Home

Verordening (EEG) nr. 2849/92 van de Raad van 28 september 1992 tot wijziging van het bij Verordening (EEG) nr. 1739/85 ingestelde definitieve anti- dumpingrecht op de invoer in de Europese Gemeenschap van kogellagers met een grootste uitwendige diameter van meer dan 30 mm, van oorsprong uit Japan

Verordening (EEG) nr. 2849/92 van de Raad van 28 september 1992 tot wijziging van het bij Verordening (EEG) nr. 1739/85 ingestelde definitieve anti- dumpingrecht op de invoer in de Europese Gemeenschap van kogellagers met een grootste uitwendige diameter van meer dan 30 mm, van oorsprong uit Japan

Verordening (EEG) nr. 2849/92 van de Raad van 28 september 1992 tot wijziging van het bij Verordening (EEG) nr. 1739/85 ingestelde definitieve anti- dumpingrecht op de invoer in de Europese Gemeenschap van kogellagers met een grootste uitwendige diameter van meer dan 30 mm, van oorsprong uit Japan

Publicatieblad Nr. L 286 van 01/10/1992 blz. 0002 - 0007
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 11 Deel 20 blz. 0014
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 11 Deel 20 blz. 0014


VERORDENING (EEG) Nr. 2849/92 VAN DE RAAD van 28 september 1992 tot wijziging van het bij Verordening (EEG) nr. 1739/85 ingestelde definitieve anti-dumpingrecht op de invoer in de Europese Gemeenschap van kogellagers met een grootste uitwendige diameter van meer dan 30 mm, van oorsprong uit Japan

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2423/88 van de Raad van 11 juli 1988 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap (1), inzonderheid op de artikelen 14 en 15,

Gelet op het voorstel dat door de Commissie is ingediend na overleg in het kader van het in bovenvermelde verordening bedoelde Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A. PROCEDURE

(1) In mei 1989 kondigde de Commissie in een bericht dat werd gepubliceerd in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen (2) de opening aan van een herziening van anti-dumpingmaatregelen, overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2423/88, betreffende de invoer van kogellagers met een grootste uitwendige diameter van meer dan 30 mm van oorsprong uit Japan en leidde zij een onderzoek in. De betrokken maatregelen bestonden uit een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van het betrokken produkt dat werd ingesteld bij Verordening (EEG) nr. 1739/85 (3).

(2) Het onderzoek werd ingeleid naar aanleiding van een verzoek dat in december 1988 werd ingediend door de Federation of European Bearing Manufacturers Associations (FEBMA). In het verzoek werd aangevoerd dat er sprake was van gewijzigde omstandigheden sedert de instelling van het definitieve anti-dumpingrecht. Het bewijsmateriaal bij dit verzoek werd toereikend geacht om de opening van een onderzoek te rechtvaardigen.

(3) Aangezien het onderzoek aan het eind van de relevante periode van vijf jaar nog voortduurde, maakte de Commissie overeenkomstig artikel 15, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2423/88 (4) bekend dat de ingestelde maatregelen in afwachting van de resultaten van de herziening van kracht zouden blijven.

(4) De Commissie stelde de betrokken fabrikanten en importeurs alsmede de vertegenwoordigers van het uitvoerende land en de klagende partij in de herzieningsprocedure officieel op de hoogte. De Commissie stelde de rechtstreeks betrokken partijen ook in de gelegenheid om hun standpunt schriftelijk bekend te maken en te verzoeken om te worden gehoord.

(5) Verscheidene fabrikanten en exporteurs alsmede de FEBMA maakten hun standpunt schriftelijk bekend en werden gehoord.

(6) De Commissie verzamelde en verifieerde alle informatie die zij voor deze procedure noodzakelijk achtte en verrichtte onderzoekingen ten kantore van:

Producenten in de Gemeenschap:

- FAG Cuscinetti SpA, Turijn,

- FAG Kugelfischer Georg Schaefer KGaA, Schweinfurt,

- GMN Georg Mueller Nuernberg AG, Neurenberg,

- RHP Bearings Ltd, Newark (overgenomen door Nippon Seiko Co. Ltd),

- Rol Rolamentos Portugueses SARL, Caldas da Rainha,

- SKF Deutschland GmbH, Schweinfurt,

- SKF France SA, Clamart,

- SKF Industrie SpA, Turijn,

- SKF (UK) Ltd, Luton,

- Sociedade SKF LdA, Lissabon;

Japanse producenten:

- Fujino Iron Works Co. Ltd, Osaka,

- Inoue Jikuuke Kogyo Co. Ltd, Osaka,

- Izumoto Seiko Co. Ltd, Osaka,

- Koyo Seiko Ltd, Osaka,

- Maekawa Bearing Co. Ltd, Osaka,

- Matsuo Bearing Co. Ltd, Osaka,

- Nachi Fujikoshi Corporation, Tokio,

- Nankai Seiko Co. Ltd, Osaka,

- Nippon Seiko Co. Ltd, Tokio,

- NTN Corporation, Osaka (voorheen NTN Toyo Bearing Co. Ltd, Osaka),

- Sapporo Precision Inc., Sapporo,

- Wada Seiko Co. Ltd, Osaka.

Tijdens het onderzoek werd vastgesteld dat Inoue Jikuuke Kogyo Co. Ltd geassocieerd is met Nippon Seiko Co. Ltd;

Importeurs in de Gemeenschap:

- Deutsche Koyo Waelzlager Verkaufs GmbH, Hamburg,

- Koyo Española SA, Madrid,

- Koyo France SA, Argenteuil,

- Koyo (UK) Ltd, Milton Keynes,

- Nachi (Germany) GmbH, Neuss,

- Nachi Industrial SA, Salamanca,

- Nachi (UK) Ltd, Birmingham,

- NSK Bearings Europe Ltd, Edgware,

- NSK France SA, Voisins-les-Brettonneux,

- NSK Kugellager GmbH, Ratingen,

- NTN Bearings (UK) Ltd, Burntwood,

- NTN France SA, Schweighouse-sur-Moder,

- NTN Waelzlager (Europa) GmbH, Erkrath.

(7) Het onderzoek naar dumping bestreek de periode van 1 april 1988 tot en met 31 maart 1989 (periode van onderzoek).

(8) Dit onderzoek overschreed de normale tijdslimiet vanwege het grote aantal gegevens dat moest worden verzameld en onderzocht en de complexiteit hiervan en vanwege het feit dat voor de voltooiing van het onderzoek nieuwe punten moesten worden onderzocht die tijdens het onderzoek opdoken en die bij de aanvang ervan niet hadden kunnen worden voorzien.

B. PRODUKT - SOORTGELIJK PRODUKT

(9) Het betreft alle soorten van kogellagers met een grootste uitwendige diameter van meer dan 30 mm zoals in het oorspronkelijk onderzoek.

(10) Deze kogellagers hebben dezelfde fysieke hoedanigheden en hetzelfde gebruik en komen in alle opzichten overeen met de produkten die door de bedrijfstak van de Gemeenschap worden geproduceerd en met die welke op de Japanse binnenlandse markt worden verkocht.

C. DUMPING

1. Algemeen

(11) Gezien het grote aantal verschillende soorten kogellagers werden de berekeningen in verband met de dumping gebaseerd op die soorten die elke fabrikant afzonderlijk het meest (naar de Gemeenschap) uitvoerde.

(12) De geselecteerde soorten voor iedere Japanse fabrikant bedragen ten minste 70 % van zijn uitvoer van het betrokken produkt naar de Gemeenschap gedurende de periode van onderzoek en deze soorten konden dus als representatief worden beschouwd.

2. Normale waarde

(13) De normale waarde werd vastgesteld op basis van de gewogen gemiddelde nettoverkoopprijs op de binnenlandse markt aan de eerste onafhankelijke koper in Japan voor elk soort kogellager welke in aanmerking werd genomen indien:

- de gewogen gemiddelde nettoverkoopprijs op de binnenlandse markt voor dat soort (waarbij transacties met verlies slechts een klein gedeelte van alle transacties uitmaakten) hoger lag dan de produktiekosten plus de verkoopkosten en de algemene en administratieve uitgaven, en

- op de binnenlandse markt een hoeveelheid werd verkocht die overeenkwam met ten minste 5 % van de naar de Gemeenschap uitgevoerde hoeveelheden van het bewuste soort.

(14) In het beperkt aantal gevallen waarin de verkoop op de binnenlandse markt van een bepaald soort minder bedroeg dan 5 % van de naar de Gemeenschap uitgevoerde hoeveelheden, werd de verkoopprijs op de binnenlandse markt van een door de betrokken fabrikant vervaardigd soort dat sterke overeenkomst vertoonde met het uitgevoerde soort, in aanmerking genomen overeenkomstig artikel 2, lid 3, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2423/88.

(15) In de gevallen waarin men niet over soorten beschikte die sterk op de uitgevoerde soorten leken of waarin de soorten die naar de Gemeenschap werden uitgevoerd, op de binnenlandse markt werden verkocht tegen een gewogen gemiddelde nettoverkoopprijs die minder bedroeg dan de produktiekosten plus de verkoopkosten en de algemene en de administratieve uitgaven, werden de produktiekosten vermeerderd met de verkoopkosten en de algemene en administratieve uitgaven plus de winst die door de fabrikant op zijn winstgevende verkoop van het soortgelijk produkt op de binnenlandse markt werd geboekt, als basis genomen voor de berekening van de normale waarde overeenkomstig artikel 2, lid 3, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2423/88. De Raad is het met deze berekeningen van de Commissie eens.

3. Prijs bij uitvoer

(16) Bij rechtstreekse verkoop aan onafhankelijke kopers in de Gemeenschap werd de prijs bij uitvoer vastgesteld op basis van de aan de exporteur betaalde of te betalen prijs.

(17) Bij uitvoer naar importeurs in de Gemeenschap die met Japanse fabrikanten waren geassocieerd, werden de prijzen bij uitvoer samengesteld op basis van de prijs waartegen het produkt aan de eerste onafhankelijke koper in de Gemeenschap werd wederverkocht waarbij de nodige aanpassingen werden verricht overeenkomstig artikel 2, lid 8, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2423/88.

Op basis van de bevindingen van de Commissie voor de betrokken bedrijfstak werd 6 % van de omzet als een redelijke winst voor de betrokken importeurs beschouwd.

(18) De vastgestelde prijzen bij uitvoer werden gebaseerd op de prijzen waartegen de produkten werden wederverkocht in het Verenigd Koninkrijk, in Duitsland en in Frankrijk. Deze drie belangrijke markten werden voor deze procedure als representatief beschouwd aangezien hierop meer dan 70 % van de totale Japanse uitvoer naar de Gemeenschap wordt afgezet.

De Raad bevestigt deze bevindingen.

4. Vergelijking

(19) Om een billijke vergelijking te maken werden de normale waarde en de prijs bij uitvoer (berekend af fabriek) van de betrokken soorten op hetzelfde handelsniveau met elkaar vergeleken.

(20) Bovendien hield de Commissie rekening met de factoren die de vergelijkbaarheid van de prijzen beïnvloeden indien hierom door de belanghebbende partijen werd verzocht.

In dit verband werd rekening gehouden met verschillen in de kosten voor vervoer, verzekering, opslag, laden, lossen en bijkomende kosten, alsmede met verschillen in betalingsvoorwaarden en waarborgen en in aan het verkooppersoneel betaalde lonen en commissielonen. Er werd geen rekening gehouden met verschillen in de fysieke hoedanigheden, aangezien ervan uit werd gegaan dat deze geen weerslag hebben op de vergelijkbaarheid van de prijzen. De Raad bevestigt deze bevindingen van de Commissie.

5. Dumpingmarges

(21) De dumpingmarges werden berekend als zijnde het totale bedrag waarmee de normale waarde de prijs af fabriek bij uitvoer van de betrokken soorten overschrijdt. Zij werden omgezet in een percentage door dit bedrag te delen door de totale cif-waarde bij uitvoer van alle in aanmerking genomen soorten.

(22) De vastgestelde dumpingmarges bedragen voor:

- Fujino Iron Works Co. Ltd, Osaka: 0,0 %

- Inoue Jikuuke Kogyo Co. Ltd, Osaka: 25,3 %

- Izumoto Seiko Co. Ltd, Osaka: 0,0 %

- Koyo Seiko Ltd, Osaka: 42,2 %

- Maekawa Bearing Co. Ltd, Osaka: 0,0 %

- Matsuo Bearing Co. Ltd, Osaka: 0,0 %

- Nachi Fujikoshi Corporaton, Tokio: 44,6 %

- Nankai Seiko Co. Ltd, Osaka: 0,0 %

- Nippon Seiko Co. Ltd, Tokio: 25,3 %

- NTN Corporation, Osaka

(voorheen NTN Toyo Bearing Co. Ltd,

Osaka): 50,6 %

- Sapporo Precision Inc., Sapporo: 0,0 %

- Wada Seiko Co. Ltd, Osaka: 0,0 %

Aangezien tijdens het onderzoek werd vastgesteld dat Inoue Jikuuke Kogyo Co. Ltd geassocieerd is met Nippon Seiko Co. Ltd, werd het zinvol geacht voor deze ondernemingen een dumpingmarge vast te stellen op basis van een gewogen gemiddelde, dat wil zeggen 25,3 %.

(23) Voor die fabrikanten die de vragenlijst van de Commissie niet beantwoordden, deze niet volledig invulden of zichzelf niet bekend maakten, bevestigt de Raad dat de dumping werd vastgesteld op basis van de beschikbare gegevens overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, lid 7, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2423/88.

Aangezien het grootste gedeelte van de exporteurs naar de Gemeenschap bestond uit fabrikanten die hun medewerking verleenden, was de Commissie van oordeel - en de Raad stemt daarmee in - dat het resultaat van haar onderzoekingen in verband met andere fabrikanten de geschiktste basis voor de vaststelling van de dumpingmarge vormde.

Deze fabrikanten zouden voor niet-medewerking worden beloond indien ervan uit werd gegaan dat hun dumpingmarge lager zou liggen dan de hoogste dumpingmarges die werden vastgesteld bij die producenten die wel aan het onderzoek hadden medegewerkt.

D. TOESTAND IN DE BEDRIJFSTAK VAN DE GEMEENSCHAP

1. Omschrijving van de bedrijfstak van de Gemeenschap

(24) Met het oog op het onderzoek werden sommige ondernemingen met produktie-installaties in de Gemeenschap niet geacht deel uit te maken van de bedrijfstak van de Gemeenschap in de zin van artikel 4, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2423/88, aangezien zij volledige dochtermaatschappijen van de Japanse exporteurs waren bij wie aanzienlijke dumping werd vastgesteld dan wel dochtermaatschappijen waarin deze Japanse exporteurs een meerderheidsdeelneming hadden. Deze dochtermaatschappijen profiteren van de dumping van hun moedermaatschappij.

(25) Aangezien er behalve de klagende partijen praktisch geen andere producerende bedrijven in de Gemeenschap zijn, dienen deze te worden beschouwd als de bedrijfstak van de Gemeenschap overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2423/88. De bedrijven die medewerkten aan het schadeonderzoek van de Commissie nemen bijna de volledige produktie van het soortgelijke produkt van de op deze wijze bepaalde bedrijfstak gedurende de periode van onderzoek voor hun rekening.

2. Invoer uit Japan en de situatie in de bedrijfstak van de Gemeenschap

(26) Bij het onderzoek naar de weerslag van de Japanse invoer in de Gemeenschap mag niet uit het oog worden verloren dat reeds maatregelen van kracht waren die normaliter de schadelijke gevolgen van de dumping hadden moeten opheffen.

Derhalve moet alleen worden nagegaan of de bedrijfstak van de Gemeenschap zich in een dusdanige situatie bevindt dat het vervallen van de maatregelen opnieuw tot schade zou leiden.

(27) De totale hoeveelheid door Japanse producenten met dumping in de Gemeenschap ingevoerde produkten vertoont een stijging van 2,7 % tussen 1986 en het einde van de periode van onderzoek.

(28) Hoewel de prijzen van de met dumping uit Japan ingevoerde produkten zijn gestegen en de prijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap zijn gedaald, is er nog steeds sprake van een zekere prijsonderbieding bij de uit Japan ingevoerde produkten wanneer de gewogen gemiddelde prijzen van elk soort kogellagers van de Japanse exporteurs met de prijzen van identieke kogellagertypes van de bedrijfstak van de Gemeenschap worden vergeleken of met die van kogellagertypes van die bedrijfstak, die daarmee sterk overeenkomen.

(29) De produktie in de Gemeenschap bleef tussen 1986 en het einde van de periode van onderzoek relatief stabiel.

(30) De totale waarde van de verkopen van de bedrijfstak van de Gemeenschap steeg met 12,5 % tussen 1986 en het einde van de periode van onderzoek. Deze stijging lag evenwel lager dan de totale groei van de markt.

(31) Uitgedrukt in waarde daalde het marktaandeel van de bedrijfstak van de Gemeenschap tussen 1986 en het einde van de periode van onderzoek van 75,1 tot 72,9 % indien men zich baseert op de verkoop van kogellagers welke door die bedrijfstak werden geproduceerd.

(32) Op grond van een onderzoek van bovenvermelde indicatoren komt de Raad tot de conclusie dat de bedrijfstak van de Gemeenschap nog steeds in een betrekkelijk zwakke positie verkeert, ondanks het feit dat de van kracht zijnde maatregelen een zeker effect vertoonden.

E. MOGELIJKE GEVOLGEN VAN HET VERVALLEN VAN DE MAATREGELEN

(33) Gezien deze precaire situatie is de Raad van mening dat het vervallen van de maatregelen deze situatie zou verergeren.

(34) Zonder maatregelen moet immers worden verwacht dat de onderbieding door de Japanse invoer zal toenemen, de bedrijfstak van de Gemeenschap minder winst zal boeken en nog meer marktaandeel zal verliezen, aangezien het niet mogelijk zal zijn om aan de extra druk op de markt het hoofd te bieden.

(35) In dit verband stelt de Raad verder vast dat de markt zich momenteel in een recessie bevindt. De bedrijfstak van kogellagers in de Gemeenschap is derhalve veel kwetsbaarder geworden, in het bijzonder omdat de markt minder toegankelijk wordt en de verkochte hoeveelheden en prijzen onder stijgende druk komen te staan. Invoer met dumping tegen lage prijzen zou zelfs deze precaire situatie nog verergeren.

(36) Bovendien mag niet uit het oog worden verloren dat Japan bij zijn invoer in de Verenigde Staten met hoge anti-dumpingrechten te kampen krijgt. Indien de rechten op hun invoer in de Gemeenschap worden opgeheven zullen waarschijnlijk grotere hoeveelheden worden ingevoerd en, indien de onderbieding aanhoudt, mogelijk zelfs tegen nog lagere prijzen.

(37) Tot slot kan ervan worden uitgegaan dat, aangezien de Japanse producenten hun produktiecapaciteit in Japan hebben uitgebreid terwijl het verbruik in de Gemeenschap niet is gestegen, dit land, zonder maatregelen, meer naar de Gemeenschap zal uitvoeren. De producenten in de Gemeenschap daarentegen breidden hun produktiecapaciteit in de Gemeenschap niet uit.

(38) Gezien de bovenvermelde factoren kan duidelijk worden verwacht dat de bedrijfstak van de Gemeenschap door de invoer met dumping aanzienlijke schade zal lijden indien de anti-dumpingrechten zouden komen te vervallen.

(39) De Raad concludeert derhalve dat de opheffing van de bestaande anti-dumpingmaatregelen opnieuw tot aanzienlijke schade zou leiden.

F. BELANGEN VAN DE GEMEENSCHAP

(40) In het algemeen is eerlijke en leefbare concurrentie in het belang van de Gemeenschap en het doel van verdere maatregelen in dit geval is handhaving van een eerlijk handelsverkeer. Ten aanzien van het communautaire belang bevestigt de Raad dat de Commissie rekening heeft gehouden met de belangen van de bedrijfstak van kogellagers van de Gemeenschap, de belangen van de gebruikers van kogellagers en van de eindgebruikers van het afgewerkte produkt.

(41) Op grond van bovenstaande analyse zou de opheffing van maatregelen negatieve gevolgen hebben voor de bedrijfstak van kogellagers van de Gemeenschap en zijn leefbaarheid in het gedrang brengen. Een verdere verzwakking van deze bedrijfstak zou ernstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid, de uitbreiding van nieuwe investeringen en verdere uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling op andere gebieden van geavanceerde technologie, zoals elektronische produkten.

(42) De Raad is derhalve van oordeel dat het in het belang van de Gemeenschap is dat dergelijke gevolgen zich niet voordoen.

(43) Wat de kopers van kogellagers (en impliciet de eindgebruikers van hun produkten) betreft, kan worden aangevoerd dat uit de aankoop van kogellagers tegen lage dumpingprijzen op korte termijn enig voordeel kan worden gehaald.

Een dergelijk voordeel zou evenwel minimaal zijn, aangezien de betrokken kogellagers slechts een klein gedeelte vormen van de uiteindelijke prijs van de meeste afgewerkte produkten.

Ook al zouden de gevolgen voor de industriële koper (en uiteindelijk voor de eindgebruiker) te verwaarlozen zijn, voor de fabrikanten van kogellagers is het voordeel van anti-dumpingmaatregelen aanzienlijk.

Dit blijkt ook uit het feit dat geen enkele gebruiker van kogellagers in de Gemeenschap op de procedure heeft gereageerd.

(44) De Raad bevestigt derhalve dat al met al de Gemeenschap duidelijk belang heeft bij handhaving van beschermende maatregelen voor haar bedrijfstak van kogellagers tegen onbillijke concurrentie die door de invoer tegen dumpingprijzen wordt veroorzaakt.

G. VOORGESTELDE MAATREGELEN

(45) Rekening houdend met alle bovenvermelde factoren wordt voorgesteld de beschermende maatregelen te handhaven.

(46) Om het niveau van het recht te bepalen dat nodig is om herhaling van de schadelijke gevolgen van de invoer met dumping te voorkomen, hield de Commissie, zoals door de Raad werd bevestigd, rekening met de winstderving van de bedrijfstak van de Gemeenschap en met het niveau van de prijsonderbieding. Hierbij ging zij uit van de cif-prijzen gedurende de periode van onderzoek en voor elke Japanse exporteur afzonderlijk. Door de te nemen maatregelen zouden de prijzen van de exporteurs moeten stijgen met een bedrag dat de bedrijfstak van de Gemeenschap in staat stelt een redelijke winst te boeken en de prijsonderbieding van elke exporteur op te heffen.

(47) Wat de winst betreft die voor de betrijfstak van de Gemeenschap noodzakelijk is, beschouwde die bedrijfstak zelf een nettowinst vóór belasting van ongeveer 15 % als het vereiste noodzakelijke minimum.

Aangezien het hier om een gevestigde bedrijfstak gaat en het winstniveau historisch is gegroeid, wordt dit niet als juist beschouwd. De Raad bevestigt derhalve het standpunt van de Commissie dat een nettowinst van 8 % vóór belasting als basis moet worden genomen voor een evaluatie van de streefprijs van de bedrijfstak gedurende de periode van onderzoek.

(48) Men was van oordeel dat de prijsstijgingen voor de Japanse exporteurs die herhaling van de schade zouden voorkomen, toereikend moesten zijn om de bedrijfstak van de Gemeenschap in staat te stellen zijn prijzen tot deze streefprijs op te trekken. In dit verband werden de afzonderlijke gemiddelde prijzen van de betrokken produkten van elke Japanse exporteur met deze streefprijs vergeleken. De verschillen, uitgedrukt in percenten van de cif-waarde zijn de prijsstijgingen die voor elke Japanse exporteur afzonderlijk noodzakelijk zijn om verdere schade te voorkomen.

(49) Op deze basis bevestigt de Raad de conclusie van de Commissie om de volgende anti-dumpingrechten toe te passen, uitgedrukt in percenten van de cif-waarde, niet ingeklaard:

- Inoue Jikuuke Kogyo Co. Ltd, Osaka: 6,5 %

- Koyo Seiko Co. Ltd, Osaka: 13,7 %

- Nachi Fujikoshi Corporation, Tokio: 7,7 %

- Nippon Seiko Co. Ltd, Tokio: 6,5 %

- NTN Corporation, Osaka

(voorheen NTN Toyo Bearing Co. Ltd,

Osaka): 11,6 %

(50) Aangezien werd vastgesteld dat de andere Japanse ondernemingen die in dit geval meewerkten, zich niet aan dumping schuldig maakten, zal op de uitvoer van deze ondernemingen geen anti-dumpingrecht worden toegepast.

(51) Het anti-dumpingrecht voor kogellagers met een grootste buitenste diameter van meer dan 30 mm van oorsprong uit Japan en vervaardigd door ondernemingen die niet in punt 22 zijn opgesomd, moet worden vastgesteld op basis van de beschikbare gegevens. Aangezien de in de lijst vermelde ondernemingen een groot gedeelte van de invoer naar de Gemeenschap van kogellagers van oorsprong uit Japan voor hun rekening nemen, oordeelt de Raad dat het resultaat van het onderzoek de geschiktste basis vormt. Het recht dat op de uitvoer van alle andere Japanse fabrikanten dient te worden toegepast, zou dus 13,7 % moeten bedragen.

(52) Aangezien het gevaar bestaat dat de betalingsvoorwaarden van de exporteurs worden gewijzigd ten einde het ingestelde recht te omzeilen, acht de Raad het zinvol te eisen dat de prijzen franco grens Gemeenschap worden beschouwd als nettoprijzen indien in de verkoopvoorwaarden is bepaald dat betaling binnen negentig dagen na verzending moet geschieden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1739/85 op het hierna omschreven produkt ingestelde definitieve anti-dumpingrechten worden overeenkomstig de volgende bepalingen gewijzigd:

1. Op de invoer van kogellagers met een grootste uitwendige diameter van meer dan 30 mm, ingedeeld onder GN-code 8482 10 90, van oorsprong uit Japan, wordt een definitief anti-dumpingrecht ingesteld.

2. Het anti-dumpingrecht, uitgedrukt in een percentage van de nettoprijs, franco grens Gemeenschap, niet ingeklaard, bedraagt 13,7 % (Taric aanvullende code 8677), behalve wanneer het gaat om goederen die zijn vervaardigd door de volgende ondernemingen waarvoor het anti-dumpingrecht hieronder wordt aangegeven:

- Inoue Jikuuke Kogyo Co. Ltd, Osaka 6,5 %

(aanvullende Taric-code 8673)

- Nachi Fujikoshi Corp., Tokio 7,7 %

(aanvullende Taric-code 8674)

- Nippon Seiko Co. Ltd, Tokio 6,5 %

(aanvullende Taric-code 8673)

- NTN Corporation, Osaka 11,6 %

(voorheen NTN Toyo Bearing Co. Ltd)

(aanvullende Taric-code 8675)

3. Vrijgesteld van anti-dumpingrechten zijn kogellagers met een grootste uitwendige diameter van meer dan 30 mm vervaardigd door:

- Fujino Iron Works Co. Ltd, Osaka

(aanvullende Taric-code 8676)

- Izumoto Seiko Co. Ltd, Osaka

(aanvullende Taric-code 8676)

- Maekawa Bearing Co. Ltd, Osaka

(aanvullende Taric-code 8676)

- Matsuo Bearing Co. Ltd, Osaka

(aanvullende Taric-code 8676)

- Nankai Seiko Co. Ltd, Osaka

(aanvullende Taric-code 8676)

- Sapporo Precision Inc., Sapporo

(aanvullende Taric-code 8676)

- Wada Seiko Co. Ltd, Osaka

(aanvullende Taric-code 8676).

4. De prijzen franco grens Gemeenschap zijn nettoprijzen indien de verkoopvoorwaarden in betaling binnen negentig dagen na verzending voorzien.

Zij worden voor iedere maand waarmee de betalingstermijn wordt verlengd of verkort, met 1 % verhoogd of verminderd.

5. De voor douanerechten geldende bepalingen zijn van toepassing.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 28 september 1992. Voor de Raad

De Voorzitter

N. LAMONT

(1) PB nr. L 209 van 2. 8. 1988, blz. 1. (2) PB nr. C 133 van 30. 5. 1989, blz. 3. (3) PB nr. L 167 van 27. 6. 1985, blz. 3. (4) PB nr. C 132 van 31. 5. 1990, blz. 5.