Home

VERORDENING (EEG) Nr. 3127/90 VAN DE COMMISSIE van 29 oktober 1990 tot vaststelling, voor de periode van 1 november tot en met 31 december 1990, van ten opzichte van Spanje geldende communautaire aanbiedingsprijzen voor artisjokken

VERORDENING (EEG) Nr. 3127/90 VAN DE COMMISSIE van 29 oktober 1990 tot vaststelling, voor de periode van 1 november tot en met 31 december 1990, van ten opzichte van Spanje geldende communautaire aanbiedingsprijzen voor artisjokken

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3127/90 VAN DE COMMISSIE

van 29 oktober 1990

tot vaststelling, voor de periode van 1 november tot en met 31 december 1990, van ten opzichte van Spanje geldende communautaire aanbiedingsprijzen voor artisjokken

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3709/89 van de Raad van 4 december 1989 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de toepassing van de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal ten aanzien van het mechanisme van de compenserende bedragen bij invoer van groenten en fruit van herkomst uit Spanje (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende dat de Verordening (EEG) nr. 3815/89 van de Commissie (2) de uitvoeringsbepalingen heeft vastgesteld van het mechanisme van de compenserende bedragen bij invoer van groenten en fruit van herkomst uit Spanje;

Overwegende dat, krachtens artikel 152 van de Toetredingsakte, met ingang van 1 januari 1990 een mechanisme van compenserende bedragen wordt ingesteld bij invoer in de Gemeenschap in haar samenstelling per 31 december 1985, hierna »Gemeenschap van de Tien" genoemd, van groenten en fruit van herkomst uit Spanje waarvoor ten opzichte van derde landen een referentieprijs wordt vastgesteld; dat daarom alleen communautaire aanbiedingsprijzen voor artisjokken van herkomst uit Spanje moeten worden vastgesteld gedurende de toepassingsperiode van referentieprijzen tegenover derde landen;

Overwegende dat, overeenkomstig het bepaalde in artikel 152, lid 2, onder a), van de Toetredingsakte, jaarlijks een communautaire aanbiedingsprijs wordt berekend aan de hand van het rekenkundige gemiddelde van de producentenprijzen van elke Lid-Staat van de Gemeenschap van de Tien, vermeerderd met de vervoers- en verpakkingskosten voor de produkten vanaf de produktiegebieden tot de representatieve consumptiecentra van de Gemeenschap en met inachtneming van de ontwikkeling van de produktiekosten in de sector groenten en fruit; dat voornoemde producentenprijzen overeenkomen met het gemiddelde van de prijzen die zijn geconstateerd tijdens de drie jaar voorafgaande aan de datum waarop de communautaire aanbiedingsprijs wordt vastgesteld; dat de jaarlijkse communautaire aanbiedingsprijs het peil van de ten opzichte van derde landen toegepaste referentieprijs evenwel niet mag overschrijden;

Overwegende dat, ten einde rekening te houden met de seizoengebonden prijsschommelingen, het verkoopseizoen in één of verschillende periodes moet worden ingedeeld en voor elke periode een communautaire aanbiedingsprijs moet worden vastgesteld;

Overwegende dat, krachtens artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 3709/89, de communautaire aanbiedingsprijs moet worden bepaald aan de hand van de producentenprijzen die voor een binnenlands produkt waarvan de handelskenmerken zijn bepaald, op de representatieve markt of markten in de produktiegebieden met de laagste prijzen zijn genoteerd voor de produkten of variëteiten die een aanzienlijk deel uitmaken van de in het gehele jaar of gedurende een deel daarvan in de handel gebrachte produktie en die voldoen aan de eisen van kwaliteitsklasse I en aan bepaalde voorwaarden ten aanzien van de verpakking; dat bij de bepaling van het gemiddelde van de prijzen voor elke representatieve markt de prijzen die uitzonderlijk hoog of uitzonderlijk laag kunnen worden geacht ten opzichte van de op deze markt waargenomen normale schommelingen, buiten beschouwing moeten worden gelaten; dat bovendien wanneer het gemiddelde voor een Lid-Staat in sterke mate afwijkt van de normale schommelingen, deze dan niet in verhouding worden genomen;

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 784/90 van de Commissie van 29 maart 1990 tot vaststelling van de coëfficiënt voor de verlaging van de landbouwprijzen voor het verkoopseizoen 1990/1991 naar aanleiding van de monetaire herschikking van 5 januari 1990 en tot wijziging van de voor dat verkoopseizoen in ecu vastgestelde prijzen en bedragen (3) de lijst is vastgesteld van prijzen en bedragen waarop de coëfficiënt 1,001712 wordt toegepast in het kader van de regeling voor de automatische afbraak van de negatieve monetaire afwijkingen; dat de daaruit voortvloeiende verlaging moet worden doorberekend in de door de Commissie voor het verkoopseizoen 1990/1991 in ecu vastgestelde prijzen en bedragen; dat deze prijzen aangepast moeten worden met behulp van de hierboven vermelde aanpassingscoëfficiënt;

Overwegende dat het op grond van voornoemde criteria dienstig is om de communautaire aanbiedingsprijzen voor artisjokken vast te stellen voor de periode van 1 november tot en met 31 december 1990;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de periode van 1 november tot en met 31 december 1990 wordt de communautaire aanbiedingsprijs voor artisjokken (GN-code 0709 10 00), uitgedrukt in ecu per 100 kg nettogewicht, voor de produkten van kwaliteitsklasse I, alle groottesorteringen, in verpakking, 89,84.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 november 1990.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 29 oktober 1990.

Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 363 van 13. 12. 1989, blz. 3.

(2) PB nr. L 371 van 20. 12. 1989, blz. 28.

(3) PB nr. L 83 van 30. 3. 1990, blz. 102.