Home

VERORDENING (EEG) Nr. 729/89 VAN DE RAAD van 20 maart 1989 houdende algemene voorschriften van de bijzondere regeling die van toepassing is op kleine producenten in het kader van de medeverantwoordelijkheidsregeling in de sector granen #

VERORDENING (EEG) Nr. 729/89 VAN DE RAAD van 20 maart 1989 houdende algemene voorschriften van de bijzondere regeling die van toepassing is op kleine producenten in het kader van de medeverantwoordelijkheidsregeling in de sector granen #

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 729/89 VAN DE RAAD

van 20 maart 1989

houdende algemene voorschriften van de bijzondere regeling die van toepassing is op kleine producenten in het kader van de medeverantwoordelijkheidsregeling in de sector granen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 166/89 (2), inzonderheid op artikel 4,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 2727/75 is voorzien in de invoering van een gewone medeverantwoordelijkheidsheffing en een extra medeverantwoordelijkheidsheffing, alsmede in de vrijstelling voor kleine producenten van deze heffingen onder nader vast te stellen voorwaarden; dat, gezien de opgedane ervaring, een regeling inzake rechtstreekse steun aan kleine graanproducenten kan worden beschouwd als een passend middel om het effect van deze medeverantwoordelijkheidsheffingen op hun inkomen te compenseren;

Overwegende dat, om de steunregeling binnen aanvaardbare financiële grenzen te houden, dient te worden bepaald dat de regeling wordt toegepast in het kader van een totaalbedrag dat wordt vastgesteld op de grondslag van de globale opbrengst van de medeverantwoordelijkheidsheffingen die ten laste komen van de kleine producenten die ten hoogste 25 ton in de handel brengen; dat die opbrengst voor de drie volgende verkoopseizoenen op 220 miljoen ecu kan worden geraamd, onverminderd echter eventuele wijzigingen van de in aanmerking genomen berekeningselementen; dat het dienstig is dit bedrag over de Lid-Staten te verdelen op grond van hetzelfde criterium; dat bovendien een maximumbedrag voor de steun aan elke producent moet worden vastgesteld;

Overwegende dat objectieve communautaire criteria dienen te worden bepaald aan de hand waarvan de Lid-Staten de definitie van »kleine producenten" vaststellen; dat die criteria de mogelijkheid moeten bieden rekening te houden met de in de Gemeenschap bestaande verschillen in structuren en opbrengsten; dat een juiste toepassing van deze verordening vergt dat de Commissie, op basis van de in artikel 3 vermelde objectieve criteria, de overwogen nationale bepalingen goedkeurt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de artikelen 4 en 4 ter van Verordening (EEG) nr. 2727/75 bedoelde regeling inzake vrijstelling van de medeverantwoordelijkheidsheffing voor kleine producenten wordt toegepast in de vorm van rechtstreekse steun overeenkomstig deze verordening.

Artikel 2

1. De in artikel 1 bedoelde steun wordt verleend binnen een door de Gemeenschap vastgesteld totaalbedrag, dat over de Lid-Staten wordt verdeeld.

2. Voor de verkoopseizoenen 1989/1990, 1990/1991 en 1991/1992 wordt het totaalbedrag vastgesteld op 220 miljoen ecu. Op voorstel van de Commissie kan de Raad echter met gekwalificeerde meerderheid dat bedrag wijzigen, wanneer de raming van de totale opbrengst van de in de artikelen 4 en 4 ter van Verordening (EEG) nr. 2727/75 bedoelde medeverantwoordelijkheidsheffingen toegepast op de hoeveelheden graan die worden verkocht door de producenten die hoogstens 25 ton in de handel brengen, een ander cijfer oplevert.

3. Het totaalbedrag wordt verminderd met de in artikel 4 ter van Verordening (EEG) nr. 2727/75 bedoelde heffing die terugbetaald is overeenkomstig lid 2 van dat artikel.

4. De verdeling van het totaalbedrag over de Lid-Staten wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 2727/75 met inachtneming van de verkopen door de producenten die hoogstens 25 ton in de handel brengen.

Artikel 3

De Lid-Staten houden in de definitie van kleine producenten met name rekening met het graanareaal en/of de oppervlakte cultuurgrond en/of de betekenis van de graanverbouw voor het bedrijfsinkomen.

Artikel 4

Het aan de kleine producent toe te kennen steunbedrag wordt vastgesteld aan de hand van de door hem te betalen medeverantwoordelijkheidsheffingen.

Dit bedrag kan forfaitair worden vastgesteld.

De Lid-Staten behoeven de steun niet toe te kennen voor bedragen die lager zijn dan een door hen te bepalen minimum.

Het bedrag van de steun voor een producent mag in geen geval het equivalent van de heffingen voor 25 ton graan overschrijden.

Artikel 5

1. De Lid-Staten die bijzondere administratieve of technische moeilijkheden ondervinden bij het toekennen van de in artikel 1 bedoelde steun, kunnen deze steun verlenen in de vorm van een compensatie van de door de

kleine producenten verschuldigde heffingen. Deze compensatie wordt voor elke producent beperkt tot de eerste 25 ton in de handel gebrachte granen.

Het totaalbedrag van deze compensatie mag voor de betrokken Lid-Staat in geen geval hoger zijn dan het bedrag dat aan die Lid-Staat zou zijn uitgekeerd indien dit lid niet zou zijn toegepast.

2. Bij toepassing van dit artikel wordt het in artikel 2, lid 2, genoemde totaalbedrag verminderd met het bedrag dat in het kader van de in deze verordening bedoelde steunregeling zou zijn uitgekeerd indien dit artikel niet zou zijn toegepast.

Artikel 6

Voor elke Lid-Staat wordt het overeenkomstig artikel 2, lid 4, voor een verkoopseizoen vastgestelde steunbedrag in nationale valuta omgerekend tegen de landbouwomrekeningskoers die op de eerste dag van dat verkoopseizoen van kracht is.

Artikel 7

De Lid-Staten delen de Commissie vóór 1 mei 1989 mede:

- de maatregelen die zij overwegen voor de verdeling van de steun over kleine graanproducenten. De Commissie zal deze maatregelen goedkeuren aan de hand van de objectieve criteria bedoeld in artikel 3;

- de andere nationale maatregelen die ter toepassing van deze verordening zijn aangenomen.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van het verkoopseizoen 1989/1990.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 20 maart 1989.

Voor de Raad

De Voorzitter

C. ROMERO HERRERA

(1) PB nr. L 281 van 1. 11. 1975, blz. 1.

(2) PB nr. L 20 van 25. 1. 1989, blz. 16.