Home

VERORDENING (EEG) Nr. 3519/91 VAN DE COMMISSIE van 4 december 1991 houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 2158/89 tot bepaling van de werkelijke produktie voor tabakssoorten van de oogst 1988 en tot vaststelling van de geldende prijzen en premies in het kader van de regeling inzake gegarandeerde maximumhoeveelheden #

VERORDENING (EEG) Nr. 3519/91 VAN DE COMMISSIE van 4 december 1991 houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 2158/89 tot bepaling van de werkelijke produktie voor tabakssoorten van de oogst 1988 en tot vaststelling van de geldende prijzen en premies in het kader van de regeling inzake gegarandeerde maximumhoeveelheden #

VERORDENING (EEG) Nr. 3519/91 VAN DE COMMISSIE van 4 december 1991 houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 2158/89 tot bepaling van de werkelijke produktie voor tabakssoorten van de oogst 1988 en tot vaststelling van de geldende prijzen en premies in het kader van de regeling inzake gegarandeerde maximumhoeveelheden -

Publicatieblad Nr. L 334 van 05/12/1991 blz. 0016 - 0017


VERORDENING (EEG) Nr. 3519/91 VAN DE COMMISSIE van 4 december 1991 houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 2158/89 tot bepaling van de werkelijke produktie voor tabakssoorten van de oogst 1988 en tot vaststelling van de geldende prijzen en premies in het kader van de regeling inzake gegarandeerde maximumhoeveelheden

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 727/70 van de Raad van 21 april 1970 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1737/91 (2), en met name op artikel 4, lid 5,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2824/88 van de Commissie van 13 september 1988 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van de regeling inzake de gegarandeerde maximumhoeveelheden in de sector tabak en tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 1076/78 en (EEG) nr. 1726/70 (3), en met name op artikel 1 en artikel 2, lid 4,

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 1114/88 van de Raad (4) tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 727/70, waarbij een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak is ingesteld, voor de oogst 1988 een totale gegarandeerde maximumhoeveelheid is vastgesteld die 385 000 ton tabaksbladeren bedraagt;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 2268/88 van de Raad van 19 juli 1988 tot vaststelling van de voor de oogst 1988 geldende streefprijzen, interventieprijzen, premiebedragen voor kopers van tabaksbladeren, afgeleide interventieprijzen voor verpakte tabak, referentiekwaliteiten, produktiegebieden en gegarandeerde maximumhoeveelheden, en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1975/87 (5) de prijzen en premies en de gegarandeerde maximumhoeveelheden per soort of groep soorten voor tabak van de oogst 1988 zijn vastgesteld;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 2158/89 van de Commissie van 18 juli 1989 tot bepaling van de werkelijke produktie voor tabakssoorten van de oogst 1988 en tot vaststelling van de geldende prijzen en premies in het kader van de regeling inzake gegarandeerde maximumhoeveelheden (6) ter uitvoering van de regeling inzake gegarandeerde maximumhoeveelheden de voor de oogst 1988 te betalen streefprijs, interventieprijs, premie en afgeleide interventieprijs is verlaagd voor die soorten waarvoor een overschrijding van de gegarandeerde maximumhoeveelheid is geconstateerd; dat het daarbij gaat om de soorten of groepen van soorten nr. 1 Badi- scher Geudertheimer en de hybriden daarvan, nr. 7 Bright, nr. 9 Maryland, nr. 23 Tsebelia, nr. 24 Mavra en nr. 26 Virginia EL;

Overwegende dat het Hof van Justitie in zijn arrest van 11 juli 1991 in zaak C-368/89 de Verordeningen (EEG) nr. 1114/88 en (EEG) nr. 2268/88 ongeldig heeft verklaard voor zover deze verordeningen betrekking hebben op een gegarandeerde maximumhoeveelheid voor in 1988 geoogste tabak van de soort Bright;

Overwegende dat krachtens de in artikel 176 van het Verdrag neergelegde beginselen de instellingen van de Gemeenschap gehouden zijn de maatregelen te nemen welke nodig zijn ter uitvoering van een arrest van het Hof van Justitie waarbij een besluit ongeldig is verklaard;

Overwegende dat de gronden waarop het Hof van Justitie de bovenbedoelde bepalingen voor de soort Bright ongeldig heeft verklaard, ook gelden voor de overige soorten waarvoor een overschrijding van de gegarandeerde maximumhoeveelheid is geconstateerd; dat de feitelijke financiële consequenties van de vaststelling van gegarandeerde maximumhoeveelheden voor de oogst 1988 voortvloeien uit Verordening (EEG) nr. 2158/89, waarbij de prijzen en premies voor de soorten waarvoor de gegarandeerde maximumhoeveelheid is overschreden, zijn verlaagd; dat die verordening derhalve nietig moet worden verklaard;

Overwegende dat het verschil tussen de bedragen die voortvloeien uit de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2158/89, respectievelijk bijlage IV van Verordening (EEG) nr. 2268/88, moet worden betaald overeenkomstig de ter zake geldende nationale bepalingen, waarbij volgens de jurisprudentie van het Hof van Justitie op dezelfde wijze te werk moet worden gegaan als bij een rectificatiebetaling ten laste van de nationale begroting; dat het derhalve de taak van de Lid-Staten is te onderzoeken of er nationale bepalingen of gebruiken zijn die een belemmering vormen voor de betrokken betalingen, met name in het geval dat om redenen van rechtszekerheid in dit stadium geen verzet of vordering meer mogelijk zou zijn;

Overwegende dat hoe dan ook de Lid-Staten de bovenbedoelde betalingen slechts mogen doen voor zover de overige bepalingen van de betrokken communautaire regelgeving in acht zijn genomen, in het bijzonder het bepaalde in artikel 2 ter, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 1726/70 van de Commissie van 25 augustus 1970 betreffende de wijze van toekenning van de premie voor tabaksbladeren (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1413/91 (8);

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor ruwe tabak,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 2158/89 wordt ingetrokken.

Artikel 2

1. De Lid-Staten betalen het verschil tussen de uit de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2158/89 voortvloeiende bedragen en de uit de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2268/88 voortvloeiende bedragen overeenkomstig de nationale bepalingen en gebruiken. Zij nemen de nodige maatregelen om zich ervan te vergewissen dat de producenten van tabaksbladeren de aankoopprijs hebben ontvangen die is berekend met inachtneming van de intrekking van Verordening (EEG) nr. 2158/89.

2. De Lid-Staten kunnen bepalen dat de bovenbedoelde betalingen, voor zover er aanleiding tot dergelijke betalingen bestaat, alleen op verzoek van de rechthebbende plaatsvinden.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 4 december 1991. Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 94 van 28. 4. 1970, blz. 1. (2) PB nr. L 163 van 26. 6. 1991, blz. 11. (3) PB nr. L 254 van 14. 9. 1988, blz. 9. (4) PB nr. L 110 van 29. 4. 1988, blz. 35. (5) PB nr. L 199 van 26. 7. 1988, blz. 20. (6) PB nr. L 207 van 19. 7. 1989, blz. 15. (7) PB nr. L 191 van 27. 8. 1970, blz. 1. (8) PB nr. L 135 van 30. 5. 1991, blz. 15.