Home

VERORDENING (EEG) Nr. 1488/90 VAN DE COMMISSIE van 31 mei 1990 tot vaststelling van de referentieprijzen voor citroenen voor het verkoopseizoen 1990/1991

VERORDENING (EEG) Nr. 1488/90 VAN DE COMMISSIE van 31 mei 1990 tot vaststelling van de referentieprijzen voor citroenen voor het verkoopseizoen 1990/1991

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1488/90 VAN DE COMMISSIE

van 31 mei 1990

tot vaststelling van de referentieprijzen voor citroenen voor het verkoopseizoen 1990/1991

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1193/90 (2), en met name op artikel 27, lid 1,

Overwegende dat er volgens artikel 23, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1035/72 jaarlijks, vóór het begin van het verkoopseizoen, referentieprijzen worden vastgesteld die gelden voor de gehele Gemeenschap;

Overwegende dat er in verband met de betekenis van de citroenenproduktie in de Gemeenschap voor dit produkt een referentieprijs dient te worden vastgesteld;

Overwegende dat de in een produktieseizoen geoogste citroenen worden afgezet over een periode die zich uitstrekt van juni tot en met mei van het daaropvolgende jaar; dat er bijgevolg voor de periode van 1 juni tot en met 31 mei van het daaropvolgende jaar een referentieprijs dient te worden vastgesteld;

Overwegende dat, om rekening te houden met de seizoenverschillen in de prijzen, het verkoopseizoen in verscheidene perioden dient te worden verdeeld en voor elke periode een referentieprijs dient te worden vastgesteld;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 23, lid 2, onder b), van Verordening (EEG) nr. 1035/72 de referentieprijzen worden vastgesteld op een peil dat gelijk is aan dat van het voorafgaande verkoopseizoen, verhoogd, na aftrek van het forfaitaire bedrag van de vervoerkosten voor het voorafgaande verkoopseizoen die op de communautaire produkten drukken vanaf de produktiegebieden tot de verbruikscentra van de Gemeenschap,

- met de ontwikkeling van de produktiekosten in de sector groenten en fruit, verminderd met de stijging van de produktiviteit,

- met het forfaitaire bedrag van de vervoerkosten voor het betrokken verkoopseizoen;

dat de aldus verkregen prijzen evenwel niet hoger mogen zijn dan het rekenkundige gemiddelde van de producentenprijzen van elke Lid-Staat, in de zin van bovengenoemd artikel 23, lid 2, verhoogd met de vervoerkosten voor het betrokken verkoopseizoen, waarbij het aldus verkregen bedrag wordt verhoogd met de ontwikkeling van de produktiekosten, verminderd met de stijging van de produktiviteit; dat de referentieprijs voorts niet lager mag zijn dan de voor het voorgaande verkoopseizoen geldende referentieprijs;

Overwegende dat de producentenprijzen gelijk zijn aan het gemiddelde van de prijzen die, in de drie jaar voorafgaande aan de datum van vaststelling van de referentieprijs, voor een binnenlands produkt waarvan de handelskenmerken zijn bepaald, op de representatieve markt of markten in de produktiegebieden met de laagste prijzen zijn genoteerd voor de produkten of variëteiten die een aanzienlijk deel uitmaken van de in het gehele jaar of gedurende een deel daarvan in de handel gebrachte produktie en die qua verpakking aan welbepaalde eisen voldoen; dat voor de vaststelling van het gemiddelde voor elke representatieve markt de prijzen buiten beschouwing moeten worden gelaten die, gelet op de op de betrokken markt geconstateerde normale schommelingen, uitzonderlijk hoog of uitzonderlijk laag kunnen worden geacht;

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 784/90 van de Commissie van 29 maart 1990 tot vaststelling van de coëfficiënt voor de verlaging van de landbouwprijzen voor het verkoopseizoen 1990/1991 naar aanleiding van de monetaire herschikking van 5 januari 1990 en tot wijziging van de voor dat verkoopseizoen in ecu vastgestelde prijzen en bedragen (3) de lijst is vastgesteld van prijzen en bedragen waarop coëfficiënt 1,001712 wordt toegepast in het kader van de regeling voor de automatische afbraak van de negatieve monetaire afwijkingen; dat de daaruit voortvloeiende verlaging moet worden doorberekend in de door de Commissie voor het verkoopseizoen 1990/1991 in ecu vastgestelde prijzen en bedragen; dat deze prijzen moeten worden aangepast met behulp van de hierboven vermelde aanpassingscoëfficiënt; dat deze aanpassing echter niet mag leiden tot referentieprijzen die lager zijn dan die in het voorafgaande seizoen overeenkomstig artikel 23, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1035/72; dat deze aanpassing van kracht wordt op de datum dat Verordening (EEG) nr. 1179/90 van de Raad (4) die de aanrekeningsbedragen toe te passen in de landbouwsector vastlegt, in werking treedt;

Overwegende dat met toepassing van artikel 284 van de Toetredingsakte voor de berekening van de referentieprijs vanaf 1 januari 1991 rekening wordt gehouden met de Portugese prijzen;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 272, lid 3, van de Toetredingsakte voor de berekening van de referentieprijzen gedurende de eerste etappe van de toetreding de prijzen van de Portugese produkten buiten beschouwing worden gelaten;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het verkoopseizoen 1990/1991 worden de referentieprijzen voor verse citroenen (GN-code 0805 30 10), uitgedrukt in ecu per 100 kg nettogewicht, voor de produkten van kwaliteitsklasse I, alle groottesorteringen, verpakt, vastgesteld als volgt:

- juni: 54,59

- juli en augustus: 60,82

- september: 56,33

- oktober: 50,57

- november tot en met april: 47,15

- mei: 47,73.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 juni 1990.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 31 mei 1990.

Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 118 van 20. 5. 1972, blz. 1.

(2) PB nr. L 119 van 11. 5. 1990, blz. 43.

(3) PB nr. L 83 van 30. 3. 1990, blz. 102.

(4) PB nr. L 119 van 11. 5. 1990, blz. 1.