Home

Verordening (EEG) nr. 2294/92 van de Commissie van 31 juli 1992 houdende bepalingen voor de toepassing van de steunregeling voor producenten van de in Verordening (EEG) nr. 1765/92 van de Raad bedoelde oliehoudende zaden

Verordening (EEG) nr. 2294/92 van de Commissie van 31 juli 1992 houdende bepalingen voor de toepassing van de steunregeling voor producenten van de in Verordening (EEG) nr. 1765/92 van de Raad bedoelde oliehoudende zaden

VERORDENING (EEG) Nr. 2294/92 VAN DE COMMISSIE van 31 juli 1992 houdende bepalingen voor de toepassing van de steunregeling voor producenten van de in Verordening (EEG) nr. 1765/92 van de Raad bedoelde oliehoudende zaden

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1765/92 van de Raad van 30 juni 1992 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (1), en met name op artikel 11, lid 1, en op artikel 12,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1676/85 van de Raad van 11 juni 1985 inzake de waarde van de rekeneenheid en de omrekeningskoersen die in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid moeten worden toegepast (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2205/90 (3), en met name op artikel 5, lid 3,

Overwegende dat, om te voorkomen dat het areaal van oliehoudende zaden wordt uitgebreid, compensatiebedragen alleen mogen worden toegekend aan producenten die oliehoudende zaden inzaaien in uit klimatologisch en agronomisch oogpunt daarvoor geschikte gebieden;

Overwegende dat, overeenkomstig het door de Gemeenschap gevoerde kwaliteitsverbeteringsbeleid, de compenserende bedragen wat de koolzaadproducenten betreft alleen worden toegekend aan producenten die bepaalde rassen en kwaliteiten verbouwen;

Overwegende dat de Commissie een systeem van geïntegreerde controle heeft voorgesteld (4);

Overwegende dat de gegevens welke de aanvraag moet bevatten, de controlebepalingen alsmede de van toepassing zijnde sancties in geval van valse aangifte, op een later tijdstip zullen worden bepaald, samen met de bepalingen van het geïntegreerde controlesysteem;

Overwegende dat de producenten compensatiebedragen kunnen aanvragen krachtens de algemene regeling of de vereenvoudigde regeling; dat bepaalde criteria voor beide regelingen gelden;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I Algemeen

Artikel 1

1. In deze verordening worden de bepalingen vastgesteld voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 1765/92 voor het verkoopseizoen 1993/1994.

2. In onderhavige verordening wordt verstaan onder:

a) "oliehoudende zaden": de akkerbouwgewassen die de in bijlage I bij voornoemde verordening vermelde oliehoudende zaden opleveren;

b) "compensatiebedragen": overdrachten van geldmiddelen aan de producent door de bevoegde instantie van de Lid-Staat op het grondgebied waavan de voor de regeling in aanmerking komende oppervlakte is gelegen;

c) "produktieregio": een regio bepaald in de zin van artikel 3, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 waarvoor compensatiebedragen per hectare voor oliehoudende zaden worden vastgesteld.

TITEL II Voor de compensatiebedragen in aanmerking komende oppervlakten

Artikel 2

1. Voor het compensatiebedrag bedoeld in artikel 5, lid 1 en lid 2, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 komen alleen de met oliehoudende zaden bebouwde oppervlakten in aanmerking

a) die gelegen zijn in produktieregio's of delen van produktieregio's die door de Lid-Staat uit klimatologisch en agronomisch oogpunt geschikt zijn verklaard voor de teelt van de oliehoudende zaden;

b) waarvoor de in artikel 2, lid 5, onder a), van Verordening (EEG) nr. 1765/92 bedoelde algemene regeling wordt toegepast;

c) waarvoor bij de bevoegde instantie een aanvraag met een teeltplan is ingediend op uiterlijk de uiterste datum die voor de soort oliehoudend zaad en de betrokken produktieregio is vastgesteld door de Lid-Staat, die daarbij de in bijlage I vermelde termijn in acht moet nemen;

d) die uiterlijk op de voornoemde datum volledig zijn ingezaaid met koolzaad, raapzaad, zonnebloemzaad of soja overeenkomstig de in plaatselijk verband erkende normen en het bepaalde in artikel 3 van onderhavige verordening;

e) die in totaal voor de betrokken aanvraag ten minste 0,3 ha groot zijn en waarvan geen enkel perceel kleiner is dan de door de Lid-Staat voor de betrokken produktieregio vastgestelde minimumoppervlakte.

2. Ingeval door klimaatsomstandigheden de gewassen niet vóór de in bijlage I vermelde datum kunnen worden ingezaaid, komen de oppervlakten die aan de in lid 1 vermelde voorwaarden voldoen pas voor de steunregeling in aanmerking nadat aan de bevoegde instantie is bevestigd dat het gewas is ingezaaid. Volgens de procedure van artikel 38 van Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad (5) wordt bepaald voor welke zones deze bepaling geldt en binnen welke termijn de inzaai moet worden bevestigd.

Artikel 3

1. De Lid-Staten voeren een beleid om de koolzaadkwaliteit te verbeteren door voor dit gewas voor te schrijven dat compensatiebedragen alleen worden toegekend voor koolzaad dat is verkregen uit een of meer van de onderstaande categorieën zaaizaad:

a) gecertificeerd zaaizaad van een in bijlage II vermeld ras;

of

b) zaaizaad dat voldoet aan het bepaalde in bijlage III en dat het produkt is van een gewas dat is verkregen door de inzaai van gecertificeerd zaaizaad van een in bijlage II vermeld ras op hetzelfde bedrijf;

of

c) zaaizaad van een ander dan de in bijlage II vermelde rassen, dat voldoet aan de eisen van bijlage IV en waarvoor met een erkende eerste koper vóór de inzaai een teeltcontract is gesloten met het oog op het voortbrengen van een gewas waarvan het zaad bestemd is voor nader gespecificeerde niet-voedingsdoeleinden of voor het inzaaien van een dergelijk gewas;

of

d) zaaizaad van een al dan niet in bijlage II vermeld ras, dat vóór de inzaai is geregistreerd voor inspectie en controle met het oog op het voortbrengen van een gewas waarvan het zaad bestemd is om te worden gebruikt als kwekerszaad, pre-basiszaad, basiszaad of gecertificeerd zaaizaad, dan wel voor onderzoek- of proefdoeleinden om uit te maken of het ras aan de rassenlijst van een Lid-Staat kan worden toegevoegd;

of

e) zaaizaad van een in bijlage V vermeld ras waarvoor vóór de inzaai een teeltcontract is gesloten tussen de producent en een koper (die daartoe speciaal is erkend door de bevoegde instanties van de Lid-Staat) met het oog op de produktie van zaad waaruit voor specifieke voedingsdoeleinden bestemde olie zal worden geproduceerd.

2. Wanneer een Lid-Staat onder b) bedoeld zaaizaad voor steun in aanmerking wenst te laten komen, moet hij alle maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat kan worden nagegaan of het bedoelde zaaizaad vóór de inzaai aan de in bijlage III vermelde criteria voldeed.

Artikel 4

Voor een zelfde perceel mag niet meer dan één aanvraag voor het in Verordening (EEG) nr. 1765/92 bedoelde compensatiebedrag worden ingediend per verkoopseizoen.

Artikel 5

De oppervlakten waarop de aanvraag betrekking heeft, moeten door de bevoegde instantie van de betrokken Lid-Staat worden verminderd overeenkomstig de bepalingen

- van artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 1765/92, bij overschrijding van het regionale basisareaal of, in voorkomend geval, het individuele basisareaal;

- van artikel 4, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2293/92 van de Commissie (6) (uit produktie nemen van bouwland);

- die zijn vastgesteld ter zake van de controle.

TITEL III Uitkering van de steun

Artikel 6

Als de voor een producent in aanmerking komende oppervlakten in verschillende produktieregio's zijn gelegen, wordt het uit te keren bedrag bepaald op basis van de ligging van elke oppervlakte waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 7

1. Voor zonnebloemzaadpercelen in Spanje en Portugal waarvoor het in artikel 2 van onderhavige verordening bedoelde compensatiebedrag niet wordt toegekend, kan een compensatiebedrag ter aanvulling van het in artikel 8, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 bedoelde compensatiebedrag worden toegekend.

2. Het bovenbedoelde aanvullende compensatiebedrag voor het verkoopseizoen 1993/1994 wordt vóór 15 december 1992 vastgesteld.

Artikel 8

1. Voor alle betalingen in de loop van een verkoopseizoen wordt de landbouwomrekeningskoers gehanteerd die geldt op de eerste dag van het betrokken verkoopseizoen.

2. Voor de omrekening van vóór de bovenbedoelde datum uitgekeerde voorschotten wordt de landbouwomrekeningskoers in aanmerking genomen die geldt op de uiterste datum voor het indienen van de aanvragen. Bij wijze van afwijkende maatregel kan de op de datum van indiening van de aanvraag geldende koers worden gehanteerd.

TITEL IV Slotbepalingen

Artikel 9

1. De Lid-Staten doen de Commissie binnen de voorgeschreven termijnen de in bijlage VI aangeduide gegevens toekomen.

2. Wanneer een regio bestaat uit verschillende niet aan elkaar grenzende zones, moeten de in lid 1 bedoelde gegevens voor elke zone van die regio apart worden verstrekt.

Artikel 10

De Lid-Staten stellen de Commissie uiterlijk op 31 december 1992 in kennis van de ter uitvoering van onderhavige verordening vastgestelde maatregelen.

Artikel 11

Verordening (EEG) nr. 615/92 van de Commissie (7) wordt ingetrokken.

Zij blijft evenwel van toepassing voor het verkoopseizoen 1992/1993.

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 31 juli 1992. Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 181 van 1. 7. 1992, blz. 12. (2) PB nr. L 164 van 24. 6. 1985, blz. 1. (3) PB nr. L 201 van 31. 7. 1990, blz. 9. (4) COM(91) 533 def.; PB nr. C 9 van 15. 1. 1992, blz. 4. (5) PB nr. 172 van 30. 9. 1966, blz. 3025/66. (6) Zie bladzijde 19 van dit Publikatieblad. (7) PB nr. L 67 van 12. 3. 1992, blz. 11.

BIJLAGE I

Uiterste door de Lid-Staten vast te stellen data voor de inzaai en het indienen van de aanvragen

Produkt Uiterste data Sojabonen Koolzaad en raapzaad: - ingezaaid in het najaar - ingezaaid in het voorjaar 15 mei vóór het verkoopseizoen Zonnebloemzaad: - ingezaaid in het najaar - ingezaaid in het voorjaar

BIJLAGE II

Rassen waarvan is gebleken dat ze normaal een gewas opleveren met een glucosinolaatgehalte van ten hoogste 25 ìmol per gram zaad, bij een vochtgehalte van 9 %, en die voor steun in aanmerking komen

Accord

Activ

Amanda

Andol

Anima

Anka

Apache

Arabella

Arcol

Ariana

Atol

Aurora

Aztec

Basalte

Bingo

Bristol

Callypso

Capricorn

Carmen

Ceres

Cesar

Cobalt

Cobol

Cobra

Colking 4

Collo

Comet

Conny

Consul

Corvette

Creol

Darmor

Derby

Diadem

Diana

Doublol

Dragon

Drakkar

Dubla

Duetol

Envol

Eol

Eurol

Evita

Falcon

Forte

Galaxy

Global

Golda

Granit

Hanna

Helios

Honk

Idol

Inca

Iris

Jaguar

Jaspe

Kabel

Karat

Kometa

Kova

Kreta

Liberator

Liberia

Liborius

Librador

Libraska

Libravo

Lictor

Limerick

Lincoln

Lineker

Link

Lirabon

Liradonna

Lirajet

Liraspa

Lirawell

Lirektor

Liropa

Lisandra

Lisonne

Madora

Mari

Maxol

Moneta

Nimbus

Olymp

Optima

Pactol

Palle

Paloma

Paula

Printol

Puma

Quartz

Rally

Rocket

Sabrina

Samourai

Santana

Score

Senta

Silex

Silvia

Spok

Sputnik

Star

Starlight

Susana

Tanto

Tapidor

Tarok

Topas

Tor

Tyrol

Vega

Vivol

Wotan

Zeus

(1) PB nr. L 239 van 28. 9. 1968, blz. 2.

(2) PB nr. L 266 van 28. 9. 1983, blz. 1.

BIJLAGE III

Specificaties waaraan op het bedrijf geproduceerd zaaizaad moet voldoen

Zaaizaad dat op hetzelfde bedrijf is verkregen uit een gewas waarvoor gecertificeerd zaaizaad van een in bijlage II vermeld ras is ingezaaid, moet voldoen aan het onderstaande minimum-kwaliteitscriterium, bepaald door analyse van een representatief monster dat door een gemachtigde van de bevoegde nationale instantie is genomen volgens de methoden van de bijlagen I en II bij Verordening (EEG) nr. 1470/68 van de Commissie (1):

een glucosinolaatgehaltge kleiner dan of gelijk aan 18,0 ìmol per gram zaad, bij een vochtgehalte van 9 %, bepaald volgens de methode van bijlage VIII bij Verordening (EEG) nr. 1470/68 of de methode van artikel 32 van Verordening (EEG) nr. 2681/83 van de Commissie (2).

BIJLAGE IV

Specificatie voor kool- en raapzaad voor industrieel gebruik

Erucazuurgehalte groter dan of gelijk aan 40 % van het totale vetzuurgehalte.

BIJLAGE V

Voor de produktie van olie voor specifieke voedingsdoeleinden gebruikte rassen

Bienvenu

Jet Neuf

BIJLAGE VI

Door de Lid-Staten aan de Commissie mede te delen statistische gegevens

De Lid-Staten wordt verzocht de Commissie de in het onderstaande genoemde gegevens mede te delen

- per produktieregio,

- per soort oliehoudend zaad (en voor alle oliehoudende zaden samen),

- per regeling (algemene en vereenvoudigde);

binnen de onderstaande, op de uiterste datum voor het indienen van de aanvragen voor de produktieregio ingaande termijn:

- 45 dagen:

- het aantal aanvragen,

- de overeenkomstige totale oppervlakte;

- 120 dagen:

- het aantal aanvragen waarvoor een voorschot is betaald,

- de totale oppervlakte waarop deze voorschotten betrekking hadden;

- 180 dagen:

- het definitieve aantal aanvragen, het aantal onontvankelijke aanvragen, gecorrigeerde aanvragen, enz.,

- de overeenkomstige totale oppervlakten,

- een raming van de opbrengsten;

- 300 dagen:

- het aantal aanvragen waarvan het saldo is betaald,

- de totale oppervlakte waarop deze betalingen betrekking hebben,

- een gecorrigeerde raming van de opbrengst.

De Lid-Staten kunen op elk moment, zowel tussentijds als na afloop van de termijnen, aanvullende gegevens verschaffen.