Verordening (EEG) nr. 1292/92 van de Raad van 18 mei 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/89 wat de instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van videocassettes van oorsprong uit Hong-Kong betreft
Verordening (EEG) nr. 1292/92 van de Raad van 18 mei 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/89 wat de instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van videocassettes van oorsprong uit Hong-Kong betreft
Verordening (EEG) nr. 1292/92 van de Raad van 18 mei 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/89 wat de instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van videocassettes van oorsprong uit Hong-Kong betreft
Publicatieblad Nr. L 139 van 22/05/1992 blz. 0001 - 0003
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 11 Deel 19 blz. 0195
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 11 Deel 19 blz. 0195
VERORDENING (EEG) Nr. 1292/92 VAN DE RAAD van 18 mei 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/89 wat de instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van videocassettes van oorsprong uit Hong-Kong betreft
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2423/88 van de Raad van 11 juli 1988 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap (1), inzonderheid op artikel 14,
Gezien het voorstel dat door de Commissie is ingediend na overleg in het kader van het in genoemde verordening bedoelde Raadgevend Comité,
Overwegende hetgeen volgt:
I. VOORAFGAANDE PROCEDURE
(1) De Raad heeft bij Verordening (EEG) nr. 1768/89 (2) een definitief anti-dumpingrecht van 21,9 % ingesteld op de invoer van VHS-videobanden in cassettes, vallende onder GN-code ex 8523 13 00, van oorsprong uit Hong-Kong, met uitzondering van de invoer van verscheidene, met name genoemde exporteurs, voor wie een lager of helemaal geen recht gold.
(2) In overweging 43 van Verordening (EEG) nr. 1768/89, met betrekking tot ondernemingen die na het onderzoektijdvak met de uitvoer van door deze vervaardigde videocassettes naar de Gemeenschap zijn begonnen of zullen beginnen (de zogeheten "nieuwkomers"), heeft de Raad vastgesteld dat de Commissie bereid is onverwijld een herzieningsprocedure in te leiden wanneer een exportonderneming met voldoende bewijsmateriaal kan aantonen dat zij tijdens het onderzoektijdvak geen videocassettes naar de Gemeenschap heeft uitgevoerd. De onderneming dient daarbij eveneens aan te tonen dat zij eerst na bedoelde periode met de uitvoer is begonnen en dat zij niet met een van de bij het onderzoek betrokken ondernemingen is verbonden noch geassocieerd.
II. PROCEDURE VAN NIEUW ONDERZOEK
(3) Door middel van een bericht (3) heeft de Commissie, na overleg in het kader van het Raadgevend Comité en overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2423/88, een nieuw onderzoek van Verordening (EEG) nr. 1768/89 ingeleid met betrekking tot een Hongkongse onderneming, Wai Shing. Deze onderneming beweerde dat zij de aan het anti-dumpingrecht onderhevige produkten gedurende het eerdere onderzoektijdvak (1 januari - 30 november 1987) niet had geëxporteerd. Bovendien stelde zij niet verbonden te zijn met een van de ondernemingen waarop het eerdere onderzoek betrekking had en waarbij dumping was vastgesteld, en legde zij bewijsmateriaal voor waaruit bleek dat zij er eerst onlangs mee begonnen was videocassettes naar de Gemeenschap uit te voeren. De Commissie is dienovereenkomstig met een onderzoek begonnen om na te gaan of Wai Shing als een nieuwkomer kon worden aangemerkt en om, in voorkomend geval, voor deze onderneming een dumpingmarge te bepalen.
III. UITKOMSTEN VAN HET ONDERZOEK
1. Nieuwkomer
(4) Uit het onderzoek is gebleken dat Wai Shing ermee is begonnen door haar vervaardigde videocassettes naar de Gemeenschap uit te voeren na het in overweging 3 genoemde eerdere onderzoektijdvak. Bovendien is geconstateerd dat deze onderneming met de bij de eerdere procedure betrokken exporteurs bij wie dumping was geconstateerd, generlei banden had. De Raad bevestigde dat Wai Shing dienovereenkomstig als een nieuwkomer is aan te merken en dat met betrekking tot Wai Shing een gedeeltelijk nieuw onderzoek van Verordening (EEG) nr. 1768/89 gerechtvaardigd is.
2. Normale waarde
(5) Aangezien Wai Shing in de periode van dit nieuwe onderzoek geen videocassettes op de binnenlandse markt had verkocht, werd de normale waarde overeenkomstig artikel 2, lid 3, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2423/88 aan de hand van de samengestelde waarde van de betrokken modellen bepaald. Deze samengestelde waarde werd berekend door alle kosten in het land van oorsprong voor materialen en fabricage, zowel vaste als variabele, samen te tellen en daaraan een redelijk bedrag toe te voegen voor uitgaven in verband met verkoop, administratie en andere algemene uitgaven, alsmede voor de winst.
(6) De uitgaven voor verkoop en administratie en andere algemene uitgaven werden berekend door deze te relateren aan dergelijke uitgaven van een andere fabrikant uit Hong-Kong voor diens verkoop van videocassettes op de binnenlandse markt, aangezien was nagegaan dat deze uitgaven overeenkwamen met de kosten zoals vermeld in de gecontroleerde boekhouding van Wai Shing.
Met betrekking tot de winst werd het passend geacht een winstpercentage van 8 % op de omzet toe te passen; dit percentage werd bij Verordening (EEG) nr. 1768/89 voor de Hongkongse exporteurs vastgesteld en kan, overeenkomstig de gegevens waarover de Commissie beschikt, nog steeds worden gezien als de winst die Hongkongse ondernemingen normaal op hun binnenlandse markt kunnen behalen.
De Raad bevestigt de bovenstaande bevindingen.
(7) Op deze grondslag werd een normale waarde vastgesteld voor de naar de Gemeenschap uitgevoerde modellen alsook voor de drie kwaliteiten band die door Wai Shing werden gebruikt, namelijk de normale ( "normal grade" (NG)), de hoge ( "high grade" (HG)) en de extra hoge kwaliteit ( "Super high grade" (SHG)).
3. Prijs bij uitvoer
(8) De prijzen bij uitvoer werden bepaald aan de hand van de prijzen, vrij van alle soorten kortingen, die daadwerkelijk voor de videocassettes die door Wai Shing voor uitvoer naar de Gemeenschap waren verkocht, betaald of te betalen waren. Daar rechtstreeks naar onafhankelijke importeurs in de Gemeenschap werd uitgevoerd, werden deze exportprijzen betrouwbaar bevonden.
De Raad bevestigt deze bevinding.
4. Vergelijking
(9) Voor een deugdelijke vergelijking tussen de normale waarde en de prijs bij uitvoer heeft de Commissie, overeenkomstig artikel 2, leden 9 en 10, van Verordening (EEG) nr. 2423/88, rekening gehouden met de verschillen die op prijsvergelijkbaarheid van invloed zijn. Alle vergelijkingen werden op het niveau af-fabriek gemaakt, op hetzelfde handelsniveau en, voor de prijs bij uitvoer, per transactie.
Uit het onderzoek van de feiten blijkt het bestaan van dumping, waarbij de dumpingmarge gelijk is aan het bedrag waarmee de normale waarde de prijs bij uitvoer naar de Gemeenschap overschrijdt, en die, in procenten van de totale cif-waarde uitgedrukt, 13,8 % bedraagt.
De Raad bevestigt bovenstaande bevindingen.
IV. WIJZIGING VAN DE AAN EEN NIEUW ONDERZOEK ONDERWORPEN GEWEEST ZIJNDE MAATREGELEN
(10) Naar schade werd geen nieuw onderzoek ingesteld, daar hierom niet was gevraagd. Bovendien is de Commissie van oordeel dat de in Verordening (EEG) nr. 1768/89 vastgestelde bevindingen inzake schade nog steeds gelden. Daar de prijsstijging die nodig is om de schade weg te nemen, de dumpingmarge overtreft die voor de betrokken onderneming in Verordening (EEG) nr. 1768/89 in overweging 71 is vastgesteld, dient het in te stellen recht met de dumpingmarge overeen te komen.
(11) De indieners van de klacht en Wai Shing werden in kennis gesteld van de voornaamste feiten en overwegingen op grond waarvan werd overwogen het bij Verordening (EEG) nr. 1768/89 ingestelde recht ten aanzien van Wai Shing te vervangen door een dumpingrecht dat op grond van bovenstaande bevindingen was vastgesteld; zij werden in de gelegenheid gesteld hierop commentaar te leveren. Wai Shing heeft hierop een prijsverbintenis aangeboden.
In verband met de economische structuur van de exporteur, in het bijzonder het feit dat deze videocassettes van verschillende oorsprong naar de Gemeenschap uitvoert en gezien de ontwikkeling van de handelsstromen voor dit produkt uit Hong-Kong, zou het toezicht op een dergelijke verbintenis evenwel niet goed te verwezenlijken zijn. Na overleg is de Commissie daarom tot de conclusie gekomen dat de prijsverbintenis die Wai Shing had aangeboden, niet aanvaardbaar is.
(12) Daarenboven constateerde de Commissie dat de prijzen van videocassettes van oorsprong uit Hong-Kong sterk fluctueerden. De Commissie is derhalve van mening dat op de invoer van de onderzochte modellen een variabel recht moet worden ingesteld dat gelijk is aan het verschil tussen de nettoprijs per cassette, franco grens Gemeenschap, vóór inklaring, en een bodemprijs, vastgesteld aan de hand van de normale waarde van elk model. Aangezien niet kan worden uitgesloten dat de exporteur tevens niet door het onderzoek bestreken modellen zal uitvoeren, leek het dienstig een ad valorem-recht vast te stellen ter hoogte van de dumpingmarge die voor alle andere, door deze onderneming naar de Gemeenschap uitgevoerde videocassettes was vastgesteld.
De Raad bevestigt bovenstaande bevindingen.
(13) Het wordt dientengevolge passend geacht Verordening (EEG) nr. 1768/89 met betrekking tot Wai Shing te wijzigen en, tot het vervallen van deze verordening, een definitief anti-dumpingrecht in te stellen op de door Wai Shing vervaardigde VHS-videobanden in cassettes, van oorsprong uit Hong-Kong, en wel op de modellen E-30, E-60, E-90, E-120, E-180, E-195 en E-240, van normale, hoge of extra hoge kwaliteit. Dit recht is gelijk aan het verschil tussen een op de normale waarde gebaseerde bodemprijs en de door de eerste importeur te betalen nettoprijs franco grens Gemeenschap, vóór inklaring. Voor alle andere door Wai Shing vervaardigde modellen videocassettes van oorsprong uit Hong-Kong geldt een recht van 13,8 % ad valorem,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Aan artikel 1, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1768/89 wordt de volgende alinea toegevoegd:
"Het in lid 2, onder b), genoemde recht is niet van toepassing op de modellen videoband in cassettes E-30, E-60, E-90, E-120, E-180, E-195 en E-240 van normale kwaliteit ( "normal grade" (NG)), hoge kwaliteit ( "high grade" (HG)) of extra hoge kwaliteit ( "super high grade" (SHG)), zoals hieronder gespecificeerd en door Wai Shing (Hong-Kong) vervaardigd en voor uitvoer naar de Gemeenschap verkocht (aanvullende Taric-code 8255). Voor deze modellen geldt een recht, gelijk aan het verschil tussen de hieronder voor elk van de betrokken modellen genoemde prijs en de nettoprijs daarvan, franco grens Gemeenschap, vóór inklaring:
ecu Aanvullende Taric-code E-30 SHG 0,55 8626 E-60 SHG
HG 0,68
0,66 8627
8628 E-90 SHG 0,81 8629 E-120 SHG
HG 0,94
0,85 8630
8631 E-180 SHG
HG
NG 1,20
1,13
1,10 8632
8633
8634 E-195 SHG
HG 1,27
1,20 8635
8636 E-240 SHG
HG 1,47
1,36 8637
8638
Voor alle andere door Wai Shing vervaardigde videobanden in cassettes bedraagt het recht 13,8 % van de nettoprijs, franco grens Gemeenschap, vóór inklaring.".
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 18 mei 1992. Voor de Raad
De Voorzitter
Arlindo MARQUES CUNHA
(1) PB nr. L 209 van 2. 8. 1988, blz. 1. (2) PB nr. L 174 van 22. 6. 1989, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3522/90 (PB nr. L 343 van 7. 12. 1990, blz. 1). (3) PB nr. C 7 van 11. 1. 1991, blz. 2.