Verordening (EEG) nr. 3637/92 van de Raad van 27 november 1992 inzake een systeem voor de verdeling van met transitorechten overeenkomende punten (Ecopunten) voor in een Lid-Staat ingeschreven bedrijfsvoertuigen met een totaal gewicht van meer dan 7,5 ton die worden gebruikt voor transitovervoer door Oostenrijk
Verordening (EEG) nr. 3637/92 van de Raad van 27 november 1992 inzake een systeem voor de verdeling van met transitorechten overeenkomende punten (Ecopunten) voor in een Lid-Staat ingeschreven bedrijfsvoertuigen met een totaal gewicht van meer dan 7,5 ton die worden gebruikt voor transitovervoer door Oostenrijk
VERORDENING (EEG) Nr. 3637/92 VAN DE RAAD van 27 november 1992 inzake een systeem voor de verdeling van met transitorechten overeenkomende punten (Ecopunten) voor in een Lid-Staat ingeschreven bedrijfsvoertuigen met een totaal gewicht van meer dan 7,5 ton die worden gebruikt voor transitovervoer door Oostenrijk
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 75,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),
Overwegende dat een overeenkomst is bereikt tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Oostenrijk betreffende het transitogoederenvervoer per spoor en over de weg (3);
Overwegende dat artikel 15 van bovengenoemde overeenkomst voorziet in een vermindering van verontreiniging veroorzaakt door bedrijfsvoertuigen in transito over Oostenrijks grondgebied; dat deze vermindering moet worden bereikt door de totale NOx emissies van zware vrachtwagens met een totaal gewicht van meer dan 7,5 ton met 60 % te verlagen in de twaalfjarige looptijd van de overeenkomst, namelijk tot eind 2003;
Overwegende dat met deze totale NOx-emissies een aantal punten (ecopunten) overeenkomt die voertuigen moeten gebruiken om toestemming voor doorvoer door Oostenrijk te verkrijgen;
Overwegende dat in de Overeenkomst wordt bepaald dat de bevoegde Oostenrijkse instanties bovengenoemde ecopunten ter beschikking van de Gemeenschap zullen stellen en dat deze door de Gemeenschap overeenkomstig haar eigen voorschriften en procedures onder haar Lid-Staten moeten worden verdeeld;
Overwegende dat het nodig is voorschriften vast te stellen voor de verdeling en het beheer van de ter beschikking van de Gemeenschap gestelde ecopunten;
Overwegende dat de Commissie de ecopunten ter beschikking van de Lid-Staten moet stellen;
Overwegende dat de toewijzing van 96,66 % van de beschikbare ecopunten onder de Lid-Staten moet worden verdeeld volgens een overeengekomen verdeelsleutel die is gebaseerd op de transportrelaties met Oostenrijk in 1991;
Overwegende dat de Lid-Staten tijdig de ecopunten die op basis van beschikbare gegevens aan het eind van het betreffende jaar waarschijnlijk niet zullen zijn gebruikt, aan de Commissie moeten teruggeven;
Overwegende dat de Commissie de overblijvende en teruggegeven punten in reserve dient te houden en uiterlijk één maand voor het eind van het betreffende jaar volgens overeengekomen objectieve criteria ter compensatie van bepaalde Lid-Staten dient te verdelen;
Overwegende dat de Commissie bij de verdeling van deze reserve volgens objectieve criteria zal worden bijgestaan door het comité, dat is ingesteld krachtens artikel 4 van Besluit 92/577/EEG van de Raad van 27 november 1992 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Oostenrijk betreffende het transitogoederenvervoer per spoor en over de weg (4),
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bij deze verordening wordt het systeem vastgesteld voor de verdeling onder de belanghebbende vervoerders van de Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen
Nr. L 373/2
21. 12. 92
ecopunten die krachtens artikel 15 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Oostenrijk betreffende het transitogoederenvervoer per spoor en over de weg ter beschikking van de Gemeenschap zijn gesteld.
Artikel 2
1. 96,66 % van het totaal beschikbare aantal ecopunten wordt volgens de in bijlage I vermelde verdeelsleutel onder de Lid-Staten verdeeld.
2. Deze ecopunten worden elk jaar in twee gedeelten ter beschikking van de Lid-Staten gesteld: het eerste deel vóór 1 oktober van het voorafgaande jaar en het tweede deel vóór 1 maart van het betreffende jaar.
Artikel 3
1. De bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten verdelen de voor hen overeenkomstig artikel 2 beschikbare ecopunten onder de belanghebbende ondernemers die op hun grondgebied zijn gevestigd.
2. Uiterlijk op 15 oktober van elk jaar geven de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten de ecopunten die op basis van beschikbare gegevens en de schattingen voor het vervoer in de laatste maand van het jaar waarschijnlijk niet voor het eind van het jaar worden gebruikt, aan de Commissie terug.
Artikel 4
1. De ecopunten die overeenkomstig artikel 2 niet onder de Lid-Staten worden verdeeld, en de ecopunten die overeenkomstig artikel 3 aan de Commissie zijn teruggegeven, vormen een communautaire reserve.
2. De ecopunten uit de communautaire reserve worden door de Commissie ten minste één maand voor het eind van het jaar volgens de in artikel 5 vermelde procedure aan de Lid-Staten toegewezen, waarbij rekening wordt gehouden met de wijze waarop elke Lid-Staat de hem toegewezen ecopunten heeft beheerd, en met de objectieve behoeften van de vervoerders van elke Lid-Staat die met name aan de hand van de volgende criteria kunnen worden vastgesteld:
- de bijzondere positie van Italië en Griekenland, als nader omschreven in bijlage II,
- een ongunstige uitgangspositie,
- problemen bij de technische verbetering van het vrachtwagenpark met betrekking tot NOx-emissies,
- geografische omstandigheden,
- onvoorziene gebeurtenissen.
Artikel 5
De Commissie wordt bijgestaan door het comité dat wordt ingesteld ingevolge artikel 4 van Besluit 92/577/EEG.
De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de verdeling van de ecopunten van de communautaire reserve. Het comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij de stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.
De Commissie aanvaardt de beoogde toewijzing wanneer die in overeenstemming is met het advies van het comité.
Indien de beoogde toewijzing niet in overeenstemming is met het advies van het comité of indien geen advies is uitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel voor de verdeling van de ecopunten van de communautaire reserve in. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.
Indien de Raad na verloop van een termijn van vier weken na de indiening van het voorstel bij de Raad geen besluit heeft genomen, wordt de voorgestelde verdeling van de ecopunten door de Commissie vastgesteld.
Artikel 6
Deze verordening treedt in werking op dezelfde dag als de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Oostenrijk betreffende het transitogoederenvervoer per spoor en over de weg.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 27 november 1992.
Voor de Raad
De Voorzitter
J. PATTEN
(1) Advies uitgebracht op 20 november 1992 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).(2) Advies uitgebracht op 24 november 1992 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).(3) Zie bladzijde 4 van dit Publikatieblad.(4) Zie bladzijde 4 van dit Publikatieblad.
BIJLAGE I
Verdeelsleutel voor de ecopunten
Lid-Staat
Eenheden
België
32 500
Denemarken
40 500
Duitsland
482 500
Griekenland
60 500
Spanje
1 200
Frankrijk
5 000
Ierland
1 000
Italië
510 000
Luxemburg
5 000
Nederland
123 500
Portugal
400
Verenigd Koninkrijk
8 500
Totaal
1 270 600
BIJLAGE II
Bijzondere positie als vermeld in artikel 4, lid 2, eerste streepje
Van de normale reserve van 3,34 % van alle ecopunten wordt in beginsel een deel dat overeenstemt met 0,41 % van het totaal (hetgeen ongeveer neerkomt op 5 430 van de eenheden in bijlage I) prioritair en overeenkomstig de verdeelsleutel van bijlage I aan Italië en Griekenland toegewezen.