VERORDENING (EEG) Nr. 3154/90 VAN DE RAAD van 29 oktober 1990 betreffende de verdeling van de krachtens het Voedselhulpverdrag van 1986 voor de periode vanaf 1 juli 1989 te leveren hoeveelheden graan
VERORDENING (EEG) Nr. 3154/90 VAN DE RAAD van 29 oktober 1990 betreffende de verdeling van de krachtens het Voedselhulpverdrag van 1986 voor de periode vanaf 1 juli 1989 te leveren hoeveelheden graan
VERORDENING (EEG) Nr. 3154/90 VAN DE RAAD van 29 oktober 1990 betreffende de verdeling van de krachtens het Voedselhulpverdrag van 1986 voor de periode vanaf 1 juli 1989 te leveren hoeveelheden graan
Publicatieblad Nr. L 302 van 31/10/1990 blz. 0057 - 0057
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 3154/90 VAN DE RAAD
van 29 oktober 1990
betreffende de verdeling van de krachtens het Voedselhulpverdrag van 1986 voor de periode vanaf 1 juli 1989 te leveren hoeveelheden graan
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 3972/86 van de Raad van 22 december 1986 betreffende het voedselhulpbeleid en het beheer van de voedselhulp (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1930/90 (2), inzonderheid op artikel 4, lid 1, eerste en tweede streepje, en lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europese Parlement (3),
Overwegende dat het Voedselhulpverdrag van 1986 is verlengd tot en met 30 juni 1991; dat in het kader van dit verdrag tot verdere verlengingen kan worden besloten;
Overwegende dat de verdeling van de hoeveelheden graan, voorzien in het Voedselhulpverdrag, voor de periode van 1 juli 1986 tot en met 30 juni 1989 is neergelegd in Verordening (EEG) nr. 412/87 (4); dat derhalve de verdeling vanaf 1 juli 1989 moet worden vastgesteld,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
De hoeveelheid van 1 670 000 ton graan, die de jaarlijkse minimumbijdrage vormt waartoe de Gemeenschap en de Lid-Staten zich in het kader van het Voedselhulpverdrag van 1986 hebben verbonden, wordt voor de periode waarin dat Verdrag in zijn huidige versie van kracht blijft, als volgt verdeeld:
a) acties van de Gemeenschap: 927 700 ton;
b) nationale acties: 742 300 ton.
Artikel 2
De in artikel 1, onder b), bedoelde hoeveelheid wordt als volgt over de Lid-Staten verdeeld:
(in ton)
België 41 500
Denemarken 15 600
Duitsland 193 500
Griekenland 10 000
Spanje 20 000
Frankrijk 200 000
Ierland 4 000
Italië 95 400
Luxemburg 1 400
Nederland 50 200
Portugal -
Verenigd Koninkrijk 110 700.
Deze verdeling blijft van kracht indien het Verdrag wordt verlengd.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1989.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Luxemburg, 29 oktober 1990.
Voor de Raad
De Voorzitter
A. BATTAGLIA
(1) PB nr. L 370 van 30. 12. 1986, blz. 1 (rectificatie in
PB nr. L 42 van 12. 2. 1987, blz. 54).
(2) PB nr. L 174 van 7. 7. 1990, blz. 6.
(3) Advies uitgebracht op 12 oktober 1990 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).
(4) PB nr. L 42 van 12. 2. 1987, blz. 11.