Home

VERORDENING (EEG) Nr. 980/89 VAN DE COMMISSIE van 14 april 1989 betreffende de definitieve toepassing van de regeling inzake de beperking van de garantie in de sector schape- en geitevlees voor het verkoopseizoen 1988

VERORDENING (EEG) Nr. 980/89 VAN DE COMMISSIE van 14 april 1989 betreffende de definitieve toepassing van de regeling inzake de beperking van de garantie in de sector schape- en geitevlees voor het verkoopseizoen 1988

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 980/89 VAN DE COMMISSIE

van 14 april 1989

betreffende de definitieve toepassing van de regeling inzake de beperking van de garantie in de sector schape- en geitevlees voor het verkoopseizoen 1988

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1837/80 van de Raad van 27 juni 1980 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schape- en geitevlees (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1115/88 (2), en met name op artikel 9 bis, lid 5,

Overwegende dat bij artikel 9 bis van Verordening (EEG) nr. 1837/80 een regeling ter beperking van de garantie is ingesteld, die afzonderlijk wordt toegepast in de gebieden waar de variabele premie van toepassing is, enerzijds, en in de andere gebieden, anderzijds;

Overwegende dat de garantie, overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 bis van voornoemde verordening, wordt verminderd op basis van de verhouding tussen het werkelijke aantal ooien en een gegarandeerde maximumhoeveelheid; dat deze vermindering vooreerst geschiedt aan de hand van een raming van het ooienbestand, en daarna eventueel gecorrigeerd wordt aan de hand van de werkelijk voor het betrokken verkoopseizoen geconstateerde omvang van dat bestand;

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 1310/88 van de Commissie (3) de voorlopig toe te passen verminderingscoëfficiënt is vastgesteld; dat de definitieve telling van het aantal ooien aan de hand van de bij de tenuitvoerlegging van Richtlijn 82/177/EEG van de Raad (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3939/87 (5), verkregen statistische gegevens, samen met andere objectieve gegevens het mogelijk maken de gecorrigeerde coëfficiënt in de onderhavige verordening vast te stellen;

Overwegende dat het Comité van beheer »schapen en geiten" geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Ter uitvoering van artikel 9 bis, lid 2, tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 1837/80 en onverminderd artikel 2, laatste zin, van Verordening (EEG) nr. 1310/88 wordt de in laatstgenoemde verordening bedoelde coëfficiënt als volgt gecorrigeerd:

- voor Groot-Brittannië: 4,0,

- voor de rest van de Gemeenschap: 4,0.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 14 april 1989.

Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 183 van 16. 7. 1980, blz. 1.

(2) PB nr. L 110 van 29. 4. 1988, blz. 36.

(3) PB nr. L 122 van 12. 5. 1988, blz. 69.

(4) PB nr. L 81 van 27. 3. 1982, blz. 35.

(5) PB nr. L 373 van 31. 12. 1987, blz. 1.