Home

VERORDENING (EEG) Nr. 720/90 VAN DE COMMISSIE van 22 maart 1990 tot instelling van een voorlopig anti-dumpingrecht op de invoer van siliciummetaal van oorsprong uit de Volksrepubliek China

VERORDENING (EEG) Nr. 720/90 VAN DE COMMISSIE van 22 maart 1990 tot instelling van een voorlopig anti-dumpingrecht op de invoer van siliciummetaal van oorsprong uit de Volksrepubliek China

VERORDENING (EEG) Nr. 720/90 VAN DE COMMISSIE van 22 maart 1990 tot instelling van een voorlopig anti-dumpingrecht op de invoer van siliciummetaal van oorsprong uit de Volksrepubliek China

Publicatieblad Nr. L 080 van 27/03/1990 blz. 0009 - 0013


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 720/90 VAN DE COMMISSIE

van 22 maart 1990

tot instelling van een voorlopig anti-dumpingrecht op de invoer van siliciummetaal van oorsprong uit de Volksrepubliek China

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2423/88 van de Raad van 11 juli 1988 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap (1), inzonderheid op artikel 11,

Na overleg in het kader van het in genoemde verordening bedoelde Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A. PROCEDURE

(1) In december 1988 ontving de Commissie van het Verbindingscomité van de producenten van ijzerlegeringen van de Europese Economische Gemeenschap namens alle communautaire producenten van siliciummetaal een klacht betreffende de invoer van dit produkt van oorsprong uit de Volksrepubliek China en dat uit dit land dan wel uit Hongkong werd ingevoerd.

(2) De klacht bevatte voldoende bewijsmateriaal met betrekking tot dumping en daaruit voortvloeiende aanzienlijke schade om de opening van een procedure te rechtvaardigen. De Commissie heeft dan ook met een bericht in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen (2) de inleiding aangekondigd van een anti-dumpingprocedure betreffende het betrokken produkt van GN-code 2804 69 00.

(3) De Commissie heeft de naar haar weten betrokken exporteurs en de importeurs alsook de indiener van de klacht hiervan officieel in kennis gesteld en zij heeft de betrokken partijen de gelegenheid geboden om hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken.

(4) Slechts twee exporteurs en een klein aantal importeurs hebben hun standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt.

(5) Eén enkel verwerkingsbedrijf heeft opmerkingen ten aanzien van de eventuele heffing van een anti-dumpingrecht meegedeeld.

(6) De Commissie heeft alle gegevens die zij met het oog op een voorlopige vaststelling van de dumping en van de hieruit voortvloeiende schade nodig achtte, verzameld en geverifieerd. Zij heeft een onderzoek ingesteld ten kantore van:

a) alle communautaire producenten:

- Péchiney Electrométallurgie, Parijs, Frankrijk

- VAW - Vereinigte Aluminium-Werke AG, Bonn, Bondsrepubliek Duitsland

- Carburos Metálicos, Barcelona, Spanje

- Siderleghe Srl, Milaan, Italië

- OET Calusco SpA, Milaan, Italië,

b) de importeur:

R. Hostombe Ltd, Sheffield, Verenigd Koninkrijk.

(7) Het dumpingonderzoek had betrekking op het jaar 1988. Moeilijkheden bij het vinden van een referentiemarkt hebben tot een verlenging van de procedure genoopt.

B. PRODUKT

i) Omschrijving

(8) Het betreft siliciummetaal dat wordt vervaardigd in een elektrische vlamboogoven door reductie van siliciumoxide met behulp van diverse koolstofverbindingen.

Het wordt verkocht onder de vorm van brokken, korrels of poeder. Voor de verschillende kwaliteiten bestaan er internationaal erkende specificaties die rekening houden met het verschillende gehalte aan verontreinigingen: ijzer, aluminium en calcium.

Het produkt waarnaar in het kader van deze procedure een onderzoek wordt verricht komt uitsluitend uit China aangezien dit produkt helemaal niet in Hongkong wordt vervaardigd.

ii) Soortgelijk produkt

(9) Op het ingevoerde en in de klacht bedoelde produkt en op het in de Gemeenschap vervaardigde siliciummetaal zijn dezelfde internationale technische specificaties van toepassing. Ondanks een zeker verschil in zuiverheid en afmetingen tussen het Chinese en het communautaire produkt, zijn de materiële eigenschappen van deze produkten en hun toepassingen in wezen dezelfde. Het communautaire en het ingevoerde produkt zijn dan ook soortgelijke produkten. De betrokken partijen hebben hiertegen niets ingebracht.

C. NORMALE WAARDE

(10) Aangezien China geen land is met markteconomie en het betrokken produkt niet in Hongkong wordt vervaardigd, had de indiener van de klacht voorgesteld de prijzen bij uitvoer te vergelijken met de prijzen of kosten in een land van vergelijking, te

weten de Verenigde Staten van Amerika. De Amerikaanse producenten hebben evenwel geweigerd de Commissie hun medewerking te verlenen of stelden niet voldoende inlichtingen te harer beschikking.

De Commissie heeft daarom contact opgenomen met producenten in drie andere landen van vergelijking, te weten Noorwegen, Canada en Joegoslavië. Ook deze producenten hebben geweigerd met de Commissie mee te werken of niet voldoende inlichtingen verstrekt. In die omstandigheden is de Commissie tot de voorlopige conclusie gekomen dat de normale waarde moet worden berekend op grond van artikel 2, lid 5, punt c), van Verordening (EEG) nr. 2423/88, dit wil zeggen op grond van de prijs die in de Gemeenschap moet worden betaald voor een soortgelijk produkt, naar behoren aangepast om er een redelijke winst in op te nemen.

D. PRIJZEN BIJ UITVOER

(11) Bij gebrek aan bevredigende en representatieve antwoorden van de Chinese exporteurs en de importeurs van het betrokken produkt in de Gemeenschap, werd de prijs bij uitvoer overeenkomstig artikel 7, lid 7, punt b), van Verordening (EEG) nr. 2423/88 voorlopig vastgesteld op basis van de beschikbare gegevens, namelijk de door Eurostat gepubliceerde prijzen bij invoer. Daarbij komt dat de Commissie heeft vastgesteld dat deze gegevens nauw aansloten bij de gegevens die waren verstrekt door de exporteurs die de vragenlijsten van de Commissie gedeeltelijk hadden ingevuld.

(12) Daar prijzen bij uitvoer uit Hongkong in de door Eurostat gepubliceerde statistieken in werkelijkheid het Chinese produkt betreffen, werd voor de vaststelling van de prijs bij uitvoer zowel rekening gehouden met de hoeveelheden en de prijzen bij uitvoer uit de Volksrepubliek China als met de hoeveelheden en de prijzen bij uitvoer uit Hongkong.

E. VERGELIJKING

(13) Bij het vergelijken van de normale waarde met de prijzen bij uitvoer heeft de Commissie rekening gehouden met de verschillen die op de vergelijkbaarheid van de prijzen van invloed kunnen zijn, in het bijzonder met de verschillen in de materiële eigenschappen van de produkten en in de transportkosten van de Volksrepubliek China naar de Gemeenschap.

De verschillen in de materiële eigenschappen van de produkten hadden in het bijzonder betrekking op de grootte van de korrels van het geleverde produkt, de zuiverheid en de kwaliteit van de verpakking. Bij de aanpassing werd rekening gehouden met de kosten van de importeur voor de controle van het verschil in volume, kwaliteit en voor herverpakking.

(14) Alle vergelijkingen werden gemaakt in het stadium fob.

(15) De marge werd vastgesteld door de maandelijkse normale waarde te vergelijken met de maandelijkse prijzen bij uitvoer.

F. DUMPINGMARGE

(16) Uit het voorlopige onderzoek van de feiten is gebleken van het bestaan van dumping waarbij de dumpingmarge gelijk was aan het verschil tussen de vastgestelde normale waarde en de prijs bij uitvoer in de Gemeenschap.

De gewogen gemiddelde dumpingmarge bedroeg in de periode van onderzoek 38,73 %.

(17) Daar de prijzen bij invoer uit Hongkong in werkelijkheid op het Chinese produkt betrekking hebben en het betrokken produkt niet in Hongkong wordt vervaardigd, werd voor Hongkong geen afzonderlijke dumpingmarge berekend.

G. SCHADE

1. Invoer van het produkt; marktaandeel

(18) De invoer in de Gemeenschap van het betrokken produkt van oorsprong uit China is in 1987 begonnen en is dat jaar tot 7 876 ton opgelopen. In de loop van 1988 is deze invoer nog gestegen tot 20 214 ton, hetgeen neerkomt op een stijging van 157 % tussen 1987 en 1988.

Het aandeel van het ingevoerde produkt in het totale verbruik in de Gemeenschap is gestegen van 0 % in 1986 tot 3,6 % in 1987 en tot 9,3 % in 1988. Het marktaandeel van de communautaire bedrijfstak is dan weer gedaald van 44,7 % in 1986 tot 37,1 % in 1987 en is in 1988 slechts lichtjes gestegen tot 38 %.

2. Ontwikkeling van de prijzen

(19) De gewogen gemiddelde prijzen van de invoer van oorsprong uit de Volksrepubliek China voor de eerste niet-gelieerde kopers in de Gemeenschap lagen in de referentieperiode 5,4 % onder de prijzen die de communautaire producenten hun eerste kopers aanrekenden. Dit prijsniveau lag onder het niveau dat nodig is om de kosten van de communautaire producenten te dekken.

Bij de vergelijking is rekening gehouden met de verschillen in de materiële kenmerken van de ingevoerde produkten (zie overweging 13).

(20) De gewogen gemiddelde prijzen in de Gemeenschap schommelden in 1985 rond 1 550 ecu per ton. In 1986 daalden zij tot 1 364 ecu per ton. In 1987 bereikten zij het laagste niveau, 1 288 ecu per ton, en zij zijn in de loop van 1988 op dit niveau gebleven, een en ander ten gevolge van de Chinese invoer.

Door deze dumpingprijzen waren de communautaire producenten niet in staat prijzen toe te passen die het hun mogelijk maakten hun produktiekosten te dekken en een redelijke winstmarge te halen. Deze marge is kleiner dan de winstmarge die vóór de invoer van oorsprong uit China werd bereikt.

3. Invloed van de invoer op de situatie van de communautaire producent

a) Verbruik, produktiecapaciteit, produktie, benuttingsgraad van de produktiecapaciteit en verkoop in de Gemeenschap

(21) Het verbruik van het betrokken produkt in de Gemeenschap steeg in 1987 met 11,2 % maar is in 1988 niet verder gestegen.

Gedurende dezelfde periode daalde de communautaire produktie met 5,2 %, van 111 321 ton in 1987 tot 105 522 ton in 1988.

(22) Om hun rentabiliteit te verhogen hebben de communautaire producenten hun produktiecapaciteit verlaagd van 146 061 ton in 1987 tot 134 354 ton in 1988, hetgeen neerkomt op een daling van 8 %.

(23) De benuttingsgraad van de produktiecapaciteit in de Gemeenschap, die tussen 1986, jaar dat voorafgaat aan de penetratie van het Chinese produkt op de communautaire markt, en 1987 van 82,5 % tot 76,2 % was gedaald, steeg ten gevolge van deze reductie opnieuw tot 78,5 %.

(24) Ondanks de herstructureringsmaatregelen van de communautaire producenten en de genoemde stijging van het verbruik, daalde de verkoop van de communautaire bedrijfstak in 1987 met 7,7 % en steeg hij in 1988 maar met zowat 2 %.

b) Werkgelegenheid, rentabiliteit

(25) De werkgelegenheid in de communautaire bedrijfstak daalde in 1987 met 5,4 % en in 1988 met 8,6 %.

(26) De algemene prijsevolutie heeft de communautaire producenten ertoe genoopt hun prijzen in 1987 met 4,9 % en in 1988 met 1,5 % te verlagen.

(27) Met uitzondering van de Spaanse producent, die tijdens de overgangsperiode beschermd blijft door een speciaal douanerecht dat hoger is dan het recht dat wordt toegepast aan de buitengrens van de Gemeenschap in haar samenstelling op 31 december 1985, hebben de communautaire producenten tijdens deze periode aanzienlijke verliezen geleden of nauwelijks hun produktiekosten kunnen dekken, ook al was het verbruik van het betrokken produkt gestegen.

De verliezen van de communautaire producenten schommelen tussen 1 % en 13 % tijdens de periode van onderzoek.

De Commissie heeft vastgesteld dat de communautaire bedrijfstak belangrijke schade ondervond door een aanzienlijk verlies van rentabiliteit.

4. Oorzakelijk verband

(28) Sedert 1987 is een grotere invoer van produkten van oorsprong uit het betrokken land tegen prijzen die gevoelig lager liggen dan de produktiekosten in de Gemeenschap, vast te stellen.

(29) De evolutie van het verbruik in de Gemeenschap biedt geen verklaring voor de stijging van de invoer uit de Volksrepubliek China zoals blijkt uit de cijfers over 1987 en 1988. Het marktaandeel van het Chinese produkt is in de loop van deze twee jaren meer dan verdubbeld, terwijl het communautaire verbruik in 1987 een veel geringere stijging kende en in 1988 niet is gestegen.

(30) Daarbij komt, dat de invoer uit de andere derde landen is gedaald van 59,3 % in 1987 tot 52,7 % in 1988.

De invoer uit de drie derde landen die het grootste gedeelte van de invoer voor hun rekening nemen (Noorwegen, Zuid-Afrika en Brazilië), is stabiel gebleven.

De Commissie heeft vastgesteld dat het prijsniveau van de invoer uit alle derde landen boven het niveau van de Chinese prijzen lag.

(31) Op grond van wat voorafgaat is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de invloed van de invoer van siliciummetaal van oorsprong uit de Volksrepubliek China op zich moet worden geacht de belangrijke schade waarvan de communautaire bedrijfstak het slachtoffer is, te hebben veroorzaakt.

I. BELANG VAN DE GEMEENSCHAP

(32) Gelet op de belangrijke schade die de communautaire producenten van siliciummetaal in de vorm van een daling van de rentabiliteit en verlies van marktaandeel hebben geleden, is de Commissie van oordeel dat de communautaire bedrijfstak zonder maatregelen ter bestrijding van de invoer met dumping, die als oorzaak van deze schade is aangewezen, het risico loopt de produktie van het betrokken produkt te moeten stopzetten. Aangezien het om een basisprodukt gaat dat in vele om hun geavanceerde technologie gekende industriële sectoren wordt gebruikt, en een totale afhankelijkheid van bevoorradingsbronnen buiten de Gemeenschap moet worden vermeden, is de Commissie van oordeel dat het verdwijnen van deze communautaire produktie voor een groot gedeelte van de communautaire industrie ongewenste gevolgen zou hebben.

(33) De afstand tussen de Gemeenschap en de meeste derde landen die siliciummetaal produceren is vrij groot. Verder moet rekening worden gehouden met belangrijke verschillen in de kwaliteit van de ingevoerde produkten en met de verschillen in de technologie van de derde landen. De Commissie heeft eveneens rekening gehouden met de opmerkingen van een verbruiker-verwerker die stelde enkel dank zij de invoer van dit produkt tegen dumpingprijzen zijn eindprodukt tegen concurrerende prijzen te kunnen verkopen.

De Commissie heeft evenwel vastgesteld dat deze verbruiker slechts 2,7 % van zijn totale behoeften aan siliciummetaal tijdens de periode van onderzoek bij Chinese leveranciers had gekocht. Bovendien moet eraan worden herinnerd dat de prijsvoordelen die de kopers voorheen genoten het gevolg waren van oneerlijke praktijken, en dat er geen gronden zijn om deze oneerlijke prijzen verder te gedogen.

(34) De Commissie is dan ook van oordeel, dat in het belang van de Gemeenschap op de communautaire markt een toestand van eerlijke concurrentie moet worden hersteld en dat de belangen van de communautaire producenten prevaleren boven die van de consumenten-verwerkers die het betrokken produkt tegen dumpingprijzen hebben gekocht.

J. VOORLOPIG ANTI-DUMPINGRECHT

(35) Bij de vaststelling van het recht dat nodig is om de schade ongedaan te maken, heeft de Commissie de gemiddelde prijs bij invoer van het Chinese produkt vergeleken met een theoretische verkoopprijs die de communautaire producenten zou toestaan met winst te verkopen. Het verschil tussen beide prijzen bedraagt gemiddeld 14,7 %, hetgeen op cif-basis neerkomt op 18,7 %,

Bij de bepaling van de theoretische verkoopprijs werden de produktiekosten van de meest representatieve communautaire producent verhoogd met een winstmarge van 6,5 %; deze marge wordt beschouwd als een minimum indien men de communautaire producenten een redelijke opbrengst uit hun investeringen wil garanderen.

Om de schade ongedaan te maken moet de invoerprijs franco grens Gemeenschap met deze marge worden vermeerderd.

(36) Gelet op een en ander is de Commissie van oordeel dat het voorlopige recht dat moet worden ingesteld, niet gelijk moet zijn aan de vastgestelde dumpingmarge, nu een recht dat lager is dan de dumpingmarge van 38,7 % volstaat om de door de betrokken invoer veroorzaakte schade op te heffen.

(37) Te dezen heeft de Commissie rekening gehouden enerzijds met het prijsniveau van de betrokken invoer, winstmarge van de importeur en douanerechten inbegrepen, en anderzijds met een minimumverkoopprijs die de communautaire producenten toestaat de produktiekosten te dekken en een redelijke winst te boeken.

(38) Nu uit het onderzoek is gebleken dat de invoer die in de communautaire statistieken is opgenomen als van oorsprong uit Hongkong, in werkelijkheid van oorsprong uit China is, dient ten aanzien van het produkt van oorsprong uit Hongkong geen specifiek anti-dumpingrecht te worden ingesteld, maar dient de procedure tegen Hongkong te worden beëindigd.

(39) Er dient een termijn te worden vastgesteld waarbinnen de betrokken partijen hun standpunt schriftelijk kunnen kenbaar maken en kunnen verzoeken om door de Commissie te worden gehoord,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Op de invoer van siliciummetaal van GN-code 2804 69 00 en van oorsprong uit de Volksrepubliek China wordt een voorlopig anti-dumpingrecht ingesteld.

2. Het recht bedraagt 18,7 % van de nettoprijs franco grens Gemeenschap, niet ingeklaard.

3. De voor douanerechten van kracht zijnde bepalingen zijn van toepassing.

4. Het in het vrije verkeer brengen in de Gemeenschap van het in lid 1 bedoelde produkt is afhankelijk van het stellen van een zekerheid ten belope van het bedrag van het voorlopige recht.

Artikel 2

Onverminderd artikel 7, lid 4, punt b), van Verordening (EEG) nr. 2423/88, kunnen de betrokken partijen binnen één maand na de inwerkingtreding van deze verordening hun standpunt schriftelijk kenbaar maken en verzoeken om door de Commissie te worden gehoord.

Artikel 3

De procedure ten aanzien van de invoer van produkten uit Hongkong wordt beëindigd zonder instelling van een anti-dumpingrecht.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Onverminderd de artikelen 11, 12 en 14 van Verordening (EEG) nr. 2423/88, is de onderhavige verordening van toepassing voor een tijdvak van vier maanden of tot het tijdstip waarop de Raad vóór het verstrijken van deze periode definitieve maatregelen vaststelt. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 22 maart 1990.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 209 van 2. 8. 1988, blz. 1.

(2) PB nr. C 26 van 1. 2. 1989, blz. 8.