90/49/EEG: Beschikking van de Commissie van 26 januari 1990 tot wijziging van Beschikking 89/589/EEG tot machtiging van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Helleense Republiek om de handel in zaaizaad van bepaalde rassen van landbouwgewassen te beperken (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)
90/49/EEG: Beschikking van de Commissie van 26 januari 1990 tot wijziging van Beschikking 89/589/EEG tot machtiging van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Helleense Republiek om de handel in zaaizaad van bepaalde rassen van landbouwgewassen te beperken (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)
*****
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 26 januari 1990
tot wijziging van Beschikking 89/589/EEG tot machtiging van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Helleense Republiek om de handel in zaaizaad van bepaalde rassen van landbouwgewassen te beperken
(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)
(90/49/EEG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 70/457/EEG van de Raad van 29 september 1970 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 88/380/EEG (2), en met name op artikel 15, leden 2 en 3,
Gezien het door de Bondsrepubliek Duitsland ingediende verzoek,
Overwegende dat krachtens artikel 15, lid 1, van Richtlijn 70/457/EEG voor de handel in zaaizaad of pootgoed van rassen van landbouwgewassen die in 1987 in ten minste een van de Lid-Staten officieel zijn toegelaten en die tevens voldoen aan de bepalingen van Richtlijn 70/457/EEG, na 31 december 1989 in de Gemeenschap geen enkele beperking ten aanzien van het ras meer geldt;
Overwegende evenwel dat in artikel 15, lid 2, van Richtlijn 70/457/EEG is bepaald dat in de in artikel 15, lid 3, vermelde gevallen de Lid-Staat die daarom verzoekt, kan worden gemachtigd de handel in zaaizaad en pootgoed van bepaalde rassen te verbieden;
Overwegende dat de Commissie bij Beschikking 89/589/EEG (3) Duitsland heeft gemachtigd om de handel in zaaizaad van een aantal maïsrassen met FAO-rijpheidsklasse van meer dan 350 te beperken op grond van het feit dat algemeen bekend is dat dergelijke rassen momenteel niet geschikt zijn om in de Bondsrepubliek Duitsland te worden geteeld (artikel 15, lid 3, onder c), tweede geval, van Richtlijn 70/457/EEG);
Overwegende dat nu blijkt dat een ras door een omissie niet is vermeld in de in Beschikking 89/589/EEG opgenomen lijst van dergelijke maïsrassen en dat dit moet worden gerectificeerd;
Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
In de in artikel 1, lid 2, van Beschikking 89/589/EEG opgenomen lijst van rassen van Zea mays L. (maïs) wordt, na »Otello", »Pablo" ingevoegd.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.
Gedaan te Brussel, 26 januari 1990.
Voor de Commissie
Ray MAC SHARRY
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 225 van 12. 10. 1970, blz. 1.
(2) PB nr. L 187 van 16. 7. 1988, blz. 31.
(3) PB nr. L 331 van 16. 11. 1989, blz. 46.