Home

VERORDENING (EEG) Nr. 597/89 VAN DE COMMISSIE van 8 maart 1989 tot vaststelling van enige nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2144/87 van de Raad inzake de douaneschuld

VERORDENING (EEG) Nr. 597/89 VAN DE COMMISSIE van 8 maart 1989 tot vaststelling van enige nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2144/87 van de Raad inzake de douaneschuld

VERORDENING (EEG) Nr. 597/89 VAN DE COMMISSIE van 8 maart 1989 tot vaststelling van enige nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2144/87 van de Raad inzake de douaneschuld

Publicatieblad Nr. L 065 van 09/03/1989 blz. 0011 - 0012


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 597/89 VAN DE COMMISSIE

van 8 maart 1989

tot vaststelling van enige nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2144/87 van de Raad inzake de douaneschuld

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2144/87 van de Raad van 13 juli 1987 inzake de douaneschuld (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 4108/88 (2), inzonderheid op artikel 12,

Overwegende dat in artikel 2, lid 1, onder c), van Verordening (EEG) nr. 2144/87 is bepaald dat het onttrekken aan douanetoezicht van goederen die aan douanerechten bij invoer zijn onderworpen, zoals het geval is bij de voorlopige opslag van die goederen of bij de plaatsing onder een douaneregeling met douanetoezicht, een douaneschuld doet ontstaan; dat de douaneaangifte voor goederen of iedere andere handeling die dezelfde rechtsgevolgen heeft, alsmede de overlegging ter visering aan de bevoegde autoriteiten van een document wanneer deze aangifte, handeling of overlegging tot gevolg heeft dat ten onrechte de douanestatus van communautaire goederen wordt toegekend aan goederen die aan rechten bij invoer zijn onderworpen en die zich reeds in voorlopige opslag bevonden of onder een douaneregeling met douanetoezicht waren geplaatst, een bijzondere vorm van het onttrekken van goederen aan douanetoezicht betreft;

Overwegende dat, wanneer het bedrag van een overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder b), c), d) of g), van Verordening (EEG) nr. 2144/87 ontstane douaneschuld bij invoer is betaald, deze douaneschuld teniet is gegaan; dat dient te worden vermeden dat in een dergelijk geval ten aanzien van dezelfde goederen een nieuwe douaneschuld bij invoer ontstaat; dat derhalve dient te worden bepaald dat deze goederen dienen te worden aangemerkt als goederen die zich ipso facto in het vrije verkeer bevinden; dat dit de toepassing van de bepalingen inzake verboden of beperkingen waaraan deze goederen eventueel zijn onderworpen, onverlet laat;

Overwegende dat in artikel 8, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2144/87 is bepaald dat de verbeurdverklaring de douaneschuld doet tenietgaan; dat de verbeurdverklaring, wanneer het ingevoerde goederen betreft, evenwel niet tot gevolg mag hebben dat deze goederen in de Gemeenschap kunnen worden verbruikt of gebruikt onder dezelfde voorwaarden als die welke door betaling van de rechten bij invoer in het vrije verkeer zijn gebracht; dat genoemde goederen derhalve na de verbeurdverklaring de status van niet communautaire goederen dienen te behouden;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité algemene douanevoorschriften,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Als onttrekking van goederen aan het douanetoezicht in de zin van artikel 2, lid 1, onder c), van Verordening (EEG) nr. 2144/87 worden aangemerkt de douaneaangifte voor deze goederen, iedere andere handeling die dezelfde rechtsgevolgen heeft, alsmede de overlegging ter visering aan de bevoegde autoriteiten van een document, wanneer dit tot gevolg heeft dat aan deze goederen ten onrechte de douanestatus van communautaire goederen wordt toegekend.

Artikel 2

Onverminderd de naleving van de bepalingen inzake verboden of beperkingen die eventueel op de betrokken goederen van toepassing zijn, worden deze goederen, wanneer een douaneschuld krachtens artikel 2, lid 1, onder b), c), d) of g), van Verordening (EEG) nr. 2144/87 is ontstaan en de rechten bij invoer zijn betaald, als communautaire goederen aangemerkt, zonder dat een aangifte voor het in het vrije verkeer brengen behoeft te worden gedaan.

Artikel 3

De verbeurdverklaring van de goederen in de zin van artikel 8, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2144/87 wijzigt de douanestatus van de goederen niet.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

(1) PB nr. L 201 van 22. 7. 1987, blz. 15.

(2) PB nr. L 361 van 29. 12. 1988, blz. 2.