BESCHIKKING VAN DE RAAD van 7 juni 1991 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek en technologische ontwikkeling op het gebied van de communicatietechnologieën (1990-1994) (91/352/EEG)
BESCHIKKING VAN DE RAAD van 7 juni 1991 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek en technologische ontwikkeling op het gebied van de communicatietechnologieën (1990-1994) (91/352/EEG)
BESCHIKKING VAN DE RAAD van 7 juni 1991 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek en technologische ontwikkeling op het gebied van de communicatietechnologieën ( 1990-1994) ( 91/352/EEG )
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 Q, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ),
In samenwerking met het Europese Parlement ( 2 ),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ),
Overwegende dat de Raad bij Besluit 90/221/Euratom, EEG ( 4 ) een derde kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling ( 1990-1994 ) heeft vastgesteld, waarin met name de acties worden omschreven die op het gebied van de communicatietechnologie moeten worden ondernomen; dat de onderhavige beschikking moet worden vastgesteld in het licht van de in de preambule van genoemd besluit opgenomen motivering;
Overwegende dat in artikel 130 K van het Verdrag is bepaald dat het kaderprogramma door middel van specifieke, binnen elke actie te ontwikkelen programma's moet worden uitgevoerd;
Overwegende dat het nodig zou kunnen blijken om naast het specifieke programma inzake menselijk kapitaal en mobiliteit, de opleiding van onderzoekers in het kader van het onderhavige programma aan te moedigen;
Overwegende dat, krachtens artikel 4 en bijlage I van Besluit 90/221/Euratom, EEG, het bedrag dat voor het kaderprogramma als geheel noodzakelijk wordt geacht, een bedrag van 57 miljoen ecu voor de gecentraliseerde actie met het oog op de verspreiding van kennis en de exploitatie van de resultaten van de programma's omvat, dat naar rato van het voor elk specifiek programma uitgetrokken bedrag moet worden verdeeld;
Overwegende dat het wenselijk is dat in het kader van dit programma het economische en sociale effect en de eventuele technologische risico's worden geëvalueerd;
Overwegende dat in Besluit 90/221/Euratom, EEG wordt bepaald dat de communautaire acties op het gebied van het
onderzoek in het bijzonder ten doel hebben de wetenschappelijke en technologische grondslag van de Europese indus
trie te versterken, met name in strategische sectoren van geavanceerde technologie, en de ontwikkeling van haar internationale concurrentiepositie te bevorderen; dat in dat besluit tevens is bepaald dat communautaire actie gerechtvaardigd is wanneer het onderzoek er onder andere toe bijdraagt de economische en sociale samenhang van de Gemeenschap te versterken en de harmonische ontwikkeling van de Gemeenschap in haar geheel te bevorderen, zulks met inachtneming van de beoogde wetenschappelijke en technische kwaliteit; dat het de bedoeling is dat het onderhavige programma ertoe bijdraagt deze doelstellingen te bereiken;
Overwegende dat het noodzakelijk is het midden - en kleinbedrijf voor zover mogelijk aan dit programma te laten deelnemen; dat, onverminderd de wetenschappelijke en technische kwaliteit van het onderhavige programma, met hun bijzondere eisen rekening dient te worden gehouden;
Overwegende dat de vorming of consolidering van een specifiek Europees industrieel potentieel voor de betrokken technologieën een dringende noodzaak is; dat de begunstigden in de Gemeenschap gevestigde netwerkexploitanten, onderzoekinstellingen, ondernemingen, waaronder kleine en middelgrote bedrijven, en andere instellingen moeten zijn, die het best zijn toegerust om deze doelstellingen te verwezenlijken;
Overwegende dat onder de prioriteiten ook geïntegreerde breedbandcommunicatiesystemen, intelligentie in netwerken, mobiele en persoonlijke communicatie, beeld - en datacommunicatie, technologie voor geïntegreerde diensten, experimenten met geavanceerde communicatie, technologie voor informatiebeveiliging en testinfrastructuren moeten worden opgenomen; dat met name O & O-werkzaamheden inzake systeemengineering, gevanceerde technologie voor telecommunicatie en validering van normen en gemeenschappelijke functionele specificaties dienen te worden verricht;
Overwegende dat fundamenteel onderzoek in de gehele Gemeenschap naar gelang van de behoeften moet worden aangemoedigd;
Overwegende dat het Comité voor wetenschappelijk en technisch onderzoek ( CREST ) is geraadpleegd,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD : Artikel 1 Voor een op 7 juni 1991 ingaande periode die afloopt op 31 december 1994 wordt een in bijlage I nader omschreven specifiek programma voor onderzoek en technologische ontwikkeling voor de Europese Gemeenschap op het gebied van de communicatietechnologieën vastgesteld .
Artikel 2
1 . Het bedrag dat noodzakelijk wordt geacht voor de uitvoering van het programma beloopt 484,1 miljoen ecu, met inbegrip van de uitgaven voor personeel en administratie ten belope van 41 miljoen ecu .
2 . Een indicatieve verdeling van de middelen is opgenomen in bijlage II .
3 . Ingeval door de Raad krachtens artikel 1, lid 4, van Besluit 90/221/Euratom, EEG een besluit wordt genomen, wordt de onderhavige beschikking op overeenkomstige wijze aangepast . Artikel 3 Bijlage III behelst de nadere regels voor de uitvoering van het programma, met inbegrip van het percentage van de financiële deelneming van de Gemeenschap . Artikel 4 1 . De Commissie beziet het programma in de loop van het tweede jaar van de tenuitvoerlegging opnieuw en brengt het Europese Parlement en de Raad verslag uit over de resultaten daarvan, zonodig vergezeld van wijzigingsvoorstellen .
2 . Aan het eind van het programma laat de Commissie de bereikte resultaten evalueren door een groep onafhankelijke deskundigen . Het verslag van deze groep wordt, samen met haar opmerkingen, aan het Europese Parlement en de Raad voorgelegd .
3 . De in de leden 1 en 2 bedoelde verslagen worden opgesteld aan de hand van de in bijlage I van de onderhavige beschikking omschreven doelstellingen en overeenkomstig artikel 2, lid 4, van Besluit 90/221/Euratom, EEG . Artikel 5 1 . De Commissie is voor de uitvoering van het programma verantwoordelijk .
2 . In de door de Commissie gesloten contracten worden de rechten en verplichtingen van iedere partij vastgesteld, met inbegrip van de regeling voor de verspreiding, de bescherming en de exploitatie van de onderzoekresultaten, overeenkomstig de krachtens artikel 130 K, tweede alinea, van het Verdrag vastgestelde bepalingen .
3 . Overeenkomstig de doelstellingen van bijlage I wordt een werkprogramma opgesteld en, zo nodig, bijgewerkt, waarin gedetailleerde doelstellingen en de aard van de te ondernemen projecten worden aangegeven, en waarin tevens de ter zake vast te stellen financiële bepalingen worden omschreven . De Commissie stelt op basis van dat werkprogramma uitnodigingen tot het indienen van voorstellen voor projecten op . Artikel 6 1 . De Commissie wordt bijgestaan door een Comité bestaande uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie .
2 . De vertegenwoordiger van de Commissie legt het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen . Het Comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie . Het Comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen . Bij de stemming in het Comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel . De voorzitter neemt niet aan de stemming deel .
3 . De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het Comité .
4 . Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het Comité, of indien geen advies is uitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel in betreffende de te nemen maatregelen . De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen .
5 . Indien de Raad na verloop van een termijn van drie maanden na de indiening van het voorstel bij de Raad geen besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen :
- door de Commissie vastgesteld in de gevallen als bedoeld in artikel 7, lid 1, tweede, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende en achtste streepje;
- door de Commissie vastgesteld, tenzij de Raad zich met een gewone meerderheid heeft uitgesproken tegen deze maatregelen in de gevallen als bedoeld in artikel 7, lid 1, eerste streepje . Artikel 7 1 . De procedure van artikel 6 geldt voor :
- de opstelling en bijwerking van het in artikel 5, lid 3, bedoelde werkprogramma;
- de evaluatie van de in bijlage III bedoelde projecten, alsmede van het geraamde bedrag van de bijdrage van de Gemeenschap voor deze projecten, wanneer dit bedrag hoger is dan 2 miljoen ecu;
- de inhoud van de aanbestedingen;
- iedere aanpassing van de verdeling van het bedrag dat ter indicatie in bijlage II is aangegeven;
- de maatregelen die moeten worden getroffen om het programma te evalueren;
- de regeling voor de verspreiding, de bescherming en de exploitatie van de resultaten van het onderzoek dat in het kader van het programma is verricht;
- de uitzonderingen op de algemene regels, vastgesteld in bijlage III;
- de deelneming aan de acties door instellingen en ondernemingen uit derde landen als bedoeld in artikel 8, leden 1 en 2 .
2 . Wanneer op grond van lid 1, tweede streepje, het bedrag van de communautaire bijdrage ten hoogste 2 miljoen ecu beloopt, stelt de Commissie het Comité in kennis van de projecten en van het resultaat van de evaluatie ervan .
De Commissie stelt het Comité eveneens in kennis van de tenuitvoerlegging van de begeleidende maatregelen en de gecooerdineerde acties bedoeld in bijlage III . Artikel 8 1 . De Commissie wordt gemachtigd om overeenkomstig artikel 130 N van het Verdrag onderhandelingen te voeren over internationale overeenkomsten met de landen die lid zijn van de COST, met name de lid-staten van de Europese Vrijhandelsassociatie en de landen van Midden - en OostEuropa, ten einde deze bij het gehele of een deel van het programma te betrekken .
2 . Wanneer tussen de Gemeenschap en Europese derde landen kaderovereenkomsten voor wetenschappelijke en technische samenwerking zijn gesloten, kan aan de in diezelfde landen gevestigde instellingen en ondernemingen
volgens de procedure van artikel 6 en in het licht van het criterium van wederzijds voordeel worden toegestaan deel te nemen aan een actie in het kader van het programma.
Geen enkele buiten de Gemeenschap gevestigde overeenkomstsluitende instelling die deelneemt aan een actie in het kader van het programma, komt in aanmerking voor financiering die door de Gemeenschap ten behoeve van het programma wordt verstrekt . Deze instelling neemt deel in de algemene administratieve kosten. Artikel 9 Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten .
Gedaan te Luxemburg, 7 juni 1991 .
Voor de Raad
De Voorzitter
R . STEICHEN
( 1 ) PB nr . C 174 van 16 . 7 . 1990, blz . 9.(2 )
PB nr . C 19 van 28 . 1 . 1991, blz . 139, en
PB nr . C 158 van 17 . 6. 1991.(3 )
PB nr . C 41 van 18 . 2 . 1991, blz . 12.(4 )
PB nr . L 117 van 8 . 5 . 1990, blz . 28 .
BIJLAGE I
WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNISCHE DOELSTELLINGEN EN INHOUD VAN HET PROGRAMMA
Dit specifieke programma vormt een geheel met de benadering die gestalte krijgt in het Derde Kaderprogramma in termen van wetenschappelijke en technische doelstellingen en de onderliggende bedoelingen ervan .
Paragraaf I.1.B van bijlage II van dat kaderprogramma vormt een integrerend deel van dit specifieke programma .
Het hierna volgende geeft een analytische beschrijving van de inhoud van het onderhavige specifieke programma, gebaseerd op en rekening houdend met de bovenstaande elementen .
De inhoud concentreert zich op acht prioriteitsgebieden met inbegrip van verificatietechnieken en -faciliteiten . Dit zijn gebieden die de samenwerking vereisen van twee of meer organisaties uit de telecommunicatiesector in het algemeen belang . De prioriteitsgebieden zijn :
Gebied 1 . Onderzoek en ontwikkeling ( O & O ) voor geïntegreerde breedbandcommunicatie ( IBC ).
Gebied 2 . Intelligentie in netwerken/flexibel beheer van communicatiemiddelen .
Gebied 3 . Mobiele en persoonlijke communicatie .
Gebied 4 . Beeld - en datacommunicatie .
Gebied 5 . Geïntegreerde -dienstentechnologie .
Gebied 6 . Technologie voor informatiebeveiliging .
Gebied 7 . Geavanceerde communicatie-experimenten .
Gebied 8 . Testinfrastructuren en - "interworking" ( horizontaal O & O-gebied voor de ondersteuning van de andere prioritaire gebieden ).
Het specifieke programma zal de genoemde prioriteitsgebieden bestrijken, waarbij onderscheid gemaakt zal worden in drie verschillende typen werk, namelijk : de ontwikkeling van implementatie-strategieën voor IBC-systemen, -diensten en -toepassingen, de ontwikkeling van geavanceerde communicatietechnologieën en validatie van standaarden en gemeenschappelijke functionele specificaties voor IBC-systemen . Om generieke toepassingen te ontwikkelen zal het gebruik maken van experimentele apparatuur en diensten .
GEBIED 1 : O & O VOOR IBC
De IBC-technologie vormt de ruggegraat voor geavanceerde diensten en bepaalt voor een groot deel de kosten ervan . Deze sleuteltechnologieën, de systemen, de diensten en de toepassingen komen in dit hoofdstuk aan de orde vanuit een systeemaanpak . Dit gebied bouwt voort op de werkzaamheden van het RACE I-programma, breidt deze uit en concentreert zich daarbij op de volgende onderwerpen:
IBC-systeemontwerp, -architectuur en -exploitatie
Deze werkzaamheden moeten IBC geschikt maken voor de thans verschijnende diensten, gebaseerd op een verzameling "open" normen, waardoor geïntegreerde diensten universeel toegankelijk worden . Hiertoe zullen de eisen van de diverse betrokkenen worden omgezet in referentiemodellen en functionele specificaties . Er zal bijzondere aandacht worden geschonken aan de interactie tussen de verschillende technische opties en de weerslag van de regulering in de zin van basisdiensten en uitgebreide diensten .
Overgangsstrategieën voor IBC
Wil de overgang van de huidige situatie naar de breedbandsystemen mogelijk zijn, dan is het nodig de interoperabiliteit van particuliere en openbare netwerken te verbeteren voor wat de nieuwe diensten betreft . Deze werkzaamheden zijn essentieel voor aanvaarding van deze nieuwe diensten door de gebruiker en voor een optimaal gebruik van de communicatiemiddelen .
Dit onderzoek omvat verdere ontwikkeling van gemeenschappelijke functionele specificaties en referentieconfiguraties, waarbij rekening wordt gehouden met de recente ontwikkelingen . Er zal vooral aandacht worden geschonken aan de steeds belangrijkere rol van mobiele telecommunicatie en optische communicatie ( rekening houdend met de toenemende belangstelling voor "glasvezel aan huis "), de opkomst van synchrone/asynchrone schakeltechnieken, integratie van subsystemen voor mobiele communicatie ( met name in rurale gebieden ) en de ontwikkeling van intelligentie in de netwerken . Er zullen studies worden verricht met het oog op de definitie van nieuwe uitgebreide diensten voor het beheer van lokale ondernemingsnetten . Ook zal aandacht worden besteed aan beeldcommunicatie, de inpassing daarvan in diensten, de interoperabiliteit tussen particuliere en openbare netten en lokale ondernemingsnetten .
Gemeenschappelijke werkomgeving
Deze werkzaamheden betreffen ondersteuning van de normalisatieactiviteiten van met name het European Telecommunication Standards Institute ( ETSI ). Ook behelzen de werkzaamheden, met het oog op het verspreiden van de resultaten en het zoeken naar externe informatie, verbindingen met soortgelijke activiteiten die buiten het kader van dit programma worden gevoerd . Er zullen gemeenschappelijke analysemiddelen worden ontwikkeld en gebruikt ten einde de scenario's voor de overgang en de invoering van het IBC-net te verifiëren .
Technieken voor primaire IBC-systeemfuncties
Deze werkzaamheden hebben betrekking op schakelsystemen, geïntegreerde optische systemen en netwerken, IBC-klantensystemen en IBC-software-infrastructuur .
Schakelsystemen : De technologische grondslag van ATM zal worden verbreed en er zullen technieken worden ontwikkeld voor een gecombineerd gebruik van ATM-netwerken en reeds bestaande netwerken . De werkzaamheden zullen de interconnectie van lokale ondernemingsnetten voor communicatiediensten en mobiele netten mogelijk maken . Deze ontwikkeling inzake ATM sluit fundamenteel onderzoek betreffende nieuwe schakeltechnologieën of -ontwerpen niet uit .
Geïntegreerde optische systemen en netwerken : De werkzaamheden zullen de basis leggen voor goedkope breedband-toegangsnetwerken en bijdragen tot de invoering en evolutie van geïntegreerde optische netwerken en optische schakeltechnieken .
IBC-abonneesystemen : Bij de bestudering van professionele IBC-verbindingen zal aandacht worden besteed aan de gevolgen van gegevensverwerking; wat IBC-verbindingen voor privégebruik betreft, zal de aandacht met name uitgaan naar de communicatieprotocollen .
IBC-software-infrastructuur : Bij het onderzoek zal worden gestreefd naar rendabele technieken voor ontwikkeling en onderhoud van betrouwbare telecommunicatiesoftware . Men zal zich ervan vergewissen dat terdege rekening is gehouden met parameters zoals de kwaliteitswaarborg en het gebruik van kunstmatige intelligentie . Ook de fundamentele kennissystemen op het gebied van onderhoud en levensduur zullen bij het onderzoek worden betrokken .
Integratie van IBC-demonstratiemodellen
De interoperabiliteit en de integratiemogelijkheden van "technologiedemonstratiemodellen" zullen worden geverifieerd voor particuliere en zakelijke abonnees en, wanneer zulks van toepassing is, voor stedelijke en plattelandsgebieden . Dit onderzoek zal gericht zijn op het valideren van de nieuwe technologieën, de normalisatie ondersteunen en de basis vormen voor de evaluatie van het prestatiepeil van de systemen en diensten . Tevens omvat het onderzoek de integratie van de toegangs -, transmissie - en schakelfuncties alsook de controle -, management - en signaleringsfuncties . Om te verifiëren of het net een grote verscheidenheid aan terminals en diensten kan ondersteunen, zullen demonstratiemodellen van IBC-terminals en elders ontwikkelde terminals worden aangesloten .
Verificatiehulpmiddelen
Dit deel betreft de ontwikkeling van de hulpmiddelen die nodig zijn om de functionele specificaties en de compatibiliteit van de toestellen te verifiëren . Behalve de nodige fysieke installaties behoren tot deze hulpmiddelen ook de procedures en beschrijvingen die nodig zijn om deze verificaties te verrichten .
GEBIED 2 : INTELLIGENTIE IN NETWERKEN/FLEXIBEL BEHEER VAN COMMUNICATIEMIDDELEN
Dit onderzoek heeft betrekking op het gebruik van technieken voor informatieoverdracht, optische communicatie en eventueel kunstmatige intelligentie, ten einde de flexibiliteit te verhogen wat betreft de levering van nieuwe netwerkdiensten en het netwerkbeheer .
Deze technologische werkzaamheden hebben ten doel systemen van de tweede generatie mogelijk te maken en bij te dragen tot de normalisatie en de definitie van interconnectieprotocollen .
Dit onderzoek heeft betrekking op de ontwikkeling en de demonstratie van technieken die noodzakelijk zijn voor het invoeren van programmeerbare netwerken met inbegrip van de aspecten van de levering van nieuwe diensten, Operations Support Systems ( OSS ) en Telecommunications Management Networks ( TMN ).
GEBIED 3 : MOBIELE EN PERSOONLIJKE COMMUNICATIE
Dit onderzoek moet bijdragen tot de ontwikkeling van de derde generatie van geïntegreerde mobiele communicatiesystemen, waarin wordt gestreefd naar universele persoonlijke communicatie met spraak, data en beeld . Deze derde-generatiesystemen vereisen een common-air-interface om de inplementatiekosten te verlagen . Zij zullen gebruik maken van frequenties in het 2 GHz-gebied maar sommige mobiele breedbanddiensten zullen gebruik maken van frequenties in de buurt van 60 GHz . Bij dit onderzoek hoort ook het bepalen van de functionele specificaties van IBC en radionetten ( bij voorbeeld interconnectienormen en mobiliteitsmanagement ). Ook de miniaturisatie van de terminaltechnologie zal bij het onderzoek worden betrokken . De terminals moeten uit
kostenoogpunt rendabel zijn voor beroepsmatig en particulier gebruik, waarbij vooral wordt gestreefd naar een laag energieverbruik en een doelmatig gebruik van de frequenties . Er zal extra aandacht worden geschonken aan de behoeften van de verschillende gebruikerscategorieën en in het bijzonder aan de vereisten van paneuropese toegang, waarvoor werkelijk compatibele diensten en protocollen nodig zijn .
GEBIED 4 : BEELD - EN DATACOMMUNICATIE
Dit onderzoek behelst de ontwikkeling van de technologie die nodig is voor de introductie en de exploitatie van geavanceerde, goedkope en flexibele beeld - en datacommunicatiediensten die voorzien in de behoeften van zowel de zakelijke als de particuliere gebruiker . De werkzaamheden die voortbouwen op hetgeen reeds in RACE is bereikt, hebben vooral betrekking op de gevolgen van nieuwe transmissietechnieken ( zoals ATM ) voor beelddiensten met hoge resolutie en snelle pakkettransmissie van data met bitsnelheden in het Mbit/s gebied . De werkzaamheden worden geconcentreerd op digitale HDTV en omvatten technieken voor het coderen en presenteren van stilstaande, bewegende en driedimensionale beelden . Zij hebben betrekking op interworking van IBC en andere netwerken waarmee het coëxisteert .
GEBIED 5 : GEÏNTEGREERDE-DIENSTENTECHNOLOGIE
De evolutie van de vraag op het gebied van de diensten vereist dat de communicatiesystemen zich dynamisch kunnen aanpassen aan de wensen en eisen van de eindgebruiker . Dit studiegebied is hieronder beschreven .
De doelstelling van dit onderzoek is bij te dragen tot de definitie van gemeenschappelijke functionele specificaties voor nieuwe communicatiediensten en multimediasystemen . Met name moet gewerkt worden aan gebruikspecificaties en meer in het algemeen aan dienstenontwerp en aan hun verband met netwerken .
Vorming van modules voor breedbanddiensten
Het doel van deze studies is de flexibele integratie van aangepaste telematicadiensten onder gebruikersbesturing, zulks met inachtneming van de transnationale aspecten van de vraag en de heterogene technische omgeving .
De dienst ontwerptechnologie zal worden toegespitst op de studie van modules die vervolgens kunnen worden genormaliseerd en het mogelijk zullen maken de architecturen en de componenten te vormen welke betrekking hebben op het gebruik, de dienstenleverancier en de dienstenontwerpen . De harmonisatie van en de ontwikkeling van modellen voor diensten zullen eveneens worden bestudeerd .
Er zal worden begonnen met de bestudering van de functionele architectuur van de geïntegreerde-dienstenomgeving en de specificatie van de componenten en de primitieven die noodzakelijk zijn voor de eindgebruiker . Het onderzoek betreffende de gebruiksaspecten dat vooral betrekking heeft op de mens-machine interface, zal het ontwerp omvatten van generieke metaforen die noodzakelijk zijn voor de toegang tot de geïntegreerde diensten . De studies over de componenten betreffende de dienstenleverancier zullen leiden tot de voor het dienstenbeheer noodzakelijke specificaties; de studie van de voor het ontwerpen van diensten noodzakelijke componenten zal als resultaat de definitie van gemeenschappelijke ontwerphulpmiddelen opleveren . De harmonisatiewerkzaamheden zullen met name betrekking hebben op de definitie van gebruiksspecificaties en kwaliteitsparameters . Ook zullen de specificaties voor mobiele communicatie en de beveiligingseisen worden bestudeerd . De ontwikkeling van gebruiksmodellen zal het mogelijk maken de gebruiksproblemen, en met name de factoren die een rol spelen bij de acceptatie van een dienst voor de gebruiker, te bestuderen .
Technologie van geïntegreerde diensten
Dit onderzoek bouwt voort op systeemontwerpactiviteiten en de resultaten zullen bijdragen aan het specificatie - en standaardisatiewerk . Men zal studies wijden aan de technieken voor de realisatie van architecturen, de gebruikerscomponenten, de metaforen en gebruikersinterfaces, de beheersproblemen en het dienstenmanagement .
Verificatie van dienstentechnologie
Het onderzoek houdt de ontwikkeling in van prototype-faciliteiten voor flexibele integratie van diensten om te kunnen inspelen op de eisen van netwerkoperators, dienstenleveranciers en gebruikers .
GEBIED 6 : TECHNOLOGIEËN VOOR INFORMATIEBEVEILIGING
De nauwkeurigheid, beveiliging en betrouwbaarheid in het algemeen van informatie zijn onmiskenbaar van groot belang voor particulieren, handel, industrie en overheidsdiensten . Deze werkzaamheden hebben tot doel ervoor te zorgen dat in de strategieën voor de ontwikkeling en implementatie van diensten wordt gelet op de kwaliteit, de beveiliging en de betrouwbaarheid . Er zal worden voorzien in specificaties, richtsnoeren en technologie voor praktische en doelmatige informatiebeveiliging op een paneuropees niveau, in samenhang met in het kader van andere specifieke programma's uitgevoerde acties . De prioriteit op dit gebied is de ontwikkeling van technologieën voor informatiebeveiliging, in samenhang met de andere acties ter beveiliging van informatiesystemen die door de Commissie worden ondernomen in het kader van de diverse programma's waarvoor zij verantwoordelijk is .
Kwaliteit, beveiliging en betrouwbaarheid van diensten
Het onderzoek omvat risicomanagement, coherente oplossingen op het gebied van de beveiliging en het creëren van een gunstige omgeving voor betrouwbaar informatiemanagement .
Risicomanagement : Er zal een gemeenschappelijke strategie worden vastgesteld om een rationeel risicomanagement mogelijk te maken . Hiermee zullen de wetenschappelijke grondslagen worden gelegd voor latere juridische maatregelen .
Coherente oplossingen op het gebied van de beveiliging : Er zullen gecooerdineerde strategieën worden vastgesteld om interworking van afzonderlijke beveiligingsmechanismen en -procedures te garanderen . Zodoende kunnen gemeenschappelijke omschakelingsscenario's worden ontwikkeld, met name voor de openbare infrastructuren . De werkzaamheden zullen de basis leveren voor samenwerking tussen de organisaties betrokken bij de beveiliging van de informatie .
Het creëren van een gunstige omgeving : Hier zal worden nagegaan welke opties er zijn voor de verspreiding van de technieken voor informatiebeveiliging en aanverwante maatregelen . De verspreiding van oplossingen onder de eindgebruikers valt buiten het bestek van dit programma .
Technologie voor informatiebeveiliging
Er zal onderzoek worden verricht naar technologie voor beveiligingsmechanismen en technologie voor de integratie van veilige systemen, met name voor gedistribueerde systemen . Deze technologie is ingedeeld in de volgende hoofdthema's :
Systeemtechnologie voor informatiebeveiliging : Dit omvat bruikbaarheid, controleerbaarheid, toepassingssoftware, hardware en operating systems .
Bestudering van het netwerk vanuit het oogpunt van de informatiebeveiliging : Dit heeft zowel op transmissie als op omschakeling betrekking .
Hulpmiddelen voor het beheer van de informatiebeveiliging : Dit omvat de ontwikkeling van softwarehulpmiddelen waarin methoden worden toegepast voor het beheer van informatiebeveiliging . Het onderzoek behelst de risicoanalyse, de formulering en de implementatie van maatregelen met het oog op informatiebeveiliging, alsook het beheer van de routines en de kwaliteit van de beveiligingssystemen .
Verificatie van de informatiebeveiliging
De architecturen, specificaties en technologieën die in het kader van dit specifieke programma ontwikkeld zijn, zullen worden geverifieerd met behulp van een reeks demonstratiesystemen . Dit is van essentieel belang wil men echt informatiebeveiliging verkrijgen, aangezien de veiligheid van elk systeem afhangt van zijn zwakste schakel en gelet op de ingewikkeldheid van de in dit kader bestudeerde systemen . Het werk valt onder de volgende thema's :
Integratie van technologieën voor informatiebeveiliging : Dit heeft betrekking op de toepassing van een combinatie van verschillende technologieën om een optimale informatiebeveiliging te realiseren ( uiteenlopend van onderdrukking van straling in elektronische apparatuur tot het ontwerpen van protocollen ); deze technologieën omvatten tal van functies welke de bestanddelen van de totale systemen vormen .
Verificatie van gemeenschappelijke hulpmiddelen voor informatiebeveiliging : Dit heeft betrekking op drie klassen hulpmidelen : hulpmiddelen voor risicoanalyse, hulpmiddelen voor kwaliteitsgarantiecriteria en hulpmiddelen voor evaluatie van de beveiliging .
Ontwikkeling van een gemeenschappelijke infrastructuur voor de informatiebeveiliging : Dit omvat vier gebieden : certificatiediensten voor beveiligingsprodukten; goedkeuringsdiensten voor de systemen; wegen voor de beveiliging van internationaal verkeer en beveiligingsdiensten ten aanzien van derden . Op al deze gebieden zal met name met proefprojecten worden gewerkt . Deze moeten worden aangepast aan de behoeften van de verschillende sectoren van de economie, met inbegrip van de overheidsadministratie, en rechtstreeks worden gesteund door degenen die de technologie in het kader van O & O-projecten binnen of buiten het programma hebben ontwikkeld .
GEBIED 7 : GEAVANCEERDE COMMUNICATIE-EXPERIMENTEN
Deze preconcurrentiële en prenormatieve werkzaamheden moeten de weg effenen voor geavanceerde communicatie en de risico's van investeringen op dit gebied zo klein mogelijk maken . Er zullen generieke dienstenfuncties worden bepaald die herbruikbaar zijn en die het mogelijk maken aan uiteenlopende gebruikersbehoeften tegemoet te komen, met handhaving van universele toegang en interoperabiliteit . Dit onderzoek zal de gebruikers in staat stellen de nieuwe technologieën sneller over te nemen en de mogelijkheden die deze bieden te exploiteren . Deze stimulering van de vraag is ook van belang voor de telecommunicatie-exploitanten en de fabrikanten van apparatuur . Het onderzoek concentreert zich op de volgende onderwerpen :
Studie van de generieke functies
Het onderzoek zal vooral gericht zijn op pilot-toepassingen van geavanceerde communicatie en generieke toepassingen die de basis kunnen vormen van een reeks toekomstige universele diensten . Hieronder vallen de ontwikkeling van een gebruiksreferentiemodel, de ontwikkeling van operationele en functionele specificaties voor diensten, consolidering van netwerk - en technologieaspecten en vaststelling van criteria en richtsnoeren voor een succesvolle invoering en toepassing van geavanceerde communicatie; deze werkzaamheden zullen op basis van een
consensus worden verricht . Voor het gebruiksreferentiemodel zal worden voortgebouwd op reeds bestaande concepten, maar wordt bovendien aandacht geschonken aan invoeringsstrategieën, generieke toepassingen en de relatie tussen toepassingen ( benadering vanuit gebruiker/vraag ) en diensten ( benadering vanuit leverancier/aanbod ). Op een consensus gebaseerde operationele specificaties, waarvoor wordt uitgegaan van de benadering vanuit de gebruiker, en gemeenschappelijke functionele specificaties voor diensten zullen worden ontwikkeld wanneer deze marktmogelijkheden creëren . Voor het vaststellen van criteria en richtsnoeren voor een succesvolle start van de markt van geavanceerde communicatie wordt gesteund op de experimenten betreffende toepassingen met een sterke sociaal-economische weerslag . Er zijn reeds enkele generieke toepassingen vastgesteld, bij voorbeeld gedistribueerde case handling, communicatie tussen personen en toekenning van bevoegdheid op afstand .
Technieken voor experimenten met geavanceerde communicatie
Dit onderdeel betreft de technologie en de technieken die nodig zijn voor experimenten met geavanceerde toepassingen . Hiervoor zijn drie thema's vastgesteld : de ontwikkeling en identificatie van technologie ter ondersteuning van de ontwikkeling van de diensteninfrastructuur, de ontwikkeling van technieken om de gebruikersbehoeften te definiëren en de oplossingen om in deze behoeften te voorzien . De werkzaamheden omvatten met name de identificatie van de server modules die nodig zijn voor toepassingen als vertalen/tolken, integriteit, multimedia-conferenties, multimedia-databases en distributie . Door de gebruikersbehoeften in modellen vast te leggen zullen de bestanddelen van diensten en produkten worden verkregen en zullen naast de mogelijkheden van de netwerken ( transmissie, omschakeling en beheer ) ook de terminalfuncties worden bepaald die in de hardware of de software worden toegepast . De ontwikkeling van technieken, waarmee in die behoeften kan worden voorzien, omvat met name ondersteuning van de specificatie van de eisen . Daarnaast zullen simulatietechnieken worden gebruikt als aanvulling op praktijkproeven; er zal gebruik worden gemaakt van presentatiemiddelen, met inbegrip van grafische animatie, ter aanvulling van de gedetailleerde technische presentatie .
Toepassingsexperimenten
De technische en economische haalbaarheid van toekomstige toepassingen van breedbandcommunicatie zal worden nagegaan door middel van experimenten . Hierin zullen generieke toepassingen van breedbandcommunicatie, die zich in alle regio's van de Gemeenschap uitstrekken over verschillende sectoren en functies van het bedrijfsleven, worden geïdentificeerd, beschreven, gemodelleerd en gedefinieerd . Deze experimenten zullen de netwerkexploitanten en de gebruikers in staat stellen marktstudies te verrichten en exploitatieplannen op te stellen . Er zal een aantal apparaten ( zowel diensten als materiaal ) voor deze generieke toepassingen worden ontwikkeld ten einde deze experimenten te kunnen richten op sectorspecifieke toepassingen .
Deze werkzaamheden, waarbij rekening wordt gehouden met de toekomstige behoeften van de gebruikers, zullen de identiteit van deze generieke toepassingen bevestigen en hun kenmerken in praktijkproeven aan het licht brengen . De aldus verkregen kennis zal door de betrokkenen worden gebruikt als uitgangspunt voor hun planning voor implementatie en exploitatie van de toekomstige communicatienetwerken .
GEBIED 8 : TESTINFRASTRUCTUUR EN INTERWORKING
Aan een succesvolle introductie van breedband-telecommunicatiediensten in Europa moeten experimenten en tests vooraf gaan . Een testinfrastructuur, waardoor degenen die betrokken zijn bij experimenten worden verbonden en normen en functionele specificaties kunnen worden gevalideerd, is essentieel . Het is de bedoeling dat de exploitanten en de nationale proefbanken - onder de door de partners vastgestelde voorwaarden - de testinfrastuctuur aanbieden en exploiteren, en zulks in onderlinge samenhang en samenwerking indien de interconnectie en interoperabiliteit dit vereisen . Deze in onderlinge samenhang functionerende nationale proefbanken zouden de basis leveren voor de communicatie-experimenten . Dit gebied zou derhalve onderzoek steunen dat nodig is voor de interoperabiliteit .
BIJLAGE II
INDICATIEVE VERDELING VAN HET NOODZAKELIJK GEACHTE BEDRAG ( in miljoen ecu )
Totaal
Gebied
Verdeling
1 . O & O op het gebied van breedbandcommunicatie
111
2 . Intelligentie in breedbandnetwerken, flexibel beheer van communicatiemiddelen
43
3 . Mobiele en persoonlijke communicatie
53
4 . Beeld - en datacommunicatie
68,11
5 . Geïntegreerde-dienstentechnologie
39
6 . Technologieën voor informatiebeveiliging
29
7 . Geavanceerde communicatie-experimenten
121
8 . Testinfrastructuur ( horizontaal O & O-gebied voor alle andere prioritaire gebieden )
20
Totaal
484,11 (¹) (²)
(¹) Met inbegrip van 19,36 miljoen ecu aan personeelskosten en 21,64 miljoen ecu aan administratiekosten .
(²) Een bedrag van 4,89 miljoen ecu, niet begrepen in de 484,11 miljoen ecu, zal worden voorbehouden als bijdrage van dit specifieke programma aan de gecentraliseerde actie inzake verspreiding en exploitatie van de resultaten .
De verdeling over verschillende begrotingslijnen sluit niet uit dat de projecten tot verscheidene lijnen kunnen behoren .
BIJLAGE III
UITVOERING VAN HET PROGRAMMA
1 . De Commissie voert het programma uit op basis van de doelstellingen en de wetenschappelijke en technische inhoud die in bijlage I zijn vastgesteld .
2 . De in artikel 3 bedoelde nadere regels voor de uitvoering van het programma hebben betrekking op projecten voor onderzoek en technologische ontwikkeling, begeleidende maatregelen en gecooerdineerde acties . Bij de selectie daarvan moet rekening worden gehouden met de in bijlage III van Besluit 90/221/Euratom, EEG genoemde criteria en met de doelstellingen van bijlage I bij de onderhavige beschikking .
- Projecten voor onderzoek
Inzake de projecten worden voor gezamenlijke rekening contracten voor onderzoek en technologische ontwikkeling gesloten en verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage, die normaal gesproken niet meer dan 50 % beloopt . Universiteiten en andere onderzoekcentra die aan acties voor gezamenlijke rekening deelnemen, kunnen voor elk project afzonderlijk een financiering ten belope van 50 % van de totale uitgaven aanvragen, dan wel een financiering ten belope van 100 % van de bijkomende marginale kosten .
De onderzoekacties voor gezamenlijke rekening moeten in het algemeen worden uitgevoerd door in de Gemeenschap gevestigde deelnemers . De projecten waaraan bij voorbeeld universiteiten, onderzoekinstellingen en industriële ondernemingen, waaronder ook kleine en middelgrote ondernemingen, kunnen deelnemen, moeten in het algemeen voorzien in de deelneming van ten minste twee partners die onafhankelijk van elkaar zijn en gevestigd zijn in ten minste twee Lid-Staten . De contracten die betrekking hebben op de onderzoekacties voor gezamenlijke rekening, moeten in het algemeen worden afgesloten na een selectieprocedure die berust op in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakte uitnodigingen tot het indienen van voorstellen .
- Begeleidende maatregelen
De in artikel 7 van de in onderhavige beschikking bedoelde begeleidende maatregelen houden het volgende in :
- het organiseren van studiebijeenkomsten, workshops en wetenschappelijke conferenties;
- interne cooerdinatie door de instelling van integratiegroepen;
- geavanceerde opleidingsactiviteiten met de nadruk op het multidisciplinaire aspect;
- bevordering van de exploitatie van de resultaten;
- onafhankelijke wetenschappelijke en strategische evaluatie van de werking van de projecten en van het programma .
- Gecooerdineerde acties
De gecooerdineerde acties houden in dat de Gemeenschap pogingen onderneemt om de afzonderlijke onderzoekacties in de Lid-Staten te cooerdineren . De communautaire financiële deelname kan oplopen tot 100 % van de kosten .
3 . De verspreiding van de in het kader van de uitvoering van de projecten verworven kennis vindt plaats binnen het specifieke programma en tevens door middel van een gecentraliseerde actie overeenkomstig het besluit bedoeld in artikel 4, lid 3, van Besluit 90/221/Euratom, EEG.