Home

Richtlijn 89/518/EEG van de Commissie van 1 augustus 1989 tot aanpassing aan de stand van de techniek van Richtlijn 77/538/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende de mistlichten achter van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

Richtlijn 89/518/EEG van de Commissie van 1 augustus 1989 tot aanpassing aan de stand van de techniek van Richtlijn 77/538/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende de mistlichten achter van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

RICHTLIJN VAN DE COMMISSIE van 1 augustus 1989 tot aanpassing aan de stand van de techniek van Richtlijn 77/538/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende de mistlichten achter van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan ( 89/518/EEG )

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan ( 1 ), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 87/403/EEG ( 2 ), inzonderheid op artikel 11,

Gelet op Richtlijn 77/538/EEG van de Raad van 28 juni 1977 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende de mistlichten achter van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan ( 3 ), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 87/354/EEG ( 4 ), inzonderheid op artikel 10,

Overwegende dat het, dank zij de opgedane ervaring en gezien de huidige stand van de techniek, thans mogelijk is het EEG-goedkeuringsmerk voor deze lichten te vereenvoudigen, wanneer zij gegroepeerd, gecombineerd of met andere lichten samengebouwd zijn;

Overwegende dat de in deze richtlijn vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang van de richtlijnen ter opheffing van de technische handelsbelemmeringen in de sector motorvoertuigen,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1 De bijlagen 0 en II bij Richtlijn 77/538/EEG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn .

Artikel 2 Met ingang van 1 januari 1990 mogen de Lid-Staten :

a ) - voor een type voertuig de EEG-goedkeuring of de afgifte van het in artikel 10, lid 1, derde streepje, van Richtlijn 70/156/EEG bedoelde document dan wel de nationale goedkeuring niet weigeren,

- het voor de eerste maal in het verkeer brengen van voertuigen niet verbieden,

om redenen die verband houden met de mistlichten achter, indien deze voldoen aan de voorschriften van deze richtlijn;

b ) - voor een type mistlicht achter de EEG-goedkeuring of de nationale goedkeuring niet weigeren, als deze mistlichten achter voldoen aan de voorschriften van deze richtlijn,

- het in de handel brengen van mistlichten achter niet verbieden, indien hierop het op basis van de voorschriften van deze richtlijn verleende EEG-goedkeuringsmerk is aangebracht .

Artikel 3 De Lid-Staten doen de nodige bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 1989 aan deze richtlijn te voldoen . Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis .

De krachtens de eerste alinea vastgestelde bepalingen houden een uitdrukkelijke verwijzing in naar de onderhavige richtlijn .

Artikel 4 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel, 1 augustus 1989 .

Voor de Commissie

Martin BANGEMANN

Vice-Voorzitter

( 1 ) PB nr . L 42 van 23 . 2 . 1970, blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 220 van 8 . 8 . 1987, blz . 44 .

( 3 ) PB nr . L 220 van 29 . 8 . 1977, blz . 60 .

( 4 ) PB nr . L 192 van 11 . 7 . 1987, blz . 43 . BIJLAGE Bijlage 0 wordt als volgt gewijzigd :

De punten 1 tot en met 1.4 worden vervangen door onderstaande punten 1 en 1.1 :

"1 .

DEFINITIES

"1.1 .

De in Richtlijn 76/756/EEG gegeven definities van :

- mistlicht achter,

- licht,

- lichtbron voor wat betreft gloeilampen,

- afzonderlijke lichten,

- gegroepeerde lichten,

- gecombineerde lichten,

- samengebouwde lichten,

- inrichting,

- lichtdoorlatend gedeelte van een signaallicht dat geen retroflector is,

- zichtbaar vlak,

- uitvalsvlak van het licht,

- referentieas,

- referentiepunt,

- één enkel licht,

zijn van toepassing op deze richtlijn .''.

De punten 1.5 tot en met 1.5.4 worden opnieuw genummerd als 1.2 tot en met 1.2.4 .

Punt 3.4 wordt :

"3.4 .

Het lichtdoorlatend gedeelte van een licht mag niet groter zijn dan 140 cm $.''.

Punt 6 : "2854 K'' wordt vervangen door "2856 K ''.

In de Duitse versie worden de kenletters van de Internationale Commissie voor Verlichtingskunde "CIE ''.

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd :

Punt 1.2.2 wordt :

"1.2.2 .

tekeningen, in drievoud, die voldoende gedetailleerd zijn om het type te kunnen identificeren en waarop de geometrische gegevens voor de installatie op het voertuig zijn aangegeven, alsmede

de waarnemingsas die bij de proeven als referentieas moet worden genomen ( horizontale hoek

H = 0g ) benevens het punt dat bij deze proeven als referentiepunt moet worden genomen, de verticale en horizontale raaklijnen aan het lichtdoorlatend gedeelte en hun afstand tot het referentiepunt van het licht ''.

Punt 3.3 : "merk'' wordt vervangen door "nummer ''.

Punt 4.2 wordt :

"4.2.

Dit merk bestaat uit een rechthoek waarbinnen de letter "e'' is geplaatst, gevolgd door het kennummer of de kenletters van de Lid-Staat die de EEG-goedkeuring heeft verleend :

1

voor Duitsland,

2

voor Frankrijk,

3

voor Italië,

4

voor Nederland,

6

voor België,

9

voor Spanje,

11

voor het Verenigd Koninkrijk,

13

voor Luxemburg,

18

voor Denemarken,

21

voor Portugal,

EL

voor Griekenland,

IRL

voor Ierland,

en een EEG-goedkeuringsnummer dat overeenkomt met het nummer van het voor het betreffende type mistlicht achter opgestelde EEG-goedkeuringsformulier ( zie bijlage I ), voorafgegaan door twee cijfers die het volgnummer aangeven van de meest recente belangrijke technische wijziging van Richtlijn 77/538/EEG op de dag van afgifte van de EEG-goedkeuring . Voor deze richtlijn is het volgnummer "00 ''.

Punt 4.6 wordt :

"4.6 .

Voorbeelden van het EEG-goedkeuringsmerk met aanvullend symbool worden in aanhangsel I gegeven . De goedkeuringsnummers die in overeenstemming zijn met aanhangsel 1 van Richtlijn 77/538/EEG in de oorspronkelijke vorm, d.w.z . zonder het volgnummer "00'', mogen evenwel worden behouden zolang de technische voorschriften betreffende mistlichten achter niet zijn gewijzigd ''.

Punt 4.7 wordt :

"4.7 .

In geval van toekenning van een collectief EEG -goedkeuringsnummer als bepaald onder 3.3 voor een type verlichtings - en lichtsignaalinrichting bestaande uit een gegroepeerd, gecombineerd of met andere lichten samengebouwd mistlicht achter, kan één enkel EEG-goedkeuringsmerk worden aangebracht dat bestaat uit :

- een rechthoek waarbinnen de letter "e'' is geplaatst, gevolgd door het kennummer of de kenletters van de Lid-Staat die de EEG-goedkeuring heeft afgegeven;

- een EEG-goedkeuringsnummer en, indien nodig, de vereiste pijl .''.

Na punt 4.7 worden de volgende punten toegevoegd :

"4.7.1 .

Het goedkeuringsmerk kan worden aangebracht op een willekeurige plaats op de gegroepeerde, gecombineerde of samengebouwde lichten, mits :

4.7.1.1 .

het zichtbaar is wanneer de lichten zijn geïnstalleerd;

4.7.1.2 .

geen enkel lichtdoorlatend onderdeel van de gegroepeerde, gecombineerde of samengebouwde lichten verwijderd kan worden, zonder dat daarmee ook het goedkeuringsmerk wordt verwijderd .

4.7.2 .

Het identificatiesymbool van elk licht behorend bij elke richtlijn, op grond waarvan de goedkeuring is verleend, met de twee cijfers ter aanduiding van het volgnummer als bedoeld in punt 4.2, laatste alinea, en indien nodig de aanvullende letter "D'', moeten :

4.7.2.1 .

hetzij op het passende uitvalsvlak van het licht worden aangebracht;

4.7.2.2 .

hetzij op zodanige wijze worden gegroepeerd, dat elk van de gegroepeerde, gecombineerde of samengebouwde lichten gemakkelijk kan worden geïdentificeerd .''.

Punt 4.9 wordt :

"4.9 .

Voorbeelden van het EEG-goedkeuringsmerk voor een gegroepeerd, gecombineerd of met andere lichten samengebouwd licht, worden gegeven in aanhangsel II .''.

Aanhangsel I wordt als volgt gewijzigd :

In de titel wordt het woord "Voorbeeld'' vervangen door "Voorbeelden ''.

Boven het voorbeeld van het EEG-goedkeuringsmerk worden de woorden "Figuur 1'' ingevoegd .

Na figuur 1 wordt onderstaande figuur 2 toegevoegd :

Aanhangsel II wordt vervangen door het volgende aanhangsel II :

"Aanhangsel II

VOORBEELDEN VAN VEREENVOUDIGDE MERKTEKENS VOOR GEGROEPEERDE,

GECOMBINEERDE OF SAMENGEBOUWDE LICHTEN

Noot : In bovenstaande voorbeelden geven de verticale en horizontale lijnen de algemene vorm van een combinatie van lichten schematisch weer; zij maken geen deel uit van het goedkeuringsmerk .

De drie voorbeelden van EEG-goedkeuringsmerken, model A, B en C, vormen drie manieren waarop de merktekens op een verlichtingsinrichting kunnen worden aangebracht, wanneer twee of meer lichten deel uitmaken van eenzelfde combinatie van gegroepeerde, gecombineerde of samengebouwde lichten . Het gaat hier om een in Nederland ( e 4 ) onder goedkeuringsnummer 3333 goedgekeurde inrichting, bestaande uit :

een retroflector van de klasse IA, goedgekeurd overeenkomstig Richtlijn 76/757/EEG;

een achterrichtingaanwijzer van categorie 2a, goedgekeurd overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 76/759/EEG;

een rood achterlicht ( R ), goedgekeurd overeenkomstig Richtlijn 76/758/EEG;

een mistlicht achter ( F ), goedgekeurd overeenkomstig de onderhavige richtlijn;

een achteruitrijlicht ( AR ), goedgekeurd overeenkomstig Richtlijn 77/539/EEG;

een stoplicht ( S 1 ), goedgekeurd overeenkomstig Richtlijn 76/758/EEG .''.