Home

VERORDENING (EEG) Nr. 1684/89 VAN DE COMMISSIE van 14 juni 1989 tot vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector rundvlees in Italië #

VERORDENING (EEG) Nr. 1684/89 VAN DE COMMISSIE van 14 juni 1989 tot vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector rundvlees in Italië #

VERORDENING (EEG) Nr. 1684/89 VAN DE COMMISSIE van 14 juni 1989 tot vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector rundvlees in Italië -

Publicatieblad Nr. L 164 van 15/06/1989 blz. 0024 - 0028


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1684/89 VAN DE COMMISSIE

van 14 juni 1989

tot vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector rundvlees in Italië

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 571/89 (2), en met name op artikel 23,

Overwegende dat wegens het uitbreken van mond- en klauwzeer in bepaalde produktiegebieden in Italië, de verzending van levende runderen en bepaalde soorten rundvlees uit de betrokken gebieden op grond van nationale beschermende maatregelen tegen mond- en klauwzeer in Italië, tijdelijk is verboden;

Overwegende dat, in verband met de hieruit voortvloeiende beperkingen van het vrije verkeer, in deze gebieden buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt dienen te worden getroffen;

Overwegende dat daartoe, overeenkomstig de bij Verordening (EEG) nr. 1091/80 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3492/88 (4), vastgestelde uitvoeringsbepalingen betreffende de toekenning van steun voor de particuliere opslag in de sector rundvlees, voor bepaalde gevoelige produkten die uit bovenbedoelde gebieden afkomstig zijn steun voor de particuliere opslag moet worden vastgesteld;

Overwegende dat, om het besmettingsgevaar te beperken, uitbenen van het vlees vóór de inslag dient te worden gestimuleerd door middel van een geringe verhoging van de normaal voor de opslag van vlees met been verleende steun; dat, met hetzelfde doel, de Italiaanse autoriteiten dienen te worden gemachtigd om de opslagplaatsen te kiezen;

Overwegende dat in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 989/68 van de Raad (5), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 428/77 (6), is bepaald dat tot verkorting of verlenging van de opslagtermijn kan worden besloten indien de marktsituatie zulks vereist; dat het derhalve wenselijk is om, naast de voor een bepaalde opslagtermijn vastgestelde steunbedragen, ook bedragen vast te stellen waarmee laatstgenoemde steunbedragen moeten worden vermeerderd of verminderd in geval die termijn wordt verlengd of verkort;

Overwegende dat het, om te voorkomen dat ook de normale particuliere opslag wordt gefinancierd, wenselijk is hoge minimumhoeveelheden vast te stellen;

Overwegende dat op grond van de te verwachten marktomstandigheden opslagperioden van drie tot vijf maanden moeten worden vastgesteld; dat om de doeltreffendheid van de maatregel te vergroten, bepalingen moeten worden vastgesteld waardoor aan de aanvrager, tegen het stellen van een zekerheid, een voorschot op het steunbedrag kan worden toegekend.

Overwegende dat, gezien de uitzonderlijke omstandigheden op de rundvleesmarkt en ten einde de betrokkenen ertoe aan te zetten gebruik te maken van de particuliere opslag, moet worden bepaald dat produkten waarvoor een contract voor particuliere opslag is gesloten, voor een bepaalde termijn tegelijkertijd onder de regeling kunnen worden geplaatst als bedoeld in artikel 5, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 565/80 van de Raad van 4 maart 1980 betreffende de vooruitbetaling van de uitvoerrestituties voor landbouwprodukten (7), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2026/83 (8);

Overwegende dat in de mogelijkheid moet worden voorzien om de opslagtermijn te verkorten ingeval het uitgeslagen vlees voor uitvoer is bestemd; dat het bewijs dat het vlees is uitgevoerd, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 3665/87 van de Commissie (9), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3993/88 (10), op dezelfde wijze als voor de restituties moet worden geleverd; dat het dienstig is te bepalen dat, behalve ingeval de opgeslagen produkten onder een regeling zijn geplaatst op grond waarvan de totale hoeveelheid moet worden uitgevoerd, een beperkte hoeveelheid onder bepaalde voorwaarden mag worden uitgeslagen zonder daaropvolgende uitvoer; dat de bepalingen moeten worden vastgesteld inzake de berekening van de steun en de vrijgeving van de zekerheid ingeval de opslaghouder bepaalde verplichtingen niet is nagekomen;

Overwegende dat artikel 5, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 805/68 voorziet dat bij interventiemaatregelen het communautaire indelingsschema voor geslachte volwassen runderen moet worden toegepast dat is vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 1208/81 van de Raad (11);

Overwegende dat Italië aan de Commissie de nodige gegevens moet verstrekken om deze in staat te stellen nauwlettend de uitwerking van de regeling inzake de particuliere opslag na te gaan;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Tot en met 30 juni 1989 kunnen voor de particuliere opslag van vlees van volwassen runderen in een van de aanbiedingsvormen omschreven in artikel 2 bij het Italiaanse interventiebureau aanvragen om toekenning van steun worden ingediend.

De einddatum voor het indienen van de aanvragen kan worden gewijzigd, indien zulks in verband met de hoeveelheden waarvoor aanvragen zijn ingediend of in verband met de marktsituatie wenselijk is.

2. De steunbedragen zijn per ton vlees met been, voor ieder van deze aanbiedingsvormen overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1091/80 in de bijlage bij deze verordening vastgesteld.

Wanneer al het vlees met been wordt ontbeend voor de opslag worden de in de bijlage vermelde steunbedragen verhoogd met 40 ecu per ton.

Bij verlenging of verkorting van de opslagtermijnen worden de steunbedragen aangepast. De bedragen die moeten worden toegevoegd per maand of afgetrokken per dag, zijn voor ieder van de in artikel 2 bedoelde aanbiedingsvormen vermeld in de bijlage.

3. Tenzij in deze verordening anders is bepaald, gelden de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1091/80.

Artikel 2

1. Steun kan slechts worden verleend voor produkten afkomstig van volwassen runderen die zijn gefokt in plaatselijke sanitaire eenheden (unità sanitarie locali) waar mond- en klauwzeer is geconstateerd en die niet vrij van de ziekte zijn verklaard.

Produkten afkomstig van volwassen runderen die zijn gefokt in plaatselijke sanitaire eenheden waar sedert drie maanden geen mond- en klauwzeer meer is geconstateerd komen niet voor steun in aanmerking.

Wijzigingen in de grenzen van het besmette gebied moeten door de Italiaanse autoriteiten onverwijld ter kennis van de Commissie worden gebracht.

2. Particuliere opslag kan slechts worden toegestaan voor vlees dat is ingedeeld volgens het communautaire indelingsschema voor geslachte volwassen runderen zoals vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 1208/81 en dat is geïdentificeerd overeenkomstig artikel 4, lid 3, onder d) en e), van Verordening (EEG) nr. 859/89 van de Commissie (1).

3. Voor de toepassing van deze verordening:

- heeft het gehele geslachte dier een gemiddeld gewicht van minstens 220 kg,

- heeft het halve geslachte dier een gemiddeld gewicht van minstens 110 kg,

- wordt als achtervoet aangemerkt:

a) het achterste deel van het halve geslachte dier, dat is afgesneden volgens de zogenaamde »pistola"-versnijding, met ten minste vijf delen van ribben en ten hoogste acht delen van ribben en waarvan het gemiddeld gewicht ten minste 55 kg bedraagt; de »pistola"-versnijding houdt in dat de flank, platte ribben en naborst worden verwijderd van de achtervoet door een insnijding van het bovenste deel van de flank naar de onderzijde van de heupbeenvleugel en van daar een insnijding langs de dunne lenden, of

b) het achterste deel van het halve geslachte dier, dat is afgesneden volgens de zogenaamde »rechte" versnijding, met ten minste drie ribben en ten hoogste vijf ribben, en waarvan het gemiddeld gewicht ten minste 55 kg bedraagt,

- wordt als voorvoet aangemerkt:

a) het voorste deel van het halve geslachte dier, dat is afgesneden volgens de zogenaamde »pistola"-versnijding, met ten minste vijf ribben en ten hoogste acht ribben en waarvan het gemiddeld gewicht ten minste 55 kg bedraagt; bij deze versnijding zitten de flank, platte ribben en naborst aan de voorvoet vast, of

b) het voorste deel van het halve geslachte dier, dat is afgesneden volgens de zogenaamde »rechte" versnijding, met ten minste acht ribben en ten hoogste tien ribben, en waarvan het gemiddeld gewicht ten minste 55 kg bedraagt.

4. Hele en halve geslachte dieren worden aangeboden overeenkomstig het bepaalde in punt 2, onder a) en b), van bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 859/89.

Artikel 3

1. De minimumhoeveelheid per contract bedraagt 15 ton, uitgedrukt in vlees met been.

2. Het contract kan slechts betrekking hebben op vlees met been in een van de in artikel 2 bedoelde aanbiedingsvormen.

3. De Italiaanse autoriteiten kunnen opslagplaatsen aanduiden naar gelang van de veterinaire behoeften.

4. De inslag moet beëindigd zijn binnen 28 dagen na de datum waarop het contract is gesloten.

5. Wanneer een verzoek tot sluiting van een contract door de betrokkene wordt ingetrokken, wordt de zekerheid verbeurd.

Artikel 4

1. Onder voorbehoud van de in lid 2 vermelde bepalingen mag de contractant de in artikel 2 bedoelde produkten bij de inslag geheel of gedeeltelijk versnijden of uitbenen, op voorwaarde dat alleen de hoeveelheid waarvoor het contract is gesloten, wordt behandeld en dat al het bij het versnijden of uitbenen verkregen vlees wordt opgeslagen. Op zijn laatst bij de inslag geeft de betrokkene kennis van zijn voornemen om van deze mogelijkheid gebruik te maken.

2. Indien de in ongewijzigde staat werkelijk ingeslagen hoeveelheid vlees of, wanneer het versneden of uitgebeend vlees betreft, de hoeveelheid vlees met been die is behandeld, kleiner is dan de hoeveelheid waarvoor het contract is gesloten, en

a) groter is dan of gelijk is aan 90 % van deze hoeveelheid, wordt het in artikel 1, lid 2, bedoelde steunbedrag voor de particuliere opslag naar evenredigheid verlaagd;

b) kleiner is dan 90 % maar groter of gelijk is aan 80 % van deze hoeveelheid, wordt de steun voor de particuliere opslag voor de helft van de hoeveelheid die werkelijk is ingeslagen, betaald;

c) kleiner is dan 80 % van deze hoeveelheid, wordt de steun voor de particuliere opslag niet betaald.

3. Indien het vlees wordt uitgebeend en

a) indien de werkelijk opgeslagen hoeveelheid kleiner is dan of gelijk is aan 67 kg uitgebeend vlees per 100 kg vlees met been dat is behandeld, wordt de steun voor de particuliere opslag niet uitgekeerd;

b) indien de werkelijk opgeslagen hoeveelheid groter is dan 67 en kleiner dan 75 kg uitgebeend vlees per 100 kg vlees met been dat is behandeld, wordt het in artikel 1, lid 2, bedoelde bedrag evenredig verlaagd.

4. De beenderen, pezen, kraakbeen, stukken vet en andere afvallen van de opmaak die bij het versnijden of het uitbenen zijn verkregen, mogen niet worden opgeslagen.

5. Er wordt geen steun verleend:

a) voor de in ongewijzigde staat opgeslagen hoeveelheid vlees of, in geval van versnijding of uitbening, voor de hoeveelheid vlees met been die is behandeld, die wordt opgeslagen boven de hoeveelheid waarvoor het contract is gesloten, en

b) wanneer het vlees wordt uitgebeend, voor de hoeveelheid boven 75 kg uitgebeend vlees per 100 kg vlees met been dat is behandeld.

Artikel 5

1. De opslagtermijn bedraagt minstens drie maanden en maximaal vijf maanden naar keuze van de opslaghouder. Indien de opslagtermijn langer is dan drie maanden, wordt het steunbedrag overeenkomstig het bepaalde in artikel 1, lid 2, verhoogd.

2. Na twee maanden contractuele opslag mag op verzoek van de opslaghouder een enkel voorschot op de steun worden uitgekeerd op voorwaarde dat de opslaghouder een zekerheid stelt die gelijk is aan het bedrag van het voorschot vermeerderd met 20 %.

Het voorschot mag niet hoger zijn dan de steun die met een opslagduur van twee maanden overeenstemt. Ingeval hoeveelheden, waarvoor een opslagcontract is gesloten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 7 worden uitgevoerd vóór de betaling van het voorschot, wordt het bedrag van het voorschot berekend op basis van de werkelijke opslagduur van de betrokken hoeveelheden.

Het voorschot wordt in nationale valuta omgerekend aan de hand van de representatieve koers die geldt op de dag waarop het opslagcontract wordt gesloten.

Artikel 6

1. In afwijking van artikel 2, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 1091/80 kunnen produkten die onder een contract voor particuliere opslag worden ingeslagen, onder toepassing van de regeling van artikel 5, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 565/80 worden geplaatst.

Italië mag eisen dat de in de eerste alinea bedoelde transacties tegelijkertijd beginnen.

2. Voor de toepassing van lid 1 kan, wanneer een contract voor particuliere opslag wordt gesloten voor een hoeveelheid die uit meer dan één partij bestaat die op verschillende data worden ingeslagen, voor iedere partij een afzonderlijke vooruitbetalingsaangifte worden ingediend. De in artikel 25 van Verordening (EEG) nr. 3665/87 bedoelde vooruitbetalingsaangifte wordt voor iedere partij op de dag van inslag in het pakhuis ingediend.

Als partij wordt aangemerkt een op een bepaalde dag in het pakhuis ingeslagen hoeveelheid.

Artikel 7

1. Na afloop van een contractuele opslagperiode van twee maanden mag het vlees geheel of gedeeltelijk worden uitgeslagen, op voorwaarde dat daarbij een minimumhoeveelheid in acht wordt genomen en dat binnen 60 dagen na de dag van uitslag:

- dit vlees het grondgebied van de Gemeenschap heeft verlaten, of

- dit vlees zijn bestemming heeft bereikt in de in artikel 34, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3665/87 bedoelde gevallen, of

- dit vlees is opgeslagen in een erkend bevoorradingsdepot overeenkomstig het bepaalde in artikel 38 van Verordening (EEG) nr. 3665/87.

2. Indien de termijn van 60 dagen niet in acht is genomen, wordt het overeenkomstig artikel 8 berekende bedrag voor de betrokken hoeveelheid verminderd met:

- 15 %, verhoogd met

- 5 % per dag waarmee de termijn van 60 dagen is overschreden.

Bovendien wordt, voor de betrokken hoeveelheid, de in artikel 10 bedoelde zekerheid verbeurd voor 15 % alsmede voor 5 % per dag waarmee de termijn van 60 dagen is overschreden.

3. Ingeval ten minste 90 % van het werkelijk contractueel opgeslagen vlees vóór het einde van de minimumopslagperiode is uitgevoerd in de zin van het bepaalde in lid 1, mag de resterende hoeveelheid worden uitgeslagen vóór het einde van de minimumopslagtermijn.

Bij uitslag:

- wordt de steun alleen toegekend voor de hoeveelheid die is uitgevoerd en

- wordt de in artikel 10 bedoelde zekerheid slechts vrijgegeven voor de hoeveelheid die is uitgevoerd. 4. Voor toepassing van het bepaalde in de voorafgaande alinea's wordt het bewijs geleverd op dezelfde wijze als voor de restituties.

Artikel 8

1. In geval van toepassing van het bepaalde in artikel 7 wordt het steunbedrag overeenkomstig het bepaalde in artikel 1, lid 2, verlaagd.

2. De opslagperiode eindigt op de dag vóór

- de eerste dag van de uitslag, of

- de dag van de aanvaarding van de uitvoeraangifte wanneer de produkten niet werden verplaatst.

3. Artikel 3, lid 4, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad (1) is niet van toepassing bij de bepaling van de opslagperiode.

Artikel 9

1. De in acht te nemen minimumhoeveelheid per uitslag bedraagt 5 ton produktgewicht per pakhuis en per contractant. Wanneer in een bepaald pakhuis de hoeveelheid minder dan deze hoeveelheid bedraagt, mag evenwel nog eenmaal worden overgegaan tot uitslag van deze hoeveelheid of een gedeelte ervan.

Ingeval de in de vorige alinea vastgestelde voorwaarden voor uitslag niet zijn vervuld,

- wordt het bedrag van de steun voor de uitgeslagen hoeveelheid berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, lid 1, of artikel 8, en

- wordt voor de uitgeslagen hoeveelheid een bedrag van 15 % van de in artikel 10 bedoelde zekerheid verbeurd.

2. De opslaghouder waarschuwt het interventiebureau tijdig vóór de uitslag, waarbij hij dient te melden welke hoeveelheden hij voornemens is uit te slaan.

Het interventiebureau kan eisen dat deze mededeling ten minste twee werkdagen vóór de uitslag wordt gedaan.

Ingeval niet aan deze eis is voldaan, maar ten genoegen van de bevoegde instanties voldoende bewijsstukken zijn verstrekt omtrent de datum van uitslag en de betrokken hoeveelheden,

- wordt het bedrag van de steun berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, lid 1, of artikel 8, maar

- wordt voor de betrokken hoeveelheid 15 % van de in artikel 10 bedoelde zekerheid verbeurd.

In alle andere gevallen waarin niet aan deze eis is voldaan:

- wordt geen steun uitgekeerd voor het betrokken contract en

- wordt de in artikel 10 bedoelde zekerheid voor het betrokken contract volledig verbeurd.

Artikel 10

De in artikel 4, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1091/80 bedoelde zekerheid bedraagt:

- 100 ecu per ton voor contracten betreffende hele of halve geslachte dieren,

- 130 ecu per ton voor contracten betreffende achtervoeten,

- 75 ecu per ton voor contracten betreffende voorvoeten.

Artikel 11

De aanvraag om betaling van steun alsmede de bewijsstukken moeten, behalve in geval van overmacht, binnen zes maanden na de contractuele opslagperiode bij de bevoegde overheid worden ingediend. Wanneer de bewijsstukken niet binnen de vastgestelde termijn konden worden overgelegd, hoewel de betrokkene zich heeft beijverd zich deze binnen de betreffende termijn te verschaffen, kan hem een aanvullende termijn voor de overlegging van de documenten worden toegestaan. Bij toepassing van artikel 7 wordt het bewijs van Verordening (EEG) nr. 3665/87 ingediend binnen de termijn voorzien in artikel 47, leden 2, 4, 6 en 7.

Artikel 12

Italië deelt de Commissie iedere week vóór donderdag per telexbericht de resultaten mede van de toepassing van het bepaalde in artikel 5, lid 2, artikel 6, lid 1, en artikel 7 van deze verordening.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 14 juni 1989.

Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 24.

(2) PB nr. L 61 van 4. 3. 1989, blz. 43.

(3) PB nr. L 114 van 3. 5. 1980, blz. 18.

(4) PB nr. L 306 van 11. 11. 1988, blz. 20.

(5) PB nr. L 169 van 18. 7. 1968, blz. 10.

(6) PB nr. L 61 van 5. 3. 1977, blz. 17.

(7) PB nr. L 62 van 4. 3. 1980, blz. 5.

(8) PB nr. L 199 van 22. 7. 1983, blz. 12.

(9) PB nr. L 351 van 14. 12. 1987, blz. 1.

(10) PB nr. L 354 van 22. 12. 1988, blz. 22.

(11) PB nr. L 123 van 7. 5. 1981, blz. 3.

(1) PB nr. L 91 van 4. 4. 1989, blz. 5.

(1) PB nr. L 124 van 8. 6. 1971, blz. 1.

BIJLAGE

I. Hele of halve geslachte dieren, achtervoeten en voorvoeten van mannelijke volwassen runderen

(in ecu per ton)

1.2.3 // // // // Produkten waarvoor steun wordt verleend // Steunbedrag voor een opslagtermijn van drie maanden // Per dag af te trekken of toe te voegen bedrag // // // // a) Hele of halve geslachte dieren, vers of gekoeld // 420 // 1,0 // // // // b) Achtervoeten, zogenaamde »pistola's", vers of gekoeld // 520 // 1,0 // // // // c) Achtervoeten, zogenaamde »rechte" versnijding, vers of gekoeld // 530 // 1,0 // // // // d) Voorvoeten, zogenaamde »pistola's", vers of gekoeld // 300 // 1,0 // // // // e) Voorvoeten, zogenaamde »rechte" versnijding, vers of geekoeld // 310 // 1,0 // // //

II. Hele of halve geslachte dieren, achtervoeten en voorvoeten van volwassen runderen niet begrepen in punt I

(in ecu per ton)

1.2.3 // // // // Produkten waarvoor steun wordt verleend // Steunbedrag voor een opslagtermijn van drie maanden // Per dag af te trekken of toe te voegen bedrag // // // // a) Hele of halve geslachte dieren, vers of gekoeld // 350 // 1,0 // // // // b) Achtervoeten, zogenaamde »pistola's", vers of gekoeld // 450 // 1,0 // // // // c) Achtervoeten, zogenaamde »rechte" versnijding, vers of gekoeld // 440 // 1,0 // // // // d) Voorvoeten, zogenaamde »pistola's", vers of gekoeld // 250 // 1,0 // // // // e) Voorvoeten, zogenaamde »rechte" versnijding, vers of geekoeld // 260 // 1,0 // // //