Home

Verordening (EEG) Nr. 1798/90 van de Raad van 27 juni 1990 houdende instelling van een definitief anti- dumpingrecht op de invoer van mononatriumglutamaat van oorsprong uit Indonesië, de Republiek Korea, Taiwan en Thailand en definitieve inning van het voorlopige recht

Verordening (EEG) Nr. 1798/90 van de Raad van 27 juni 1990 houdende instelling van een definitief anti- dumpingrecht op de invoer van mononatriumglutamaat van oorsprong uit Indonesië, de Republiek Korea, Taiwan en Thailand en definitieve inning van het voorlopige recht

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1798/90 VAN DE RAAD

van 27 juni 1990

houdende instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van mononatriumglutamaat van oorsprong uit Indonesië, de Republiek Korea, Taiwan en Thailand en definitieve inning van het voorlopige recht

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2423/88 van de Raad van 11 juli 1988 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap (1), inzonderheid op artikel 12,

Gezien het voorstel van de Commissie, ingediend na overleg in het in genoemde verordening bedoelde Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A. Voorlopige maatregelen

(1) De Commissie heeft bij Verordening (EEG) nr. 547/90 (2) een voorlopig anti-dumpingrecht ingesteld op de invoer van mononatriumglutamaat, hierna te noemen MSG, van oorsprong uit Indonesië, de Republiek Korea, Taiwan en Thailand en heeft verbintenissen aanvaard van alle exporteurs die aan het onderzoek meewerkten en heeft het onderzoek met betrekking tot deze exporteurs beëindigd.

B. Verdere procedure

(2) Na de instelling van het voorlopige anti-dumpingrecht werden binnen de gestelde tijdslimiet door geen enkele betrokken partij een verzoek om te worden gehoord of schriftelijke stukken ingediend met betrekking tot de bevindingen die werden uiteengezet in Verordening (EEG) nr. 547/90. Een exporteur die een verbintenis had aangegaan die werd aanvaard, met name Cheil Sugar Co. Ltd, Seoul, bracht de Commissie op de hoogte van een wijziging in de benaming van het bedrijf tot »Cheil Foods & Chemicals Inc., Seoul".

(3) Na het verstrijken van de tijdslimiet beweerde het bedrijf Tesco Chemiehandel GmbH, Duesseldorf, dat werd vermeld in overweging 3, onder c), van Verordening (EEG) nr. 547/90 als »invoerder in de Gemeenschap", dat het geen MSG invoerde van oorsprong uit de betrokken landen en dat het bijgevolg niet had mogen worden vermeld in deze verordening.

C. Dumping

(4) Sedert de instelling van het voorlopige recht is geen nieuw bewijsmateriaal inzake dumping ontvangen, zodat de Commissie haar in Verordening (EEG) nr. 547/90 uiteengezette bevindingen inzake dumping definitief acht.

De voorlopige vaststellingen inzake dumping worden derhalve bevestigd door de Raad.

D. Schade

(5) Aangezien met betrekking tot de schade voor de bedrijfstak van de Gemeenschap geen nieuw bewijsmateriaal is ontvangen, bevestigt de Raad eveneens de in Verordening (EEG) nr. 547/90 bereikte gevolgtrekkingen inzake schade.

E. Belang van de Gemeenschap

(6) Van geen enkele betrokken partij werden binnen de in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 547/90 genoemde termijn opmerkingen ontvangen en de Commissie zag er derhalve geen aanleiding toe haar conclusies, uiteengezet in overweging 23 van bovengenoemde verordening, te wijzigen.

(7) De Raad bevestigt derhalve haar gevolgtrekking dat het in het belang van de Gemeenschap is maatregelen te nemen. Bescherming van het belang van de Gemeenschap vergt onder deze omstandigheden het instellen van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van mononatriumglutamaat van oorsprong uit Indonesië, de Republiek Korea, Taiwan en Thailand.

F. Hoogte van het definitieve recht

(8) Uit de bovenstaande vaststelling vloeit voort dat de bedragen van het definitieve anti-dumpingrecht dezelfde dienen te zijn als die van het voorlopige anti-dumpingrecht.

G. Inning van het voorlopige recht

(9) Gezien de hoogte van de geconstateerde dumpingmarges en de omvang van de aan de EG-producenten berokkende schade, wordt het noodzakelijk geacht de als waarborg voor het voorlopige anti-dumpingrecht gestorte bedragen in hun geheel te innen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Er wordt een definitief anti-dumpingrecht ingesteld op de invoer van mononatriumglutamaat van GN-code ex 2922 42 00 (Taric-code: 2922 42 00 * 10) van oorsprong uit Indonesië, de Republiek Korea, Taiwan en Thailand.

2. Het recht bedraagt:

- 0,510 ecu per kilogram voor invoer van oorsprong uit Indonesië (Taric aanvullende code: 8400).

Het recht geldt niet voor rechtstreekse invoer van PT Sasa, Jakarta (Taric aanvullende code: 8401);

- 0,189 ecu per kilogram voor invoer van oorsprong uit de Republiek Korea (Taric aanvullende code: 8402).

Het recht geldt niet voor de rechtstreekse invoer van Cheil Foods & Chemicals Inc., Seoul, en Seoul Miwon Co. Ltd, Seoul (Taric aanvullende code: 8403);

- 0,653 ecu per kilogram voor invoer van oorsprong uit Taiwan (Taric aanvullende code: 8404).

Het recht geldt niet voor de rechtstreekse invoer van Tung Hai Fermentation Industry Corporation, Taichung, en Ve Wong Corporation, Taipei (Taric aanvullende code: 8405);

- 0,407 ecu per kilogram voor invoer van oorsprong uit Thailand (Taric aanvullende code: 8406).

Het recht geldt niet voor rechtstreekse invoer van Thai Fermentation Industry Co., Bangkok, en SCT Co., Bangkok (Taric aanvullende code: 8407).

3. De bepalingen inzake douanerechten zijn van toepassing.

Artikel 2

De bedragen die ingevolge Verordening (EEG) nr. 547/90 als waarborg voor het voorlopige anti-dumpingrecht waren gestort, worden geïnd ten belope van de bedragen vermeld in artikel 1, lid 2.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 27 juni 1990.

Voor de Raad

De Voorzitter

J. P. WILSON

(1) PB nr. L 209 van 2. 8. 1988, blz. 1.

(2) PB nr. L 56 van 3. 3. 1990, blz. 23.