Verordening ( EEG ) nr. 3905/91 van de Raad van 19 december 1991 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde industriële produkten ( eerste reeks 1992 )
Verordening ( EEG ) nr. 3905/91 van de Raad van 19 december 1991 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde industriële produkten ( eerste reeks 1992 )
VERORDENING (EEG) Nr. 3905/91 VAN DE RAAD
van 19 december 1991
betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde industriële produkten (eerste reeks 1992)
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 28,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende dat de produktie in de Gemeenschap van bepaalde industriële produkten in de loop van 1992 onvoldoende zal blijven om in de behoeften van de verwerkende industrieën van de Gemeenschap te kunnen voorzien; dat daaruit volgt dat de voorziening van de Gemeenschap van de betrokken produkten voor een niet gering gedeelte afhankelijk zal zijn van de invoer uit derde landen; dat onverwijld dient te worden voorzien in de meest dringende behoeften van de Gemeenschap aan de betrokken produkten en dit tegen de meest gunstige voorwaarden; dat het derhalve dienstig is van 1 januari tot en met 30 juni of 31 december 1992 naar gelang het geval, communautaire tariefcontingenten tegen nulrechten te openen met passende volumes, rekening houdend met de noodzaak het evenwicht op de markten van deze produkten niet in gevaar te brengen en het opstarten of de ontwikkeling van de communautaire produktie niet te hinderen; dat het volume dat is vastgesteld voor ferrochroom bevattende meer dan 6 gewichtspercenten koolstof, in de loop van het toepassingstijdvak zou kunnen worden aangepast, afhankelijk van de werkelijk vastgestelde behoeften;
Overwegende dat met name dient te worden gewaarborgd dat alle importeurs van de Gemeenschap te allen tijde en in gelijke mate gebruik kunnen maken van genoemde contingenten en dat de aan deze contingenten verbonden rechten in alle Lid-Staten zonder onderbreking worden toegepast op alle invoer van de betrokken produkten totdat de contingenten geheel zijn uitgeput;
Overwegende dat de nodige maatregelen dienen te worden genomen om een communautair en doeltreffend beheer van deze tariefcontingenten te verzekeren, door de Lid-Staten, de mogelijkheid te bieden uit het contingent de nodige, met hun werkelijke invoer overeenstemmende hoeveelheden op te nemen; dat deze wijze van beheer een nauwe samenwerking vereist tussen de Lid-Staten en de Commissie die met name de uitputtingsgraad van de contingenten moet kunnen volgen en de Lid-Staten daarover moet kunnen inlichten;
Overwegende dat, aangezien het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie, elke handeling met betrekking tot het beheer van de door genoemde Economische Unie opgenomen hoeveelheden kan worden verricht door een van haar leden,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De douanerechten van toepassing bij de invoer van de volgende produkten worden geschorst tot de niveaus, gedurende de periodes en binnen de grenzen van de daarnaast vermelde communautaire tariefcontingenten:
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
2. Binnen de grenzen van deze tariefcontingenten passen het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek rechten toe die berekend worden overeenkomstig de in de Toetredingsakte van 1985 vastgestelde bepalingen.
Artikel 2
De in artikel 1 bedoelde tariefcontingenten worden beheerd door de Commissie, die alle nodige administratieve maatregelen kan nemen met het oog op een doeltreffend beheer ervan.
Artikel 3
Indien een importeur in een Lid-Staat, voor een produkt bedoeld in deze verordening, een aangifte tot het in het vrije verkeer brengen indient waarin een aanvraag om voor een preferentie in aanmerking te komen is opgenomen, en indien deze aangifte door de douaneautoriteiten wordt aanvaard, gaat de betrokken Lid-Staat, door middel van een kennisgeving aan de Commissie, over tot opneming uit het overeenkomstige contingent van een hoeveelheid die met zijn behoeften overeenstemt.
De verzoeken tot opneming met opgave van de datum waarop de betrokken aangiften zijn aanvaard, worden onverwijld aan de Commissie meegedeeld.
De opnemingen worden door de Commissie toegestaan met inachtneming van de datum waarop de aangiften tot het in het vrije verkeer brengen zijn aanvaard door de douaneautoriteiten van de betrokken Lid-Staat, voor zover het beschikbare saldo dit toelaat.
Indien een Lid-Staat de opgenomen hoeveelheden niet benut, stort hij deze zo spoedig mogelijk terug in het overeenkomstige contingent.
Indien de gevraagde hoeveelheden groter zijn dan het beschikbare saldo van het contingent, geschiedt de toedeling naar rata van de verzoeken. De Lid-Staten worden door de Commissie in kennis gesteld van de verrichte opnemingen.
Artikel 4
Elke Lid-Staat waarborgt de importeurs van de betrokken produkten dat zij te allen tijde en in gelijke mate gebruik kunnen maken van de contingenten zolang het saldo van het desbetreffende contingent zulks toelaat.
Artikel 5
De Lid-Staten en de Commissie werken nauw samen om te bereiken dat deze verordening wordt nagekomen.
Artikel 6
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1992.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 19 december 1991.
Voor de Raad
De Voorzitter
P. DANKERT
BIJLAGE
Taric-codes
>RUIMTE VOOR DE TABEL>