Verordening (EEG) nr. 131/92 van de Commissie van 21 januari 1992 houdende gemeenschappelijke bepalingen ter uitvoering van de specifieke regeling voor de voorziening van de Franse overzeese departementen met bepaalde landbouwprodukten
Verordening (EEG) nr. 131/92 van de Commissie van 21 januari 1992 houdende gemeenschappelijke bepalingen ter uitvoering van de specifieke regeling voor de voorziening van de Franse overzeese departementen met bepaalde landbouwprodukten
Verordening (EEG) nr. 131/92 van de Commissie van 21 januari 1992 houdende gemeenschappelijke bepalingen ter uitvoering van de specifieke regeling voor de voorziening van de Franse overzeese departementen met bepaalde landbouwprodukten
Publicatieblad Nr. L 015 van 22/01/1992 blz. 0013 - 0016
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 40 blz. 0098
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 40 blz. 0098
VERORDENING (EEG) Nr. 131/92 VAN DE COMMISSIE van 21 januari 1992 houdende gemeenschappelijke bepalingen ter uitvoering van de specifieke regeling voor de voorziening van de Franse overzeese departementen met bepaalde landbouwprodukten
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 3763/91 van de Raad van 16 december 1991 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwprodukten ten behoeve van de Franse overzeese departementen (1), en met name op artikel 2, lid 6, op artikel 3, lid 5, en op artikel 4, lid 5,
Overwegende dat, wat de voorziening met bepaalde landbouwprodukten betreft, de nadelen van de geografische ligging van de Franse overzeese departementen kunnen worden gecompenseerd langs de weg van, enerzijds, een vrijstelling van invoerrechten (douanerechten en landbouwheffingen) en, anderzijds, de toekenning van steun om landbouwprodukten uit de Gemeenschap daarheen te verzenden;
Overwegende dat voor landbouwprodukten die met vrijstelling van invoerrechten worden ingevoerd, reeds een invoercertificaat wordt geëist; dat, om de regeling in administratief opzicht te vereenvoudigen, het invoercertificaat als basisdocument voor de regeling inzake vrijstelling van invoerrechten moet worden gebruikt; dat, om het invoercertificaat voor beide doeleinden te kunnen gebruiken, voor de afgifte van het document bijzondere voorschriften moeten worden vastgesteld die afwijken van de gewone voorschriften met betrekking tot invoercertificaten;
Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1599/90 (3), de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de invoercertificaten zijn vastgesteld;
Overwegende dat voor het beheer van de regeling waarbij steun wordt toegekend voor produkten uit de Gemeenschap, als basisdocument het invoercertificaat, dat dan "steuncertificaat" wordt genoemd, kan worden gebruikt;
Overwegende dat de autoriteiten die de regeling beheren, over de nodige instrumenten moeten kunnen beschikken om te voorkomen dat van de voorzieningsregeling oneigenlijk gebruik wordt gemaakt, dus voor andere doeleinden dan een regelmatige voorziening van de gebruikers en zonder dat de voordelen worden doorberekend tot in het stadium waarin de produkten voor lokaal verbruik op de markt worden gebracht; dat, om met name te voorkomen dat aanvragen worden ingediend voor overdreven grote hoeveelheden, die in geen enkele verhouding staan tot de reële behoeften en waardoor de doelstellingen en de goede werking van de voorzieningsregeling in gevaar zouden kunnen komen, de bevoegde autoriteiten eventueel categorieën gebruikers moeten kunnen aanwijzen die bij voorrang met produkten worden voorzien of zelfs de in het kader van de voorzieningsbalans beschikbare hoeveelheden welke balans in de loop van het begrotingsjaar kan worden herzien, moet kunnen verdelen;
Overwegende dat de voordelen in de vorm van vrijstelling van invoerrechten en toekenning van steun voor produkten uit de Gemeenschap in de produktiekosten en in de prijzen tot in het stadium van de eindgebruiker moeten doorwerken; dat derhalve moet kunnen worden nagegaan in hoeverre dit daadwerkelijk gebeurt;
Overwegende dat een communautaire controleregeling moet worden ingesteld op de goede uitvoering van de door de bevoegde autoriteiten getroffen maatregelen; dat daartoe dient te worden voorgeschreven dat de Commissie op geregelde tijdstippen gegevens worden medegedeeld;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van de betrokken Comités van beheer,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bij deze verordening worden de gemeenschappelijke bepalingen vastgesteld ter uitvoering van de regeling inzake de vrijstelling van invoerrechten en het verlenen van steun voor de voorziening van de Franse overzeese departementen "départements d'outre-mer" hierna "DOM" te noemen, met produkten uit de Gemeenschap in het kader van de voorzieningsbalans die in de loop van het begrotingsjaar kan worden herzien.
Deze bepalingen gelden voor leveringen als bedoeld in, respectievelijk, artikel 2, artikel 3, lid 1, artikel 4 en artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 3763/91.
TITEL I Invoer uit derde landen
Artikel 2
1. De in titel I van Verordening (EEG) nr. 3763/91 bedoelde vrijstelling van invoerrechten wordt toegepast bij overlegging van het invoercertificaat waarop de in lid 3 aangegeven vermeldingen zijn aangebracht.
2. Wanneer de betrokkenen daarom verzoeken, worden door de door Frankrijk aangewezen autoriteiten certificaten als bedoeld in lid 1 afgegeven, zolang de in het kader van de voorzieningsbalans vastgestelde hoeveelheid niet is overschreden.
De autoriteiten kunnen voor de afgifte van het certificaat een termijn vaststellen.
3. Op de certificaataanvraag en op het certificaat zelf worden de volgende vermeldingen aangebracht:
a) in vak 20 één van de volgende vermeldingen al naar gelang van het geval:
- bestemd om te worden gebruikt overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 2, eerste alinea, onder a), van Verordening (EEG) nr. 3763/91,
- bestemd om te worden gebruikt overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 2, eerste alinea, onder b), van Verordening (EEG) nr. 3763/91,
- bestemd om te worden gebruikt overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder a), van Verordening (EEG) nr. 3763/91,
- bestemd om te worden gebruikt overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder b), van Verordening (EEG) nr. 3763/91,
- bestemd om te worden gebruikt overeenkomstig het bepaalde in artikel 3, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3763/91,
- bestemd om te worden gebruikt overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3763/91;
b) in vak 8: vermelding van de groep van landen van oorsprong;
c) in vak 24:
- vrijstelling van invoerrechten
- certificaat voor . . . (naam van het DOM).
4. Voor de toepassing van deze regeling worden invoerrechten toegepast op de hoeveelheden die boven de op het invoercertificaat vermelde hoeveelheden in het raam van de tolerantie naar boven van 5 % worden ingevoerd.
5. In afwijking van het bepaalde in artikel 33, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 3719/88 wordt, behoudens overmacht, het in artikel 30 van die verordening bedoelde bewijs binnen dertig dagen na het verstrijken van de geldigheidsduur van het certificaat geleverd.
TITEL II Voorziening met produkten uit de Gemeenschap
Artikel 3
1. De steun wordt uitbetaald op schriftelijk verzoek van de betrokkene en op voorwaarde dat een volgens de regels afgeboekt "steuncertificaat" wordt overgelegd. De bevoegde autoriteiten mogen een speciaal aanvraagformulier voorschrijven.
De aanvraag moet, behoudens overmacht, binnen twaalf maanden na de datum van afboeking van het certificaat worden ingediend.
De steun wordt door de bevoegde autoriteiten binnen twee maanden na de datum waarop de aanvraag is ingediend, uitbetaald behoudens:
a) in geval van overmacht, of
b) wanneer ten aanzien van het recht op steun een administratief onderzoek is geopend. In dit geval wordt de steun eerst uitbetaald wanneer het recht op steun is erkend.
2. Het "steuncertificaat" wordt opgesteld op het formulier van het in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 3719/88 opgenomen invoercertificaat.
Artikel 8, leden 3 en 5, en de artikelen 9, 10, 13 tot en met 16, 19, 20, 21, 24 tot en met 31 en 33 tot en met 37 van Verordening (EEG) nr. 3719/88 zijn van overeenkomstige toepassing, tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald.
3. In het linkerbovenvak van het certificaat wordt de vermelding "steuncertificaat" gedrukt of wordt deze door middel van een stempel aangebracht.
De vakken 7 en 8 van het certificaat worden volledig doorgehaald.
4. Het bedrag van de steun is het bedrag dat van toepassing is op de datum waarop de aanvraag van het "steuncertificaat" is ingediend.
5. Het "steuncertificaat" wordt, op verzoek van de betrokkenen, door de door Frankrijk aangewezen bevoegde autoriteiten binnen de perken van de in de voorzieningsbalans vastgestelde hoeveelheid afgegeven.
Afgifte van het "steuncertificaat" geschiedt op voorwaarde dat een zekerheid is gesteld waarvan het bedrag per produkt wordt vastgesteld.
De bevoegde autoriteiten kunnen voor de afgifte van het certificaat een termijn vaststellen.
6. Het "steuncertificaat" wordt tegelijk met de betrokken produkten voor afboeking aan de bevoegde autoriteiten van het DOM van bestemming aangeboden.
7. Het bewijs dat het "steuncertificaat" is gebruikt, wordt, behoudens overmacht, geleverd binnen dertig dagen na de datum waarop de geldigheidsduur van het certificaat is verstreken.
TITEL III Gemeenschappelijke bepalingen en doorberekening van het voordeel aan de eindgebruiker
Artikel 4
1. De door Frankrijk aangewezen bevoegde autoriteiten beperken of schorsen de afgifte van certificaten indien voor een bepaald produkt uit de stand van de voorzieningsbalans een duidelijke toename van de hoeveelheid waarvoor invoercertificaten of steuncertificaten zijn aangevraagd, blijkt, en indien hierdoor de in de balans vastgestelde hoeveelheden voor het verkoopseizoen of voor een gedeelte daarvan worden bereikt of overschreden.
Ingeval de afgifte van certificaten wordt beperkt, verminderen de bevoegde autoriteiten de hoeveelheden in alle in behandeling zijnde aanvragen met een zelfde percentage. Daarbij wordt ervoor gezorgd dat alle belanghebbenden, ongeacht hun plaats van vestiging in de Gemeenschap, gelijk worden behandeld.
De bevoegde autoriteiten delen de Commissie in voorkomend geval alle nuttige inlichtingen mede over de voorzieningsbehoeften van de betrokken departementen.
2. Wanneer de regelmatige voorziening van een departement door een duidelijke toeneming van de hoeveelheid waarvoor certificaten zijn aangevraagd, dreigt te worden verstoord, mogen de bevoegde autoriteiten de in het kader van de voorzieningsbalans beschikbare hoeveelheden zodanig verdelen dat in de prioritaire behoeften in het betrokken DOM wordt voorzien.
In het kader van deze verdeling wordt bij de afgifte van de certificaten erin voorzien dat aan bepaalde categorieën handelaren prioriteit wordt verleend en wordt een bepaalde hoeveelheid voor nieuwe handelaren gereserveerd.
Frankrijk stelt de Commissie onverwijld en vóór de inwerkingtreding ervan, in kennis van de maatregelen die dit land voornemens is ter uitvoering van dit lid te nemen, welke maatregelen daarbij dienen te worden gerechtvaardigd. De Commissie stelt de overige Lid-Staten van deze maatregelen in kennis.
De Commissie treft de nodige maatregelen bij eventuele moeilijkheden bij de toepassing.
3. De bepalingen van de leden 1 en 2 gelden onverminderd bijzondere, met het oog op de moeilijkheden in een bepaalde sector vast te stellen bepalingen.
4. Frankrijk maakt op gezette tijden de stand van de voorzieningsbalans, en meer in het bijzonder de beschikbare hoeveelheden, bekend.
Artikel 5
1. De houder van het invoer- of van het "steuncertificaat" laat, wanneer hij de produkten verkoopt, in het contract een beding opnemen waarin is bepaald dat het voordeel aan de eindgebruiker moet worden doorberekend.
Dit beding wordt in alle opeenvolgende contracten met betrekking tot dezelfde produkten overgenomen.
Deze bepalingen gelden niet voor de levering van produkten en dieren als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 3763/91.
2. De bevoegde autoriteiten nemen passende maatregelen om na te gaan of het voordeel dat uit de vrijstelling van invoerrechten of uit de toekenning van steun voortvloeit daadwerkelijk wordt doorberekend; zij mogen daartoe eventueel nagaan welke winstmarges door de betrokken handelaren worden toegepast.
Deze maatregelen worden in samenwerking met de betrokken sectoren van het bedrijfsleven uitgevoerd.
Frankrijk stelt de Commissie binnen drie maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening van de genomen maatregelen in kennis.
3. Indien het toegekende voordeel niet daadwerkelijk wordt doorberekend:
- vorderen de bevoegde autoriteiten het toegekende voordeel van de houder van het invoer- of steuncertificaat terug;
- mogen de bevoegde autoriteiten de betrokkenen het recht op het aanvragen van het in artikel 2 bedoelde certificaat of het in artikel 3, lid 2, bedoelde "steuncertificaat" al naar gelang van de ernst van het verzuim voorlopig of definitief ontzeggen.
4. Voor de toepassing van artikel 3, eerste streepje:
- wordt de houder van het invoer-, respectievelijk "steuncertificaat" geacht het toegekende voordeel te hebben genoten;
- is het toegekende voordeel gelijk aan het bedrag van de vrijstelling van invoerrechten, respectievelijk het steunbedrag.
Met het oog op correcte toepassing van het bepaalde in artikel 3, eerste streepje, mogen de autoriteiten verlangen dat een zekerheid wordt gesteld.
TITEL IV Slotbepalingen
Artikel 6
De maatregelen ter uitvoering van het bepaalde in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 3763/91 worden door de bevoegde autoriteiten vastgesteld en uiterlijk op 31 maart 1992 de Commissie ter kennis gebracht.
Artikel 7
Frankrijk deelt de Commissie uiterlijk op de laatste dag van de maand met betrekking tot de voorgaande maand, per produkt en, in voorkomend geval, per bijzondere bestemming, de volgende gegevens mede:
- de hoeveelheden waarvoor invoercertificaten en de hoeveelheden waarvoor "steuncertificaten" zijn aangevraagd;
- de gevallen waarin de invoercertificaten en die waarin de "steuncertificaten" niet zijn gebruikt, telkens met opgave van de hoeveelheden.
Artikel 8
In afwachting dat de bij deze verordening voorgeschreven administratieve procedures worden vastgesteld, kunnen de bevoegde autoriteiten tot en met 30 juni 1992
a) - besluiten dat vrijstelling van invoerrechten wordt verleend wanneer een reeds vóór 27 december 1991 aangevraagd certificaat wordt overgelegd;
- besluiten dat steun wordt toegekend na overlegging van de invoeraangifte voor de produkten aan de bevoegde autoriteiten van het DOM van bestemming;
b) met het oog op een regelmatige voorziening bepalen dat voor een deel van de in de voorzieningsbalans voor 1992 opgenomen hoeveelheden uitsluitend de traditionele handelaren in aanmerking komen.
Artikel 9
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Artikel 8
is van toepassing met ingang van 27 december 1991. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 21 januari 1992. Voor de Commissie
Ray MAC SHARRY
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 356 van 24. 12. 1991, blz. 1. (2) PB nr. L 331 van 2. 12. 1988, blz. 1. (3) PB nr. L 151 van 15. 6. 1990, blz. 29.