VERORDENING (EEG) Nr. 2135/89 VAN DE RAAD van 12 juni 1989 betreffende de gemeenschappelijke regeling van toepassing op de invoer van bepaalde textielprodukten van oorsprong uit de Volksrepubliek China #
VERORDENING (EEG) Nr. 2135/89 VAN DE RAAD van 12 juni 1989 betreffende de gemeenschappelijke regeling van toepassing op de invoer van bepaalde textielprodukten van oorsprong uit de Volksrepubliek China #
VERORDENING (EEG) Nr. 2135/89 VAN DE RAAD van 12 juni 1989 betreffende de gemeenschappelijke regeling van toepassing op de invoer van bepaalde textielprodukten van oorsprong uit de Volksrepubliek China -
Publicatieblad Nr. L 212 van 22/07/1989 blz. 0001 - 0078
VERORDENING (EEG) Nr. 2135/89 VAN DE RAAD
van 12 juni 1989
betreffende de gemeenschappelijke regeling van toepassing op de invoer van bepaalde textielprodukten van oorsprong uit de Volksrepubliek China
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende dat de Europese Economische Gemeenschap in 1988 met de Volksrepubliek China, hierna "China'' te noemen, een Overeenkomst betreffende de handel in textielprodukten (1), hierna "Overeenkomst'' te noemen, heeft gesloten;
Overwegende dat de Gemeenschap en China hebben besloten dat de bepalingen van deze Overeenkomst van 1 januari 1989 tot en met 31 december 1992 volledig zullen worden toegepast;
Overwegende dat het met het oog op de toepassing van de bepalingen van de Overeenkomst noodzakelijk is om nieuwe specifieke, gemeenschappelijke regels voor de invoer van bepaalde textielprodukten, van oorsprong uit China, vast te stellen;
Overwegende dat ervoor dient te worden zorg gedragen dat de doelstellingen van de Overeenkomst niet worden doorkruist door verlegging van het handelsverkeer; dat bijgevolg passende controlemaatregelen op de oorsprong van de produkten en administratieve samenwerkingsmethoden moeten worden vastgesteld;
Overwegende dat de inachtneming van de in deze Overeenkomst neergelegde kwantitatieve maxima bij uitvoer door een stelsel van dubbele controle wordt gegarandeerd; dat de doeltreffendheid van deze maatregelen afhankelijk is van de invoering door de Gemeenschap van een voor de invoer van alle produkten van oorsprong uit China waarvan de uitvoer aan kwantitatieve beperkingen is onderworpen, geldende regeling van kwantitatieve maxima;
Overwegende dat produkten die op het douanegebied van de Gemeenschap volgens de regeling inzake het actieve veredelingsverkeer of volgens een andere regeling van tijdelijke invoer zijn toegelaten en die uit dat gebied in ongewijzigde staat of na veredeling weer zullen worden uitgevoerd, niet aan deze kwantitatieve maxima mogen worden onderworpen;
(1) PB nr. L 380 van 31. 12. 1988, blz. 1.
Overwegende dat voor produkten die volgens de regeling inzake het economische passieve veredelingsverkeer worden wederingevoerd in speciale regels moet worden voorzien;
Overwegende dat de toepassing van deze kwantitatieve maxima krachtens de Overeenkomst de instelling van een bijzondere beheersprocedure noodzakelijk maakt; dat erop moet worden toegezien dat dit gemeenschappelijk beheer door een verdeling van de kwantitatieve maxima over de Lid-Staten wordt gedecentraliseerd en dat door de autoriteiten van de Lid-Staten de invoervergunningen volgens het in deze Overeenkomst neergelegde stelsel van dubbele controle worden afgegeven;
Overwegende dat, ten einde voor een zo goed mogelijk gebruik van de communautaire kwantitatieve maxima zorg te dragen, de verdeling ervan al naar gelang de in de onderscheiden Lid-Staten aan de dag tredende bevoorradingsbehoeften, en volgens de door de Raad vastgestelde kwantitatieve doelstellingen dient te geschieden; dat, gezien de aanzienlijke verschillen in de thans nog voor de invoer van de betrokken produkten in de Lid-Staten geldende voorwaarden, alsmede gezien de bijzondere gevoeligheid van de textielindustrie van de Gemeenschap, de eenmaking van deze invoervoorwaarden evenwel slechts geleidelijk kan worden verwezenlijkt; dat om deze redenen de verdeling slechts geleidelijk aan de bevoorradingsbehoeften zal kunnen worden aangepast;
Overwegende dat de Overeenkomst voorziet in de mogelijkheid tot automatische overschrijving tussen de aan de Lid-
Staten toegewezen quota binnen de grenzen van ieder communautair kwantitatief maximum met toenemende percentages vanaf het eerste jaar van toepassing van de Overeenkomst, ten einde met name aan China meer soepelheid te waarborgen bij het gebruik van ieder communautair kwantitatief maximum;
Overwegende dat voorts doelmatige en snelle procedures in stand moeten blijven voor de wijziging van de kwantitatieve maxima en voor de verdeling daarvan, ten einde met name met de ontwikkeling van de handelsstromen, het bestaan van extra invoerbehoeften en de verplichtingen van de Gemeenschap uit hoofde van de Overeenkomst rekening te houden;
Overwegende dat de Overeenkomst ten aanzien van bepaalde textielprodukten waarvoor beperkingen gelden, een overlegprocedure met China behelst, waardoor een maximumgroei van de invoer van het produkt kan worden overeenge-
komen, wanneer een aanzienlijke benutting van het desbetreffende kwantitatieve maximum op een opmerkelijke onderbenutting volgt; dat China eveneens ermee heeft ingestemd vanaf het tijdstip waarop het verzoek om overleg wordt ingediend, haar invoer tot een in de Overeenkomst vastgesteld niveau te beperken; dat wanneer binnen de gestelde termijn geen overeenstemming wordt bereikt, China zich bereid heeft verklaard, de groei van haar uitvoer tot een in de Overeenkomst vastgesteld niveau te beperken;
Overwegende dat de Overeenkomst voor de niet aan kwantitatieve maxima onderworpen textielprodukten in een overlegprocedure voorziet, ten einde, telkens wanneer voor een categorie produkten de omvang van de invoer in de Gemeenschap of in één van haar gebieden een bepaalde grens heeft overschreden, met China tot de vaststelling van kwantitatieve maxima te komen; dat China zich bovendien ertoe verbindt, om vanaf het tijdstip waarop het verzoek om overleg wordt ingediend, haar uitvoer tot het door de Gemeenschap aangegeven peil te beperken; dat de Gemeenschap, wanneer met China binnen de gestelde termijn geen overeenstemming kan worden bereikt, tot een bepaald jaarlijks of meerjaarlijks niveau kwantitatieve maxima kan instellen;
Overwegende dat in de Overeenkomst in een stelsel van samenwerking tussen de Gemeenschap en China is voorzien met het doel te voorkomen dat door overlading, door omleiding of met andere middelen ontduiking plaatsvindt; dat een overlegprocedure in het leven is geroepen ten einde met China tot overeenstemming te geraken over een gelijkwaardige aanpassing van het desbetreffende kwantitatieve maximum, wanneer blijkt dat de Overeenkomst is ontdoken; dat China eveneens heeft toegezegd de nodige maatregelen te nemen om ervoor zorg te dragen dat de aanpassingen snel kunnen worden uitgevoerd; dat, wanneer met China binnen de gestelde termijn geen overeenstemming is bereikt en er voor de ontduiking klemmende bewijzen voorhanden zijn, de Gemeenschap tot gelijkwaardige aanpassing kan overgaan;
Overwegende dat, ten einde met name de bij de Overeenkomst vastgestelde termijnen te kunnen naleven, een doeltreffende en snelle procedure voor de invoering van deze kwantitatieve maxima en voor het sluiten van overeenkomsten met China moet worden ingesteld;
Overwegende dat het om praktische redenen dienstig is om voor bovengenoemde doeleinden gebruik te maken van het bij Verordening (EEG) nr. 4136/86 (1) reeds ingestelde Comité van beheer;
Overwegende dat de bepalingen van de onderhavige verordening in overeenstemming met de internationale verplichtingen van de Gemeenschap, met name met die welke uit bovengenoemde Overeenkomst met China voortvloeien, moeten worden toegepast,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Deze verordening is van toepassing op de invoer in de Gemeenschap van de in bijlage I vermelde textielprodukten van oorsprong uit China.
2. De indeling van de in bijlage I vermelde produkten is, onverminderd artikel 3, lid 6, gegrond op de gecombineerde
(1) PB nr. L 387 van 31. 12. 1986, blz. 42.
nomenclatuur. De uitvoeringsbepalingen van dit lid zijn in bijlage V opgenomen.
3. Onverminderd de bepalingen van deze verordening is de invoer in de Gemeenschap van de in lid 1 bedoelde textielprodukten niet aan kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking onderworpen.
Artikel 2
1. De oorsprong van de in artikel 1, lid 1, bedoelde produkten wordt vastgesteld overeenkomstig de ter zake in de Gemeenschap geldende bepalingen.
2. De regels betreffende de controle van de oorsprong van de in artikel 1, lid 1, bedoelde produkten zijn in bijlage IV opgenomen.
Artikel 3
1. De invoer in de Gemeenschap van de in bijlage III genoemde textielprodukten van oorsprong uit China, die tussen 1 januari 1989 en 31 december 1992 worden verzonden, is aan de in die bijlage vastgestelde jaarlijkse kwantitatieve maxima onderworpen.
2. Voor het in het vrije verkeer brengen in de Gemeenschap van produkten waarvan de invoer aan de in lid 1 vastgestelde kwantitatieve maxima is onderworpen, is overlegging vereist van een invoervergunning of van een gelijkwaardig document dat overeenkomstig artikel 11 door de autoriteiten van de Lid-Staten is afgegeven.
3. De toegestane invoer wordt afgeboekt op de kwantitatieve maxima die zijn vastgesteld voor het jaar waarin de produkten in China zijn verzonden. In deze verordening wordt de verzending van de produkten geacht te hebben plaatsgevonden op de datum van inlading ervan in het luchtvaartuig, voertuig of schip waarmee de uitvoer plaatsvindt.
4. Produkten waarvoor vóór 1 januari 1989 bij invoer geen kwantitatief maximum gold en die vóór die datum naar de Gemeenschap onderweg waren, zijn niet aan de in dit artikel bedoelde kwantitatieve maxima onderworpen, op voorwaarde dat zij vóór 1 januari 1989 uit China zijn verzonden.
Produkten waarvoor vóór 1 januari 1989 bij invoer geen kwantitatief maximum gold en die op of na 1 januari 1989 uit China zijn verzonden, zijn onderworpen aan en worden afgeboekt op de in lid 1 bedoelde kwantitatieve maxima. Deze maxima zullen echter geen beletsel vormen voor de invoer van die produkten welke in China tussen 1 januari 1989 en de datum van inwerkingtreding van deze verordening werden verzonden.
5. Voor het in het vrije verkeer brengen van produkten die vóór 1 januari 1989 bij invoer aan een kwantitatief maximum waren onderworpen en die vóór die datum zijn verzonden, moeten vanaf die datum nog dezelfde invoerdocumenten worden overgelegd en gelden nog dezelfde invoervoorwaarden als vóór 1 januari 1989.
6. De omschrijving van de in bijlage III vastgestelde kwantitatieve maxima en van de categorieën van produkten waarop deze van toepassing zijn, wordt volgens de procedure van artikel 16 aangepast wanneer zulks noodzakelijk blijkt om te voorkomen dat een latere wijziging van de gecombineerde nomenclatuur of een besluit tot wijziging van de indeling van deze goederen een verlaging van deze kwantitatieve maxima tot gevolg heeft.
7. De in bijlage III vastgestelde kwantitatieve maxima kunnen worden aangepast volgens de procedure van artikel 16 ten einde rekening te houden met de inwerkingtreding van de gecombineerde nomenclatuur.
Artikel 4
1. De in artikel 3 bedoelde kwantitatieve maxima zijn niet van toepassing op de in bijlage VI omschreven produkten van de huisindustrie en folkloristische produkten die bij invoer vergezeld gaan van een door de bevoegde autoriteiten van China overeenkomstig de bepalingen van bijlage VI afgegeven certificaat en aan de overige in die bijlage opgenomen voorwaarden voldoen.
2. Het in het vrije verkeer brengen in de Gemeenschap van de in lid 1 bedoelde textielprodukten van oorsprong uit China wordt, voor zover voor soortgelijke machinaal vervaardigde produkten de in artikel 3 bedoelde kwantitatieve maxima gelden, slechts toegestaan voor die produkten waarvoor door de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten een invoerdocument is afgegeven.
Dit invoerdocument wordt automatisch afgegeven binnen een maximumtermijn van vijf werkdagen te rekenen vanaf de dag waarop de importeur een door de bevoegde autoriteiten van China afgegeven certificaat als bedoeld in lid 1 voorlegt.
Het invoerdocument is zes maanden geldig; daarin wordt de reden van vrijstelling vermeld zoals die in het in lid 1 bedoelde certificaat is opgenomen.
Artikel 5
1. Ingeval de Commissie, in het kader van de in artikel 16 vastgestelde procedure, vaststelt dat er zich in de Gemeenschap of in een van haar gebieden moeilijkheden voordoen naar aanleiding van een plotselinge en aanzienlijke stijging in een kalenderjaar, vergeleken met het voorafgaande jaar, van de invoer van een categorie van produkten van groep I die aan de in artikel 3 bedoelde kwantitatieve maxima zijn onderworpen, van oorsprong uit China, kan zij, met instemming van het Comité volgens de procedure van artikel 16, in overleg treden met China, volgens de in artikel 15 vastgestelde procedure, ten einde tot wederzijds bevredigende oplossingen te komen voor deze problemen.
2. Het in lid 1 bedoelde overleg met het betrokken leverende land kan leiden tot het treffen van een regeling tussen dat land en de Gemeenschap of tot de goedkeuring van gezamenlijke conclusies.
3. De in lid 2 bedoelde regelingen worden getroffen en de maatregelen waarnaar in de in lid 2 bedoelde regelingen of gezamenlijke conclusies wordt verwezen, worden vastgesteld volgens de in artikel 16 omschreven procedure.
Artikel 6
1. De in artikel 3 bedoelde kwantitatieve maxima zijn niet van toepassing op produkten die in een vrije zone zijn binnengebracht of die zijn ingevoerd onder de regeling douane-entrepots, tijdelijke invoer of actieve veredeling (schorsingssysteem).
Indien de in de eerste alinea bedoelde produkten op een later tijdstip in het vrije verkeer worden gebracht is artikel 3, lid 2, van toepassing en worden de in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheden afgeboekt op het kwantitatieve maximum dat is vastgesteld voor het jaar waarvoor de uitvoervergunning is afgegeven.
2. Indien de autoriteiten van de Lid-Staten constateren dat de invoer van textielprodukten is afgeboekt op een krachtens artikel 3 vastgesteld kwantitatief maximum en dat deze produkten vervolgens uit het douanegebied van de Gemeenschap zijn wederuitgevoerd, stellen zij binnen een termijn van vier weken de Commissie in kennis van de betrokken hoeveelheden en geven voor dezelfde produkten en dezelfde hoeveelheden aanvullende invoervergunningen af, zulks overeenkomstig het bepaalde in artikel 3, lid 2.
De op grond van deze vergunningen verrichte invoer wordt niet afgeboekt op het desbetreffende kwantitatieve maximum voor het lopende of het daaropvolgende jaar.
3. Behoudens de in bijlage VII vastgestelde voorwaarden is de wederinvoer in de Gemeenschap van textielprodukten na veredeling in China niet onderworpen aan de in artikel 3 bedoelde kwantitatieve maxima, mits deze wederinvoer plaatsvindt in overeenstemming met de in de Gemeenschap geldende voorschriften inzake economische passieve veredeling.
Artikel 7
1. De verdeling van de communautaire kwantitatieve maxima geschiedt op zodanige wijze dat een betere benutting ervan wordt gewaarborgd en door middel van een betere verdeling van de lasten over de Lid-Staten geleidelijk een meer evenwichtige marktpenetratie wordt bereikt.
2. De verdeling van de communautaire kwantitatieve maxima wordt, wanneer zulks noodzakelijk blijkt, volgens de procedure van artikel 16 en volgens de in lid 1 omschreven criteria aangepast in het bijzonder met het oog op de ontwikkelingstendensen van de handelsstromen, om voor een zo goed mogelijk gebruik daarvan zorg te dragen.
3. Onverminderd het bepaalde in lid 2 kan China na 1 juni van ieder jaar, na voorafgaande kennisgeving aan de Commissie, de ongebruikte hoeveelheden van de overeen-
komstig artikel 3 aan de Lid-Staten toegekende quota van een communautair kwantitatief maximum overschrijven op de aan de overige Lid-Staten toegekende quota van ditzelfde maximum, voor zover het quotum van de Lid-Staat vanwaar de overschrijving plaatsvindt, voor minder dan 80 % is gebruikt en tot de volgende percentages van het quotum waarnaar de overschrijving plaatsvindt:
4 % in 1989,
8 % in 1990,
16 % in 1991.
Het gedurende het vierde jaar van de Overeenkomst toe te passen percentage wordt na overleg tussen de partijen vastgesteld.
4. In de in lid 1 bedoelde gevallen die voor één of meer Lid-Staten van bijzonder economisch belang zijn, zal de Commissie evenwel voorstellen tot wijziging van de verdeling rechtstreeks bij de Raad indienen. De Raad neemt over dergelijke voorstellen een besluit overeenkomstig artikel 113 van het Verdrag.
Artikel 8
Ten einde de communautaire textiel- en kledingindustrie in staat te stellen van de in bijlage III vastgestelde kwantitatieve maxima, in het bijzonder die voor de categorieën 2, 3 en 37, gebruik te maken en tot een betere voorziening van deze industrieën met ruwe zijde, afval van zijde, angora en kasjmier, bij te dragen legt de Commissie op verzoek van een of meer Lid-Staten aan de Chinese autoriteiten vóór 1 december van elk jaar van de toepassing van de Overeenkomst een lijst voor van de betrokken fabricerende en verwerkende ondernemingen alsmede, in voorkomend geval, van de hoeveelheden produkten die door de betrokken ondernemingen worden verlangd.
Artikel 9
1. China kan, na voorafgaande kennisgeving aan de Commissie, van de aan de Lid-Staten toegekende quota als volgt gebruik maken:
a) Het voorafgaand gebruik in de loop van een jaar van een gedeelte van een voor het volgend jaar vastgesteld quotum is voor elk der categorieën produkten toegestaan tot een beloop van 5 % van het quotum van het jaar waarin het werkelijk wordt gebruikt.
Deze voorafgaande invoer wordt afgetrokken van de desbetreffende, voor het volgend jaar vastgestelde quota.
b) De overboeking van hoeveelheden die in de loop van een jaar ongebruikt blijven, naar het desbetreffende quotum van het volgende jaar is geoorloofd tot een beloop van 7 % van het quotum van het jaar waarin die hoeveelheden werkelijk worden gebruikt.
c) Overschrijvingen van hoeveelheden tussen categorieën van groep I kunnen slechts in de volgende gevallen worden uitgevoerd:
- overschrijvingen van categorie 1 naar de categorieën 2 en 3 zijn toegestaan tot een beloop van 7 % van het voor de categorie van bestemming vastgestelde quotum,
- overschrijvingen tussen de categorieën 2 en 3 worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van het Aanhangsel bij bijlage III,
- overschrijvingen tussen de categorieën 4, 5, 6, 7 en 8 zijn toegestaan tot een beloop van 7 % van het voor de categorie van bestemming vastgestelde quotum.
Overschrijvingen van hoeveelheden naar de verschillende categorieën van de groepen II of III, kunnen vanuit elke categorie van de groepen I, II of III worden verricht tot een beloop van 7 % van het voor de categorie van bestemming vastgestelde quotum.
De equivalentietabel die op bovengenoemde overschrijvingen wordt toegepast, is in bijlage I opgenomen.
d) de gecumuleerde toepassing van de bepalingen van de punten a), b) en c) mag in de loop van een bepaald jaar geen overschrijding van meer dan 17 % van de voor de betrokken categorie vastgestelde grens tot gevolg hebben.
2. Indien China een beroep doet op het bepaalde in lid 1 wordt zulks door de Commissie ter kennis gebracht van de autoriteiten van de betrokken Lid-Staat die deze invoer overeenkomstig het in bijlage V vastgestelde stelsel van dubbele controle toestaan.
3. Wanneer het quotum van een Lid-Staat door de toepassing van lid 1 of van artikel 10 is verhoogd of wanneer krachtens artikel 10 extra invoermogelijkheden in deze Lid-Staat zijn geschapen, wordt voor de toepassing van lid 1 in het lopende jaar of gedurende de volgende jaren met deze verhoging en extra invoermogelijkheden geen rekening gehouden.
Artikel 10
1. De Lid-Staten die voor intern verbruik een behoefte aan extra invoer vaststellen of van mening zijn dat hun quotum wellicht niet volledig zal worden gebruikt, stellen de Commissie daarvan in kennis.
2. De in artikel 3 vastgestelde kwantitatieve maxima kunnen volgens de procedure van artikel 16 worden verhoogd, wanneer er behoeften aan extra invoer ontstaan.
3. Op verzoek van een Lid-Staat die hetzij ter gelegenheid van beurzen, hetzij doordat die Lid-Staat tot een beloop van 80 % van zijn quotum invoervergunningen of gelijkwaardige documenten heeft afgegeven, behoeften aan extra invoer constateert, kan de Commissie, na mondelinge of schriftelijke raadpleging van de Lid-Staten in het in artikel 16 bedoelde Comité, mogelijkheden tot extra invoer in die Lid-Staat openen.
In dringende gevallen pleegt de Commissie binnen een termijn van vijf werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van
het verzoek van de betrokken Lid-Staat in het Comité overleg en neemt zij binnen een termijn van vijftien werkdagen te rekenen vanaf diezelfde datum een beslissing.
Artikel 11
1. De autoriteiten van de Lid-Staten geven, met inachtneming van de overeenkomstig de artikelen 5, 7, 9 en 10 genomen maatregelen, tot het beloop van hun quota de in artikel 3, lid 2, genoemde invoervergunningen of gelijkwaardige documenten af.
2. De invoervergunningen of gelijkwaardige documenten worden overeenkomstig de bepalingen van bijlage V afgegeven.
3. De hoeveelheden produkten waarvoor de in artikel 3 genoemde invoervergunningen of gelijkwaardige documenten gelden, worden afgeboekt van het quotum van de Lid-Staat die deze vergunningen of documenten heeft afgegeven.
4. De bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten annuleren reeds afgegeven invoervergunningen of gelijkwaardige documenten ingeval de overeenkomstige uitvoervergunningen door de bevoegde autoriteiten van China werden ingetrokken of geannuleerd. Wanneer echter de bevoegde autoriteiten van een Lid-Staat door de bevoegde autoriteiten van China eerst van de intrekking of annulering van een uitvoervergunning in kennis worden gesteld nadat de betrokken produkten in die Lid-Staat zijn ingevoerd, worden voor het jaar waarin de verzending van de produkten heeft plaatsgevonden, de desbetreffende hoeveelheden van de quota van die Lid-Staat afgeboekt.
Artikel 12
1. Voor de invoer in de Gemeenschap van de in bijlage I vermelde textielprodukten, van oorsprong uit China, die niet aan de in artikel 3 bedoelde kwantitatieve maxima zijn onderworpen, geldt een stelsel van administratief toezicht.
2. Indien de invoer in de Gemeenschap van tot enigerlei categorie behorende, in lid 1 bedoelde produkten, welke niet aan de regeling van bijlage VII zijn onderworpen en van oorsprong zijn uit China, ten opzichte van de in het voorgaande kalenderjaar in de Gemeenschap in totaal ingevoerde hoeveelheid produkten van dezelfde categorie de hierna vermelde percentages overschrijdt, kan deze invoer onder de in dit artikel vastgestelde voorwaarden aan kwantitatieve maxima worden onderworpen:
- voor de categorieën produkten van groep II: 5 %,
- voor de categorieën produkten van groep III: 10 %.
Deze regeling kan worden beperkt tot de invoer die voor bepaalde gebieden van de Gemeenschap is bestemd.
3. Indien de in lid 2 bedoelde invoer in een bepaald gebied van de Gemeenschap het voor dit gebied in onderstaande tabel vastgestelde percentage overschrijdt ten opzichte van de totale hoeveelheden die voor de gehele Gemeenschap volgens
het in lid 2 genoemde percentage worden berekend, kan deze invoer in dit gebied worden onderworpen aan kwantitatieve maxima:
Duitsland:25,5 %,
Benelux:9,5 %,
Frankrijk:16,5 %,
Italië:13,5 %,
Denemarken:2,7 %,
Ierland:0,8 %,
Verenigd Koninkrijk:21,0 %,
Griekenland:1,5 %,
Spanje:7,5 %,
Portugal:1,5 %.
,
4. De leden 2 en 3 zijn niet van toepassing wanneer de daar genoemde percentages wegens de daling van de totale invoer in de Gemeenschap worden bereikt en niet wegens een toename van de uitvoer van de produkten van oorsprong uit China.
5. Wanneer de Commissie in het kader van de procedure van artikel 16 vaststelt dat aan de in de leden 2 en 3 neergelegde voorwaarden is voldaan en zij het wenselijk acht een bepaalde categorie produkten aan een kwantitatief maximum te onderwerpen, gaat zij, met instemming van het Comité volgens de procedure van artikel 16, ertoe over:
a) met China volgens de procedure van artikel 15 in overleg te treden, ten einde tot overeenstemming of tot gemeenschappelijke conclusies inzake een passend maximumniveau voor de betrokken categorie produkten te komen;
b) in de regel, aan China, in afwachting van een voor beide partijen bevredigende oplossing, een verzoek te richten om voor een voorlopige periode van drie maanden te rekenen vanaf de datum waarop het verzoek om overleg is ingediend, de uitvoer van de betrokken categorie produkten naar de Gemeenschap of naar het (de) door de Gemeenschap te specificeren gebied(en) van de Gemeenschap te beperken. Het voorlopige maximum wordt vastgesteld op 25 % van het niveau van de invoer gedurende het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de invoer het niveau overschreed dat uit de toepassing van de regel bedoeld in lid 2 voortvloeit, en dat aanleiding gaf tot het verzoek om overleg, of op 25 % van het niveau dat uit de toepassing van de regel bedoeld in lid 2 voortvloeit, met dien verstande dat het hoogste van beide niveaus wordt genomen;
c) desgevallend, in afwachting van de afsluiting van het gevraagde overleg, op de invoer van de betrokken categorie produkten, kwantitatieve maxima toe te passen die gelijk zijn aan de krachtens het bepaalde onder b) aan China gevraagde. Deze maatregelen doen geen afbreuk aan regelingen die door de Gemeenschap op grond van de uitkomst van het overleg worden getroffen.
d) In dringende gevallen wendt de Commissie zich tot het in artikel 16 bedoelde Comité binnen een termijn van vijf werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van het verzoek van de Lid-Staat of de Lid-Staten die zich op de
urgentie beroepen en neemt zij binnen een termijn van vijf werkdagen na het einde van het overleg met het Comité een beslissing.
e) De krachtens dit lid getroffen maatregelen worden onverwijld in de vorm van een mededeling van de Commissie in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakt.
6. Het in lid 5, onder a), bedoelde overleg met China kan tot sluiting van een regeling tussen dat land en de Gemeenschap leiden of tot gemeenschappelijke conclusies inzake de invoering en het niveau van kwantitatieve maxima.
In deze regelingen of gemeenschappelijke conclusies moet worden bepaald dat de overeengekomen kwantitatieve maxima volgens een stelsel van dubbele controle worden beheerd.
7. Indien de Gemeenschap en China in de loop van het overleg niet binnen een maand te rekenen vanaf het begin van het overleg en ten hoogste twee maanden te rekenen vanaf de indiening van het verzoek om overleg tot een bevredigende oplossing kunnen komen, heeft de Gemeenschap het recht een definitief kwantitatief maximum in te stellen, waarvan het jaarlijkse niveau niet lager mag zijn dan het niveau dat uit de toepassing van de regel bedoeld in lid 2 voortvloeit, of dan 106 % van het niveau van de invoer gedurende het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de invoer het niveau overschreed dat uit de toepassing van de regel bedoeld in lid 2 voortvloeit en aanleiding gaf tot het verzoek om overleg, met dien verstande dat het hoogste van beide niveaus wordt genomen.
8. De in lid 6 bedoelde regelingen worden gesloten en tot de in de leden 5 en 7 of in de in lid 6 bedoelde regelingen of gemeenschappelijke conclusies voorgeschreven maatregelen wordt overeenkomstig de procedure van artikel 16 besloten.
9. Het jaarlijks niveau van de overeenkomstig de leden 5 tot en met 8 vastgestelde kwantitatieve maxima mag niet lager zijn dan het niveau van de in 1988 in de Gemeenschap of in het (de) betrokken gebied(en) gerealiseerde invoer van produkten van dezelfde categorie, van oorsprong uit China.
10. Indien het verloop van de totale invoer in de Gemeenschap van een produkt dat onder een overeenkomstig de leden 5 tot en met 8 vastgesteld kwantitatief maximum valt, zulks noodzakelijk maakt, wordt het jaarniveau van dit kwantitatieve maximum, na overleg met China volgens de procedure van artikel 15, verhoogd, ten einde de in de leden 2 en 3 vervatte voorwaarden na te leven.
11. De overeenkomstig de leden 6 en 8 vastgestelde kwantitatieve maxima kennen een jaarlijks groeipercentage dat is vastgesteld in onderlinge overeenstemming met China in het kader van de overlegprocedure van artikel 15.
12. De overeenkomstig de leden 5 tot en met 8 vastgestelde kwantitatieve maxima zijn niet van toepassing op produkten die naar de Gemeenschap onderweg zijn, op voorwaarde dat zij zijn verzonden vanuit China, met de bedoeling deze produkten vóór de datum van kennisgeving van het verzoek om overleg naar de Gemeenschap uit te voeren.
13. De overeenkomstig de leden 5 tot en met 8 vastgestelde kwantitatieve maxima worden beheerd overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 3, 4, 6, 7, 9, 10 en 11, behalve indien volgens de procedure van artikel 16 anders is bepaald.
Artikel 13
1. Voor de aan de in artikel 3 bedoelde kwantitatieve maxima onderworpen textielprodukten stellen de Lid-Staten binnen de eerste tien dagen van elke maand de Commissie in kennis van de totale hoeveelheden, in de daarvan geëigende eenheden en per categorie van produkten, waarvoor tijdens de voorafgaande maand invoervergunningen zijn afgegeven.
2. Voor de in bijlage VI genoemde textielprodukten, van oorsprong uit China, stellen de Lid-Staten binnen de eerste tien dagen van elke maand de Commissie in kennis van het totaal van de hoeveelheden, in de daarvoor geëigende eenheden en per categorie van produkten, waarvoor tijdens de voorafgaande maand overeenkomstig artikel 4, lid 2, invoerdocumenten zijn afgegeven.
Voor de in de bijlagen I en II genoemde textielprodukten stellen de Lid-Staten binnen 30 dagen na het einde van elke maand de Commissie in kennis van het totaal van de hoeveelheden van de in de loop van die maand verrichte invoer, met aanduiding van de code van de gecombineerde nomenclatuur en van de eenheden, met inbegrip van de eventuele extra eenheden van deze code. De invoer wordt gespecificeerd overeenkomstig de geldende procedures op het gebied van statistiek.
3. Voor de in bijlage VI, punt 1, genoemde produkten verschaffen de Lid-Staten uiterlijk binnen dertig dagen volgend op het eind van elke maand de Commissie zo nauwkeurig mogelijke inlichtingen omtrent de gedurende die maand ingevoerde totale hoeveelheden, in de daarvoor geëigende eenheden en per categorie van produkten.
4. Ten einde de ontwikkeling van de markt van de onder deze verordening vallende produkten te kunnen volgen, doen de Lid-Staten de Commissie vóór 31 maart van elk jaar de statistische gegevens van het voorafgaande jaar betreffende de uitvoer toekomen. De statistische gegevens betreffende de produktie en het verbruik per produkt zullen op een later, volgens de procedure van artikel 16 vast te stellen wijze, worden verstrekt.
5. Wanneer de aard van de produkten of bijzondere omstandigheden dit vereisen, kan de Commissie op verzoek van een Lid-Staat of op eigen initiatief de termijnen voor het verstrekken van bovengenoemde gegevens met inachtneming van de procedure van artikel 16 wijzigen.
6. De Lid-Staten stellen de Commissie op de volgens de procedure van artikel 16 vastgestelde wijze in kennis van alle andere gegevens die volgens diezelfde procedure nodig worden geacht om de naleving van de tussen de Gemeenschap en China overeengekomen verbintenissen te waarborgen.
7. In de in artikel 12, lid 5, onder d), bedoelde dringende gevallen stelt, onderscheidenlijk stellen de betrokken
Lid-Staat of de betrokken Lid-Staten de Commissie en de overige Lid-Staten per telex in kennis van de invoerstatistieken en de noodzakelijke economische gegevens.
Artikel 14
1. Wanneer de Commissie naar aanleiding van het volgens de procedures van bijlage IV verrichte onderzoek vaststelt dat de inlichtingen waarover zij beschikt, aantonen dat de produkten, van oorsprong uit China, die aan de kwantitatieve maxima bedoeld in artikel 3 zijn onderworpen of die krachtens artikel 12 zijn vastgesteld, zijn overgeladen, omgeleid of op een andere wijze met ontduiking van deze kwantitatieve maxima in de Gemeenschap zijn ingevoerd en dat de noodzakelijke aanpassingen dienen plaats te vinden, verzoekt zij om overleg volgens de procedure van artikel 15 ten einde over een gelijkwaardige aanpassing van de dienovereenkomstige kwantitatieve maxima overeenstemming te bereiken.
2. Hangende het resultaat van het overleg als bedoeld in lid 1 kan de Commissie China verzoeken bij wijze van voorzorgsmaatregel de nodige regelingen te treffen ten einde te waarborgen dat de in dit overleg overeengekomen aanpassingen van de kwantitatieve maxima kunnen worden aangebracht in het jaar waarin het verzoek tot overleg werd gedaan of tijdens het volgende jaar indien het kwantitatieve maximum voor het lopende jaar is uitgeput, zulks wanneer klemmende bewijzen van ontduiking voorhanden zijn.
3. Indien de Gemeenschap en China niet erin slagen binnen de in artikel 15 vastgestelde termijn een bevredigende oplossing te bereiken en de Commissie vaststelt dat klemmende bewijzen van ontduiking voorhanden zijn, brengt zij volgens de procedure van artikel 16 op de desbetreffende kwantitatieve maxima een gelijkwaardige hoeveelheid produkten van oorsprong uit China in mindering.
4. De in lid 1 bedoelde overeenkomsten worden gesloten en de maatregelen voorzien in lid 3 of in de in lid 1 bedoelde overeenkomsten, worden getroffen volgens de procedure van artikel 16.
Artikel 15
1. De Commissie voert het in deze verordening bedoelde overleg niet zijnde dat bedoeld in lid 2, met inachtneming van het volgende:
- de Commissie geeft China kennis van het verzoek om overleg;
- binnen een redelijke termijn in elk geval niet later dan vijftien dagen te rekenen vanaf de datum van kennisgeving, volgt op het verzoek om overleg een verklaring omtrent de redenen en omstandigheden die naar het oordeel van de Commissie de indiening van dat verzoek rechtvaardigen;
- de Commissie begint het overleg uiterlijk binnen een maand na de kennisgeving van het verzoek, ten einde
uiterlijk binnen een maand tot overeenstemming of een wederzijds aanvaardbare conclusie te komen.
2. Voor het in artikel 5 bedoelde overleg gelden de volgende bepalingen:
- de Commissie geeft China kennis van het verzoek om overleg en verstrekt daarbij tevens een verklaring omtrent de redenen en omstandigheden die naar het oordeel van de Commissie de indiening van dat verzoek rechtvaardigen;
- de Commissie begint het overleg uiterlijk binnen vijftien dagen na de kennisgeving van het verzoek ten einde uiterlijk binnen vijftien dagen tot overeenstemming of een wederzijds aanvaardbare conclusie te komen.
Artikel 16
1. Het in dit artikel genoemde Comité is voor de toepassing en de toepassingsduur van deze verordening het bij artikel 15 van Verordening (EEG) nr. 4136/86 ingestelde "Comité textielprodukten''.
2. Wanneer naar de in dit artikel omschreven procedure wordt verwezen, wordt de aangelegenheid door de voorzitter, hetzij op diens initiatief, hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat, aan het Comité voorgelegd.
3. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan bepalen naar gelang van de urgentie van het betrokken vraagstuk. Het Comité spreekt zich uit met de in artikel 148, lid 2, van het Verdrag vastgestelde meerderheid voor de goedkeuring van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij de stemming in het Comité worden de stemmen der vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen, zoals dit in voornoemd artikel is vastgesteld. De voorzitter neemt geen deel aan de stemming.
4. a) De Commissie stelt de overwogen maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het Comité.
b) Wanneer de overwogen maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het Comité, of bij gebreke van een advies, legt de Commissie onverwijld een voorstel aan de Raad voor betreffende de te nemen maatregelen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.
c) Indien na het verstrijken van één maand te rekenen vanaf de indiening van het voorstel bij de Raad deze geen besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld.
5. Het Comité kan door de voorzitter, hetzij op diens initiatief, hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat worden geraadpleegd over ieder ander vraagstuk betreffende de toepassing van deze verordening.
Artikel 17
De Lid-Staten stellen de Commissie van alle maatregelen in kennis die overeenkomstig deze verordening worden genomen en van alle wettelijke en administratiefrechtelijke bepalingen betreffende de invoerregeling voor de onder deze verordening vallende produkten.
Artikel 18
Wijzigingen van de bijlagen bij deze verordening die noodzakelijk blijken te zijn om rekening te houden met de sluiting, wijziging of het verstrijken van overeenkomsten met derde
landen dan wel met wijzigingen in de Gemeenschapsvoorschriften inzake statistieken, douaneregelingen of gemeenschappelijke invoerregelingen, worden volgens de procedure van artikel 16 vastgesteld.
Artikel 19
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing van 1 januari 1989 tot en met 31 december 1992.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Luxemburg, 12 juni 1989.
Voor de Raad
De Voorzitter
F. FERNANDEZ ORDOÑEZ
BIJLAGE I
PRODUKTEN BEDOELD IN ARTIKEL 1, LID 1
1. Wegens het ontbreken van nauwkeurige gegevens over het materiaal waarvan de produkten van de categorieën 1 tot en met 114 zijn samengesteld, wordt ervan uitgegaan dat deze produkten uitsluitend zijn samengesteld uit wol of fijn haar, katoen, of synthetische of kunstmatige vezels.
2. Kleding welke niet herkenbaar is als heren- of jongenskleding of als dames- of meisjeskleding, wordt bij laatstgenoemde ingedeeld.
3. De term "babykleding'' omvat ook kleding voor meisjes tot en met handelsmaat 86.
GROEP I A
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
GROEP I B
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
2XC>
GROEP II A
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
GROEP II B
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
GROEP III A
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
48
(vervolg)
ex 5107 20 51
ex 5107 20 59
ex 5107 20 91
ex 5107 20 99
ex 5108 20 10
ex 5108 20 90
49
ex 5109 10 10
ex 5109 10 90
ex 5109 90 10
ex 5109 90 90
Garens van wol of van fijn haar, gereed voor de verkoop in het klein
50
ex 5111 11 00
ex 5111 19 10
ex 5111 19 90
ex 5111 20 00
ex 5111 30 10
ex 5111 30 30
ex 5111 30 90
ex 5111 90 10
ex 5111 90 91
ex 5111 90 93
ex 5111 90 99
ex 5112 11 00
ex 5112 19 10
ex 5112 19 90
ex 5112 20 00
ex 5112 30 10
ex 5112 30 30
ex 5112 30 90
ex 5112 90 10
ex 5112 90 91
ex 5112 90 93
ex 5112 90 99
Weefsels van wol of van fijn haar
51
ex 5203 00 00
Katoen, gekaard of gekamd
53
ex 5803 10 00
Weefsels met gaasbinding, van katoen
54
ex 5507 00 00
Kunstmatige stapelvezels, afval daarin begrepen, gekaard, gekamd of op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen
55
ex 5506 10 00
ex 5506 20 00
ex 5506 30 00
ex 5506 90 10
ex 5506 90 91
ex 5506 90 99
Synthetische stapelvezels, afval daarin begrepen, gekaard of gekamd of op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen
56
ex 5508 10 90
ex 5511 10 00
ex 5511 20 00
Garens van synthetische stapelvezels (afval daarin begrepen), gereed voor de verkoop in het klein
58
ex 5701 10 10
ex 5701 10 91
ex 5701 10 93
ex 5701 10 99
ex 5701 90 10
ex 5701 90 90
Tapijten, geknoopt of met opgerolde polen, ook indien geconfectioneerd
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
59
ex 5702 10 00
ex 5702 31 10
ex 5702 31 30
ex 5702 31 90
ex 5702 32 10
ex 5702 32 90
ex 5702 39 10
ex 5702 41 10
ex 5702 41 90
ex 5702 42 10
ex 5702 42 90
ex 5702 49 10
ex 5702 51 00
ex 5702 52 00
ex 5702 59 00
ex 5702 91 00
ex 5702 92 00
ex 5702 99 00
ex 5703 10 10
ex 5703 10 90
ex 5703 20 11
ex 5703 20 19
ex 5703 20 91
ex 5703 20 99
ex 5703 30 11
ex 5703 30 19
ex 5703 30 51
ex 5703 30 59
ex 5703 30 91
ex 5703 30 99
ex 5703 90 10
ex 5703 90 90
ex 5704 10 00
ex 5704 90 00
ex 5705 00 10
ex 5705 00 31
ex 5705 00 39
ex 5705 00 90
Tapijten, andere dan die van categorie 58
60
ex 5805 00 00
Tapisserieën, met de hand geweven (zoals gobelins, Vlaamse tapis-
serieën, aubussons, beauvais en dergelijke) of met de naald vervaardigd (halve kruissteek, kruissteek, enz.), ook indien geconfectioneerd
61
ex 5806 10 00
ex 5806 20 00
ex 5806 31 10
ex 5806 31 90
ex 5806 32 10
ex 5806 32 90
ex 5806 39 00
ex 5806 40 00
Lint, alsmede bolduclint, zijnde lint zonder inslag van aaneengelijmde evenwijdig lopende draden of textielvezels, met uitzondering van de etiketten en dergelijke artikelen van categorie 62
Elastische weefsels (met uitzondering van brei- of haakwerk) van met rubberdraden verbonden textielstoffen
62
ex 5606 00 91
ex 5606 00 99
Chenillegarens; omwoeld garen (ander dan metaalgarens en ander dan omwoeld paardehaar)
ex 5804 10 11
ex 5804 10 19
ex 5804 10 90
ex 5804 21 10
ex 5804 21 90
ex 5804 29 10
ex 5804 29 90
ex 5804 30 00
Tule, bobinettule en filetweefsels, kant (mechanisch of met de hand vervaardigd), aan het stuk, in banden of in de vorm van motieven
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
62
(vervolg)
ex 5807 10 10
ex 5807 10 90
Etiketten, insignes en dergelijke artikelen, van textiel, niet geborduurd, aan het stuk, in banden of gesneden, geweven
ex 5808 10 00
ex 5808 90 00
Vlechten aan het stuk; ander passementwerk en andere, dergelijke versieringsartikelen, aan het stuk; eikels, kwasten, pompons en dergelijke
ex 5810 10 10
ex 5810 10 90
ex 5810 91 10
ex 5810 91 90
ex 5810 92 10
ex 5810 92 90
ex 5810 99 10
ex 5810 99 90
Borduurwerk, aan het stuk, in banden of in de vorm van motieven
63
ex 5906 91 00
ex 6002 10 10
ex 6002 10 90
ex 6002 30 10
ex 6002 30 90
ex 6001 10 00
ex 6002 20 31
ex 6002 43 19
Brei- en haakwerk van synthetische vezels, bevattende 5 of meer gewichtspercenten elastomeergarens, en brei- en haakwerk bevattende 5 of meer gewichtspercenten rubberdraden
Rachelkant en poolbreiwerk van synthetische vezels
65
ex 5606 00 10
ex 6001 10 00
ex 6001 21 00
ex 6001 22 00
ex 6001 29 10
ex 6001 91 10
ex 6001 91 30
ex 6001 91 50
ex 6001 91 90
ex 6001 92 10
ex 6001 92 30
ex 6001 92 50
ex 6001 92 90
ex 6001 99 10
ex 6002 10 10
ex 6002 20 10
ex 6002 20 39
ex 6002 20 50
ex 6002 20 70
ex 6002 30 10
ex 6002 41 00
ex 6002 42 10
ex 6002 42 30
ex 6002 42 50
ex 6002 42 90
ex 6002 43 31
ex 6002 43 33
ex 6002 43 35
ex 6002 43 39
ex 6002 43 50
ex 6002 43 91
ex 6002 43 93
ex 6002 43 95
ex 6002 43 99
ex 6002 91 00
ex 6002 92 10
ex 6002 92 30
ex 6002 92 50
Brei- en haakwerk, ander dan dat bedoeld in de categorieën 38 A en 63, van wol, van katoen, of van synthetische of van kunstmatige vezels
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
65
(vervolg)
ex 6002 92 90
ex 6002 93 31
ex 6002 93 33
ex 6002 93 35
ex 6002 93 39
ex 6002 93 91
ex 6002 93 99
66
ex 6301 10 00
ex 6301 20 91
ex 6301 20 99
ex 6301 30 90
ex 6301 40 90
ex 6301 90 90
Dekens, andere dan van brei- of haakwerk, van wol, van katoen, of van synthetische of van kunstmatige vezels
GROEP III B
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
BIJLAGE II
PRODUKTEN BEDOELD IN ARTIKEL 13, LID 2
GROEP IV
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
GROEP V
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
BIJLAGE III
KWANTITATIEVE BEPERKINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 3, LID 1 In het geval van de Bondsrepubliek Duitsland zijn 19 % van de in de bijlage omschreven kwantitatieve beperkingen gereserveerd voor de Jaarbeurs van Berlijn, behalve voor de volgende categorieën: 18, 23, 26, 67, 73, 76 en 83
GROEP I A
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
GROEP I B
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
GROEP II A
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
GROEP II B (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10) 12 ex 6115 12 00 ex 6115 19 10 ex 6115 19 90 ex 6115 20 11 ex 6115 20 90 ex 6115 91 00 ex 6115 92 00 ex 6115 93 10 ex 6115 93 30 ex 6115 93 99 ex 6115 99 00 Kousenbroeken, kousen, onderkousen, sokken, voetjes en dergelijke artikelen van brei- of haakwerk, andere dan voor baby's, aderspatkousen daaronder begrepen, andere dan produkten van categorie 70 China 1 000 paar D F I BNL UK IRL DK EL ES P EEG 2 615 5 859 1 168 1 334 2 325 70 380 105 350 93 14 299 2 882 5 889 1 282 1 378 2 508 77 393 117 385 103 15 014 3 120 5 918 1 416 1 428 2 718 85 407 129 428 116 15 765 3 379 5 947 1 565 1 479 2 919 94 422 142 476 130 16 553 13 ex 6107 11 00 ex 6107 12 00 ex 6107 19 00 ex 6108 21 00 ex 6108 22 00 ex 6108 29 00 Slips en onderbroeken voor heren en jongens, slips en broeken voor dames en meisjes, van brei- of haakwerk, van wol, van katoen, of van synthetische of van kunstmatige vezels China 1 000 stuks D F BNL UK IRL 10 886 2 622 2 791 36 549 488 11 430 2 753 2 931 38 376 512 12 002 2 891 3 077 40 295 538 12 602 3 035 3 231 42 310 565 15 ex 6202 11 00 ex 6202 12 10 ex 6202 12 90 ex 6202 13 10 ex 6202 13 90 ex 6204 31 00 ex 6204 32 90 ex 6204 33 90 ex 6204 39 19 ex 6210 30 00 Mantels, regenjassen en capes daaronder begrepen, blazers en jasjes, geweven, voor dames en meisjes, van wol, van katoen of van synthetische of van kunstmatige vezels (andere dan parka's (van categorie 21)) China 1 000 stuks F (¹) BNL 445 187 467 196 491 206 515 217 16 ex 6203 11 00 ex 6203 12 00 ex 6203 19 10 ex 6203 19 30 ex 6203 21 00 ex 6203 22 90 ex 6203 23 90 ex 6203 29 19 Kostuums en combinaties, andere dan van brei- of haakwerk, voor heren en jongens, van wol, van katoen, of van synthetische of van kunstmatige vezels, behalve skikleding China 1 000 stuks F I UK 300 4 500 225 315 4 725 236 331 4 961 248 347 5 209 260 18 ex 6207 11 00 ex 6207 19 00 ex 6207 21 00 ex 6207 22 00 ex 6207 29 00 ex 6207 91 00 ex 6207 92 00 ex 6207 99 00 ex 6208 11 00 ex 6208 19 10 ex 6208 19 90 ex 6208 21 00 ex 6208 22 00 ex 6208 29 00 ex 6208 91 10 ex 6208 91 90 ex 6208 92 10 ex 6208 92 90 ex 6208 99 00 Onderhemden, slips, onderbroeken, nachthemden, pyjama's, badjassen, kamerjassen en dergelijke artikelen, voor heren en jongens, andere dan van brei- of haakwerk Onderhemden en hemden, onderjurken en onderrokken, slips, nachthemden, pyjama's, negligés, badjassen, kamerjassen en dergelijke artikelen, voor dames en meisjes, andere dan van brei- of haakwerk China ton D F I BNL UK IRL DK EL ES P EEG 648 805 481 417 748 5 113 9 65 9 3 300 716 819 502 427 781 6 116 11 76 11 3 465 784 834 524 437 815 8 119 14 89 14 3 638 858 853 546 447 850 9 122 16 103 16 3 820 (¹) Zie aanhangsel. (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10) 19 ex 6213 20 00 ex 6213 90 00 Zakdoeken, andere dan van brei- of haakwerk China 1 000 stuks D F I BNL UK IRL DK EL ES P EEG 20 321 7 862 11 046 13 202 11 767 434 2 303 546 1 036 113 68 630 20 902 8 826 11 362 13 268 12 802 476 2 357 613 1 286 170 72 062 21 540 9 868 11 653 13 334 13 877 516 2 406 684 1 580 207 75 665 22 285 10 850 12 056 13 400 14 980 557 2 477 769 1 815 259 79 448 21 ex 6201 12 10 ex 6201 12 90 ex 6201 13 10 ex 6201 13 90 ex 6201 91 00 ex 6201 92 00 ex 6201 93 00 ex 6202 12 10 ex 6202 12 90 ex 6202 13 10 ex 6202 13 90 ex 6202 91 00 ex 6202 92 00 ex 6202 93 00 Parka's, anoraks, windjakken en dergelijke, andere dan van brei- of haakwerk, van wol, van katoen, of van synthetische of van kunstmatige vezels China 1 000 stuks D (¹) F (¹) I (¹) BNL UK IRL (¹) DK EL ES P EEG 2 458 1 103 897 585 924 38 171 77 206 41 6 500 (¹) 2 488 1 154 938 623 1 034 43 179 84 235 47 6 825 (¹) 2 519 1 208 982 652 1 158 47 187 91 268 54 7 166 (¹) 2 565 1 265 1 029 683 1 270 51 196 99 307 60 7 525 (¹) 24 ex 6107 21 00 ex 6107 22 00 ex 6107 29 00 ex 6107 91 00 ex 6107 92 00 ex 6107 99 10 ex 6108 31 10 ex 6108 31 90 ex 6108 32 11 ex 6108 32 19 ex 6108 32 90 ex 6108 39 00 ex 6108 91 00 ex 6108 92 00 ex 6108 99 10 Nachthemden, pyjama's, badjassen, kamerjassen en dergelijke artikelen van brei- of haakwerk, voor heren en jongens Nachthemden, pyjama's, negligés, badjassen, kamerjassen en dergelijke artikelen, van brei- of haakwerk, voor dames en meisjes China 1 000 stuks D F I BNL UK 4 900 840 435 384 513 (¹) 5 145 882 457 403 539 (¹) 5 402 926 480 423 566 (¹) 5 672 972 504 445 594 (¹) 26 ex 6104 41 00 ex 6104 42 00 ex 6104 43 00 ex 6104 44 00 ex 6204 41 00 ex 6204 42 00 ex 6204 43 00 ex 6204 44 00 Japonnen voor dames en meisjes, van wol, van katoen, of van synthetische of van kunstmatige vezels China 1 000 stuks D (¹) F (¹) I BNL UK IRL DK EL ES P EEG 1 130 506 420 189 626 22 90 46 140 31 3 200 1 151 530 440 212 669 24 94 48 157 35 3 360 1 171 555 461 238 714 26 98 50 176 39 3 528 1 194 582 484 268 750 28 103 53 198 44 3 704 27 ex 6104 51 00 ex 6104 52 00 ex 6104 53 00 ex 6104 59 00 ex 6204 51 00 ex 6204 52 00 ex 6204 53 00 ex 6204 59 10 Rokken, broekrokken inbegrepen, voor dames en meisjes China 1 000 stuks UK 320 336 353 370 (¹) Zie aanhangsel. (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10) 29 ex 6204 11 00 ex 6204 12 00 ex 6204 13 00 ex 6204 19 10 ex 6204 21 00 ex 6204 22 90 ex 6204 23 90 ex 6204 29 19 Mantelpakken, broekpakken en combinaties, andere dan van brei- of haakwerk, voor dames en meisjes, van wol, van katoen, of van synthetische of van kunstmatige vezels, behalve skikleding China 1 000 stuks F I 185 240 194 252 204 265 214 278 31 ex 6212 10 00 Bustehouders, geweven of van brei- of haakwerk China 1 000 stuks F BNL UK 1 700 600 650 1 785 630 683 1 874 662 717 1 968 695 752 68 ex 6111 10 90 ex 6111 20 90 ex 6111 30 90 ex 6111 90 00 ex 6209 10 00 ex 6209 20 00 ex 6209 30 00 ex 6209 90 00 Babykleding en -kledingtoebehoren, met uitzondering van handschoenen, wanten en dergelijke artikelen voor baby's, van de categorieën 10 en 87, en kousen en sokken voor baby's, andere dan van brei- of haakwerk, van categorie 88 China ton F (¹) UK 950 355 998 373 1 047 391 1 100 411 73 ex 6112 11 00 ex 6112 12 00 ex 6112 19 00 Trainingspakken van brei- of haakwerk, van wol, van katoen, of van synthetische of van kunstmatige vezels China 1 000 stuks D F I BNL UK IRL DK EL ES P EEG 592 347 265 213 415 16 96 32 57 17 2 050 (¹) 616 366 279 222 437 17 97 34 66 19 2 153 (¹) 639 387 294 232 460 18 98 35 76 21 2 260 (¹) 663 406 310 242 484 19 100 37 88 24 2 373 (¹) 76 ex 6203 22 10 ex 6203 23 10 ex 6203 29 11 ex 6203 32 10 ex 6203 33 10 ex 6203 39 11 ex 6203 42 11 ex 6203 42 51 ex 6203 43 11 ex 6203 43 31 ex 6203 49 11 ex 6203 49 31 ex 6204 22 10 ex 6204 23 10 ex 6204 29 11 ex 6204 32 10 ex 6204 33 10 ex 6204 39 11 ex 6204 62 11 ex 6204 62 51 ex 6204 63 11 ex 6204 63 31 ex 6204 69 11 ex 6204 69 31 ex 6211 32 10 ex 6211 33 10 ex 6211 42 10 ex 6211 43 10 Werk- en bedrijfskleding, andere dan van brei- of haakwerk, voor heren en jongens Schorten, stofjassen en andere werk- en bedrijfskleding, andere dan van brei- of haakwerk, voor dames en meisjes China ton D (¹) F I BNL UK IRL DK EL ES P EEG 1 538 331 424 197 534 28 81 46 57 14 3 250 1 546 370 443 220 584 29 86 49 70 16 3 413 1 557 414 463 246 633 30 92 51 79 18 3 583 1 567 462 483 275 685 31 96 54 89 20 3 762 (¹) Zie aanhangsel. (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10) 78 ex 6203 41 30 ex 6203 42 59 ex 6203 43 39 ex 6203 49 39 ex 6204 61 80 ex 6204 61 90 ex 6204 62 59 ex 6204 62 90 ex 6204 63 39 ex 6204 63 90 ex 6204 69 39 ex 6204 69 50 ex 6210 40 00 ex 6210 50 00 ex 6211 31 00 ex 6211 32 90 ex 6211 33 90 ex 6211 41 00 ex 6211 42 90 ex 6211 43 90 Kleding, andere dan van brei- of haakwerk, uitgezonderd de kleding van de categorieën 6, 7, 8, 14, 15, 16, 17, 18, 21, 26, 27, 29, 68, 72, 76 en 77 China ton F I 280 260 297 276 315 292 333 310 83 ex 6101 10 10 ex 6101 20 10 ex 6101 30 10 ex 6102 10 10 ex 6102 20 10 ex 6102 30 10 ex 6103 31 00 ex 6103 32 00 ex 6103 33 00 ex 6103 39 00 ex 6104 31 00 ex 6104 32 00 ex 6104 33 00 ex 6104 39 00 ex 6112 20 00 ex 6113 00 90 ex 6114 10 00 ex 6114 20 00 ex 6114 30 00 Jassen, colbertjassen, blazers en andere kleding, skipakken daaronder begrepen, van brei- of haakwerk, uitgezonderd de kleding van de categorieën 4, 5, 7, 13, 24, 26, 27, 28, 68, 69, 72, 73, 74 en 75 China ton D F 150 105 158 110 165 116 174 122
GROEP III A
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
GROEP III B
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Aanhangsel
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
BIJLAGE IV
bedoeld in artikel 2, lid 2, en in artikel 14, lid 1
DEEL I
Oorsprong
Artikel 1
1. De in bijlage I vermelde produkten van oorsprong uit China kunnen overeenkomstig de bij deze verordening vastgestelde regelingen in de Gemeenschap worden ingevoerd onder geleide van een certificaat van oorsprong opgesteld volgens het model dat aan bijlage V is gehecht.
2. Het certificaat van oorsprong wordt door de bevoegde overheidsinstanties van China afgegeven indien de betrokken produkten kunnen worden beschouwd als van oorsprong uit China te zijn in de zin van de ter zake in de Gemeenschap geldende bepalingen.
3. Produkten van bijlage I welke niet onder de groepen I of II vallen, kunnen evenwel overeenkomstig de in de verordening vastgestelde bepalingen in de Gemeenschap worden ingevoerd op voorwaarde dat een door de exporteur of de leverancier op de factuur of, bij ontstentenis daarvan, op een ander handelsdocument met betrekking tot deze produkten aangebrachte verklaring wordt overgelegd waaruit blijkt dat de genoemde produkten, in de zin van de ter zake in de Gemeenschap geldende bepalingen, van oorsprong zijn uit China waar de verklaring werd opgesteld.
4. Wanneer voor produkten die onder dezelfde categorie en dezelfde tariefpost vallen uiteenlopende criteria voor het bepalen van de oorsprong zijn vastgesteld, dient het certificaat of de verklaring een omschrijving van de goederen te bevatten die voldoende nauwkeurig is om het criterium te kunnen beoordelen op basis waarvan het certificaat werd afgegeven of de verklaring werd opgesteld.
Artikel 2
De vaststelling dat de op het certificaat van oorsprong vermelde gegevens in lichte mate afwijken van die welke voorkomen in de documenten die met het oog op het vervullen van de formaliteiten in verband met de invoer van het produkt aan het douanekantoor worden overgelegd, heeft niet noodzakelijkerwijze tot gevolg dat de in het certificaat opgenomen gegevens in twijfel worden getrokken.
Artikel 3
1. De certificaten van oorsprong, formulier A en formulieren APR die op het tijdstip van invoer in de Gemeenschap ter verkrijging van tariefpreferenties worden overgelegd, dienen in de plaats van het in artikel 1 bedoelde bewijs van oorsprong te worden aanvaard.
2. Het in artikel 1 genoemde bewijs van oorsprong is niet vereist voor goederen die vergezeld gaan van een certificaat, opgesteld overeenkomstig het model en overeenkomstig de voorwaarden bedoeld in bijlage VI.
3. Niet commerciële invoer die overeenkomstig het bepaalde in de betreffende preferentiële regelingen is vrijgesteld van overlegging van de in lid 1 bedoelde documenten, is niet aan de bepalingen van deze bijlage onderworpen.
4. De voorwaarden waaronder deze bijlage van toepassing is op niet commerciële invoer, anders dan die bedoeld in lid 3, dienen te worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 802/68 (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3860/87 (2).
In afwachting van de tenuitvoerlegging van deze voorschriften kunnen de Lid-Staten de ter zake geldende nationale bepalingen blijven toepassen.
DEEL II
Administratieve samenwerking
Artikel 4
De Commissie deelt de autoriteiten van de Lid-Staten de namen en adressen mede van de instanties in China die bevoegd zijn voor de afgifte van certificaten van oorsprong en van uitvoervergunningen en doet hun terzelfder tijd de modellen van de door deze instanties gebruikte stempelafdrukken toekomen.
Artikel 5
1. De controle a posteriori van certificaten van oorsprong of van uitvoervergunningen vindt steekproefsgewijze plaats of telkens wanneer de bevoegde instanties van de Gemeenschap gegronde twijfel hebben omtrent de echtheid van het certificaat of de vergunning of de juistheid van de informatie betreffende de werkelijke oorsprong van de betrokken produkten.
In dergelijke gevallen zenden de bevoegde instanties van de Gemeenschap het certificaat van oorsprong of de uitvoervergunning, dan wel een afschrift daarvan aan de bevoegde overheidsinstantie in China terug met opgave, indien nodig, van de formele of materiële redenen die een onderzoek rechtvaardigen. Indien de factuur werd overgelegd, wordt deze of een afschrift ervan aan het certificaat van oorsprong of de uitvoervergunning of de afschriften ervan gehecht. De autoriteiten delen bovendien alle ingewonnen informatie mede die doet vermoeden dat de op het genoemde certificaat of de vergunning vermelde gegevens onjuist zijn.
(1) PB nr. L 148 van 26. 6. 1968, blz. 1.
(2) PB nr. L 363 van 23. 12. 1987, blz. 30.
2. Het bepaalde in lid 1 is eveneens van toepassing op de controles a posteriori van de in artikel 1, lid 3, van deze bijlage bedoelde verklaringen betreffende de oorsprong.
3. De uitslag van de overeenkomstig de leden 1 en 2 verrichte controles a posteriori wordt binnen drie maanden ter kennis van de bevoegde instanties van de Gemeenschap gebracht.
In de medegedeelde informatie dient te worden aangegeven of het betwiste certificaat of de betwiste vergunning of verklaring betrekking heeft op de werkelijk uitgevoerde goederen en of de goederen voor uitvoer naar de Gemeenschap met toepassing van deze verordening in aanmerking komen. De bevoegde instanties van de Gemeenschap kunnen bovendien eisen dat afschriften worden overgelegd van alle documenten die nodig zijn om een duidelijk inzicht te krijgen in de feiten en, in het bijzonder, om de werkelijke oorsprong van de goederen te kunnen vaststellen (1).
4. Indien dergelijke controles misbruiken of ernstige onregelmatigheden bij het gebruik van verklaringen betreffende de oorsprong aantonen, dient de betrokken Lid-Staat de Commissie daarvan in kennis te stellen. De Commissie deelt deze informatie aan de overige Lid-Staten mede.
Op verzoek van een Lid-Staat of op initiatief van de Commissie onderzoekt het Comité Oorsprong van goederen zo spoedig mogelijk, volgens de in artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 802/68 omschreven procedure, of het wenselijk is overeenkomstig artikel 1, leden 1 en 2, voor de betrokken produkten om overlegging van een certificaat van oorsprong te verzoeken.
Het besluit wordt genomen overeenkomstig de procedure van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 802/68.
5. Het willekeurig gebruik van de in dit artikel omschreven procedure mag geen beletsel vormen voor het in het vrije verkeer brengen van de betrokken produkten.
Artikel 6
1. Wanneer de in artikel 5 bedoelde controleprocedure of de informatie waarover de bevoegde instanties in de Gemeenschap beschikken, uitwijst dat de bepalingen van deze verordening worden overtreden, eisen de genoemde instanties dat China naar de transacties die op de bepalingen van deze verordening een inbreuk vormen of lijken te vormen, het nodige onderzoek verricht of laat verrichten. De uitslag van dit onderzoek wordt de bevoegde instanties van de Gemeenschap medegedeeld samen met alle andere ter zake dienende informatie die het mogelijk maakt de werkelijke oorsprong van de goederen vast te stellen.
2. In het kader van de maatregelen die overeenkomstig deze bijlage worden genomen, kunnen de bevoegde instanties van de Gemeenschap met de bevoegde overheidsinstanties van China alle informatie uitwisselen die ter voorkoming van inbreuken op het bepaalde in deze verordening nuttig wordt geacht.
3. Wanneer wordt vastgesteld dat de bepalingen van deze verordening zijn overtreden, kan de Commissie overeenkomstig de procedure van artikel 15 van deze verordening met China de maatregelen overeenkomen die noodzakelijk zijn om herhaling van dergelijke overtredingen te voorkomen.
(1) Met het oog op de controle a posteriori van certificaten van oorsprong, dienen afschriften van de certificaten en van alle desbetreffende uitvoerdocumenten gedurende ten minste twee jaar door de bevoegde overheidsinstantie in China te worden bewaard.
BIJLAGE V
bedoeld in artikel 1, lid 2, en artikel 9, lid 2
DEEL I
Indeling
Artikel 1
De indeling van de in artikel 1, lid 1, van deze verordening bedoelde textielprodukten is gebaseerd op de gecombineerde nomenclatuur.
Artikel 2
Op initiatief van de Commissie of van een Lid-Staat onderzoeken het Comité Nomenclatuur, ingesteld bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 (1) in overeenstemming met het bepaalde in de hiervoor genoemde verordeningen, onverwijld alle vraagstukken betreffende de indeling van de in artikel 1,
lid 1, van deze verordening bedoelde produkten, ten einde deze in te delen in passende categorieën van de gecombineerde nomenclatuur (GN).
Artikel 3
De Commissie stelt China in kennis van elke wijziging in de gecombineerde nomenclatuur (GN) zodra deze door de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap wordt aangebracht.
Artikel 4
De Commissie stelt China uiterlijk binnen één maand na hun goedkeuring in kennis van alle besluiten, genomen in overeenstemming met de in de Gemeenschap geldende procedures voor de indeling van de produkten die aan onderhavige verordening zijn onderworpen. Een dergelijke mededeling omvat:
a) een omschrijving van de betrokken produkten,
b) de betrokken categorie en de code van de gecombineerde nomenclatuur (GN-code),
c) de redenen die tot het besluit hebben geleid.
Artikel 5
1. Indien een in overeenstemming met de huidige communautaire regelingen genomen indelingsbesluit een wijziging tot gevolg heeft van een indeling of een verandering van categorie van een produkt dat aan deze verordening is onderworpen, stellen de bevoegde autoriteiten van de
(1) PB nr. L 256 van 7. 9. 1987, blz. 1.
Lid-Staten een termijn van 30 dagen vast, te rekenen vanaf de datum van kennisgeving door de Gemeenschap, alvorens het besluit van kracht wordt.
2. Produkten die vóór de datum van toepassing van het besluit zijn verzonden, blijven onderworpen aan de vroegere indeling, mits de betrokken goederen binnen 60 dagen na genoemde datum ten invoer worden aangegeven.
Artikel 6
Indien een indelingsbesluit, dat in overeenstemming met de in artikel 5 van deze bijlage bedoelde communautaire regelingen is genomen, betrekking heeft op een categorie van produkten die aan een kwantitatief maximum is onderworpen, voert de Commissie onverwijld overleg in overeenstemming met artikel 15 van deze verordening, ten einde overeenstemming te bereiken over de noodzakelijke aanpassingen van de in bijlage III bij deze verordening bepaalde desbetreffende kwantitatieve maxima.
Artikel 7
1. Ingeval er een verschil is tussen de indeling welke is vermeld in de benodigde bescheiden voor invoer van de produkten welke onder deze verordening vallen en de indeling vastgesteld door de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat waarin zij moeten worden ingevoerd, worden de betrokken goederen voorlopig onderworpen aan de invoerregeling die, in overeenstemming met de bepalingen van onderhavige verordening en de indeling door bovengenoemde autoriteiten, daarop van toepassing is.
2. De Lid-Staten stellen de Commissie onverwijld in kennis van de in lid 1 bedoelde gevallen en de Commissie brengt de bevoegde autoriteiten van China op de hoogte van de bijzonderheden van het betrokken geval.
3. De Lid-Staten specificeren op het tijdstip van de in lid 2 bedoelde mededeling of, met toepassing van het bepaalde in lid 1, de hoeveelheden van produkten ten aanzien waarvan onenigheid bestaat, voorlopig zijn afgeboekt van een kwantitatief maximum dat is vastgesteld voor een andere categorie van produkten dan die welke in de in artikel 11 van deze bijlage bedoelde invoervergunning zijn vermeld.
4. De Commissie stelt de bevoegde autoriteiten van China in kennis van de in lid 3 bedoelde voorlopige afboekingen; zij doet dit binnen 30 dagen na de datum van een dergelijke voorlopige afboeking.
Artikel 8
In de in artikel 7 van deze bijlage bedoelde gevallen alsmede in gevallen van soortgelijke aard welke door de bevoegde autoriteiten van China aan de orde worden gesteld, voert de
Commissie, indien nodig, en in overeenstemming met de in artikel 15 van deze verordening vastgestelde procedure, overleg met China ten einde tot overeenstemming te komen over de indeling die op de produkten ten aanzien waarvan de meningen uiteenlopen definitief van toepassing is.
Artikel 9
De Commissie kan, in overleg met de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat of Lid-Staten van invoer en van China, in de in artikel 8 van deze bijlage bedoelde gevallen, de definitieve indeling vaststellen die op de produkten ten aanzien waarvan de meningen uiteenlopen, van toepassing is.
Artikel 10
Indien een meningsverschil als bedoeld in artikel 7 niet kan worden opgelost in overeenstemming met artikel 9 van deze bijlage, moet het Comité Nomenclatuur, in overeenstemming met de bevoegdheid en de bepalingen van de verordeningen waarbij dit comité is ingesteld, de definitieve indeling van de betrokken goederen vaststellen.
DEEL II
Stelsel van dubbele controle
Artikel 11
1. De bevoegde overheidsinstanties van China geven een uitvoervergunning af voor alle zendingen van textielprodukten welke zijn onderworpen aan de in bijlage III vastgestelde kwantitatieve maxima, tot het niveau van genoemde maxima en de overeenkomstige quota.
2. Het origineel van de uitvoervergunning moet door de importeur worden overgelegd met het oog op de afgifte van de in artikel 14 bedoelde invoervergunning (1).
Artikel 12
1. De uitvoervergunning moet in overeenstemming zijn met het aan deze bijlage gehechte model en kan tevens een vertaling in een andere taal bevatten. Zij moet onder andere de verklaring bevatten dat de betrokken hoeveelheid goederen is afgeboekt van het voor de categorie van het betrokken produkt vastgestelde kwantitatieve maximum en quotum.
2. Elke uitvoervergunning heeft slechts betrekking op één van de categorieën produkten welke in bijlage III bij deze verordening zijn vermeld.
Artikel 13
Uitvoer wordt afgeboekt van de kwantitatieve maxima en quota welke zijn vastgesteld voor het jaar waarin de produkten die onder de uitvoervergunning vallen, in de zin van artikel 3, lid 3, van deze verordening zijn verzonden.
(1) In deze bijlage is de term "invoervergunning'' zowel van toepassing op een invoervergunning als op een gelijksoortig document bedoeld in artikel 3, lid 2, van deze verordening.
Artikel 14
1. De autoriteiten van de Lid-Staten welke op de uitvoervergunning zijn aangeduid als het land van bestemming van de betrokken goederen geven automatisch een invoervergunning af binnen uiterlijk vijf werkdagen na overlegging door de importeur van het origineel van de overeenkomstige uitvoervergunning. Dit origineel dient niet later te worden overgelegd dan 31 maart van het jaar volgende op het jaar waarin de onder de uitvoervergunning vallende goederen zijn verzonden.
2. De invoervergunningen zijn na de datum van afgifte, zes maanden geldig.
3. De invoervergunningen zijn uitsluitend geldig in de Lid-Staat die deze heeft afgegeven.
4. De aangifte van de importeur of het verzoek om de invoervergunning te verkrijgen, moet de volgende gegevens bevatten:
a)
de namen van de importeur en de exporteur;
b)
het land van oorsprong van de produkten of, wanneer dit een ander land is, het land van uitvoer of van aankoop;
c)
een omschrijving van de produkten die omvat:
- de commerciële aanduiding,
- een omschrijving van de produkten in overeenstemming met de code van de gecombineerde nomenclatuur (GN);
d)
de geëigende categorie en de hoeveelheden uitgedrukt in de geëigende eenheden, zoals voor de betrokken produkten vermeld in bijlage III bij deze verordening;
e)
de waarde van de produkten, als vermeld in vak 12 van de uitvoervergunning;
f)
indien van toepassing, de data van betaling en levering en een kopie van het cognossement en van het koopcontract;
g)
datum en nummer van de uitvoervergunning;
h)
de interne codes gebruikt voor administratieve doeleinden;
i)
datum en ondertekening door de importeur.
5. Importeurs mogen niet worden verplicht tot invoer in één enkele zending van de totale onder de invoervergunning vallende hoeveelheid.
Artikel 15
De geldigheid van invoervergunningen, afgegeven door de autoriteiten van de Lid-Staten, is afhankelijk van de geldigheid van en de hoeveelheden vermeld in de door de bevoegde autoriteiten van China afgegeven uitvoervergunningen op basis waarvan de invoervergunningen zijn afgegeven.
Artikel 16
De invoervergunningen of gelijkwaardige documenten worden zonder discriminatie afgegeven aan alle importeurs in de
Gemeenschap, ongeacht waar dezen in de Gemeenschap zijn gevestigd en onverminderd de naleving van de andere bij de geldende voorschriften gestelde voorwaarden.
Artikel 17
1. Indien de bevoegde autoriteiten van een Lid-Staat vaststellen dat de totale hoeveelheden die door uitvoervergunningen worden gedekt welke door China voor een bepaalde categorie in enig jaar waarin de overeenkomst van kracht is, zijn afgegeven, het voor die categorie vastgestelde quotum overschrijden, schorten deze autoriteiten de verdere afgifte van invoervergunningen of documenten op. In dit geval stellen deze autoriteiten onverwijld de autoriteiten van China en de Commissie daarvan in kennis en wordt de in artikel 15 van deze verordening vastgestelde overlegprocedure onverwijld door de Commissie ingeleid.
2. Voor de uitvoer uit China die niet onder de in overeenstemming met het bepaalde in deze bijlage afgegeven uitvoervergunningen valt, wordt de afgifte door de bevoegde autoriteiten van een Lid-Staat van invoervergunningen of documenten geweigerd.
Indien evenwel de invoer van dergelijke produkten in een Lid-Staat door de bevoegde autoriteiten bij wijze van uitzondering wordt toegestaan, mogen de betrokken hoeveelheden niet zonder de uitdrukkelijke instemming van de bevoegde autoriteiten van China op het overeenkomstige quotum worden afgeboekt.
DEEL III
Vorm en wijze van opstellen van uitvoervergunningen en certificaten van oorsprong, alsmede algemene bepalingen
Artikel 18
1. De uitvoervergunning en het certificaat van oorsprong mogen aanvullende kopieën omvatten die als zodanig naar behoren zijn aangeduid. Zij worden opgesteld in het Engels of in het Frans. Indien zij met de hand worden ingevuld, moet dit met inkt en in blokletters geschieden. Het formaat van deze documenten is 210×297 mm. Het te gebruiken papier is wit, zodanig gelijmd dat het goed te beschrijven is, houtvrij en weegt niet minder dan 25 g/m$. Elk onderdeel ervan heeft een gedrukte geguillocheerde ondergrond waardoor elke vervalsing met mechanische of chemische middelen voor het blote oog zichtbaar wordt.
Indien de documenten verschillende kopieën bevatten wordt alleen de bovenste die het origineel vormt van een gedrukte geguillocheerde ondergrond voorzien. Deze kopie wordt duidelijk gemerkt als "origineel'' en de andere kopieën als "kopieën''. Slechts het origineel wordt door de bevoegde autoriteiten in de Lid-Staten aanvaard als zijnde geldig
krachtens de bepalingen inzake uitvoer in overeenstemming met het bepaalde in deze verordening.
2. Elk document is voorzien van een al dan niet gedrukt volgnummer, waardoor het kan worden geïdentificeerd.
3. Dit nummer bestaat uit volgende onderdelen:
- twee letters ter identificatie van China, als volgt: CN;
- twee letters ter identificatie van de Lid-Staat van bestemming:
BL
= Benelux
DE
= Bondsrepubliek Duitsland
DK
= Denemarken
EL
= Griekenland
ES
= Spanje
FR
= Frankrijk
GB
= Verenigd Koninkrijk
IR
= Ierland
IT
= Italië
PT
= Portugal;
-
één cijfer ter identificatie van het jaar van het quotum - overeenkomende met het laatste cijfer van het betrokken jaar van de overeenkomst, bij voorbeeld 9 voor 1989;
-
twee cijfers ter identificatie van het betrokken kantoor van afgifte in het land van uitvoer;
-
vijf opeenvolgende cijfers van 00001 tot 99999 toegekend aan de Lid-Staat van bestemming.
Artikel 19
De uitvoervergunning en het certificaat van oorsprong kunnen worden afgegeven na verlading van de goederen waarop zij betrekking hebben. In dergelijke gevallen wordt daarop vermeld "délivré a posteriori'' of "issued retrospectively''.
Artikel 20
In geval van diefstal, verlies of vernietiging van een uitvoervergunning of een certificaat van oorsprong kan de exporteur de bevoegde overheidsinstantie die het document heeft afgegeven om een duplicaat verzoeken dat op grond van de in zijn bezit zijnde uitvoerdocumenten wordt opgemaakt. Op de aldus afgegeven duplicaatvergunningen of duplicaatcertificaten moet de vermelding "duplicata'' of "duplicate'' worden aangebracht.
Het duplicaat draagt de datum van de oorspronkelijke vergunning of het oorspronkelijke certificaat.
BIJLAGE VI
bedoeld in artikel 4, lid 1
Artisanale en folkloristische produkten
1. De uitzondering voor de produkten van de familiale handwerknijverheid waarin bij artikel 4, lid 1, van deze verordening is voorzien, geldt slechts voor de volgende produkten:
a) weefsels die worden vervaardigd op weefgetouwen met uitsluitend hand- of voetbediening, van een soort die van oudsher door de Chinese familiale handwerknijverheid wordt vervaardigd;
b) kledingstukken en andere textielprodukten, van een soort die van oudsher door de Chinese familiale handwerknijverheid wordt vervaardigd, die met de hand van de onder a) vermelde weefsels zijn vervaardigd en uitsluitend met de hand zonder gebruikmaking van enige machine zijn genaaid;
c) textielprodukten die door de traditionele Chinese folklore zijn geïnspireerd, met de hand door de Chinese familiale handwerknijverheid zijn vervaardigd en zijn opgenomen in een lijst die door beide partijen, in onderling overleg, zal worden vastgesteld en die wordt opgenomen in de bijlage van Protocol B bij de Overeenkomst.
2. De uitzondering is slechts van toepassing op produkten waarvoor door de bevoegde Chinese autoriteiten een certificaat is afgegeven overeenkomstig het model dat aan deze bijlage is gehecht. Op deze certificaten dienen de redenen te zijn vermeld die de afgifte ervan rechtvaardigen. De bevoegde communautaire autoriteiten aanvaarden deze certificaten na te hebben vastgesteld dat de betrokken produkten aan de in Protocol B bij de Overeenkomst gehanteerde criteria voldoen. De certificaten voor de in punt 1, onder c), bedoelde produkten dienen te zijn voorzien van een zeer duidelijk zichtbaar stempel "FOLKLORE''.
Bij geschillen betreffende de aard van deze produkten tussen China en de bevoegde communautaire autoriteiten op de plaats van binnenkomst in de Gemeenschap zal binnen een maand overleg worden gepleegd ten einde deze geschillen op te lossen. Indien de invoer van een van bovenbedoelde produkten een dusdanige omvang zou aannemen dat hierdoor voor de Gemeenschap moeilijkheden ontstaan, zullen beide partijen in overleg treden overeenkomstig de procedure waarin is voorzien bij artikel 16 van de Overeenkomst ten einde een oplossing te vinden voor het probleem van de hoeveelheden.
BIJLAGE VII
als bedoeld in artikel 6, lid 3
Passieve veredeling
Artikel 1
De in de aan deze bijlage gehechte tabel vermelde textielprodukten die in de Gemeenschap wederingevoerd worden overeenkomstig de in de Gemeenschap geldende voorschriften inzake economische passieve veredeling, zijn niet aan de in artikel 3 van deze verordening bedoelde kwantitatieve maxima onderworpen wanneer zij aan de specifieke kwantitatieve maxima van de tabel zijn onderworpen en in de betrokken Lid-Staat wederingevoerd worden na veredeld te zijn in China.
Artikel 2
De verdeling over de Lid-Staten van de in de bij deze bijlage gevoegde tabel vastgestelde specifieke communautaire kwantitatieve maxima geschiedt overeenkomstig de in artikel 16 van de verordening omschreven procedure.
Artikel 3
Wederinvoer die niet onder deze bijlage valt, kan overeenkomstig de in artikel 16 van de verordening omschreven procedure aan specifieke kwantitatieve maxima worden onderworpen, mits de betrokken produkten aan de in artikel 3 van de verordening bedoelde kwantitatieve maxima zijn onderworpen.
Artikel 4
1. Overschrijvingen tussen categorieën en voorafgaand gebruik of overboekingen van het ene jaar naar het andere van gedeelten van specifieke kwantitatieve maxima kunnen worden verricht overeenkomstig de in artikel 16 van deze verordening omschreven procedure.
2. De bevoegde instanties van de Lid-Staten kunnen echter binnen de volgende grenzen automatisch overschrijvingen doen plaatsvinden:
- overschrijvingen tussen categorieën tot 20 % van het quotum van de categorie naar welke de overschrijving plaatsvindt;
- overboeking van een specifiek kwantitatief maximum van het ene jaar naar het andere tot 10,5 % van het quotum van het feitelijke jaar van gebruik;
- voorafgaand gebruik van specifieke kwantitatieve maxima van het ene jaar naar het andere, tot 7,5 % van het quotum van het feitelijke jaar van gebruik.
3. Gedeelten van specifieke kwantitatieve maxima die in een Lid-Staat niet worden benut, kunnen overeenkomstig de in artikel 16 van de verordening omschreven procedure aan een andere Lid-Staat worden toegewezen.
4. De Lid-Staten die vaststellen dat zij extra invoer nodig hebben of menen dat hun quotum mogelijkerwijs niet volledig zal worden benut, stellen de Commissie daarvan in kennis. Zij kunnen verzoeken om aanpassing van de specifieke kwantitatieve maxima overeenkomstig de procedure van artikel 16 van de verordening.
5. De Commissie stelt China in kennis van alle maatregelen die overeenkomstig de voorgaande leden zijn genomen.
Artikel 5
Afboekingen van een in artikel 1 genoemd specifiek kwantitatief maximum worden door de bevoegde instanties van de Lid-Staten verricht op het ogenblik van afgifte van de voorafgaande vergunningen bedoeld in de verordeningen betreffende economische passieve veredeling welke in de Gemeenschap van toepassing zijn. Een specifiek kwantitatief maximum wordt gedebiteerd voor het jaar waarin de voorafgaande vergunning is afgegeven.
Artikel 6
Het certificaat van oorsprong wordt voor alle produkten waarop deze bijlage betrekking heeft, door de bevoegde overheidsinstanties in het leverende land afgegeven overeenkomstig de geldende communautaire voorschriften van bijlage IV.
Artikel 7
De bevoegde instanties van de Lid-Staten delen de Commissie de namen en adressen mee van de instanties die in de Gemeenschap bevoegd zijn ter zake van de afgifte van de in artikel 4 bedoelde voorafgaande vergunningen; zij verschaffen ook de specimens van de door deze instanties gebruikte stempelafdrukken.
Aanhangsel
Kwantitatieve doelstellingen - passieve veredeling
De in bijlage I opgenomen omschrijving van de goederen is in deze tabel in verkorte vorm opgenomen.
>RUIMTE VOOR DE TABEL>