Home

VERORDENING ( EEG ) NR. 3009/90 VAN DE COMMISSIE VAN 18 OKTOBER 1990 TOT VASTSTELLING VAN DE REFERENTIEPRIJS VOOR ZOETE SINAASAPPELEN VOOR HET VERKOOPSEIZOEN 1990/1991

VERORDENING ( EEG ) NR. 3009/90 VAN DE COMMISSIE VAN 18 OKTOBER 1990 TOT VASTSTELLING VAN DE REFERENTIEPRIJS VOOR ZOETE SINAASAPPELEN VOOR HET VERKOOPSEIZOEN 1990/1991

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3009/90 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 1990

tot vaststelling van de referentieprijs voor zoete sinaasappelen voor het verkoopseizoen 1990/1991

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1193/90 (2), en met name op artikel 27, lid 1,

Overwegende dat luidens artikel 23, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1035/72 jaarlijks, vóór het begin van het verkoopseizoen, referentieprijzen worden vastgesteld die voor de gehele Gemeenschap gelden;

Overwegende dat, in verband met de betekenis van de produktie van zoete sinaasappelen in de Gemeenschap, voor dit produkt een referentieprijs moet worden vastgesteld;

Overwegende dat de in een bepaald produktieseizoen geoogste zoete sinaasappelen worden afgezet over een periode die zich uitstrekt van oktober tot 15 juli van het daaropvolgende jaar; dat de in oktober en november, alsmede de van 1 juni tot en met 15 juli van het daaropvolgende jaar, op de markt gebrachte hoeveelheden slechts een klein percentage vormen van de hoeveelheid die in het gehele verkoopseizoen wordt afgezet; dat bijgevolg slechts voor de periode van 1 december tot en met 31 mei van het daaropvolgende jaar een referentieprijs moet worden vastgesteld;

Overwegende dat de vaststelling van één enkele referentieprijs voor het gehele verkoopseizoen de meest geschikte oplossing wordt geacht in verband met de bijzondere kenmerken van de communautaire markt voor het betrokken produkt;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 23, lid 2, onder b), van Verordening (EEG) nr. 1035/72 de referentieprijzen worden vastgesteld op een peil dat gelijk is aan dat van het voorafgaande verkoopseizoen, verhoogd, na aftrek van het forfaitaire bedrag van de vervoerkosten voor het voorafgaande verkoopseizoen die op de communautaire produkten drukken vanaf de produktiegebieden tot de verbruikscentra van de Gemeenschap,

- met de ontwikkeling van de produktiekosten in de sector groenten en fruit, verminderd met de stijging van de produktiviteit,

- met het forfaitaire bedrag van de vervoerkosten voor het betrokken verkoopseizoen;

dat de aldus verkregen prijzen evenwel niet hoger mogen zijn dan het rekenkundige gemiddelde van de producentenprijzen van elke Lid-Staat, in de zin van bovengenoemd artikel 23, lid 2, verhoogd met de vervoerkosten voor het betrokken verkoopseizoen, waarbij het aldus verkregen bedrag wordt verhoogd met de ontwikkeling van de produktiekosten, verminderd met de stijging van de produktiviteit; dat de referentieprijs voorts niet lager mag zijn dan de voor het voorgaande verkoopseizoen geldende referentieprijs;

Overwegende dat de producentenprijzen gelijk zijn aan het gemiddelde van de prijzen die, in de drie jaar voorafgaande aan de datum van vaststelling van de referentieprijs, voor een binnenlands produkt waarvan de handelskenmerken zijn bepaald, op de representatieve markt of markten in de produktiegebieden met de laagste prijzen zijn genoteerd voor de produkten of variëteiten die een aanzienlijk deel uitmaken van de in het gehele jaar of gedurende een deel daarvan in de handel gebrachte produktie en die qua verpakking aan welbepaalde eisen voldoen; dat voor de vaststelling van het gemiddelde voor elke representatieve markt de prijzen buiten beschouwing moeten worden gelaten die, gelet op de op de betrokken markt geconstateerde normale schommelingen, uitzonderlijk hoog of uitzonderlijk laag kunnen worden geacht;

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 784/90 van de Commissie van 29 maart 1990 tot vaststelling van de coëfficiënt voor de verlaging van de landbouwprijzen voor het verkoopseizoen 1990/1991 naar aanleiding van de monetaire herschikking van 5 januari 1990 en tot wijziging van de voor dat verkoopseizoen in e vastgestelde prijzen en bedragen (3) de lijst is vastgesteld van prijzen en bedragen waarop coëfficiënt 1,001712 wordt toegepast in het kader van de regeling voor de automatische afbraak van de negatieve monetaire afwijkingen; dat de daaruit voortvloeiende verlaging moet worden doorberekend in de door de Commissie voor het verkoopseizoen 1990/1991 in ecu vastgestelde prijzen en bedragen; dat deze prijzen moeten worden aangepast met behulp van de hierboven vermelde aanpassingscoëfficiënt; dat deze aanpassing echter niet mag leiden tot referentieprijzen die lager zijn dan die in het voorafgaande seizoen overeenkomstig artikel 23, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1035/72;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 272, lid 3, van de Toetredingsakte voor de berekening van de referentieprijzen gedurende de eerste etappe van de toetreding de prijzen van de Portugese produkten buiten beschouwing worden gelaten;

Overwegende dat met toepassing van artikel 284 van de Toetredingsakte voor de berekening van de referentieprijs vanaf 1 januari 1991 rekening wordt gehouden met de Portugese prijzen;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het verkoopseizoen 1990/1991 wordt de referentieprijs voor zoete sinaasappelen, vers (GN-codes 0805 10 11, 0805 10 15, 0805 10 19, 0805 10 21, 0805 10 25, 0805 10 29, 0805 10 31, 0805 10 35, 0805 10 39, 0805 10 41, 0805 10 45 en 0805 10 49), uitgedrukt in ecu per 100 kg nettogewicht, voor de produkten van kwaliteitsklasse I, alle groottesorteringen, in verpakking, als volgt vastgesteld:

van 1 december 1990 tot en met 31 mei 1991: 22,75.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 december 1990.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 1990.

Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 118 van 20. 5. 1972, blz. 1.

(2) PB nr. L 119 van 11. 5. 1990, blz. 43.

(3) PB nr. L 83 van 30. 3. 1990, blz. 102.