Richtlijn 92/87/EEG van de Commissie van 26 oktober 1992 tot vaststelling van een niet-exclusieve lijst van de belangrijkste ingrediënten die voor de bereiding van mengvoeders voor andere dieren dan huisdieren gewoonlijk worden gebruikt en in de handel gebracht
Richtlijn 92/87/EEG van de Commissie van 26 oktober 1992 tot vaststelling van een niet-exclusieve lijst van de belangrijkste ingrediënten die voor de bereiding van mengvoeders voor andere dieren dan huisdieren gewoonlijk worden gebruikt en in de handel gebracht
Richtlijn 92/87/EEG van de Commissie van 26 oktober 1992 tot vaststelling van een niet-exclusieve lijst van de belangrijkste ingrediënten die voor de bereiding van mengvoeders voor andere dieren dan huisdieren gewoonlijk worden gebruikt en in de handel gebracht
Publicatieblad Nr. L 319 van 04/11/1992 blz. 0019 - 0032
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 45 blz. 0149
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 45 blz. 0149
RICHTLIJN 92/87/EEG VAN DE COMMISSIE van 26 oktober 1992 tot vaststelling van een niet-exclusieve lijst van de belangrijkste ingrediënten die voor de bereiding van mengvoeders voor andere dieren dan huisdieren gewoonlijk worden gebruikt en in de handel gebracht
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 79/373/EEG van de Raad van 2 april 1979 betreffende de handel in mengvoeders (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/654/EEG (2), en met name op artikel 10, onder b),
Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (3) een goederennomenclatuur is ingesteld, die zowel aan de vereisten van het gemeenschappelijk douanetarief als aan die van de statistieken van de buitenlandse handel van de Gemeenschap voldoet;
Overwegende dat ter zake van de etikettering, Richtlijn 79/373/EEG ten doel heeft de houder van dieren, hier zijnde huisdieren, objectief en zo nauwkeurig mogelijk te informeren;
Overwegende dat de vermelding van de ingrediënten van diervoeders in bepaalde gevallen de houder van bedoelde dieren een belangrijke bron van informatie is;
Overwegende dat Richtlijn 79/373/EEG voor mengvoeders bestemd voor andere dieren dan huisdieren in twee vormen van vermelding van ingrediënten voorziet;
Overwegende dat, op grond van Richtlijn 79/373/EEG, zoals deze is gewijzigd bij Richtlijn 90/44/EEG (4), rekening houdende met de ontwikkeling van de wetenschappelijke en technische kennis, een niet-exclusieve lijst dient te worden opgesteld van de belangrijkste ingrediënten die voor de bereiding van mengvoeders bestemd voor andere dieren dan huisdieren gewoonlijk worden gebruikt en in de handel gebracht, ten einde de hinderpalen voor het intracommunautaire handelsverkeer weg te nemen;
Overwegende dat in de lijst voor elk ingrediënt een gemeenschappelijke benaming en omschrijving dienen te worden vastgesteld; dat daarin voor bepaalde ingrediënten bovendien minimumeisen inzake de samenstelling kunnen worden vastgesteld;
Overwegende dat een niveau van botanische zuiverheid en de beschrijving van hetgeen onder botanische onzuiverheid wordt verstaan, dienen te worden vastgelegd om afzonderlijke ingrediënten te kunnen onderscheiden van mengsels;
Overwegende dat met de opneming van een glossarium waarin de belangrijkste behandelingsprocessen worden beschreven, veelvuldige herhalingen worden voorkomen;
Overwegende dat de in bovengenoemde lijst vermelde ingrediënten slechts als zodanig mogen worden vermeld onder de in die lijst vastgestelde benamingen en op voorwaarde dat zij aan de daarin vastgestelde omschrijvingen en eventueel vastgelegde eisen inzake de samenstelling voldoen;
Overwegende dat krachtens Richtlijn 79/373/EEG de lijst van ingrediënten die bij de vervaardiging van mengvoeders mogen worden gebruikt, niet limitatief mag zijn; dat de Lid-Staten bijgevolg dienen toe te staan dat andere dan in de lijst vermelde ingrediënten in de handel worden gebracht, op voorwaarde dat zij van gezonde handelskwaliteit zijn en worden vermeld onder andere benamingen dan die vermeld in de bijlage, die de koper niet kunnen misleiden;
Overwegende dat de in deze richtlijn vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor diervoeders,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
De Lid-Staten bepalen dat voor mengvoeders die bestemd zijn voor andere dieren dan huisdieren, de in deel B van de bijlage opgenomen ingrediënten slechts onder de daarin vermelde benaming op de verpakking, de recipiënt of het etiket daarvan mogen worden vermeld, op voorwaarde dat die ingrediënten aan de in dat deel van de bijlage aangegeven omschrijvingen en de in voorkomend geval vastgestelde eisen inzake samenstelling voldoen.
Zij zorgen bovendien ervoor dat de voorschriften in deel A, onder "Algemeen", van de bijlage worden nageleefd.
Artikel 2
De Lid-Staten bepalen dat mengvoeders die vóór 1 maart 1993 zijn geproduceerd en die niet aan het bepaalde in deze richtlijn voldoen, nog tot en met 31 december 1993 in de handel mogen worden gebracht.
Artikel 3
De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 maart 1993 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Brussel, 26 oktober 1992. Voor de Commissie
Ray MAC SHARRY
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 86 van 6. 4. 1979, blz. 30. (2) PB nr. L 353 van 17. 12. 1990, blz. 48. (3) PB nr. L 256 van 7. 9. 1987, blz. 1. (4) PB nr. L 27 van 31. 1. 1990, blz. 35.
BIJLAGE
DEEL A
Algemeen
I. Verklarende aantekeningen
1. De ingrediënten zijn in de lijst van deel B opgenomen en benoemd met inachtneming van de volgende criteria:
- de oorsprong van het produkt/bijprodukt, bij voorbeeld plantaardig, dierlijk, mineraal
- het deel van het produkt/bijprodukt dat wordt gebruikt, bij voorbeeld geheel, zaden, knollen, beenderen
- de bewerking die het produkt/bijprodukt heeft ondergaan, bij voorbeeld ontdopping, extractie, verhitting en/of het daarbij verkregen produkt/bijprodukt, bij voorbeeld vlokken, zemelen, pulp, vet
- de rijpheid van het produkt/bijprodukt en/of de kwaliteit van het produkt/bijprodukt, bij voorbeeld "met een laag glucosinolaatgehalte", "vetrijk", "suikerarm".
2. De lijst is onderverdeeld in twaalf hoofdstukken:
1. Granen en daarvan afgeleide produkten en bijprodukten
2. Oliehoudende zaden, oliehoudende vruchten en daarvan afgeleide produkten en bijprodukten
3. Zaden van peulvruchten en daarvan afgeleide produkten en bijprodukten
4. Knollen, wortels en daarvan afgeleide produkten en bijprodukten
5. Overige zaden en vruchten en daarvan afgeleide produkten en bijprodukten
6. Voedergewassen en ruwvoedergewassen
7. Overige planten en daarvan afgeleide produkten en bijprodukten
8. Melkprodukten
9. Produkten van landdieren
10. Vis, andere zeedieren en daarvan afgeleide produkten en bijprodukten
11. Mineralen
12. Diversen
II. Bepalingen met betrekking tot de botanische zuiverheid
1. Voor in deel B vermelde produkten en bijprodukten moet de botanische zuiverheid van de ingrediënten ten minste 95 % bedragen voor zover in deel B geen andere waarde is vastgesteld.
2. Als botanische onzuiverheden worden beschouwd:
a) natuurlijke, maar onschadelijke vreemde bestanddelen (bij voorbeeld stro- en kafdeeltjes, zaden van andere geteelde soorten, onkruidzaden);
b) onschadelijke resten van andere oliehoudende zaden of vruchten, afkomstig van een eerdere be- of verwerking, voor zover de hoeveelheid van deze resten 0,5 % niet overschrijdt.
3. De voornoemde gehalten hebben betrekking op het gewicht van het produkt als zodanig.
III. Bepalingen inzake de benamingen
Wanneer bij de benaming van een ingrediënt één of meer woorden tussen haakjes zijn opgenomen, mag het gedeelte tussen haakjes naar believen worden toegevoegd of weggelaten; bij voorbeeld voor "soja(bonen)olie" mag zowel de benaming "sojabonenolie" als de benaming "sojaolie" worden gebruikt.
IV. Bepalingen betreffende het glossarium
In het hierna volgende glossarium wordt verwezen naar de belangrijkste procédés die worden gebruikt voor de vervaardiging van de ingrediënten die zijn vermeld in deel B van de bijlage. Wanneer in de namen van deze ingrediënten een naam of term uit dit glossarium voorkomt, moet het te gebruiken procédé in overeenstemming zijn met de gegeven definitie.
Procédé Definitie Gebruikelijke naam/benaming Concentreren Verhogen van het gehalte aan bepaalde stoffen door het onttrekken van water of andere bestanddelen Concentraat Ontdoppen (1) Verwijderen van de buitenste lagen van graankorrels, zaden, vruchten, noten, enz. Ontdopt Drogen Het onttrekken van water door middel van een kunstmatig of een natuurlijk procédé ten einde het produkt te kunnen bewaren Gedroogd (zon of kunstmatig) Extraheren Het onttrekken, met behulp van een organisch oplosmiddel, van vet of olie aan bepaalde grondstoffen, dan wel met behulp van een waterig oplosmiddel, van suiker of andere in water oplosbare componenten. Bij gebruik van een organisch oplosmiddel moet het daarbij verkregen produkt technisch vrij zijn van dat oplosmiddel Schroot (voor oliehoudend materiaal)
Melasse, pulp (voor suiker- of andere in water oplosbare componenten-houdend materiaal) Extruderen Het onder druk door gaatjes persen of duwen van stoffen. Zie ook voorverstijfselen Geëxtrudeerd Vlokken Het walsen van vochtig materiaal dat een hittebehandeling heeft ondergaan Vlokken Malen Fysische bewerking van graankorrels met het doel de grootte van de partikels te verminderen en de scheiding in afzonderlijke fracties te vergemakkelijken (hoofdzakelijk meel, zemelgrint en gries) Meel, zemelgrint, gries Hittebehandeling/verhitten Algemene term voor een aantal hittebehandelingen die onder specifieke omstandigheden worden toegepast om effect uit te oefenen op de voederwaarde of op de structuur van het produkt Getoast, gekookt, gepoft, hittebehandeld Harden Het behandelen van oliën en vetten om het smeltpunt te verhogen Gehard Hydrolyseren Het splitsen in eenvoudiger chemische bestanddelen door een passende behandeling met water en eventueel enzymen of zuur/base Gehydrolyseerd Persen Onttrekken door mechanische druk (met een schroef- of andere pers) en eventueel warmte, van vet/olie aan oliehoudende produkten of sap uit vruchten of andere plantaardige produkten Schilfers (2) (bij oliehoudende produkten)
Pulp (bij vruchten, enz.) Pelleteren Samenpersen in een bepaalde presentatievorm Pellet (1) "Ontdoppen" kan, in voorkomend geval, worden vervangen door "schillen" of "pellen". De gebruikelijke naam of benaming is dan "geschild" of "gepeld".
(2) Het woord "schilfers" kan, in voorkomend geval, worden vervangen door "koek". Voorverstijfselen Het modificeren van zetmeel om het zwelvermogen in koud water aanzienlijk te verhogen Voorverstijfseld Raffineren Het verwijderen van onzuiverheden uit suikers, oliën en andere natuurlijke produkten door middel van een chemische of fysische behandeling Geraffineerd Nat malen Het langs mechanische weg scheiden van de afzonderlijke delen van de pit/korrel na inweken met water, waaraan mogelijk zwaveldioxide is toegevoegd ten behoeve van extractie van zetmeel Kiem, gluten, zetmeel
DEEL B
Niet-exclusieve lijst van de belangrijkste ingrediënten 1. GRANEN EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUKTEN EN BIJPRODUKTEN
Nummer Benaming Omschrijving 1.01 Haver Korrels van Avena sativa L. en andere gecultiveerde haversoorten 1.02 Havervlokken Produkt verkregen door het stomen en het pletten van gepelde haver. Het kan een kleine hoeveelheid haverdoppen bevatten 1.03 Havergries Bijprodukt dat wordt verkregen bij de verwerking van geschoonde, gepelde haver tot havergrutten en meel. Het bestaat hoofdzakelijk uit haverzemelen en een geringe hoeveelheid endosperm 1.04 Haverschillen en -zemelen Bijprodukt dat wordt verkregen bij de verwerking van geschoonde haver tot havergrutten. Het bestaat voornamelijk uit haverschillen en zemelen 1.05 Gerst Korrels van Hordeum vulgare L. 1.06 Gerstepelmeel Bijprodukt dat wordt verkregen bij de verwerking van geschoonde en gepelde gerst tot gort, grutten of bloem 1.07 Rijst, gebroken Bijprodukt van de bereiding van gepolijste of geglansde rijst Oryza sativa L.; bestaat in hoofdzaak uit kleine en/of gebroken korrels 1.08 Rijstevoermeel (bruin) Bijprodukt verkregen bij de eerste slijping van gepelde rijst, dat in hoofdzaak bestaat uit zilverhuidjes en deeltjes van de aleuronlaag, het endosperm en de kiem 1.09 Rijstevoermeel (wit) Bijprodukt verkregen bij de tweede slijping van gepelde rijst, dat in hoofdzaak bestaat uit deeltjes van de aleuronlaag, het endosperm en de kiem 1.10 Calciumcarbonaathoudend rijstevoermeel Bijprodukt verkregen bij het slijpen van rijst, dat in hoofdzaak bestaat uit zilverhuidjes, deeltjes van de aleuronlaag, het endosperm en de kiem, en een geringe hoeveelheid calciumcarbonaat dat tijdens de bewerking is toegevoegd 1.11 Voermeel van voorgekookte rijst Bijprodukt verkregen bij het slijpen van voorgekookte rijst dat in hoofdzaak bestaat uit zilverhuidjes, deeltjes van de aleuronlaag, het endosperm en de kiem, en een geringe hoeveelheid calciumcarbonaat dat tijdens de bewerking is toegevoegd 1.12 Rijstkiemschilfers Bijprodukt van de winning van olie door persing uit de kiemen van rijst, waaraan nog delen van het endosperm en de zaadhuid hechten 1.13 Rijstkiemschroot Bijprodukt van de winning van olie door extractie uit de kiemen van rijst, waaraan nog delen van het endosperm en de zaadhuid hechten 1.14 Rijstzetmeel Technisch zuiver uit rijst verkregen zetmeel 1.15 Millet (gierst) Graankorrels van Panicum miliaceum L. 1.16 Rogge Graankorrels van Secale cereale L. 1.17 Roggevoerbloem Bijprodukt van de bereiding van bloem uit geschoonde rogge, dat overwegend bestaat uit deeltjes van het endosperm, en ook fijne schildelen en een geringe hoeveelheid andere bestanddelen van de korrel bevat 1.18 Roggegries Bijprodukt van de bereiding van bloem uit geschoonde rogge, dat overwegend bestaat uit deeltjes van de schil, voor het overige uit bestanddelen van de korrel, die niet zo vergaand van endosperm ontdaan zijn als bij roggezemelgrint 1.19 Roggezemelgrint Bijprodukt van de bereiding van bloem uit geschoonde rogge, dat overwegend bestaat uit deeltjes van de schil en uit korreldeeltjes waaruit het endosperm grotendeels is verwijderd 1.20 Sorghum Graankorrels van Sorghum bicolor (L.) Moench s.l. 1.21 Tarwe Graankorrels van Triticum aestivum L., Triticum durum Desf. en andere gecultiveerde naakte tarwesoorten 1.22 Tarwevoerbloem Bijprodukt van de bereiding van bloem uit geschoonde tarwekorrels of ontdopte spelt, dat overwegend bestaat uit deeltjes van het endosperm en voorts uit fijne schildelen en enkele andere delen van de korrel 1.23 Tarwegries Bijprodukt van de bereiding van bloem uit geschoonde tarwekorrels of ontdopte spelt, dat overwegend bestaat uit delen van de schil en voorts uit korreldeeltjes waaruit minder endosperm is verwijderd dan bij tarwezemelgrint 1.24 Tarwezemelgrint (1) Bijprodukt van de bereiding van bloem uit geschoonde tarwekorrels of ontdopte spelt, dat overwegend bestaat uit delen van de schil en uit korreldeeltjes waaruit het endosperm grotendeels is verwijderd 1.25 Tarwekiemen Bijprodukt van de bereiding van bloem, dat overwegend bestaat uit al dan niet geplette tarwekiemen, waaraan eventueel nog delen van het endosperm en van de schil hechten 1.26 Tarwegluten Gedroogd bijprodukt van de bereiding van tarwezetmeel, dat overwegend bestaat uit glutenbestanddelen die verkregen worden bij het afscheiden van het zetmeel (1) Wanneer dit ingrediënt fijner is gemalen, mag aan de naam het woord "fijn" worden toegevoegd of mag de naam door een overeenkomstige benaming worden vervangen. 1.27 Tarweglutenvoer Gedroogd bijprodukt van de bereiding van tarwezetmeel, dat bestaat uit zemelen en gluten, waaraan bestanddelen van het weekwater, en eventueel de kiem waaraan de olie kan zijn onttrokken, mogen zijn toegevoegd 1.28 Tarwezetmeel Technisch zuiver, uit tarwe verkregen zetmeel 1.29 Spelt Korrels van spelt Triticum spelta L., Triticum dioccum Schrank, Triticum monococcum 1.30 Triticale Graankorrels van de Triticum X Secale hybride 1.31 Maïs Korrels van Zea Mays L. 1.32 Maïsgries Bijprodukt van de bereiding van bloem of griesmeel uit maïs, dat hoofdzakelijk bestaat uit delen van de schil en uit korreldeeltjes, waaruit minder endosperm is verwijderd dan bij maïszemelgrint 1.33 Maïszemelgrint Bijprodukt van de bereiding van bloem of griesmeel uit maïs, dat hoofdzakelijk bestaat uit delen van de schil en uit een geringe hoeveelheid maïskiemdeeltjes en aanhechtende deeltjes van het endosperm 1.34 Maïskiemschilfers Bijprodukt van de winning van olie door persing uit door droge of natte verwerking verkregen maïskiemen, en waaraan eventueel nog delen van het endosperm en de zaadhuid hechten 1.35 Maïskiemschroot Bijprodukt van de winning van olie door extractie uit door droge of natte verwerking verkregen maïskiemen, en waaraan eventueel nog delen van het endosperm en de zaadhuid hechten 1.36 Maïsglutenvoer (1) Gedroogd bijprodukt van de bereiding van maïszetmeel, dat bestaat uit zemelen en gluten, waaraan bestanddelen van het weekwater, en eventueel de kiem, waaraan de olie kan zijn onttrokken, mogen zijn toegevoegd 1.37 Maïsgluten Gedroogd bijprodukt van de bereiding van maïszetmeel, dat in hoofdzaak uit gluten bestaat dat wordt verkregen bij het afscheiden van het zetmeel 1.38 Maïszetmeel Technisch zuiver, uit maïs verkregen zetmeel 1.39 Maïszetmeel, voorverstijfseld (2) Maïszetmeel dat een hittebehandeling heeft ondergaan en dat sterk gaat zwellen bij contact met koud water 1.40 Moutkiemen Bijprodukt van de mouterij, dat voornamelijk bestaat uit de gedroogde kiemwortels van gekiemde granen 1.41 Gedroogde bierbostel Bijprodukt van de brouwerij, verkregen door het drogen van de residuen van gemoute en ongemoute granen en andere zetmeelhoudende produkten 1.42 Gedroogde spoeling Bijprodukt van de alcoholdistilleerderij, verkregen door het drogen van de vaste residuen van gegiste granen 1.43 Donkere gedroogde spoeling (3) Bijprodukt van de distilleerderij, verkregen door drogen van de vaste residuen van gegiste granen, waaraan een deel van de spoelingsiroop of de geëvaporeerde draf is toegevoegd
(1) Deze benaming mag worden vervangen door "maïsgluten feed".
(2) Deze benaming mag worden vervangen door "maïszetmeel, geëxtrudeerd".
(3) Wordt soms ook vermeld als "distillers' dried grains and solubles". 2. OLIEHOUDENDE ZADEN, OLIEHOUDENDE VRUCHTEN EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUKTEN EN BIJPRODUKTEN
Nummer Benaming Omschrijving 2.01 Grondnotenschilfers van gedeeltelijk ontdopt zaad Bijprodukt van de winning van olie door persing uit de gedeeltelijk ontdopte vruchten van de grondnoot Arachis hypogaea L. en andere Arachissoorten (maximumgehalte aan ruwe celstof: 16 % in de droge stof) 2.02 Grondnotenschroot van gedeeltelijk ontdopt zaad Bijprodukt van de winning van olie door extractie uit de gedeeltelijk ontdopte vruchten van de grondnoot (maximumgehalte aan ruwe celstof: 16 % in de droge stof) 2.03 Grondnotenschilfers van ontdopt zaad Bijprodukt van de winning van olie door persing uit de ontdopte vruchten van de grondnoot 2.04 Grondnotenschroot van ontdopt zaad Bijprodukt van de winning van olie door extractie uit de ontdopte vruchten van de grondnoot 2.05 Kool- en raapzaad (1) Zaden van koolzaad Brassica napus L. ssp. oleifera (Metzg.) Sinsk., van Indische sarson Brassica napus L. var. glauca (Roxb.) O.E. Schulz en van raapzaad Brassica campestris L. ssp. oleifera (Metzg.) Sinsk. (botanische zuiverheidsgraad minimaal 94 %) 2.06 Kool- en raapzaadschilfers (1) Bijprodukt van de winning van olie door persing uit kool- en raapzaad (botanische zuiverheidsgraad minimaal 94 %) 2.07 Kool- en raapzaadschroot (1) Bijprodukt van de winning van olie door extractie uit kool- en raapzaad (botanische zuiverheidsgraad minimaal 94 %) 2.08 Kool- en raapzaadschillen Bijprodukt verkregen bij het schillen van kool- en raapzaad 2.09 Saffloerzaadschroot, gedeeltelijk ontdopt Bijprodukt van de winning van olie door extractie uit gedeeltelijk ontdopt saffloerzaad Carthamus tinctorius L. 2.10 Kokosschilfers Bijprodukt van de winning van olie door persing uit het gedroogde, door de zaadhuid bedekte endosperm van het zaad van de kokospalm Cocos nucifera L. 2.11 Kokosschroot Bijprodukt van de winning van olie door extractie uit het gedroogde, door de zaadhuid bedekte endosperm van het zaad van de kokospalm 2.12 Palmpitschilfers Bijprodukt van de winning van olie door persing uit de zoveel mogelijk van de steenschaal ontdane zaden van de volgende soorten oliepalm: Elaeis guineensis Jacq., Corozo oleifera (H.B.K.) - L.H. Bailey (Elaeis melanoccocca auct.) 2.13 Palmpitschroot Bijprodukt van de winning van olie door extractie uit de zoveel mogelijk van de steenschaal ontdane zaden van de oliepalm 2.14 Sojabonen, getoast Sojabonen Glycine max. (L.) Merr. die een passende hittebehandeling hebben ondergaan 2.15 Sojaschroot, getoast Bijprodukt van de winning van olie door extractie uit sojabonen die een adequate hittebehandeling hebben ondergaan (maximumgehalte aan ruwe celstof: 8 % in de droge stof) 2.16 Sojaschroot, geschild, getoast Bijprodukt van de winning van olie door extractie uit geschilde sojabonen die een passende hittebehandeling hebben ondergaan 2.17 Soja-eiwitconcentraat Produkt dat wordt verkregen uit geschilde sojabonen waaruit het vet is geëxtraheerd en dat verder is geëxtraheerd om het gehalte aan andere oplosbare bestanddelen dan eiwitten te verlagen (1) In voorkomend geval mag de benaming vergezeld gaan van de vermelding "met een laag glucosinolaatgehalte" (zoals gedefinieerd in de communautaire wetgeving). 2.18 Soja(bonen)olie Olie uit sojabonen 2.19 Soja(bonen)schillen Bijprodukt verkregen bij het schillen van de sojabonen 2.20 Katoenzaad Zaden van de katoenplant Gossypium spp. die van zaadpluis zijn ontdaan 2.21 Katoenzaadschroot van gedeeltelijk ontdopt zaad Bijprodukt van de winning van olie door extractie uit de van zaadpluis ontdane en gedeeltelijk ontdopte zaden van de katoenplant (maximumgehalte aan ruwe celstof: 22,5 % in de droge stof) 2.22 Katoenzaadschilfers Bijprodukt van de winning van olie door persing uit de van zaadpluis ontdane zaden van de katoenplant 2.23 Nigerzaadschilfers Bijprodukt van de winning van olie door persing uit nigerzaad Guizotia abyssinica (L.f) Cass. 2.24 Zonnebloemzaad Zaad van de zonnebloem Helianthus annuus L. 2.25 Zonnebloemzaadschroot Bijprodukt van de winning van olie door extractie uit zaad van zonnebloemen 2.26 Zonnebloemzaadschroot van gedeeltelijk ontdopt zaad Bijprodukt van de winning van olie door extractie uit gedeeltelijk ontdopt zaad van zonnebloemen (maximumgehalte aan ruwe celstof: 27,5 % in de droge stof) 2.27 Lijnzaad Zaad van lijnzaad Linum usitatissimum L. (botanische zuiverheidsgraad minimaal 93 %) 2.28 Lijnzaadschilfers Bijprodukt van de winning van olie door persing uit lijnzaad (botanische zuiverheidsgraad minimaal 93 %) 2.29 Lijnzaadschroot Bijprodukt van de winning van olie door extractie uit lijnzaad (botanische zuiverheidsgraad minimaal 93 %) 2.30 Olijfschroot Bijprodukt van de winning van olie door extractie van uitgeperste olijven Olea europaea L., waaruit delen van de pit zoveel mogelijk zijn verwijderd 2.31 Sesamschilfers Bijprodukt van de winning van olie door persing uit sesamzaad Sesamum indicum L. 2.32 Cacaoschroot van gedeeltelijk ontdopte bonen Bijprodukt van de winning van olie, verkregen door extractie uit gedroogde en geroosterde gedeeltelijk ontdopte cacaobonen Theobroma cacao L.
3. ZADEN VAN PEULVRUCHTEN EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUKTEN EN BIJPRODUKTEN
Nummer Benaming Omschrijving 3.01 Sissererwten Zaden van Cicer arietinum L. 3.02 Guarschroot Bijprodukt verkregen na extractie van het bindmiddel uit de zaden van Cyamopsis tetragonoloba (L.) Taub. 3.03 Linzenwikke Zaden van Ervum ervilia L. 3.04 Zaailathyrus (1) Zaden van Lathyrus sativus L. die een gepaste hittebehandeling hebben ondergaan (1) Deze benaming moet worden aangevuld met de aard van de hittebehandeling. 3.05 Linzen Zaden van Lens culinaris a.o. Medik. 3.06 Niet-bittere lupinen Zaden van Lupinus spp. met een laag bitterstofgehalte 3.07 Bonen, getoast Zaden van Phaseolus of Vigna spp. die een gepaste hittebehandeling hebben ondergaan om de giftige lectinen te vernietigen 3.08 Erwten Zaden van Pisum spp. 3.09 Erwtenslijpmeel Bijprodukt van de bereiding van erwtenbloem dat overwegend bestaat uit deeltjes van de zaadlob en in mindere mate uit de schillen van erwten 3.10 Erwtenzemelen Bijprodukt van de bereiding van erwtenbloem dat overwegend bestaat uit de schillen die afgescheiden worden bij het schillen en schonen van de erwten 3.11 Paardebonen Zaden van Vicia faba L. ssp. faba var. equina Pers. en var. minuta (Alef.) Mansf. 3.12 Vicia articulata Zaden van Vicia monanthos Desf. 3.13 Wikken Zaden van Vicia sativa L. var. sativa en andere variëteiten
4. KNOLLEN EN WORTELS EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUKTEN EN BIJPRODUKTEN
Nummer Benaming Omschrijving 4.01 (Suiker)bietenpulp Bijprodukt van de suikerbereiding, dat bestaat uit de na extractie overgebleven gedroogde delen van suikerbieten Beta vulgaris L. ssp. vulgaris var. altissima Doell 4.02 (Suiker)bietmelasse Bijprodukt, bestaande uit het stroopachtige residu dat wordt verkregen bij de bereiding of het raffineren van bietsuiker 4.03 (Suiker)bietenpulp, gemelasseerd Bijprodukt van de bereiding van suiker, bestaande uit gedroogde suikerbietenpulp, waaraan melasse is toegevoegd 4.04 (Suiker)bietvinasse Bijprodukt verkregen na de fermentatie van bietmelasse bij de produktie van alcohol, gist, citroenzuur of andere organische stoffen 4.05 (Biet)suiker (1) Uit suikerbieten gewonnen suiker 4.06 Bataten (zoete aardappelen) Knollen van Ipomoea batatas (L.) Poir, ongeacht hun aanbiedingsvorm 4.07 Maniok
Tapioca Wortelknollen van Manihot esculenta Crantz, ongeacht hun aanbiedingsvorm 4.08 Maniokzetmeel, voorverstijfseld
Tapiocazetmeel, voorverstijfseld Uit maniokwortels verkregen zetmeel dat door een gepaste hittebehandeling vergaand is verstijfseld 4.09 Aardappelvezels Bijprodukt van de bereiding van aardappelzetmeel Solanum tuberosum L. (1) Deze benaming mag worden vervangen door "saccharose". 4.10 Aardappelzetmeel Technisch zuiver, uit aardappelen verkregen zetmeel 4.11 Aardappeleiwit Gedroogd bijprodukt van de bereiding van aardappelzetmeel, dat hoofdzakelijk bestaat uit eiwitbestanddelen die verkregen worden bij het afscheiden van het zetmeel
5. OVERIGE ZADEN EN VRUCHTEN EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUKTEN EN BIJPRODUKTEN
Nummer Benaming Omschrijving 5.01 Johannesbroodmeel Produkt verkregen door het malen van gedroogde, van de zaden ontdane vruchten (peulen) van de johannesbroodboom Ceratonia siliqua L. 5.02 Citruspulp Bijprodukt dat overblijft na het persen van citrusvruchten Citrus ssp. bij de bereiding van citrussap 5.03 Appelpulp Bijprodukt dat overblijft na het persen van appelen Malus spp. bij de bereiding van appelsap 5.04 Tomatenpulp Bijprodukt dat overblijft na het persen van tomaten Solanum lycopersicum Karst. bij de bereiding van tomatensap 5.05 Druivenpulp Bijprodukt van de bewerking van druiven Vitis vinifera L. dat overblijft nadat het sap is uitgeperst 5.06 Druivenpitten Bijprodukt van de druivenbewerking, bestaande uit de kernen van druiven die praktisch vrij zijn van alle andere bestanddelen
6. VOEDERGEWASSEN EN RUWVOEDERGEWASSEN
Nummer Benaming Omschrijving 6.01 Luzernemeel (1) Produkt verkregen door het drogen en malen van jonge luzerne Medicago sativa L. en Medicago varia Martyn (botanische zuiverheidsgraad minimaal 80 %) 6.02 Luzernepulp Gedroogd bijprodukt verkregen door het persen van sap uit luzerne 6.03 Luzerne-eiwitconcentraat Produkt verkregen door kunstmatig drogen van fracties van geperst luzernesap, dat is gecentrifugeerd en dat een hittebehandeling heeft ondergaan om de eiwitten neer te slaan 6.04 Klavermeel (1) Produkt verkregen door het drogen en malen van jonge klaver Trifolium spp. (botanische zuiverheidsgraad minimaal 80 %) 6.05 Grasmeel (1) Produkt verkregen door het drogen en malen van jong weidegras 6.06 Tarwestro Stro van tarwe 6.07 Behandeld tarwestro (2) Produkt verkregen door een passende behandeling van tarwestro
(1) De term "meel" mag worden vervangen door "pellets". Bij de benaming mag ook de droogmethode worden vermeld.
(2) Deze benaming moet worden aangevuld met de aard van de toegepaste chemische behandeling. 7. OVERIGE PLANTEN EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUKTEN EN BIJPRODUKTEN
Nummer Benaming Omschrijving 7.01 (Suiker)rietmelasse Bijprodukt bestaande uit het stroopachtige residu van het bereiden of raffineren van suiker uit suikerriet Saccharum officinarum L. 7.02 (Suiker)rietvinasse Bijprodukt verkregen na fermentatie van suikerrietmelasse bij de bereiding van alcohol, gist, citroenzuur of andere organische stoffen 7.03 (Riet)suiker (1) Uit suikerriet gewonnen suiker 7.04 Zeewier, gedroogd Produkt verkregen door het drogen en malen van zeewier, vooral bruinwieren. Het produkt kan zijn gewassen om het jodiumgehalte te verlagen
(1) Deze benaming mag worden vervangen door "saccharose". 8. MELKPRODUKTEN
Nummer Benaming Omschrijving 8.01 Magere-melkpoeder Produkt verkregen door het onttrekken van vocht aan ontvette melk 8.02 Karnemelkpoeder Produkt verkregen door het onttrekken van vocht aan de vloeistof die overblijft na het karnen van boter 8.03 Weipoeder Produkt verkregen door het drogen van de vloeistof die overblijft na de bereiding van kaas, kwark of caseïne, of na een ander soortgelijk proces 8.04 Weipoeder, melksuikerarm Produkt verkregen door het onttrekken van vocht aan wei waaraan een deel van de melksuiker onttrokken is 8.05 Gedroogd melkeiwit (1) Produkt verkregen door drogen van uit wei of melk langs chemische of fysische weg afgescheiden eiwitverbindingen 8.06 Caseïnepoeder Produkt verkregen uit magere melk of karnemelk door het drogen van caseïne, die door middel van zuren of stremsel is neergeslagen 8.07 Lactosepoeder Door middel van zuiveren en drogen aan melk of wei onttrokken suiker
(1) Deze benaming mag worden vervangen door "gedroogde melkalbumine". 9. PRODUKTEN VAN LANDDIEREN
Nummer Benaming Omschrijving 9.01 Diermeel (1) Produkt verkregen door het verhitten, drogen en malen van warmbloedige landdieren of delen daarvan, al dan niet ontvet door middel van extractie of langs fysische weg. Het produkt moet nagenoeg vrij zijn van haren, borstels, veren, hoeven en hoorn, alsmede van maag- en darminhoud (minimumgehalte aan ruw eiwit: 50 % in de droge stof) 9.02 Vleesbeendermeel (1) Produkt verkregen door het verhitten, drogen en malen van warmbloedige landdieren of delen daarvan, al dan niet gedeeltelijk ontvet door middel van extractie of langs fysische weg. Het produkt moet nagenoeg vrij zijn van haren, borstels, veren, hoorn en hoeven, alsmede van maag- en darminhoud (1) Produkten met een vetgehalte van meer dan 13 % in de droge stof moeten "vetrijk" worden genoemd. 9.03 Beendermeel Produkt verkregen door het drogen, verhitten en fijnmalen van - door middel van extractie of langs fysische weg - vergaand ontvette beenderen van warmbloedige landdieren. Het produkt moet nagenoeg vrij zijn van haren, borstels, veren, hoorn en hoeven, alsmede van maag- en darminhoud 9.04 Vetkanen Produkt dat overblijft na de winning van talg en andere, door middel van extractie of langs fysische weg verkregen vetten van dierlijke oorsprong 9.05 Pluimveeslachtafvalmeel (1) Produkt verkregen door het drogen en malen van afvallen van geslacht pluimvee. Het produkt moet nagenoeg vrij zijn van veren 9.06 Verenmeel, gehydrolyseerd Produkt verkregen door hydrolyseren, drogen en malen van veren van pluimvee 9.07 Bloedmeel Produkt verkregen door drogen van bloed van geslachte warmbloedige dieren. Het produkt moet nagenoeg vrij zijn van vreemde bestanddelen 9.08 Dierlijk vet Produkt dat bestaat uit vet van warmbloedige landdieren
(1) Produkten met een vetgehalte van meer dan 13 % in de droge stof moeten "vetrijk" worden genoemd. 10. VIS EN ANDERE ZEEDIEREN EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUKTEN EN BIJPRODUKTEN
Nummer Benaming Omschrijving 10.01 Vismeel (1) Produkt verkregen door de bewerking van vissen of delen van vissen, waaraan een deel van de olie kan zijn onttrokken, maar waaraan het visperssap weer kan zijn toegevoegd 10.02 Visperssap, ingedikt Gestabiliseerd produkt bestaande uit het perssap dat wordt verkregen bij de winning van vismeel, waaruit een groot deel van de visolie en een klein deel van het water is verwijderd 10.03 Visolie Uit vis verkregen olie 10.04 Visolie, geraffineerd, gehard Uit vis verkregen olie die is geraffineerd en gehydrogeneerd
(1) Produkten met een ruw eiwitgehalte van meer dan 75 % in de droge stof mogen "eiwitrijk" worden genoemd. 11. MINERALEN
Nummer Benaming Omschrijving 11.01 Koolzure voederkalk (calciumcarbonaat) (1) Produkt verkregen door het malen van stoffen die calciumcarbonaat opleveren, bij voorbeeld kalksteen, krijt, schelpen van mosselen of oesters, of door precipitatie uit een zuuroplossing 11.02 Koolzure magnesiavoederkalk (calcium-magnesiumcarbonaat) Natuurlijk mengsel van calciumcarbonaat en magnesium-carbonaat 11.03 Koolzure algenkalk In de natuur voorkomend, uit kalkalgen ontstaan produkt, gemalen of gekorreld 11.04 Magnesiumoxide Technisch zuiver magnesiumoxide (MgO) 11.05 Kieseriet In de natuur voorkomend magnesiumsulfaat (MgSO4·H2O) 11.06 Dicalciumfosfaat (2) Geprecipiteerd calciummonowaterstoffosfaat uit beenderen of anorganisch materiaal (CaHPO4·xH2O) (1) De aard van de herkomst mag bij of in plaats van de benaming worden vermeld.
(2) De bereidingswijze mag in de benaming worden aangegeven. 11.07 Mono-dicalciumfosfaat Langs chemische weg verkregen produkt dat is samengesteld uit gelijke delen dicalciumfosfaat en monocalciumfosfaat 11.08 Natuurlijk voederfosfaat, gedefluoreerd Produkt verkregen door het malen van in de natuur voorkomende fosfaten die zijn gezuiverd en op gepaste wijze gedefluoreerd 11.09 Beendermeel, ontlijmd Ontvette, ontlijmde, gesteriliseerde, gemalen beenderen 11.10 Monocalciumfosfaat Technisch zuiver calcium-bis(diwaterstoffosfaat)
(Ca(H2PO4)2·xH2O) 11.11 Calcium-magnesiumfosfaat Technisch zuiver calcium-magnesiumfosfaat 11.12 Monoammoniumfosfaat Technisch zuiver monoammoniumfosfaat (NH4H2PO4) 11.13 Natriumchloride (1) Technisch zuiver natriumchloride of produkt verkregen door het malen van natuurlijke natriumchloridebronnen, bij voorbeeld steenzout en zeezout
(1) De aard van de herkomst mag bij of in plaats van de benaming worden vermeld. 12. DIVERSEN
Nummer Benaming Omschrijving 12.01 Bakkerijafvallen Bijprodukt van de bereiding van biscuits, gebak of brood 12.02 Afvallen van de zoetwarenindustrie Bijprodukt verkregen bij de bereiding van chocolade, snoepgoed en andere zoetwaren 12.03 Vetzuren Bijprodukt verkregen bij het ontzuren, door middel van loog of door distillatie, van oliën en vetten van onbepaalde plantaardige of dierlijke oorsprong 12.04 Vetzuurzouten (1) Produkt verkregen door vetzuren in zout om te zetten met calcium-, natrium- of kaliumhydroxide
(1) In de benaming mag het betreffende zout worden aangegeven.