VERORDENING (EEG) Nr. 3793/89 VAN DE COMMISSIE van 15 december 1989 betreffende het openen van de mogelijkheid tot het sluiten van langlopende contracten voor de particuliere opslag van tafelwijn, druivemost, geconcentreerde druivemost en gerectificeerde geconcentreerde druivemost voor het wijnoogstjaar 1989/1990 #
VERORDENING (EEG) Nr. 3793/89 VAN DE COMMISSIE van 15 december 1989 betreffende het openen van de mogelijkheid tot het sluiten van langlopende contracten voor de particuliere opslag van tafelwijn, druivemost, geconcentreerde druivemost en gerectificeerde geconcentreerde druivemost voor het wijnoogstjaar 1989/1990 #
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 3793/89 VAN DE COMMISSIE
van 15 december 1989
betreffende het openen van de mogelijkheid tot het sluiten van langlopende contracten voor de particuliere opslag van tafelwijn, druivemost, geconcentreerde druivemost en gerectificeerde geconcentreerde druivemost voor het wijnoogstjaar 1989/1990
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1236/89 (2), en met name op artikel 32, lid 5, en artikel 81,
Overwegende dat uit de produktie- en behoeftenraming voor het wijnoogstjaar 1989/1990 blijkt dat de aan het begin van het wijnoogstjaar beschikbare hoeveelheden tafelwijn het normale gebruik met meer dan vier maanden overschrijden; dat daardoor de voorwaarden zijn vervuld voor het openen van de mogelijkheid om langlopende opslagcontracten te sluiten in de zin van artikel 32, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 822/87;
Overwegende dat uit de bovenbedoelde produktie- en behoeftenraming blijkt dat er overschotten bestaan voor alle soorten tafelwijn, alsmede voor tafelwijn die in nauw economisch verband staat met die soorten tafelwijn; dat moet worden bepaald dat voor deze soorten tafelwijn langlopende contracten kunnen worden gesloten; dat deze mogelijkheid om dezelfde redenen moet worden geopend voor druivemost, geconcentreerde druivemost en gerectificeerde geconcentreerde druivemost;
Overwegende dat in artikel 47 van Verordening (EEG) nr. 822/87 is bepaald dat voor de interventiemaatregelen alleen producenten in aanmerking komen die gedurende een nader te bepalen referentieperiode hebben voldaan aan de verplichtingen die zijn vermeld in artikel 35 en, in voorkomend geval, in de artikelen 36 en 39 van genoemde verordening; dat die periode thans dient te worden bepaald;
Overwegende dat in artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1059/83 van de Commissie van 29 april 1983 betreffende de opslagcontracten voor tafelwijn, druivemost, geconcentreerde druivemost en gerectificeerde geconcentreerde druivemost (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2753/89 (4), is bepaald dat de tafelwijnen waarvoor contracten voor particuliere opslag kunnen worden gesloten, op basis van hun kwalitatieve kenmerken in twee categorieën kunnen worden ingedeeld; dat van die mogelijkheid geen gebruik moet worden gemaakt, daar de kenmerken van wijnen van de oogst 1989 vrij homogeen zijn;
Overwegende dat het voor de mogelijke toepassing van artikel 42 van Verordening (EEG) nr. 822/87 nodig is de maximumhoeveelheid tafelwijn te kennen waarvoor een opslagcontract is gesloten en die in aanmerking komt voor de in dat artikel bedoelde distillatie; dat dientengevolge moet worden bepaald dat de producenten de interventiebureaus de nodige gegevens moeten mededelen en dat deze de Commissie ter kennis moeten worden gebracht;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor wijn,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1059/83 kunnen in de periode van 16 december 1989 tot en met 15 februari 1990 langlopende contracten voor particuliere opslag worden gesloten voor:
- alle soorten tafelwijn alsmede voor tafelwijn die in nauw economisch verband staat met die soorten tafelwijn, mits de wijn aan de in artikel 6, lid 4, van de verordening vastgestelde voorwaarden voldoet;
- druivemost, geconcentreerde druivemost en gerectificeerde geconcentreerde druivemost.
2. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 47, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 822/87 komen de producenten die in het wijnoogstjaar 1988/1989 aan de in artikel 35, 36 of 39 van Verordening (EEG) nr. 822/87 bedoelde verplichtingen waren onderworpen, voor de in deze verordening bedoelde maatregelen slechts in aanmerking voor zover zij het bewijs leveren dat zij tijdens de referentieperiodes die in artikel 18 van Verordening (EEG) nr. 3105/88 van de Commissie (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2352/89 (6), en in artikel 22 van Verordening (EEG) nr. 441/88 van de Commissie (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2351/89 (8), zijn bepaald, aan hun verplichtingen hebben voldaan.
Artikel 2
De minimumkwaliteitseisen waaraan de tafelwijnen waarvoor een contract voor de particuliere opslag kan worden gesloten, moeten voldoen, zijn vastgesteld in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 3
1. De producenten die, binnen de grenzen bedoeld in artikel 5, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 1059/83, voor tafelwijn een langlopend opslagcontract wensen te sluiten, stellen het interventiebureau bij de indiening van de aanvraag tot sluiting van het contract in kennis van de totale hoeveelheid tafelwijn die zij voor het lopende wijnoogstjaar hebben geproduceerd.
Te dien einde legt de producent een afschrift over van de overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3929/87 van de Commissie (1) opgestelde produktieopgave(n).
2. De Lid-Staten delen de Commissie uiterlijk 10 mei 1990 de maximumhoeveelheid wijn mede waarvoor langlopende opslagcontracten zijn gesloten en die in aanmerking komt voor de distillatie bedoeld in artikel 42, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 822/87.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing met ingang van 16 december 1989.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 15 december 1989.
Voor de Commissie
Ray MAC SHARRY
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 84 van 27. 3. 1987, blz. 1.
(2) PB nr. L 128 van 11. 5. 1989, blz. 31.
(3) PB nr. L 116 van 30. 4. 1983, blz. 77.
(4) PB nr. L 266 van 13. 9. 1989, blz. 21.
(5) PB nr. L 277 van 8. 10. 1988, blz. 21.
(6) PB nr. L 222 van 1. 8. 1989, blz. 54.
(7) PB nr. L 45 van 18. 2. 1988, blz. 15.
(8) PB nr. L 222 van 1. 8. 1989, blz. 52.
(1) PB nr. L 369 van 29. 12. 1987, blz. 59.
BIJLAGE
MINIMUMKWALITEITSEISEN VOOR TAFELWIJNEN
I. Witte wijn
1.2 // a) effectief alcoholgehalte: // ten minste 10,5 % vol // b) totaal gehalte aan zuren (uitgedrukt in wijnsteenzuur): // ten minste 5 g/l en ten minste 4 g/l voor de in Spanje geproduceerde tafelwijn (1) // c) gehalte aan vluchtige zuren: // ten hoogste 9 milli-equivalent/l // d) gehalte aan zwaveldioxyde: // ten hoogste 155 mg/l
II. Rode wijn
1.2 // a) effectief alcoholgehalte: // ten minste 10,5 % vol // b) totaal gehalte aan zuren (uitgedrukt in wijnsteenzuur): // ten minste 5 g/l en ten minste 4 g/l voor de in Spanje geproduceerde tafelwijn (1) // c) gehalte aan vluchtige zuren: // ten hoogste 11 milli-equivalent/l // d) totaal gehalte aan zwaveldioxyde: // ten hoogste 115 mg/l
Roséwijnen moeten beantwoorden aan de voorwaarden zoals hierboven voorgeschreven voor rode wijnen, behalve wat het zwaveldioxyde betreft, waarvoor het maximumgehalte hetzelfde is als het maximumgehalte dat voor witte wijnen is vastgesteld.
De onder a) en d) bedoelde voorwaarden gelden echter niet voor tafelwijn van de soorten R III, A II en A III.
(1) Artikel 127 van de Toetredingsakte.