Home

Richtlijn 91/688/EEG van de Raad van 11 december 1991 tot wijziging van Richtlijn 72/462/EEG inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesprodukten uit derde landen

Richtlijn 91/688/EEG van de Raad van 11 december 1991 tot wijziging van Richtlijn 72/462/EEG inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesprodukten uit derde landen

Richtlijn 91/688/EEG van de Raad van 11 december 1991 tot wijziging van Richtlijn 72/462/EEG inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesprodukten uit derde landen

Publicatieblad Nr. L 377 van 31/12/1991 blz. 0018 - 0019
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 40 blz. 0044
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 40 blz. 0044


RICHTLIJN VAN DE RAAD van 11 december 1991 tot wijziging van Richtlijn 72/462/EEG inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesprodukten uit derde landen (91/688/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat in Richtlijn 72/462/EEG (4), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 91/266/EEG (5), met name wordt bepaald aan welke voorwaarden ten aanzien van klassieke varkenspest moet worden voldaan bij invoer van levende varkens, vers vlees van varkens en varkensvleesprodukten uit derde landen;

Overwegende dat, gezien de verbeterde gezondheidssituatie in de Gemeenschap ten aanzien van klassieke varkenspest en de beëindiging van de systematische inenting tegen deze ziekte, de bestaande voorwaarden voor de invoer van levende varkens, vers vlees van varkens en varkensvleesprodukten moeten worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 72/462/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. de volgende leden worden aan artikel 6 toegevoegd:

"4. Ten aanzien van klassieke varkenspest geldt dat de varkens afkomstig moeten zijn van het grondgebied van een derde land dat:

- sedert ten minste twaalf maanden vrij is van klassieke varkenspest;

-in de voorbije twaalf maanden geen vaccinatie heeft toegestaan;

- op zijn grondgebied geen varkens binnenlaat die minder dan twaalf maanden tevoren zijn ingeënt.

5. In afwijking van lid 4 kan volgens de procedure van artikel 29 worden besloten de invoer toe te staan van varkens die komen uit een bepaald deel van het grondgebied van een derde land, op voorwaarde dat inenting tegen klassieke varkenspest verboden is op het gehele grondgebied van dat land en het deel van het grondgebied van het betrokken derde land aan de in lid 4 vastgestelde voorwaarden voldoet.

6. In afwijking van lid 4 kan, wanneer klassieke varkenspest uitbreekt in een derde land dat voldoet aan de voorwaarden van lid 4, volgens de procedure van artikel 29 worden besloten dat de periode van twaalf maanden als bedoeld in lid 4, eerste streepje, tot zes maanden wordt teruggebracht indien:

a) een uitbraak of een aantal uit epizooetiologisch oogpunt met elkaar verbonden uitbraken binnen een geografisch beperkt gebied voorkomen, en b) de uitbraak of uitbraken binnen drie maanden en zonder gebruikmaking van vaccinatie volledig zijn uitgeroeid.";

2. het volgende punt wordt aan artikel 14, lid 2, toegevoegd:

"c) waar ten minste in de voorbije twaalf maanden geen geval van klassieke varkenspest is ontdekt, waar ten minste in de voorbije twaalf maanden vaccinatie tegen klassieke varkenspest niet is toegestaan en waar in de voorbije twaalf maanden geen enkel varken is ingeënt tegen klassieke varkenspest.";

3. de volgende zin wordt aan artikel 15 toegevoegd:

"Volgens de procedure van artikel 29 kan worden besloten uitzonderingen op het bepaalde in artikel 14, lid 2, onder c), toe te staan.".

Artikel 2

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 juli 1992 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 11 december 1991.

Voor de RaadDe VoorzitterP. BUKMAN

(1)PB nr. C 226 van 31. 8. 1991, blz. 21.

(2)PB nr. C 326 van 16. 12. 1991.

(3)Advies uitgebracht op 28 november 1991 (nog niet verschenen in het Publikatieblad.

(4)PB nr. L 302 van 31. 12. 1972, blz. 28.

(5)PB nr. L 134 van 29. 5. 1991, blz. 45.