0166
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 29 blz. 0166
*****
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 2 juni 1989
betreffende het organiseren van een tijdelijk experiment in het kader van Richtlijn 66/402/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaigranen, om de voorwaarden vast te stellen waaraan gewassen en zaaizaad van roggehybriden moeten voldoen
(89/374/EEG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 89/2/EEG (2), en met name op artikel 13 bis,
Overwegende dat bij Richtlijn 89/2/EEG roggehybriden onder de werkingssfeer van Richtlijn 66/402/EEG zijn gebracht; dat bij die richtlijn evenwel niet de voorwaarden zijn vastgesteld waaraan de gewassen en het zaaizaad van roggehybriden moeten voldoen; dat die voorwaarden nog moeten worden vastgesteld aan de hand van de resultaten van een overeenkomstig artikel 13 bis van Richtlijn 66/402/EEG georganiseerd tijdelijk experiment; dat derhalve een tijdelijk experiment moet worden georganiseerd;
Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
1. Onder de bij artikel 2 vastgestelde voorwaarden wordt op communautair niveau een tijdelijk experiment georganiseerd om de voorwaarden te kunnen vaststellen waaraan de gewassen en het zaaizaad van roggehybriden moeten voldoen.
2. Alle Lid-Staten kunnen aan het experiment deelnemen.
Artikel 2
1. Zaaizaad van roggehybriden mag in de Gemeenschap onder het in lid 3 bedoelde etiket in de handel worden gebracht, mits aan de in lid 2 vastgestelde voorwaarden is voldaan.
2. De in lid 1 bedoelde voorwaarden zijn:
a) voorwaarden waaraan het gewas moet voldoen:
i) de in bijlage I, punten 1, 4 en 5, bij Richtlijn 66/402/EEG vastgestelde normen en andere eisen ten aanzien van de gewassen van rogge zijn van toepassing;
ii) het gewas voor de produktie van gecertificeerd zaad moet afkomstig zijn van basiszaad dat aan de bij deze beschikking vastgestelde voorwaarden voldoet;
iii) de gewassen moeten voldoen aan de onderstaande normen betreffende de afstand tot dicht in de buurt gelegen bestuivingsbronnen die tot ongewenste kruisbestuiving kunnen leiden:
- voor de produktie van basiszaad:
- indien gebruik wordt gemaakt van mannelijke steriliteit: minimumafstand 1 000 m,
- indien geen gebruik wordt gemaakt van mannelijke steriliteit: minimumafstand 600 m,
- voor de produktie van gecertificeerd zaad: minimumafstand 500 m;
iv) het gewas moet voldoende rasecht en raszuiver zijn met betrekking tot de eigenschappen van de kruisingspartners, inclusief mannelijke steriliteit. De gewassen moeten met name aan de volgende normen of eisen voldoen:
- het aantal planten van de soorten die duidelijk niet tot de kruisingspartner behoren, mag niet meer bedragen dan
- één per 30 m2 voor de produktie van basiszaad;
- één per 10 m2 voor de produktie van gecertificeerd zaad; bij officiële veldkeuringen geldt deze norm alleen voor de vrouwelijke kruisingspartner;
- voor basiszaad moet, indien gebruik wordt gemaakt van mannelijke steriliteit, de steriliteit van de mannelijke steriele kruisingspartner ten minste 98 % bedragen;
v) gecertificeerd zaad moet worden geproduceerd in gemengde teelt van een vrouwelijke/mannelijke steriele kruisingspartner met een mannelijke kruisingspartner die de mannelijke fertiliteit herstelt;
b) voorwaarden waaraan het zaaizaad moet voldoen:
i) de in bijlage II, punt 2, bij Richtlijn 66/402/EEG voor zaaizaad van rogge vastgestelde normen en eisen zijn van toepassing;
ii) het zaad moet voldoende rasecht en raszuiver zijn, of, indien het zaad van een kruisingspartner betreft,
voldoende rasecht en raszuiver zijn ten aanzien van de eigenschappen daarvan, inclusief mannelijke steriliteit;
iii) de aanwezigheid van schadelijke organismen die de gebruikswaarde van het zaaizaad verminderen, moet zoveel mogelijk worden beperkt.
Het zaaizaad moet met name voldoen aan de volgende normen:
1.2 // // // Categorie // Claviceps purpurea (maximumaantal sclerotiën of delen van sclerotiën in een monster van de in kolom 4 van bijlage III bij Richtlijn 66/402/EEG aangegeven grootte) // // // Basiszaad // // - indien gebruik wordt gemaakt van mannelijke steriliteit // 6 // - indien geen gebruik wordt gemaakt van mannelijke steriliteit // 3 // Gecertificeerd zaad // 6 // //
c) nacontrole voor basiszaad:
Zaad mag alleen als gecertificeerd zaad worden gecertificeerd als uit een officiële nacontrole die op officieel genomen monsters basiszaad is gebaseerd en die wordt uitgevoerd in de groeiperiode van het zaad dat voor de certificering als gecertificeerd zaad werd aangeboden, blijkt dat het basiszaad heeft voldaan aan de in deze beschikking vastgestelde eisen voor basiszaad wat betreft de rasechtheid en de raszuiverheid ten opzichte van de eigenschappen van de kruisingspartners, inclusief mannelijke steriliteit;
d) gewicht van de partij en van het monster:
De voor zaaizaad van rogge in bijlage III van Richtlijn 66/402/EEG vastgestelde voorwaarden zijn van toepassing.
3. Het in lid 1 bedoelde etiket is het in artikel 10 van Richtlijn 66/402/EEG genoemde officiële etiket, waarop na de woorden »EEG-systeem" naar deze beschikking wordt verwezen.
Artikel 3
Het experiment loopt af op 30 juni 1992. De Lid-Staten kunnen voordien besluiten niet langer aan het experiment deel te nemen.
Artikel 4
1. De Lid-Staten delen de Commissie mee of zij besloten hebben aan het experiment deel te nemen.
2. De Lid-Staten delen de Commissie en de andere Lid-Staten vóór het einde van elk jaar de volgende gegevens mee:
- het areaal van de gewassen die zaaizaad van iedere categorie produceren, waarvoor veldkeuringen en certificeringen in het kader van dit experiment hebben plaatsgevonden,
- de per categorie geproduceerde hoeveelheden zaaizaad,
- de betrokken rassen,
- de resultaten van de proeven voor Claviceps purpurea,
- de resultaten van de in artikel 2, lid 2, onder c), bedoelde nacontrole.
Artikel 5
Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.
Gedaan te Brussel, 2 juni 1989.
Voor de Commissie
Ray MAC SHARRY
Lid van de Commissie
(1) PB nr. 125 van 11. 7. 1966, blz. 2309/66.
(2) PB nr. L 5 van 7. 1. 1989, blz. 31.