Verordening (EEG) nr. 1769/92 van de Raad van 29 juni 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/89 met betrekking tot het definitieve antidumpingrecht op bepaalde invoer van videocassettes van oorsprong uit Hong-Kong
Verordening (EEG) nr. 1769/92 van de Raad van 29 juni 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/89 met betrekking tot het definitieve antidumpingrecht op bepaalde invoer van videocassettes van oorsprong uit Hong-Kong
VERORDENING (EEG) Nr. 1769/92 VAN DE RAAD van 29 juni 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/89 met betrekking tot het definitieve anti-dumpingrecht op bepaalde invoer van videocassettes van oorsprong uit Hong-Kong
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2423/88 van de Raad van 11 juli 1988 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap (1), inzonderheid op artikel 14,
Gelet op het door de Commissie na raadpleging van het in de vorengenoemde verordening bedoelde Raadgevend Comité ingediende voorstel,
Overwegende hetgeen volgt:
I. VOORAFGAANDE PROCEDURE
(1) De Raad heeft bij Verordening (EEG) nr. 1768/89 (2) op de invoer van VHS-videocassettes (hierna "videocassettes" genoemd) vallende onder GN-code ex 8523 13 00, van oorsprong uit Hong-Kong, een definitief anti-dumpingrecht van 21,9 % ingesteld, met uitzondering van de invoer van bepaalde, met name genoemde exporteurs aan wie een lager recht werd opgelegd of die van het recht werden vrijgesteld.
(2) In overweging 43 van Verordening (EEG) nr. 1768/89, die betrekking heeft op de ondernemingen welke na het onderzoektijdvak met de uitvoer van door deze zelf vervaardigde videocassettes naar de Gemeenschap zijn begonnen of voornemens zijn dit te doen, merkt de Raad op dat de Commissie bereid is onverwijld een herzieningsprocedure in te leiden wanneer een exporterende onderneming met voldoende bewijsmateriaal kan aantonen dat zij tijdens het onderzoektijdvak geen videocassettes naar de Gemeenschap heeft uitgevoerd, slechts na bedoelde periode met die uitvoer is begonnen en dat zij met geen van de bij het onderzoek betrokken ondernemingen verbonden of geassocieerd is.
II. HERZIENING
(3) Door middel van een op 12 oktober 1991 in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen gepubliceerd bericht (3) heeft de Commissie, na overleg met het Raadgevend Comité en overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2423/88, een herziening van Verordening (EEG) nr. 1768/89 ingeleid met betrekking tot een in Hong-Kong gevestigde onderneming, namelijk Bico Magnetics Ltd. Deze onderneming had verklaard dat zij gedurende het voorgaande onderzoektijdvak (1 januari - 30 november 1987) geen produkten had ingevoerd waarop het anti-dumpingrecht van toepassing was. Voorts verklaarde zij niet met enige onderneming ten aanzien waarvan bij het vorige onderzoek dumping werd vastgesteld, verbonden te zijn. Bovendien werden geen bewijzen gevonden dat deze onderneming ooit videocassettes naar de Gemeenschap had uitgevoerd. Naar aanleiding hiervan heeft de Commissie een onderzoek geopend ten einde na te gaan of Bico Magnetics Ltd als een nieuwkomer kon worden beschouwd en ten einde voor deze onderneming, in voorkomend geval, een dumpingmarge vast te stellen.
III. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK
1. Nieuwkomer
(4) Het onderzoek toonde aan dat Bico Magnetics Ltd niet eerder videocassettes had vervaardigd die naar de Gemeenschap werden uitgevoerd en thans voornemens was daarmee een aanvang te maken. Tevens werd geconstateerd dat deze onderneming in geen enkel opzicht verbonden was met de bij de vorige procedure betrokken exporteurs ten aanzien waarvan dumping werd vastgesteld. De Raad bevestigt bij deze dat deze onderneming derhalve als een nieuwkomer dient te worden beschouwd en dat een gedeeltelijke herziening van Verordening (EEG) nr. 1768/89 ten aanzien van Bico Magnetics Ltd gerechtvaardigd is.
2. Normale waarde
(5) Aangezien Bico Magnetics Ltd gedurende het onderzoektijdvak van deze herzieningsprocedure (van 1 januari 1991 tot en met 30 juni 1991) geen videocassettes op de binnenlandse markt had verkocht, werd de normale waarde vastgesteld op basis van de samengestelde waarde van het betrokken produkt overeenkomstig artikel 2, lid 3, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2423/88. Deze samengestelde waarde werd berekend met inachtneming van alle kosten, zowel vaste als variabele, in het land van oorsprong van de materialen en van de vervaardiging van de voor uitvoer naar de Gemeenschap bestemde modellen, vermeerderd met een redelijk bedrag voor verkoopkosten, administratiekosten en andere algemene onkosten alsmede voor een winstmarge.
(6) De verkoopkosten, administratiekosten en algemene onkosten werden berekend aan de hand van de uitgaven zoals deze in de gecontroleerde boekhouding van Bico werden vastgesteld. Deze kosten waren in overeenstemming met die welke door andere fabrikanten in Hong-Kong bij hun verkopen van videocassettes op de binnenlandse markt werden gemaakt, zoals deze tijdens vorige onderzoeken met betrekking tot videocassettes uit Hong-Kong werden vastgesteld.
Wat de winst betreft, werd een marge van 8 % op de omzet redelijk geacht. Deze marge werd eveneens gehanteerd in Verordening (EEG) nr. 1768/89 voor de videocassettefabrikanten in Hong-Kong en volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, is dit nog steeds de winstmarge die ondernemingen in Hong-Kong onder normale omstandigheden op hun binnenlandse markt kunnen behalen. De Raad bevestigt deze bevindingen.
(7) Op deze grondslag werd de normale waarde vastgesteld voor de door Bico Magnetics Ltd vervaardigde en voor uitvoer naar de Gemeenschap bestemde modellen van normale kwaliteit ( "normal grade").
3. Maatregelen
(8) Aangezien Bico Magnetics Ltd geen videocassettes naar de Gemeenschap had uitgevoerd, kon voor het betrokken produkt geen prijs bij uitvoer worden vastgesteld en geen dumpingmarge worden berekend.
(9) Het is evenwel duidelijk dat indien de prijzen bij uitvoer van de diverse modellen videocassettes die door Bico Magnetics Ltd voor uitvoer naar de Gemeenschap worden verkocht, ten minste gelijk zijn aan de normale waarde van de overeenkomstige modellen, op deze produkten geen dumpingpraktijken zouden worden toegepast.
(10) Bovendien is de normale waarde lager dan de streefprijs die in Verordening (EEG) nr. 1768/89 voor de bedrijfstak van de Gemeenschap is vastgesteld.
(11) De maatregelen die ten aanzien van de invoer in de Gemeenschap van door Bico Magnetics Ltd vervaardigde videocassettes dienen te worden ingesteld, dienen derhalve te garanderen dat deze produkten in de Gemeenschap niet onder hun normale waarde worden verkocht.
IV. WIJZIGING VAN DE HERZIENE MAATREGELEN
(12) Het wordt derhalve dienstig geacht Verordening (EEG) nr. 1768/89 te wijzigen en Bico Magnetics Ltd uit te zonderen van het definitieve anti-dumpingrecht dat op VHS-videobanden in cassettes, van oorsprong uit Hong-Kong, modellen E60, E90, E120, E180, E195 en E240, werd ingesteld, voor zover deze modellen zijn onderworpen aan een recht dat gelijk is aan het verschil tussen de voor elk van deze modellen vastgestelde minimumprijs en de nettoprijs ervan franco grens-Gemeenschap, niet ingeklaard. De minimumprijs beantwoordt aan de normale waarde, die zodanig is aangepast dat deze zich op cif-niveau bevindt.
(13) Bico Magnetics Ltd werd van de belangrijkste feiten en overwegingen op grond waarvan de instelling van het anti-dumpingrecht werd voorgesteld, in kennis gesteld en het bedrijf werd de mogelijkheid geboden op dit voorstel commentaar te geven. De betrokken exporterende fabrikant heeft dat evenwel niet gedaan.
(14) De indieners van de klacht werden van de overwegingen en belangrijkste feiten op grond waarvan de Raad voornemens was Verordening (EEG) nr. 1768/89 te wijzigen, in kennis gesteld en hadden dienaangaande geen commentaar.
(15) Aangezien deze herziening uitsluitend betrekking heeft op één producent uit Hong-Kong, houdt zij, wat artikel 15, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2423/88 betreft, geen verlenging in van de geldigheidsduur van Verordening (EEG) nr. 1768/89,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Aan artikel 1, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1768/89 wordt de volgende alinea toegevoegd:
"Het in lid 2, onder b), bedoelde recht is niet van toepassing op de modellen videobanden in cassettes E60, E90, E120, E180, E195 en E240, van "normal grade", vervaardigd en voor uitvoer naar de Gemeenschap verkocht door Bico Magnetics Ltd, Hong-Kong (aanvullende Taric-code 8292): deze modellen worden onderworpen aan een anti-dumpingrecht dat gelijk is aan het verschil tussen de hierna voor elk van de betrokken modellen vermelde prijs en de nettoprijs ervan, franco grens-Gemeenschap, niet ingeklaard:
E60 E90 E120 E180 E195 E240 0,70 ecu 0,83 ecu 0,96 ecu 1,22 ecu 1,29 ecu 1,48 ecu".
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Luxemburg, 29 juni 1992. Voor de Raad
De Voorzitter
Jorge BRAGA DE MACEDO
(1) PB nr. L 209 van 2. 8. 1988, blz. 1. (2) PB nr. 174 van 22. 6. 1989, blz. 1. Verordening gewijzigd door Verordening (EEG) nr. 3522/90 (PB nr. L 343 van 7. 12. 1990, blz. 1). (3) PB nr. C 266 van 12. 10. 1991, blz. 7.