Home

VERORDENING (EEG) Nr. 2272/90 VAN DE COMMISSIE van 1 augustus 1990 tot vaststelling van de referentieprijzen in de wijnsector voor het wijnoogstjaar 1990/1991

VERORDENING (EEG) Nr. 2272/90 VAN DE COMMISSIE van 1 augustus 1990 tot vaststelling van de referentieprijzen in de wijnsector voor het wijnoogstjaar 1990/1991

VERORDENING (EEG) Nr. 2272/90 VAN DE COMMISSIE van 1 augustus 1990 tot vaststelling van de referentieprijzen in de wijnsector voor het wijnoogstjaar 1990/1991

Publicatieblad Nr. L 204 van 02/08/1990 blz. 0046 - 0048


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2272/90 VAN DE COMMISSIE

van 1 augustus 1990

tot vaststelling van de referentieprijzen in de wijnsector voor het wijnoogstjaar 1990/1991

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1325/90 (2), en met name op artikel 53, lid 6,

Overwegende dat in artikel 53, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 822/87 is bepaald dat elk jaar een referentieprijs voor rode wijn en een referentieprijs voor witte wijn wordt vastgesteld; dat bij de vaststelling van deze referentieprijzen moet worden uitgegaan van de oriëntatieprijzen voor de meest representatieve soorten rode en witte tafelwijn van de communautaire produktie, verhoogd met de kosten die moeten worden gemaakt om wijn uit de Gemeenschap in hetzelfde handelsstadium te brengen als ingevoerde wijn;

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 784/90 van de Commissie van 29 maart 1990 tot vaststelling van de coëfficiënt voor de verlaging van de landbouwprijzen voor het verkoopseizoen 1990/1991 naar aanleiding van de monetaire herschikking van 5 januari 1990 en tot wijziging van de voor dat verkoopseizoen in ecu vastgestelde prijzen en bedragen (3) de lijst is vastgesteld van de prijzen en bedragen waarop de coëfficiënt 1,001712 wordt toegepast in het kader van de regeling voor de automatische afbraak van de negatieve monetaire afwijkingen; dat bij de vaststelling van de referentieprijzen met de daaruit voortvloeiende verlaging moet worden rekening gehouden;

Overwegende dat de meest representatieve sooten tafelwijn van de communautaire produktie de soorten R I en A I zijn, omschreven in de bijlage III van Verordening (EEG) nr. 822/87; dat de daarvoor geldende oriëntatieprijzen zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 1326/90 van de Raad (4) en aangepast zijn bij Verordening (EEG) nr. 2269/90 van de Commissie (5);

Overwegende dat volgens artikel 53, lid 1, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 822/87 ook referentieprijzen moeten worden vastgesteld voor druivesap (met inbegrip van druivemost) van de GN-codes 2209 60 en 2204 30 91, geconcentreerd druivesap (met inbegrip van druivemost) van de GN-codes 2009 60 2204 30 91 en 2204 30 99, druivemost waarvan de gisting door toevoegen van alcohol is gestuit in de zin van aanvullende aantekening 4, onder a), van hoofdstuk 22 van de gecombineerde nomenclatuur, distillatiewijn in de zin van aanvullende aantekening 4, onder b), van hoofdstuk 22 van de gecombineerde nomenclatuur en likeurwijn in de zin van aanvullende aantekening 4, onder c), van hoofdstuk 22 van de gecombineerde nomenclatuur;

Overwegende dat voorts, aangezien voor sommige produkten bijzondere referentieprijzen moeten worden vastgesteld op grond van hun bijzondere kenmerken of de bijzondere doeleinden waarvoor zij zijn bestemd, voor Riesling- of Sylvanerwijn en voor likeurwijn bestemd voor de bereiding van produkten andere dan van GN-code 2204 referentieprijzen dienen te worden vastgesteld; dat ten slotte met de normale verpakkingskosten overeenstemmende forfaitaire bedragen moeten worden vastgesteld waarmee de referentieprijzen voor de verschillende produkten moeten worden verhoogd wanneer deze verpakt zijn in recipiënten van ten hoogste 2 liter of in recipiënten van meer dan 2 liter doch ten hoogste 20 liter;

Overwegende dat bij de vaststelling van de referentieprijzen voor likeurwijn, die per hectoliter worden vastgesteld, rekening moet worden gehouden met de in de Gemeenschap voor het betrokken produkt geldende prijzen; dat bepaalde likeurwijnen van de GN-codes 2204 21 35, 2204 21 39, 2204 29 35 en 2204 29 39 worden gekenmerkt door het feit dat het totaalgehalte aan droge stof hoger is dan de maxima die als normaal worden beschouwd; dat ingevolge de regels van aanvullende aantekening 3, onder B, van hoofdstuk 22 van de gecombineerde nomenclatuur deze likeurwijnen niet worden ingedeeld in de categorie die overeenkomt met hun alcoholgehalte maar in een hogere categorie, waardoor hiervoor een referentieprijs geldt die hoger is dan die welke is vastgesteld voor de categorie die overeenkomt met hun alcoholgehalte; dat overigens de bovenbedoelde regeling niet van toepassing is op bepaalde concurrerende likeurwijnen die onder de GN-codes 2204 21 en 2204 29 zijn ingedeeld; dat, gezien het invoervolume van deze wijnen, hiervoor referentieprijzen moeten worden vastgesteld waardoor een gelijke behandeling van de verschillende likeurwijnen wordt gegarandeerd:

Overwegende dat, krachtens artikel 53, lid 1, vijfde alinea, van Verordening (EEG) nr. 822/87, de referentieprijs kan worden aangepast voor niet-Europese geografische delen van de Gemeenschap; dat een dergelijke aanpassing op grond van de marktsituatie momenteel alleen vereist is in het Franse overzeese departement Réunion;

Overwegende dat de kosten die moeten worden gemaakt om communautaire wijn in hetzelfde handelsstadium te brengen als ingevoerde wijn en die worden bepaald overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 344/79 van de Raad (1), forfaitair kunnen worden geraamd; dat deze kosten alsmede de andere elementen die in aanmerking worden genomen sedert de laatste vaststelling niet beduidend zijn gestegen;

Overwegende dat de referentieprijzen moeten worden vastgesteld aan de hand van de criteria genoemd in Verordening (EEG) nr. 344/79; dat bij Verordening (EEG) nr. 1326/90 de oriëntatieprijzen zodanig zijn vastgesteld dat het tot nu toe bestaande prijsverschil tussen rode wijn van de soorten R I/R II en witte wijn van de soort A I in het wijnoogstjaar 1990/1991 wordt opgeheven; dat bij de laatste vaststelling van de referentieprijzen in Verordening (EEG) nr. 2570/89 van de Commissie (2) was aangegeven dat de referentieprijzen voor de betreffende wijnen op hetzelfde peil zouden worden vastgesteld, zodra dit prijsverschil niet meer bestaat; dat derhalve een uniforme referentieprijs moet worden vastgesteld voor die wijnen, alsmede voor most en druivesap waarvan de prijs wordt afgeleid van de oriëntatieprijs voor wijn; dat ten slotte, rekening houdend met alle elementen voor de berekening van de referentieprijzen, de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de door de Gemeenschap beoogde bijdrage tot een harmonische ontwikkeling van de wereldhandel, voor het wijnoogstjaar 1990/1991 de referentieprijzen voor de meest representatieve wijnen en voor most en druivesap moeten worden vastgesteld op een peil dat ligt tussen de prijzen die in het vorige wijnoogstjaar enerzijds voor rode wijn en most en anderzijds voor witte wijn en most golden; dat de referentieprijzen voor likeurwijn, de forfaitaire bedragen voor verpakking en het aanpassingsbedrag voor de niet-Europese geografische delen van de Gemeenschap niet gewijzigd moeten worden;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor wijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het wijnoogstjaar 1990/1991 worden de referentieprijzen vastgesteld als volgt:

A. Produkten van de GN-codes 2204 21 en 2204 29:

1. rode en roséwijn: 4,37 ecu per % vol effectief alcoholgehalte/hl;

2. witte wijn, andere dan bedoeld in punt 3: 4,37 ecu per % vol effectief alcoholgehalte/hl;

3. witte wijn, bij invoer aangeboden onder de benaming Riesling of Sylvaner: 88,76 ecu/hl;

4. distillatiewijn in de zin van aanvullende aantekening 4, onder b), van hoofdstuk 22 van de gecombineerde nomenclatuur: 2,59 ecu per % vol effectief alcoholgehalte/hl;

5. druivemost waarvan de gisting door het toevoegen van alcohol is gestuit in de zin van aanvullende aantekening 4, onder a), van hoofdstuk 22 van de gecombineerde nomenclatuur: 2,78 ecu per % vol effectief alcoholgehalte/hl;

6. likeurwijn in de zin van aanvullende aantekening 4, onder c), van hoofdstuk 22 van de gecombineerde nomenclatuur van de volgende codes:

a) ex 2204 21 35, ex 2204 21 39, ex 2204 29 35 en ex 2204 29 39: 69 ecu/hl;

b) ex 2204 21 41, ex 2204 21 49, ex 2204 29 41 en ex 2204 29 49:

aa) van 15 % vol, met meer dan 130 g en ten hoogste 330 g aan droge stof per liter: 69 ecu/hl,

bb) andere: 75,20 ecu/hl;

c) ex 2204 21 51, ex 2204 21 59, ex 2204 29 51 en ex 2204 29 59: 92 ecu/hl;

d) ex 2204 21 90 en ex 2204 29 90: 99,30 ecu/hl;

7. likeurwijn in de zin van aanvullende aantekening 4, onder c), van hoofdstuk 22 van de gecombineerde nomenclatuur, bestemd voor verwerking tot produkten andere dan van GN-code 2204:

a) ex 2204 21 35, ex 2204 21 39, ex 2204 29 35 en ex 2204 29 39: 60,60 ecu/hl;

b) ex 2204 21 41, ex 2204 21 49, ex 2204 29 41 en ex 2204 29 49: 64,80 ecu/hl;

c) ex 2204 21 51, ex 2204 21 59, ex 2204 29 51 en ex 2204 29 59: 78,40 ecu/hl;

d) ex 2204 21 90 en ex 2204 29 90: 86,70 ecu/hl.

B. De referentieprijzen van de onder A, punten 1 en 2, bedoelde produkten worden met 1 ecu per % vol effectief alcoholgehalte/hl verhoogd, indien de wijn in het Franse overzeese departement Réunion wordt ingevoerd.

C. Produkten van de GN-codes 2209 60, 2204 30 91 en 2204 30 99:

1. al dan niet geconcentreerd druivesap (met inbegrip van druivemost), met een gehalte aan toegevoegde suiker van ten hoogste 30 gewichtspercenten, van de GN-codes ex 2209 60, ex 2204 30 91 en ex 2204 30 99:

a) wit: 3,98 ecu per % vol potentieel alcoholgehalte/hl,

b) ander: 3,98 ecu per % vol potentieel alcoholgehalte/hl;

2. al dan niet geconcentreerd druivesap (met inbegrip van druivemost), met een gehalte aan toegevoegde suiker van meer dan 30 gewichtspercenten, van de GN-codes ex 2009 60, ex 2204 30 91 en ex 2204 30 99:

a) wit: 3,98 ecu per % vol potentieel alcoholgehalte/hl,

b) ander: 3,98 ecu per % vol potentieel alcoholgehalte/hl.

D. Het forfaitaire bedrag per hectoliter dat moet worden toegevoegd voor de onder A, punten 1, 2, 3 en 6, vermelde produkten, wordt vastgesteld op:

- 42,30 ecu/hl wanneer deze zijn verpakt in recipiënten met een inhoud van ten hoogste 2 liter,

- 21,15 ecu/hl wanneer deze zijn verpakt in recipiënten met een inhoud van meer dan 2, doch niet meer dan 20 liter.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf 1 september 1990.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 1 augustus 1990.

Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 84 van 27. 3. 1987, blz. 1.

(2) PB nr. L 132 van 23. 5. 1990, blz. 19.

(3) PB nr. L 83 van 30. 3. 1990, blz. 102.

(4) PB nr. L 132 van 23. 5. 1990, blz. 22.

(5) Zie bladzijde 33 van dit Publikatieblad.

(1) PB nr. L 84 van 5. 3. 1979, blz. 67.

(2) PB nr. L 249 van 25. 8. 1989, blz. 29.