Richtlijn 89/227/EEG van de Raad van 21 maart 1989 tot wijziging van Richtlijn 72/462/EEG en Richtlijn 77/99/EEG in verband met de invoering van gezondheids- en veterinairrechtelijke voorschriften die moeten gelden bij invoer van vleesprodukten uit derde landen
Richtlijn 89/227/EEG van de Raad van 21 maart 1989 tot wijziging van Richtlijn 72/462/EEG en Richtlijn 77/99/EEG in verband met de invoering van gezondheids- en veterinairrechtelijke voorschriften die moeten gelden bij invoer van vleesprodukten uit derde landen
*****
RICHTLIJN VAN DE RAAD
van 21 maart 1989
tot wijziging van Richtlijn 72/462/EEG en Richtlijn 77/99/EEG in verband met de invoering van gezondheids- en veterinairrechtelijke voorschriften die moeten gelden bij invoer van vleesprodukten uit derde landen
(89/227/EEG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europese Parlement (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
Overwegende dat de Raad bij Richtlijn 77/99/EEG (4), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 88/658/EEG (5), gezondheidsvoorschriften heeft vastgesteld voor het intracommunautaire handelsverkeer in vleesprodukten;
Overwegende dat de Raad bij Richtlijn 80/215/EEG (6), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 88/660/EEG (7), veterinairrechtelijke voorschriften heeft vastgesteld voor het intracommunautaire handelsverkeer in vleesprodukten;
Overwegende dat een communautaire regeling moet worden vastgesteld voor de invoer van vleesprodukten uit derde landen;
Overwegende dat deze richtlijn tot de inwerkingtreding van communautaire gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer in vlees van pluimvee en wild niet voor produkten van vlees van pluimvee en wild dient te gelden;
Overwegende dat in dit kader de gezondheids- en veterinairrechtelijke voorschriften moeten worden vastgesteld aan de hand waarvan de Lid-Staten de invoer van vleesprodukten toestaan;
Overwegende dat bij Richtlijn 72/462/EEG (8), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 88/289/EEG (9), voorschriften zijn vastgesteld voor de invoer van vers vlees uit bepaalde derde landen of delen van die landen; dat die voorschriften ook voor de invoer van vleesprodukten kunnen dienen;
Overwegende dat de gezondheids- en veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer uit derde landen over het algemeen ten minste gelijkwaardig moeten zijn aan die van de Richtlijnen 77/99/EEG en 80/215/EEG;
Overwegende dat moet worden geëist dat vers vlees voor de vervaardiging van vleesprodukten uit erkende inrichtingen afkomstig is; dat deze inrichtingen aan de in Richtlijn 72/462/EEG vervatte voorwaarden moeten voldoen;
Overwegende dat moet worden geëist dat vleesprodukten uit erkende inrichtingen afkomstig zijn; dat deze inrichtingen aan de in Richtlijn 77/99/EEG vervatte voorwaarden moeten voldoen;
Overwegende dat het, om na te gaan of exporterende derde landen de bepalingen van deze richtlijn naleven, noodzakelijk is voor deze landen de controlevoorschriften te laten gelden van Richtlijn 72/462/EEG, met name het stelsel van communautaire controles ter plaatse door veterinaire deskundigen van de Gemeenschap en de controles bij binnenkomst op het grondgebied van de Gemeenschap;
Overwegende dat de overlegging van een gezondheidscertificaat en een vleeskeuringscertificaat, opgesteld door een officiële dierenarts van het exporterende derde land, het geschikste middel is om te verzekeren dat een partij vleesprodukten mag worden ingevoerd,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 72/462/EEG wordt als volgt gewijzigd:
1. De titel wordt vervangen door:
»Richtlijn van de Raad van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen en varkens en van vers vlees en vleesprodukten uit derde landen".
2. De artikelen 1 tot en met 4 worden vervangen door:
»Artikel 1
1. Deze richtlijn heeft betrekking op de invoer uit derde landen:
- van fok-, gebruiks- en slachtrunderen en fok-, gebruiks- en slachtvarkens;
- van vers vlees, afkomstig van als huisdier gehouden runderen (buffels daaronder begrepen), varkens, schapen, geiten en eenhoevige dieren;
- voor de toepassing van artikel 3, van vers vlees van in het wild levende tweehoevigen en eenhoevigen, voor zover het gaat om de eventuele invoer uit bepaalde derde landen van oorsprong;
- van vleesprodukten afkomstig van vers vlees als omschreven in het tweede streepje, met uitzondering van het in artikel 5 van Richtlijn 64/433/EEG en in de overeenkomstige bepalingen van artikel 20 van Richtlijn 72/462/EEG bedoelde vlees.
2. Deze richtlijn is niet van toepassing op:
a) dieren die uitsluitend tijdelijk in het grensgebied van de Gemeenschap worden geweid of tewerkgesteld;
b) vlees en vleesprodukten, met uitzondering van de vleesprodukten bedoeld onder e), die in de persoonlijke bagage van reizigers voor eigen gebruik worden vervoerd, voor zover de vervoerde hoeveelheid 1 kg per persoon niet overschrijdt en mits het van herkomst is uit een derde land of deel van een derde land dat voorkomt op de overeenkomstig artikel 3 opgestelde lijst en waaruit de invoer niet overeenkomstig artikel 28 is verboden;
c) vlees en vleesprodukten, met uitzondering van de vleesprodukten bedoeld onder e), in kleine zendingen aan particulieren, voor zover het gaat om invoer zonder enig handelskarakter, en de verzonden hoeveelheid 1 kg niet overschrijdt en mits het vlees of de vleesprodukten van herkomst zijn uit een derde land of deel van een derde land dat voorkomt op de overeenkomstig artikel 3 opgestelde lijst en waaruit de invoer niet overeenkomstig artikel 28 is verboden;
d) vlees en vleesprodukten die als proviand voor personeel en passagiers worden meegenomen in grensoverschrijdende vervoermiddelen.
Indien dit vlees, de vleesprodukten of de keukenafvallen ervan worden uitgeladen, moeten zij worden vernietigd. Er behoeft evenwel niet tot vernietiging te worden overgegaan indien het vlees of de vleesprodukten rechtstreeks of na voorlopig onder douanetoezicht te zijn geplaatst, van een dergelijk vervoermiddel naar een ander worden overgeladen;
e) vleesprodukten - voor zover de hoeveelheid niet meer dan 1 kg bedraagt - die in een hermetisch gesloten recipiënt een warmtebehandeling hebben ondergaan waarvan de Fo-waarde ten minste 3,00 bedraagt:
i) die in de persoonlijke bagage van reizigers voor eigen gebruik worden vervoerd;
ii) die als kleine zending aan particulieren worden toegestuurd voor zover het gaat om invoer zonder enig handelskarakter.
Artikel 2
In het kader van deze richtlijn zijn de definities die voorkomen in de artikelen 2 van Richtlijn 64/432/EEG, Richtlijn 64/433/EEG, Richtlijn 72/461/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautair handelsverkeer in vers vlees (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 87/489/EEG (2), en Richtlijn 77/99/EEG van de Raad van 21 december 1976 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautair verkeer in vleesprodukten (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 88/658/EEG (4), voor zover nodig van toepassing.
De definities van vlees van pluimvee van artikel 1 van Richtlijn 71/118/EEG zijn echter niet van toepassing in het kader van de onderhavige richtlijn.
Voorts wordt verstaan onder:
a) officiële dierenarts: de door de bevoegde centrale autoriteit van een Lid-Staat of een derde land aangewezen dierenarts;
b) land van bestemming: de Lid-Staat waarnaar dieren, vers vlees of vleesprodukten uit een derde land worden verzonden;
c) derde land: een land waarin de Richtlijnen 64/432/EEG, 64/433/EEG en 77/99/EEG niet van toepassing zijn; d) invoer: de overbrenging naar het grondgebied van de Gemeenschap van dieren, vers vlees of vleesprodukten uit derde landen;
e) bedrijf: landbouw-, industrie- of handelsbedrijf dat onder officieel toezicht staat, gelegen is op het grondgebied van een derde land en waar gewoonlijk fok-, gebruiks- of slachtdieren worden gehouden of opgefokt;
f) gebied, vrij van epidemische veeziekten: gebied met een straal welke volgens de procedure van artikel 29 is vastgesteld, waarin zich blijkens officiële constateringen geen besmettelijke ziekten, voorkomend op de volgens dezelfde procedure vastgestelde lijst, hebben voorgedaan gedurende een daarbij vastgestelde periode.
(1) PB nr. L 302 van 31. 12. 1972, blz. 24.
(2) PB nr. L 280 van 3. 10. 1987, blz. 28.
(3) PB nr. L 26 van 31. 1. 1977, blz. 85.
(4) PB nr. L 382 van 31. 12. 1988, blz. 15.
Artikel 3
1. Door de Raad wordt op voorstel van de Commissie een lijst vastgesteld van de landen of delen van landen waaruit door de Lid-Staten de invoer wordt toegestaan van:
- als huisdier gehouden fok-, gebruiks- en slachtrunderen en fok-, gebruiks- en slachtvarkens,
- vers vlees, afkomstig van als huisdier gehouden runderen (buffels daaronder begrepen), varkens, schapen, geiten en eenhoevige dieren, alsmede van vleesprodukten uit of met dit vlees bereid,
- vers vlees van in het wild levende tweehoevigen en eenhoevigen,
waarbij rekening wordt gehouden met de gezondheidssituatie van deze landen of delen van landen.
Deze lijst kan worden gewijzigd of aangevuld overeenkomstig de procedure van artikel 30, met name voor wat betreft de opstelling van de rubriek vleesprodukten, met eventuele vermelding van de diersoorten en, in het in artikel 21 bis, lid 2, bedoelde geval, van de vereiste behandeling.
2. Bij de vaststelling of een land of deel van een land op de in lid 1 bedoelde lijst kan worden geplaatst, zowel voor runderen en varkens alsook voor vers vlees of vleesprodukten, wordt met name rekening gehouden met:
a) de gezondheidstoestand van het veebestand, van de andere huisdieren en van de in het wild levende dieren in het betreffende derde land, waarbij vooral gelet moet worden op het voorkomen van exotische dierziekten enerzijds en de dierziektesituatie in de omgeving van het land anderzijds, die een gevaar kunnen opleveren voor de gezondheid van mens en dier in de Lid-Staten;
b) de regelmaat en de snelheid, waarmede dat land inlichtingen verstrekt over het op zijn grondgebied voorkomen van besmettelijke dierziekten, met name die vermeld in de lijsten A en B van het Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten;
c) de voorschriften van dat land betreffende de wering en bestrijding van dierziekten;
d) de opbouw en de bevoegdheden van de diergeneeskundige diensten van het betrokken land;
e) de organisatie en de uitvoering van maatregelen ter wering en bestrijding van besmettelijke dierziekten;
f) de wetgeving van dit land met betrekking tot het gebruik van stoffen, in het bijzonder de wetgeving inzake verbod of toelating, verspreiding, het op de markt brengen en toediening daarvan alsmede controle daarop.
3. Om voor vleesprodukten te beslissen of een land of een deel van een land op de in lid 1 bedoelde lijst kan voorkomen, wordt met name rekening gehouden met de door het derde land op gezondheids- en veterinairrechtelijk gebied geboden garanties.
4. De in lid 1 bedoelde lijst en de wijzigingen daarop worden bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Artikel 4
1. Volgens de procedure van artikel 29 worden een of meer lijsten vastgesteld van inrichtingen van waaruit de Lid-Staten de invoer van vers vlees of vleesprodukten kunnen toestaan. Volgens door de Commissie overeenkomstig de procedure van artikel 30 vast te stellen toepassingsvoorschriften kunnen deze lijst of lijsten door de Commissie worden gewijzigd of aangevuld op grond van het resultaat van de in artikel 5 bedoelde controles waarvan zij de Lid-Staten tevoren in kennis heeft gesteld.
In geval van moeilijkheden wordt de zaak volgens de procedure van artikel 29 aan het Comité voorgelegd.
De Raad gaat vóór 1 januari 1990 over tot herziening van deze bepalingen op basis van een verslag van de Commissie.
2. Bij de beoordeling of een slachthuis, een uitsnijderij, een inrichting voor de vervaardiging van vleesprodukten of een buiten een slachthuis, uitsnijderij of inrichting voor de vervaardiging van vleesprodukten gelegen koel- of vrieshuis op een der in lid 1 bedoelde lijsten kan worden geplaatst, wordt onder meer rekening gehouden met:
a) de waarborgen die het betrokken derde land kan geven ten aanzien van de naleving van de bepalingen van deze richtlijn;
b) de voorschriften van dat land ten aanzien van de toediening aan slachtdieren van stoffen die het gebruik van het vlees en/of de vleesprodukten schadelijk voor de gezondheid kunnen maken; c) voor wat betreft vers vlees, de naleving, per geval, van de bepalingen van deze richtlijn en van bijlage I van Richtlijn 64/433/EEG.
Volgens de procedure van artikel 29 van deze richtlijn kan evenwel worden afgeweken van de voorschriften van punt 13, onder c), tweede, derde en vierde streepje, en van de punten 24 en 41 C) van bijlage I van Richtlijn 64/433/EEG, indien het betrokken derde land soortgelijke waarborgen biedt; in dat geval worden overeenkomstig bovengenoemde procedure van geval tot geval gezondheidseisen vastgesteld die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van genoemde bijlage;
d) voor wat betreft vleesprodukten, de naleving, per geval, van de bepalingen van deze richtlijn en van de desbetreffende bepalingen van de bijlagen A en B van Richtlijn 77/99/EEG;
e) de organisatie en de bevoegdheden van en het toezicht op de vleeskeuringsdienst(en) van het derde land of deel van het derde land.
3. Opneming op een in lid 1 bedoelde lijst kan slechts geschieden, indien het slachthuis, de uitsnijderij, de inrichting voor de vervaardiging van vleesprodukten of het buiten een slachthuis, uitsnijderij of inrichting voor de vervaardiging van vleesprodukten gelegen koel- of vrieshuis, ligt in een derde land of in een deel van een derde land, opgenomen op de in artikel 3, lid 1, bedoelde lijst, en indien het/zij door de bevoegde autoriteiten van het derde land officieel is erkend voor uitvoer naar de Gemeenschap. Voor deze erkenning gelden de volgende voorwaarden:
a) er moet zijn voldaan aan de ter zake dienende bepalingen van bijlage I van Richtlijn 64/433/EEG, respectievelijk bijlagen A en B van Richtlijn 77/99/EEG;
b) een officiële dierenarts van het derde land moet een voortdurend toezicht uitoefenen.
4. De in lid 1 bedoelde lijst of lijsten en alle wijzigingen daarop worden bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.".
3. Aan artikel 19 wordt de volgende alinea toegevoegd:
»De eerste alinea is van dienovereenkomstige toepassing op vleesprodukten.".
4. Na artikel 21 wordt het volgende hoofdstuk ingevoegd:
»HOOFDSTUK IV
Invoer van vleesprodukten
Artikel 21 bis
1. Onverminderd lid 2 moeten vleesprodukten bereid zijn uit of met vers vlees dat:
- voldoet aan de vereisten van de artikelen 14 en 15, alsmede aan de eventuele specifieke veterinairrechtelijke voorwaarden die krachtens artikel 16 zijn vastgesteld, of
- van oorsprong is uit een Lid-Staat, voor zover dit verse vlees
i) voldoet aan de vereisten van de artikelen 3 en 4 van Richtlijn 80/215/EEG, onverminderd de vereisten van de artikelen 7 en 10 van die richtlijn,
ii) onder veterinaire controle naar het verwerkende bedrijf is vervoerd, hetzij rechtstreeks, hetzij na voorafgaande opslag in een erkend koelhuis,
iii) vóór behandeling door een officiële dierenarts is gecontroleerd om vast te stellen dat dit verse vlees nog steeds geschikt is om aan een behandeling in overeenstemming met Richtlijn 77/99/EEG te worden onderworpen.
2. De Lid-Staten kunnen zich echter niet om redenen van veterinairrechtelijke aard verzetten tegen de invoer van vleesprodukten uit een derde land of een deel van een derde land dat voorkomt in de rubriek »vleesprodukten" van de overeenkomstig artikel 3 opgestelde lijst, maar van waaruit de invoer van vers vlees niet of niet meer is toegestaan, voor zover deze produkten voldoen aan de volgende eisen:
i) zij moeten afkomstig zijn uit een inrichting die, behalve dat zij voldoet aan de algemene erkenningsvoorwaarden, speciaal voor dit soort produktie is erkend;
ii) zij moeten zijn bereid uit of met vers vlees zoals omschreven in lid 1 of vlees afkomstig uit het land van vervaardiging dat aan de volgende vereisten voldoet:
- het moet voldoen aan bepaalde, van geval tot geval, afhankelijk van de gezondheidssituatie van het land van vervaardiging volgens de procedure van artikel 30 vast te stellen gezondheidsrechtelijke voorwaarden,
- het moet afkomstig zijn van een slachthuis dat speciaal is erkend voor de levering van vlees aan de onder i) bedoelde inrichting,
- het moet zijn voorzien van een volgens de procedure van artikel 29 vast te stellen speciaal merkteken;
iii) zij moeten in een hermetisch gesloten recipiënt een warmtebehandeling hebben ondergaan waarvan de Fo-waarde ten minste 3,00 bedraagt.
Volgens de procedure van artikel 30 kunnen evenwel andere behandelingen worden toegestaan afhankelijk van de diergezondheidssituatie in het exporterende land.
(1) PB nr. C 286 van 25. 10. 1984, blz. 5.
(2) PB nr. C 175 van 15. 7. 1985, blz. 301.
(3) PB nr. C 87 van 9. 4. 1985, blz. 6.
(4) PB nr. L 26 van 31. 1. 1977, blz. 85.
(5) PB nr. L 382 van 31. 12. 1988, blz. 15.
(6) PB nr. L 47 van 21. 2. 1980, blz. 4.
(7) PB nr. L 382 van 31. 12. 1988, blz. 35.
(8) PB nr. L 302 van 31. 12. 1972, blz. 28.
(9) PB nr. L 124 van 18. 5. 1988, blz. 31.
Artikel 21 ter
Naast de eisen van artikel 21 bis dienen vleesprodukten uit derde landen, om in de Gemeenschap te kunnen worden ingevoerd, aan de volgende vereisten te voldoen:
1. verkregen zijn in een inrichting die voorkomt in de rubriek »vleesprodukten" van de overeenkomstig artikel 4 opgestelde lijst;
2. afkomstig zijn van een inrichting die voldoet aan de voorschriften van de bijlagen A en B van Richtlijn 77/99/EEG;
3. verkregen zijn onder hygiënische omstandigheden die voldoen aan de voorschriften van bijlage A, hoofdstuk II en hoofdstuk III, punten 23 en 25, van Richtlijn 77/99/EEG;
4. verkregen zijn uit:
a) vers vlees:
i) dat afkomstig is uit een inrichting die voorkomt op een van de overeenkomstig Richtlijn 64/433/EEG of deze richtlijn opgestelde lijsten,
ii) dat voldoet aan de vereisten van de artikelen 17 en 18 van deze richtlijn, en dat voorts voldoet aan de in bijlage A, hoofdstuk III, punten 23 en 25, van Richtlijn 77/99/EEG gestelde voorwaarden;
b) in geval van toepassing van artikel 21 bis, lid 2, vlees dat voldoet aan de bijzondere vereisten die voor het land van vervaardiging zijn vastgesteld;
c) vleesprodukten die verkregen zijn in een inrichting die voorkomt hetzij op de overeenkomstig artikel 4 opgestelde lijst, hetzij op een van de in artikel 7 van Richtlijn 77/99/EEG bedoelde lijsten;
5. beantwoorden aan de algemene vereisten van Richtlijn 77/99/EEG, en in het bijzonder:
a) een van de in artikel 2, lid 1, onder d), van Richtlijn 77/99/EEG omschreven behandelingen hebben ondergaan;
b) onderworpen zijn aan een controle die verricht is door een officiële dierenarts overeenkomstig bijlage A, hoofdstuk IV, van Richtlijn 77/99/EEG en die, wanneer het een hermetisch gesloten recipiënt betreft, is verricht volgens de in overeenstemming met bijlage B, hoofdstuk II, van Richtlijn 77/99/EEG op te stellen voorschriften.
Bij deze controle kan de officiële dierenarts worden bijgestaan door assistenten voor wie hij de verantwoordelijkheid draagt. Deze assistenten moeten:
i) overeenkomstig de geldende voorschriften zijn aangewezen door de bevoegde centrale overheid van het land van uitvoer;
ii) een passende opleiding hebben genoten;
iii) een zodanige juridische status bezitten dat hun onafhankelijkheid van de verantwoordelijke personen van de inrichting is gewaarborgd;
iv) geen enkele beslissingsbevoegdheid hebben ten aanzien van de einduitslag van de keuring;
c) ingeval de produkten worden verpakt, dient dit te geschieden overeenkomstig bijlage A, hoofdstuk V, van Richtlijn 77/99/EEG;
d) voorzien zijn van een keurmerk dat beantwoordt aan de voorschriften inzake het keurmerk in bijlage A, hoofdstuk VI, van Richtlijn 77/99/EEG, met uitzondering van de afkortingen en initialen voor de Lid-Staten bedoeld in punt 39 a), welke moeten worden vervangen door de vermelding van het derde land van oorsprong, vergezeld van het erkenningsnummer van de inrichting van oorsprong;
e) overeenkomstig bijlage A, hoofdstuk VIII, van Richtlijn 77/99/EEG op voldoende hygiënische wijze zijn opgeslagen en naar de Gemeenschap zijn vervoerd en op voldoende hygiënische wijze zijn gehanteerd; voor controledoeleinden moet de producent op de verpakking van de in artikel 4 van die richtlijn bedoelde vleesprodukten duidelijk zichtbaar en leesbaar aangeven bij welke temperatuur het produkt moet worden vervoerd en opgeslagen en voor hoelang de houdbaarheid ervan aldus kan worden verzekerd;
6. niet onderworpen zijn geweest aan ioniserende straling.".
5. De artikelen 22 tot en met 26 worden vervangen door:
»HOOFDSTUK V
Eisen die zowel voor vers vlees als voor vleesprodukten gelden
Artikel 22
1. De Lid-Staten geven slechts tegen overlegging van een door een officiële dierenarts van het uitvoerende derde land opgesteld gezondheidscertificaat en vleeskeuringscertificaat toestemming voor de invoer van vers vlees of vleesprodukten.
Deze certificaten moeten:
a) zijn opgesteld in ten minste één officiële taal van het land van bestemming en in een officiële taal van het land waar de in artikel 23 en artikel 24 bedoelde invoercontroles plaatsvonden;
b) als origineel exemplaar het verse vlees of de vleesprodukten begeleiden;
c) slechts uit één blad bestaan;
d) zijn opgesteld voor één enkele ontvanger. Uit het gezondheidscertificaat moet bovendien blijken dat het verse vlees of de vleesprodukten voldoen aan de bij of krachtens deze richtlijn vastgestelde gezondheidsvoorschriften voor de invoer van vers vlees of vleesprodukten van herkomst uit derde landen.
2. Het gezondheidscertificaat moet overeenkomen met een volgens de procedure van artikel 29 opgesteld model.
Volgens dezelfde procedure kan voor ieder geval afzonderlijk worden besloten dat het gezondheidscertificaat samen met het vleeskeuringscertificaat op één blad worden samengebracht.
3. Het vleeskeuringscertificaat moet naar vorm en inhoud overeenkomen met het in bijlage A opgenomen model voor wat betreft vers vlees, en met het in bijlage C opgenomen model voor wat betreft vleesprodukten en moet zijn afgegeven op de dag waarop het vlees of de vleesprodukten voor verzending naar het land van bestemming worden ingeladen.
Artikel 23
1. De Lid-Staten zien erop toe dat vers vlees of vleesprodukten, onverschillig onder welke douaneregeling zij worden aangegeven, na aankomst op het geografisch grondgebied van de Gemeenschap onverwijld door de bevoegde autoriteit aan een veterinaire controle worden onderworpen.
Volgens de procedure van artikel 29 worden de toepassingsbepalingen vastgesteld die nodig zijn om een uniforme uitvoering van de in de eerste alinea bedoelde controle te verzekeren.
2. Onverminderd het bepaalde in lid 3, zien de Lid-Staten erop toe dat de invoer wordt verboden indien uit de controle blijkt
- dat dit vlees of deze vleesprodukten niet afkomstig zijn van het grondgebied of een gedeelte van het grondgebied van een derde land, vermeld op de overeenkomstig artikel 3, lid 1, opgestelde lijst;
- dat dit vlees of deze vleesprodukten afkomstig zijn van het grondgebied of van een gedeelte van het grondgebied van een derde land van waaruit invoer is verboden volgens de artikelen 14 en 28, onverminderd het bepaalde in artikel 21 bis, lid 2;
- dat het gezondheidscertificaat dat het vlees of de vleesprodukten begeleidt, niet voldoet aan de krachtens artikel 22, leden 1 en 2, vastgestelde voorschriften.
3. De Lid-Staten geven toestemming voor het vervoer van vers vlees of vleesprodukten uit een derde land naar een ander derde land, mits
a) de belanghebbende aantoont dat het eerste derde land waarnaar het vlees of de vleesprodukten worden vervoerd, na doorvoer over het grondgebied van de Gemeenschap, de verplichting op zich neemt het vlees of de vleesprodukten waarvan het de invoer of de doorvoer toestaat in geen geval terug te sturen of verder te verzenden naar de Gemeenschap;
b) voor dit vervoer door de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de veterinaire controle bij invoer wordt uitgevoerd, vooraf toestemming is verleend;
c) dit vervoer zonder overlading op het grondgebied van de Gemeenschap plaatsvindt onder toezicht van de bevoegde autoriteiten in door de bevoegde autoriteiten verzegelde voertuigen of containers; de enige tijdens dit vervoer toegestane handelingen zijn die welke onderscheidenlijk bij binnenkomst in of vertrek uit de Gemeenschap worden verricht voor de rechtstreekse overlading van een schip of een vliegtuig op ongeacht welk ander vervoermiddel, dan wel in omgekeerde richting.
4. Alle kosten die voortvloeien uit de toepassing van dit artikel komen zonder schadeloosstelling van staatswege ten laste van de afzender, de geadresseerde of hun gemachtigde.
Artikel 24
1. De Lid-Staten zien erop toe dat iedere partij vers vlees of vleesprodukten, voordat zij op het geografisch grondgebied van de Gemeenschap ter consumptie wordt aangeboden, aan een keuring, alsmede aan een veterinaire controle door een officiële dierenarts wordt onderworpen.
De Lid-Staten zien erop toe dat de importeurs worden verplicht de met de keuring belaste plaatselijke dienst ten minste twee werkdagen van tevoren in te lichten omtrent de post waar het verse vlees of de vleesprodukten ter keuring zullen worden aangeboden, onder opgave van de aard en hoeveelheid van het vlees of de vleesprodukten en het tijdstip waarop met de keuring kan worden begonnen.
2. De in lid 1 bedoelde keuring wordt door steekproeven verricht in de gevallen bedoeld in artikel 17, lid 1, artikel 18, leden 1 en 2, en de artikelen 21 bis en 21 ter. Het doel van deze keuring is onder meer overeenkomstig lid 3 het volgende na te gaan:
a) het vleeskeuringscertificaat, de overeenstemming van het verse vlees of de vleesprodukten met de gegevens op dit certificaat, de merking; b) de staat van versheid, de aanwezigheid van verontreinigingen en van ziektekiemen;
c) de aanwezigheid van residuen van de in artikel 20 bedoelde stoffen;
d) of, ten aanzien van vers vlees, het slachten en uitsnijden dan wel, ten aanzien van vleesprodukten, de vervaardiging, hebben plaatsgevonden in daartoe erkende inrichtingen;
e) de vervoersomstandigheden.
3. Volgens de procedure van artikel 29 worden de toepassingsvoorschriften vastgesteld die nodig zijn om de uniforme uitvoering van de controle en de keuring, bedoeld in lid 1, te waarborgen, met name ten aanzien van de toepassing van artikel 20 en meer in het bijzonder de analysemethoden en de frequentie en de normen voor de monsterneming.
4. De Lid-Staten verbieden het in de handel brengen van vers vlees of vleesprodukten indien bij de controle en de keuring bedoeld in lid 1 wordt vastgesteld dat:
- het verse vlees of de vleesprodukten ongeschikt zijn voor menselijke consumptie,
- de in deze richtlijn en bijlage I van Richtlijn 64/433/EEG of de bijlagen A en B van Richtlijn 77/99/EEG vermelde voorwaarden niet zijn vervuld,
- een der in artikel 22 genoemde certificaten welke elke partij begeleiden niet voldoet aan de bij dat artikel gestelde voorwaarden.
5. Wanneer vers vlees of vleesprodukten niet mogen worden ingevoerd, moeten zij worden teruggezonden, wanneer veterinairrechtelijke of gezondheidsoverwegingen zich daar niet tegen verzetten.
Indien terugzending onmogelijk is, moeten het vlees of de vleesprodukten worden vernietigd op het grondgebied van de Lid-Staat die de controle en keuring heeft uitgevoerd.
In afwijking van deze bepaling kan de Lid-Staat die de gezondheidscontrole en de keuring uitvoert, op verzoek van de importeur of diens gemachtigde toestaan dat vers vlees of vleesprodukten waarvan de invoer is verboden, worden toegelaten voor andere doeleinden dan menselijke consumptie, voor zover er geen enkel gevaar bestaat voor mens of dier en het vlees of de vleesprodukten afkomstig zijn uit een op de overeenkomstig artikel 3, lid 1, opgestelde lijst voorkomend land, van waaruit de invoer niet overeenkomstig artikel 28 is verboden. Dit vlees of deze vleesprodukten mogen het grondgebied van deze Lid-Staat niet verlaten en deze moet de bestemming ervan controleren.
6. In alle gevallen moeten de certificaten op grond van de controle en de keuring bedoeld in lid 1, worden voorzien van een aanduiding waaruit duidelijk de aan het vlees of de vleesprodukten gegeven bestemming blijkt.
Artikel 25
Het verse vlees of de vleesprodukten van elke partij waarvoor door een Lid-Staat op grond van de in artikel 24, lid 1, bedoelde controle en keuring toestemming is gegeven tot het in het verkeer brengen in de Gemeenschap moeten alvorens naar het land van bestemming te worden verzonden, vergezeld gaan van een certificaat dat naar vorm en inhoud overeenstemt met het in bijlage B weergegeven model.
Dit certificaat moet:
a) zijn gesteld door de officiële dierenarts van de controlepost of de opslagplaats;
b) zijn afgegeven op de dag van de inlading van het verse vlees of de vleesprodukten voor verzending naar het land van bestemming;
c) in ten minste de taal van laatstgenoemd land zijn gesteld;
d) als origineel exemplaar de partij vers vlees of vleesprodukten vergezellen.
Artikel 26
Alle kosten verbonden aan de toepassing van de artikelen 24 en 25, met name de kosten van keuring en controle van het verse vlees of de vleesprodukten, de kosten van de opslag alsmede eventuele kosten van de vernietiging van dit vlees of deze vleesprodukten, komen ten laste van de verzender, de geadresseerde of van hun gemachtigde, zonder vergoeding van staatswege.".
6. Het huidige hoofdstuk IV wordt vernummerd tot hoofdstuk VI.
7. In artikel 27, lid 1, eerste alinea, wordt punt b) vervangen door:
»b) van de keurings- en controleposten voor de invoer van vers vlees of vleesprodukten.".
8. Artikel 28, lid 2, wordt vervangen door:
»2. Onverminderd het bepaalde in artikel 14 en artikel 21 bis, lid 2, verbiedt een Lid-Staat de invoer, rechtstreeks of via een andere Lid-Staat, van vlees of vleesprodukten uit een derde land, voorkomend op de lijst die overeenkomstig artikel 3, lid 1, is opgesteld, of uit een gedeelte van het grondgebied van dat derde land, indien in dat derde land een besmettelijke dierziekte optreedt of zich uitbreidt, welke door vers vlees of vleesprodukten kan worden overgebracht en waardoor de volksgezondheid en de gezondheidstoestand van de veestapel van die Lid-Staat in gevaar kunnen komen, of indien zulks om andere veterinairrechtelijke redenen is gerechtvaardigd.". 9. Artikel 32 bis wordt vervangen door:
»Artikel 32 bis
1. Deze richtlijn geldt voor de invoer van het in artikel 1, lid 1, derde streepje, bedoelde vlees of vleesprodukten van dat vlees van herkomst uit derde landen pas met ingang van de inwerkingtreding van het (de) door de Commissie volgens de procedure van artikel 29 vastgestelde besluit(en) om de nodige wijzigingen aan te brengen in de lijst bedoeld in artikel 3.
2. De nationale wettelijke voorschriften op het gebied van de volksgezondheid blijven op de invoer uit derde landen van vlees of vleesprodukten bedoeld in lid 1, van toepassing tot de inwerkingtreding van een communautaire regeling ter zake.".
10. Bijlage B wordt vervangen door de bijgevoegde bijlage.
11. De bijgevoegde bijlage C wordt toegevoegd.
Artikel 2
Tot de aanneming van de harmonisatie van de veterinairrechtelijke voorschriften voor vers vlees van pluimvee en wild blijven voor de invoer van produkten van pluimvee en wild - met inachtneming van de algemene bepalingen van het Verdrag - de nationale regels gelden.
Artikel 3
Artikel 17, lid 1, van Richtlijn 77/99/EEG wordt vervangen door:
»1. Tot het tijdstip van tenuitvoerlegging van de communautaire bepalingen inzake de invoer van vleesprodukten van pluimvee uit derde landen, passen de Lid-Staten op deze invoer bepalingen toe die niet minder gunstig mogen zijn dan die welke gelden voor het intracommunautaire handelsverkeer.".
Artikel 4
De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 juni 1990 aan deze richtlijn te voldoen.
Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Artikel 5
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.
Gedaan te Brussel, 21 maart 1989.
Voor de Raad
De Voorzitter
C. ROMERO HERRERA
BIJLAGE
»BIJLAGE B
MODEL
CERTIFICAAT VAN INVOERCONTROLE VOOR VERS VLEES / VLEESPRODUKTEN (1) INGEVOERD UIT DERDE LANDEN
Lid-Staat waarin de invoercontrole werd verricht:
Controlepost:
Aard van het vlees / de vleesprodukten (1):
Verpakking:
Aantal geslachte dieren (2):
Aantal halve geslachte dieren (2):
Aantal voeten (2) of kartonnen dozen:
Nettogewicht:
Derde land van oorsprong:
Ingeval van vleesprodukten:
Produkten ingevoerd overeenkomstig artikel 14 / artikel 21 bis, lid 2 (1) van Richtlijn 72/462/EEG:
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart hiermede dat het verse vlees / de vleesprodukten waarop dit certificaat betrekking heeft bij de doorzending is / zijn gecontroleerd (1).
1.2 // // // (plaats en datum) // (officieel dierenarts)
(1) Doorstrepen wat niet van toepassing is.
(2) Alleen voor vers vlees."
»BIJLAGE C
MODEL
VLEESKEURINGSCERTIFICAAT
betreffende vleesprodukten (1) bestemd voor:
(naam van de Lid-Staat van de EEG)
Nr. (2)
Land van verzending:
Ministerie:
Dienst:
Referentie:
(facultatief)
I. Identificatie van de vleesprodukten
Vleesprodukten van:
(diersoort)
Aard van het verzondene:
Aard van de verpakking:
Aantal stuks of colli:
Vereiste temperatuur bij opslag en vervoer (3):
Houdbaarheidsduur (3):
Nettogewicht:
II. Herkomst van de vleesprodukten
Adres(sen) en erkenningsnummer(s) van de erkende inrichting(en):
III. Bestemming van de vleesprodukten
De vleesprodukten worden verzonden uit:
(plaats van verzending)
naar:
(plaats en land van bestemming)
per (4):
Naam en adres van de afzender:
Naam en adres van degene voor wie de zending is bestemd: IV. Vleeskeuringsverklaring
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart hiermede:
a) - dat de hierboven genoemde vleesprodukten
- dat het aan de verpakking van de hierboven omschreven vleesprodukten bevestigde etiket
een merk dragen (draagt) dat aantoont dat de vleesprodukten uitsluitend afkomstig zijn van vers vlees van dieren die in een voor de uitvoer naar het land van bestemming erkend slachthuis zijn geslacht of, ingeval van toepassing van artikel 21 bis, lid 2, van Richtlijn 72/462/EEG, van dieren die zijn geslacht in een slachthuis dat speciaal is erkend voor de levering van vlees voor de in genoemde bepaling bedoelde behandeling (5);
b) dat de vleesprodukten bij keuring overeenkomstig de in Richtlijn 72/462/EEG neergelegde bepalingen als zodanig geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden;
c) dat de vleesprodukten zijn bereid uit of met vlees van varkens dat is / niet is onderzocht op trichinen, of, in het laatste geval, is onderworpen aan een koudebehandeling (5);
d) dat de vervoermiddelen en de wijze waarop de vleesprodukten van deze zending zijn ingeladen, voldoen aan de voor verzending naar het land van bestemming gestelde eisen van hygiëne;
e) dat de vleesprodukten zijn verkregen uit vlees dat voldoet aan de eisen van hoofdstuk III van Richtlijn 72/462/EEG en van artikel 3 van Richtlijn 77/99/EEG / zijn verkregen overeenkomstig de in artikel 21 bis, lid 2, van deze richtlijn bedoelde afwijking (5).
Gedaan te ,
(handtekening officieel dierenarts)
(1) Vleesprodukten in de zin van Richtlijn 77/99/EEG.
(2) Facultatief.
(3) In te vullen ingeval van vermelding overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 77/99/EEG.
(4) Bij verzending per spoorwegwagon of vrachtwagen dient het kenteken of nummer te worden vermeld; bij verzending per vliegtuig dient het nummer van de vlucht te worden aangegeven en bij verzending per schip de naam van het schip.
(5) Doorhalen wat niet van toepassing is."