Home

VERORDENING (EEG) Nr. 2415/89 VAN DE COMMISSIE van 3 augustus 1989 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van steun voor de particuliere opslag van bepaalde visserijprodukten #

VERORDENING (EEG) Nr. 2415/89 VAN DE COMMISSIE van 3 augustus 1989 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van steun voor de particuliere opslag van bepaalde visserijprodukten #

VERORDENING (EEG) Nr. 2415/89 VAN DE COMMISSIE van 3 augustus 1989 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van steun voor de particuliere opslag van bepaalde visserijprodukten -

Publicatieblad Nr. L 228 van 05/08/1989 blz. 0010 - 0013
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 4 Deel 3 blz. 0139
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 4 Deel 3 blz. 0139


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2415/89 VAN DE COMMISSIE

van 3 augustus 1989

tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van steun voor de particuliere opslag van bepaalde visserijprodukten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3796/81 van de Raad van 29 december 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1495/89 (2), en met name op artikel 16, lid 4,

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 3796/81 voorziet in de mogelijkheid om aan producentenorganisaties steun voor particuliere opslag toe te kennen voor de produkten van de bijlagen II en III bij genoemde verordening; dat deze steun mag worden toegekend wanneer de gemiddelde prijzen gedurende een significante periode onder bepaalde niveaus liggen;

Overwegende dat, om die prijzen te kunnen bepalen, voor de toepassing van deze regeling het begrip »verkoopprijs verkregen door de producentenorganisaties of door hun leden" dient te worden gedefinieerd;

Overwegende dat de significante periode die in aanmerking moet worden genomen voor de beoordeling van de betrokken markt, dient te worden bepaald;

Overwegende dat de opslagsteun enkel wordt toegekend voor produkten van oorsprong uit de Gemeenschap; dat bijgevolg moet worden gepreciseerd op welke wijze het bewijs van oorsprong moet worden geleverd;

Overwegende dat, om de kwaliteit van de produkten en de afzet ervan op de markt te helpen waarborgen, de voorwaarden waaraan de verrichtingen die voor steun in aanmerking komen moeten voldoen, alsook de voorwaarden voor de opslag en het opnieuw in de handel brengen moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat de technische kosten en de financieringskosten in verband met de opslag nader moeten worden bepaald;

Overwegende dat het wenselijk is te bepalen dat de steun slechts wordt toegekend aan producentenorganisaties die zich schriftelijk ertoe verbinden de geldende voorschriften na te leven;

Overwegende dat de opslagperiode die in aanmerking wordt genomen voor de toekenning van de steun moet worden bepaald;

Overwegende dat, om de controles doeltreffender te maken, de begunstigden van de steun een voorraadadministratie moeten voeren; dat daarin de gegevens moeten worden vermeld die voor de controle nodig zijn;

Overwegende dat dient te worden bepaald op welke wijze de aanvragen om betaling van de steun voor particuliere opslag moeten worden ingediend;

Overwegende dat eveneens moet worden bepaald onder welke voorwaarden een voorschot kan worden verleend en wat het bedrag is van de zekerheid die daarvoor moet worden gesteld;

Overwegende dat moet worden bepaald dat bij een lichte overtreding van de steunregeling voor particuliere opslag het recht op die steun niet volledig verloren gaat, maar dat dan slechts een forfaitaire vermindering van de steun wordt toegepast;

Overwegende dat het voor een goede werking van deze regeling dienstig is te bepalen welke gegevens in de mededelingen van de producentenorganisaties en de Lid-Staten dienen te worden vermeld en hoe vaak deze mededelingen dienen te worden verstrekt;

Overwegende dat de op de betrokken steun toe te passen omrekeningskoers dient te worden bepaald;

Overwegende dat het Comité van beheer voor visserijprodukten geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij deze verordening worden de uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor de toekenning van de steun voor particuliere opslag als bedoeld in artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 3796/81, hierna »basisverordening" genoemd.

Artikel 2

Wanneer wordt geconstateerd dat aan de in artikel 16, lid 1, van de basisverordening bepaalde voorwaarden is voldaan, wordt met een verordening die wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 33 van de basisverordening, een besluit genomen over de toekenning van de steun voor particuliere opslag, de toekenningsperiode, de betrokken produkten en het bedrag van de steun.

Artikel 3

1. Voor de bepaling van de in artikel 16, lid 1, onder a), van de basisverordening bedoelde gemiddelde prijzen wordt uitgegaan van de door de producentenorganisaties of hun leden bij de eerste verkoop in de Gemeenschap gefactureerde prijzen.

De verkoopprijs wordt vastgesteld:

- produkten aan boord, het vaartuig aan de kade, voor de produkten die bij aanvoer worden verkocht;

- produkten in het koelhuis, voor de produkten die worden verkocht na opslag door de producentenorganisatie of de leden van die organisatie.

2. De in artikel 16, lid 1, onder a), van de basisverordening bedoelde significante periode bedraagt ten minste zeven marktdagen na elkaar voor het betrokken produkt.

Artikel 4

1. Het bedrag van de steun voor particuliere opslag wordt forfaitair vastgesteld per gewichtseenheid (nettogewicht) van de opgeslagen produkten en per kalendermaand van de periode. Het bedrag wordt berekend op grond van de voor opslag onvermijdelijke technische kosten en de intresten, zoals die in de laatste zes maanden voorafgaande aan de toekenning van de betrokken steun in de Gemeenschap worden geconstateerd, waarbij de hoogste geconstateerde kosten niet in aanmerking worden genomen.

Voor opslagperiodes van meer dan één maand wordt het steunbedrag degressief vastgesteld op basis van de maandelijkse opslagkosten.

2. De technische opslagkosten omvatten:

- de energiekosten,

- de arbeidskosten voor inslag en uitslag,

- de kosten van de rechtstreekse verpakking.

De intresten worden bepaald op grond van de in de Gemeenschap geconstateerde gemiddelde financiële kosten voor een vastgelegd kapitaal dat overeenkomt met de waarde van de opgeslagen hoeveelheden die is berekend aan de hand van de in artikel 15 van de basisverordening bedoelde oriëntatieprijs of, eventueel, van de in artikel 17 van die verordening bedoelde communautaire produktieprijs.

Artikel 5

Om in een visseizoen voor de steun voor particuliere opslag in aanmerking te komen, moet de producentenorganisatie vóór het begin van dat visseizoen ten aanzien van de produktie en de verhandeling schriftelijk maatregelen als bedoeld in artikel 5, lid 1, van de basisverordening vaststellen om te garanderen dat alle door de leden gevangen hoeveelheden te koop worden aangeboden:

- door bemiddeling van de producentenorganisatie of

- overeenkomstig van tevoren door de producentenorganisatie vastgestelde gemeenschappelijke regels.

Artikel 6

1. De steun voor particuliere opslag wordt slechts toegekend voor produkten die niet zijn verkocht.

2. Voor andere produkten dan die welke door hetzelfde lid van een producentenorganisatie zijn gevangen en worden aangevoerd in de Lid-Staat waaronder die organisatie ressorteert, wordt het bewijs van de communautaire oorsprong geleverd door overlegging van het T2M-document overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 137/79 van de Commissie (1).

Artikel 7

Steun voor particuliere opslag mag slechts worden toegekend voor produkten die

a) wat de opslag betreft:

- zo worden bewaard dat de kwaliteit ervan niet kan verminderen. Dit betekent dat de produkten moeten worden opgeslagen in adequate inrichtingen en bij een opslagtemperatuur die niet hoger mag zijn dan -21 °C, onverminderd meer stringente nationale bepalingen of handelsregels die in de Lid-Staten van toepassing zijn;

- zijn opgeslagen in homogene en van andere produkten gescheiden partijen van ten minste 10 ton. De opgeslagen hoeveelheden worden geïdentificeerd door op de verpakkingen of de kisten een etiket aan te brengen waarop inzonderheid het nettogewicht en de datum van inslag worden vermeld, alsmede het in artikel 8, lid 2, bedoelde nummer;

b) wat het opnieuw in de handel brengen betreft, opnieuw in de handel worden gebracht in naar soort, aanbiedingsvorm en verpakking homogene partijen, en overeenkomstig de in elke Lid-Staat geldende bepalingen inzake de afzet van produkten voor menselijke consumptie.

Artikel 8

1. Om in aanmerking te komen voor de steun voor particuliere opslag die is ingevoerd bij een krachtens artikel 2 vastgestelde verordening, moet de producentenorganisatie zich tegenover de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat waaronder zij ressorteert schriftelijk ertoe verbinden om:

a) de betrokken produkten voor eigen rekening en risico gedurende ten minste vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van het begin van de opslag, op te slaan in koelhuizen in de Gemeenschap. Als begindatum van de opslag geldt de 15e dag van de maand voor de hoeveelheden die werden opgeslagen tussen de 1e en de 15e van die maand, en de laatste dag van de lopende kalendermaand voor de hoeveelheden die tussen de 16e en de laatste dag van die maand zijn opgeslagen;

b) de bepalingen van deze verordening na te leven.

2. In elke schriftelijke verbintenis moeten met name de volgende gegevens worden vermeld:

- een referentienummer;

- de verwachte hoeveelheden van het produkt die zijn of zullen worden opgeslagen;

- de plaats van opslag, de begindatum van de opslag en de verwachte einddatum van de opslag.

Artikel 9

1. Een opslagperiode van één maand wordt geacht te zijn nageleefd voor de hoeveelheden die als begindatum van de opslag, in de zin van artikel 8, lid 1, onder a), hebben:

a) de 15e dag van de lopende kalendermaand voor zover die hoeveelheden op de laatste dag van de betrokken maand nog zijn opgeslagen;

b) de laatste dag van de lopende kalendermaand voor zover die hoeveelheden op de 15e dag van de volgende maand nog zijn opgeslagen.

2. Voor de volgende maanden wordt een opslagperiode van één maand geacht te zijn nageleefd, in het in lid 1, onder a), bedoelde geval, als die hoeveelheden op de laatste dag van de betrokken kalendermaand nog zijn opgeslagen en, in het in lid 1, onder b), bedoelde geval, als die hoeveelheden op de 15e dag van de volgende kalendermaand nog zijn opgeslagen.

Artikel 10

1. Om in een visseizoen voor de steun voor particuliere opslag in aanmerking te komen, moeten de producentenorganisaties een voorraadadministratie voeren waarin zij voor de periode van de eerste tot en met de 15e en van de 16e tot het einde van elke maand de volgende gegevens noteren:

a) - de totale hoeveelheid aangevoerde produkten, met afzonderlijke vermelding van de hoeveelheden van de in artikel 6, lid 2, bedoelde produkten;

- de overeenkomstig artikel 3 te koop aangeboden hoeveelheden;

b) - de identificatie van de opgeslagen partijen en de plaats waar zij zijn opgeslagen;

- het begin en het einde van de opslagperiode,

- voor elke partij die na de opslag opnieuw in de handel wordt gebracht: de verkochte hoeveelheid, het nummer en de datum van de factuur, alsmede de verkoopdatum en de verkoopprijs die de producentenorganisatie of haar leden hebben ontvangen.

2. Als de producentenorganisatie zich overeenkomstig artikel 8 ertoe verbindt bepaalde hoeveelheden op te slaan in het kader van de steunregeling voor particuliere opslag, moeten de in lid 1, onder b), bedoelde gegevens voor de betrokken hoeveelheden afzonderlijk worden vermeld.

3. Als een producentenorganisatie de opslag van de betrokken produkten aan een zelfstandige marktdeelnemer toevertrouwt, moet deze marktdeelnemer een voorraadadministratie voeren die aan de in lid 2 vastgestelde voorwaarden voldoet.

Artikel 11

1. De aanvraag om betaling van de steun voor particuliere opslag wordt door de betrokken producentenorganisatie schriftelijk bij de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten ingediend in de maand na de datum waarop de betrokken produkten op de markt zijn gebracht en uiterlijk vier maanden na het einde van de volgens artikel 16, lid 3, van de basisverordening vastgestelde opslagperiode. In de aanvraag moeten voor elk van de produkten ten minste de volgende gegevens worden vermeld:

- naam en adres van de producentenorganisatie en, eventueel, van de zelfstandige marktdeelnemer die de produkten heeft opgeslagen;

- de hoeveelheden van de in de schriftelijke verbintenis vermelde produkten en het referentienummer van de verbintenis;

- het bewijs van communautaire oorsprong van de produkten;

- de nodige gegevens om de in artikel 16, lid 2, van de basisverordening bedoelde maximumhoeveelheden te kunnen berekenen;

- de identificatie van de partij waarvoor de steun wordt aangevraagd, met opgave van de plaats van opslag;

- het begin en het einde van de opslagperiode;

- de datum waarop de produkten opnieuw in de handel zijn gebracht en het nummer en de datum van de factuur.

2. De Lid-Staat kent de steun voor particuliere opslag zo spoedig mogelijk aan de producentenorganisatie toe nadat is geconstateerd dat deze organisatie er recht op heeft.

Artikel 12

Op verzoek van de betrokken producentenorganisatie wordt door de Lid-Staten een voorschot op de steun voor particuliere opslag toegekend voor de hoeveelheden en de periodes die zijn vastgesteld in de in artikel 8 bedoelde verbintenis; voorwaarde is dat de producentenorganisatie een zekerheid stelt die ten minste gelijk is aan 105 % van het voorschot.

Artikel 13

1. Als de producentenorganisatie of een van haar leden een lichte overtreding op de steunregeling voor particuliere opslag heeft begaan en de producentenorganisatie ten genoegen van de betrokken Lid-Staat aantoont dat dit is gebeurd zonder bedrieglijke opzet of zonder dat er sprake was van grove nalatigheid, houdt de Lid-Staat een bedrag in dat gelijk is aan 10 % van de steun voor de hoeveelheden waarop de overtreding betrekking heeft en waarvoor de steun voor particuliere opslag zou worden toegekend.

2. De betrokken Lid-Staten doen de Commissie elke maand mededeling van alle gevallen waarin zij lid 1 hebben toegepast.

Artikel 14

1. De producentenorganisaties delen de bevoegde instanties van de betrokken Lid-Staat alle twee weken per soort en per aanbiedingsvorm ten minste de volgende gegevens mee:

- de door hun leden aangevoerde hoeveelheid;

- de verkochte hoeveelheid en de gemiddelde verkoopprijs als omschreven in artikel 3;

- de onverkochte hoeveelheid die in koelhuizen wordt bewaard;

- de hoeveelheid die na opslag opnieuw in de handel is gebracht. 2. De Lid-Staten delen de Commissie de in lid 1 bedoelde gegevens per telex of telefax mee elke vijfde dag van de maand volgende op het einde van de periodes bedoeld in dat lid. Als een Lid-Staat constateert dat de verkoopprijzen onder het in artikel 16, lid 1, onder a), van de basisverordening bedoelde niveau liggen en dat de geconstateerde prijssituatie vermoedelijk zal aanhouden, worden de mededelingen ten minste eens per week aan de Commissie toegezonden, onderverdeeld naar marktdagen.

3. De Lid-Staten doen de Commissie elke veertien dagen voor elk betrokken produkt mededeling van de in het kader van deze verordening opgeslagen hoeveelheden, alsmede van de vermoedelijke opslagduur.

Artikel 15

De op de steun toe te passen omrekeningskoers is de koers die geldt op de dag waarop de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten de in artikel 8 bedoelde verbintenis van de producentenorganisatie hebben ontvangen.

Artikel 16

De Lid-Staten voeren een controleregeling in die het mogelijk maakt na te gaan of de produkten waarvoor opslagsteun wordt gevraagd daarop ook aanspraak kunnen maken, en onder meer bestaat in:

- de verificatie van de overeenstemming tussen de in- en uitgeslagen hoeveelheden en de opnieuw in de handel gebrachte hoeveelheden enerzijds en van de in artikel 8 bedoelde schriftelijke verbintenissen anderzijds;

- de controle op de communautaire oorsprong van de produkten;

- de controle op de in artikel 16, lid 2, van de basisverordening bedoelde maximumhoeveelheden;

- onaangekondigde controles bij de producentenorganisaties en op de plaatsen van verkoop en in de opslagplaatsen;

- de verificatie van de overeenstemming tussen de in de opslagplaatsen geconstateerde feiten en de voorschriften van de communautaire regeling.

Van deze controles wordt een rapport opgesteld waarin bijzonderheden worden vermeld over de naleving van de verbintenissen door de ontvanger van de steun, en over de aard en de omvang van de controles.

Artikel 17

De bepalingen van deze verordening, met uitzondering van artikel 3, gelden mutatis mutandis voor de in artikel 16, lid 5, van de basisverordening bedoelde in Griekenland gevestigde producenten die niet bij een producentenorganisatie zijn aangesloten.

Artikel 18

Verordening (EEG) nr. 696/71 van de Commissie (1) wordt ingetrokken.

Artikel 19

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 augustus 1989.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 3 augustus 1989.

Voor de Commissie

António CARDOSO E CUNHA

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 379 van 31. 12. 1981, blz. 1.

(2) PB nr. L 148 van 1. 6. 1989, blz. 1.

(1) PB nr. L 20 van 27. 1. 1979, blz. 1.

(1) PB nr. L 77 van 1. 4. 1971, blz. 66.