Richtlijn 92/10/EEG van de Commissie van 19 februari 1992 houdende wijziging van bepaalde bijlagen bij Richtlijn 77/93/EEG van de Raad betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de Lid-Staten van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen
Richtlijn 92/10/EEG van de Commissie van 19 februari 1992 houdende wijziging van bepaalde bijlagen bij Richtlijn 77/93/EEG van de Raad betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de Lid-Staten van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen
RICHTLIJN 92/10/EEG VAN DE COMMISSIE van 19 februari 1992 houdende wijziging van bepaalde bijlagen bij Richtlijn 77/93/EEG van de Raad betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de Lid-Staten van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 77/93/EEG van 21 december 1976 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de Lid-Staten van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 91/661/EEG (2), en met name op artikel 13, tweede alinea, vierde streepje,
Overwegende dat bij de huidige stand van de wetenschappelijke en technische kennis Pseudomonas glycinea, Diaporthe phaseolorum var. caulivora en var. sojae, Phialophora gregata en Phytophthora megasperma f. sp. glycinea, welke organismen schadelijk zijn voor Glycine max. L. Merrill, niet meer dienen te worden beschouwd als schadelijke organismen waarvan het binnenbrengen in bepaalde Lid-Staten mag worden verboden; dat het, gezien de huidige verspreiding van deze organismen, niet langer dienstig is de thans geldende bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG betreffende deze organismen te handhaven;
Overwegende dat de desbetreffende bijlagen bij Richtlijn 77/93/EEG derhalve in het licht van de ontwikkeling van de wetenschappelijke en technische kennis dienovereenkomstig moeten worden gewijzigd;
Overwegende dat de in deze richtlijn vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Planteziektenkundig Comité,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 77/93/EEG wordt als volgt gewijzigd:
1. In bijlage II, deel B, onder b), wordt punt 2 (Pseudomonas glycinea) geschrapt.
2. In bijlage II, deel B, onder c), worden de punten 3 (Diaporthe phaseolorum var. caulivora en var. sojae), 4b (Phialophora gregata) en 6b (Phytophthora megasperma f. sp. glycinea) geschrapt.
3. In bijlage IV, deel B, wordt punt 17 (Zaaizaad van sojabonen (Glycine max. L. Merrill), bestemd voor opplant) geschrapt.
Artikel 2
De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 juni 1992 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.
Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden door de Lid-Staten vastgesteld.
Artikel 3
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Brussel, 19 februari 1992. Voor de Commissie
Ray MAC SHARRY
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 26 van 31. 1. 1977, blz. 20. (2) PB nr. L 363 van 31. 12. 1991, blz. 40.