Home

BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 7 augustus 1992 tot beëindiging van de anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van gietijzer van oorsprong uit Turkije (92/423/EGKS) #

BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 7 augustus 1992 tot beëindiging van de anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van gietijzer van oorsprong uit Turkije (92/423/EGKS) #

BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 7 augustus 1992 tot beëindiging van de anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van gietijzer van oorsprong uit Turkije (92/423/EGKS)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal,

Gelet op Beschikking nr. 2424/88/EGKS van de Commissie van 29 juli 1988 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (1), inzonderheid op artikel 9,

Na overleg in het kader van het in bovenvermelde beschikking bedoelde Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A. PROCEDURE

(1) In juni 1991 ontving de Commissie een klacht van "Eurofontes" namens producenten die samen, naar wordt beweerd, het grootste gedeelte van de produktie van hematiet ruwijzer en bolgrafiet ruwijzer in de Gemeenschap voor hun rekening nemen. De klacht bevatte bewijsmateriaal van dumping en van aanzienlijke schade die hieruit voortvloeide. Dit bewijsmateriaal werd toereikend geacht om de opening van een procedure te rechtvaardigen. De Commissie kondigde bijgevolg met een bericht in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen (2) de opening aan van een anti-dumpingprocedure betreffende de invoer in de Gemeenschap van hematiet ruwijzer van GN-code 7201 10 19 en bolgrafiet ruwijzer van GN-code 7201 10 90, van oorsprong uit Turkije en de Sowjetunie (3).

(2) Het onderzoek naar dumping had betrekking op de periode van 1 juli 1990 tot 30 juni 1991.

(3) De Commissie bracht de uitvoerende producenten en importeurs, waarvan bekend was dat zij betrokken waren, de vertegenwoordigers van Turkije en de klagende partij hiervan officieel op de hoogte; de rechtstreeks betrokken partijen werden in de gelegenheid gesteld om hun standpunt schriftelijk mede te delen en te verzoeken om te worden gehoord.

(4) De Commissie verzamelde en verifieerde alle informatie die zij voor de eerste vaststelling nodig achtte en verrichte onderzoekingen ten kantore van:

producenten in de Gemeenschap:

- Duisburger Kupferhuette GmbH, Duisburg, Duitsland;

- Halbergerhuette GmbH, Saarbruecken-Brebach, Duitsland;

- Stahlwerke Peine-Salzgitter AG, Salzgitter, Duitsland;

- Thyssen Stahl AG, Duisburg, Duitsland;

- Cleveland Iron, Redcar, Verenigd Koninkrijk;

- Alti Forni e Ferriere di Servola SpA, Triëst, Italië;

importeurs in de Gemeenschap:

- Eisen und Metall AG, Gelsenkirchen, Duitsland;

- Leopold Lazarus Ltd, Londen, Verenigd Koninkrijk.

(5) De Commissie zond de producenten en exporteurs in Turkije, waarvan bekend was dat zij betrokken waren, vragenlijsten ten einde de noodzakelijke gegevens te verkrijgen.

(6) De Commissie ontving informatie van Turkse producenten waaruit bleek dat de uitvoer uit Turkije blijkbaar incidenteel en tijdelijk was. Op basis van deze informatie oordeelde de Commissie, dat de bijdrage van deze invoer tot de aanzienlijke schade die de bedrijfstak van de Gemeenschap had geleden, te verwaarlozen was.

(7) De Commissie bracht de klagende partij op de hoogte van de informatie van de Turkse producenten. Vervolgens trok de klagende partij de klacht in met betrekking tot de invoer van de betrokken produkten uit Turkije. De Commissie oordeelde dat er, gezien deze bijzondere omstandigheden, geen reden was om het onderzoek met betrekking tot de invoer uit Turkije voort te zetten.

B. BEËINDIGING VAN DE ANTI-DUMPINGPROCEDURE IN VERBAND MET TURKIJE

(8) Gezien de intrekking van de klacht betreffende de invoer van gietijzer van oorsprong uit Turkije is de Commissie van oordeel dat de anti-dumpingprocedure, wat deze invoer betreft, moet worden beëindigd zonder instelling van beschermende maatregelen,

BESLUIT:

Enig artikel

De anti-dumpingprocedure met betrekking tot invoer van niet-gelegeerd gietijzer bevattende niet meer dan 0,5 gewichtspercent fosfor, van de GN-codes 7201 10 19 (bevattende 0,4 of meer gewichtspercenten mangaan en met een siliciumgehalte van meer dan 1 gewichtspercent) en 7201 10 90 (bevattende minder dan 0,1 gewichtspercent mangaan) en van oorsprong uit Turkije, wordt beëindigd. Gedaan te Brussel, 7 augustus 1992. Voor de Commissie

Jean DONDELINGER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 209 van 2. 8. 1988, blz. 18, zoals gerectificeerd in PB nr. L 273 van 5. 10. 1988, blz. 19. (2) PB nr. C 246 van 21. 9. 1991, blz. 9. (3) De procedure in verband met de invoer van het betrokken produkt uit de vroegere Sowjetunie wordt in een afzonderlijke beschikking van de Commissie behandeld.