Home

Verordening (EEG) nr. 3712/92 van de Commissie van 21 december 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1214/92 houdende uitvoeringsbepalingen en vereenvoudigingsmaatregelen betreffende de regeling voor communautair douanevervoer

Verordening (EEG) nr. 3712/92 van de Commissie van 21 december 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1214/92 houdende uitvoeringsbepalingen en vereenvoudigingsmaatregelen betreffende de regeling voor communautair douanevervoer

VERORDENING (EEG) Nr. 3712/92 VAN DE COMMISSIE van 21 december 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1214/92 houdende uitvoeringsbepalingen en vereenvoudigingsmaatregelen betreffende de regeling voor communautair douanevervoer

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2726/90 van de Raad van 17 september 1990 betreffende het communautaire douanevervoer (1), inzonderheid op artikel 44,

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 1214/92 van de Commissie (2) onder meer bepalingen bevat over zekerheidstelling;

Overwegende dat het dienstig is deze bepalingen enerzijds aan te passen aan de recente ontwikkeling bij het vervoer van bepaalde categorieën goederen waardoor het frauderisico op het gebied van de rechten en heffingen bij invoer groter is geworden, hetzij door de toepassing van de doorlopende zekerheid te verbieden, hetzij door het bedrag van de genoemde zekerheid te verhogen, en deze bepalingen anderzijds zo te wijzigen dat ze dwingender worden;

Overwegende dat om juridische redenen de periode gewijzigd moet worden gedurende welke de Lid-Staten kunnen antwoorden op een aanvraag voor een vereenvoudigde procedure van communautair douanevervoer welke gesteld is door belanghebbende luchtvaart- of zeevaartondernemingen;

Overwegende dat de ontheffing van de verplichting tot zekerheidstelling niet kan worden toegepast wanneer er een verbod bestaat de doorlopende zekerheid aan te spreken;

Overwegende dat de bepalingen van deze verordening in overeenstemming zijn met het advies van het Comité communautair douanevervoer,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Titel IV "Bepalingen betreffende de regeling extern en de regeling intern communautair douanevervoer" van Verordening (EEG) nr. 1214/92 wordt als volgt gewijzigd:

1. In hoofdstuk II na de woorden "Afdeling 2: Doorlopende zekerheid" wordt de volgende tekst opgenomen:

"Toepassing van de doorlopende zekerheid

Artikel 34

bis

Wanneer goederen, ingevoerd in de Gemeenschap vanuit derde landen, vervoerd worden onder dekking van de regeling voor extern communautair douanevervoer en het onderwerp vormen van een bijzondere inlichting betreffende een buitengewoon risico tot fraude, met name in het kader van de toepassing van de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1468/81, dienen de Lid-Staten in overeenstemming met de Commissie bijzondere maatregelen te nemen ten einde de toepassing van de doorlopende zekerheid tijdelijk te verbieden.

De beslissing om te verbieden een doorlopende zekerheid aan te spreken, welke genomen is door een Lid-Staat, is ook van toepassing op de andere Lid-Staten.

De Lid-Staten houden elkaar op de hoogte van beslissingen welke genomen zijn met toepassing van dit artikel en stellen tevens de Commissie op de hoogte.

Na verloop van zes maanden, bepaalt de Commissie of de genomen maatregelen al dan niet dienen te worden verlengd.

Bedrag van de doorlopende zekerheid

Artikel 34

ter

Onverminderd de bepalingen van artikel 34 bis van deze verordening, wordt het bedrag van de doorlopende zekerheid op de volgende wijze vastgesteld:

1. Het bedrag van de doorlopende zekerheid is gelijk aan ten minste 30 % van het bedrag van de verschuldigde rechten, heffingen en belastingen, volgens de bepalingen voorzien in lid 4.

2. Het bedrag van de doorlopende zekerheid is gelijk aan het totale bedrag van de verschuldigde rechten, heffingen en belastingen, volgens de voorziene bepalingen in lid 4 hierna, wanneer deze dient ter dekking van de regeling voor communautair douanevervoer van goederen:

- die in de Gemeenschap zijn ingevoerd,

- voorkomen op de lijst van bijlage VIII bis van deze verordening,

- en het onderwerp vormen van een bijzondere inlichting van de Commissie betreffende douanevervoer met een verhoogd risico tot fraude, met name in het kader van de toepassing van de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1468/81.

De bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten kunnen echter toestaan dat de doorlopende zekerheid slechts 50 % bedraagt van het bedrag van de verschuldigde rechten, heffingen en belastingen:

voor personen:

- die gevestigd zijn in de Lid-Staat waar de zekerheid wordt gesteld;

- die niet slechts incidenteel van de regeling communautair douanevervoer gebruik maken;

- die, gezien hun financiële situatie, hun verbintenissen kunnen nakomen, en

- die geen ernstige inbreuk op de douane- of belastingwetgeving hebben gepleegd.

Bij toepassing van deze alinea, brengt het kantoor van zekerheidstelling in vak 7 van het in artikel 35 bedoelde certificaat van borgtocht een van de volgende aantekeningen aan:

- aplicación del segundo apartado del punto 2 del artículo 34 ter del Reglamento (CEE) no 1214/92

- anvendelse af artikel 34b, stk. 2, andet afsnit, i forordning (EOEF) nr. 1214/92

- Anwendung von Artikel 34b Absatz 2 zweiter Unterabsatz der Verordnung (EWG) Nr. 1214/92

- AAoeáñìïãÞ ôïõ UEñèñïõ 34 b), óçìaassï 2, ðáñUEãñáoeïò 2, aeaaýôaañï aaaeUEoeéï ôïõ êáíïíéóìïý (AAÏÊ) áñéè. 1214/92

- application of the second subparagraph of Article 34 B (2) of Regulation (EEC) No 1214/92

- application article 34 ter, paragraphe 2, deuxième alinéa, Règlement (CEE) no 1214/92

- applicazione dell'articolo 34 ter, paragrafo 2, secondo comma del regolamento (CEE) n. 1214/92

- toepassing artikel 34 ter, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 1214/92

- aplicaçao do ponto 2, segundo parágrafo, do artigo 34o-B do Regulamento (CEE) no 1214/92.

3. Wanneer de aangifte voor communautair douanevervoer ook op andere goederen betrekking heeft dan de in lid 2 bedoelde goederen, is het bepaalde ten aanzien van het bedrag van de doorlopende zekerheid van toepassing alsof voor iedere categorie goederen afzonderlijk aangifte is gedaan.

Er wordt echter geen rekening gehouden met de aanwezigheid van goederen van een van beide categorieën indien de hoeveelheid of de waarde ervan relatief gering is.

4. Met het oog op de toepassing van dit artikel, gaat het kantoor van zekerheidstelling over tot een raming die betrekking heeft op een periode van acht dagen van:

- de zendingen die hebben plaatsgevonden,

- de verschuldigde rechten, heffingen en belastingen waarbij rekening wordt gehouden met het hoogste bedrag dat in een van de betrokken landen verschuldigd kan worden.

Deze raming wordt gemaakt op grond van de handels- en boekhoudkundige documentatie van de belanghebbende met betrekking tot de tijdens het afgelopen jaar vervoerde goederen; het verkregen bedrag wordt vervolgens gedeeld door 52.

In het geval van een in het beroep beginnende ondernemer, maakt het kantoor van zekerheidstelling, in samenwerking met de belanghebbende, een raming van de hoeveelheden, de waarde en de heffingen welke van toepassing zijn op de goederen die tijdens een bepaalde periode vervoerd zullen worden, door zich op de reeds beschikbare gegevens te baseren. Het kantoor van zekerheidstelling stelt, door middel van extrapolatie, de te verwachten waarde en de verschuldigde belastingen vast van de goederen die gedurende een periode van acht dagen vervoerd zullen worden.

In het geval dat de eerst verantwoordelijke de doorlopende zekerheid aanspreekt voor goederen vermeld in bijlage VIII bis, moet het bureau waar de zekerheid is gesteld, overgaan tot een jaarlijks onderzoek van het bedrag van de doorlopende zekerheid, waarbij vooral rekening gehouden dient te worden met de inlichtingen die verkregen zijn van de kantoren van vertrek en zonodig het bedrag aanpassen.".

2. Artikel 41, lid 2, wordt door het volgende lid 2 vervangen:

"2. Wanneer het vervoer van goederen wegens bijzondere omstandigheden een verhoogd risico met zich brengt waardoor de zekerheid van 7 000 ecu onvoldoende is, eist het kantoor van vertrek een hogere zekerheid die het veelvoud van 7 000 ecu bedraagt dat nodig is als zekerheid voor de totale hoeveelheid te verzenden goederen.".

Artikel 2

Artikel 47 wordt door de volgende tekst vervangen:

"Artikel 47

1. De ontheffing van de verplichting tot zekerheidstelling geldt overeenkomstig artikel 32, lid 3, van de basisverordening niet voor goederen:

a) waarvan de totale waarde meer dan 100 000 ecu per zending bedraagt,

of

b) die als goederen welke een verhoogd risico met zich brengen, op de in bijlage XI opgenomen lijst voorkomen.

2. De ontheffing van de verplichting tot zekerheidstelling wordt niet toegepast in het geval dat, overeenkomstig de bepalingen van artikel 34 bis, het aanspreken van het doorlopende krediet verboden is.".

Artikel 3

In artikel 52, lid 11, onder a), derde alinea, en in artikel 56, lid 2, tweede alinea, en lid 11, onder a), derde alinea, worden de woorden "binnen twee maanden" vervangen door de woorden "binnen zestig dagen".

Artikel 4

Bijlage VIII van Verordening (EEG) nr. 1214/92 wordt vervangen door de tekst als opgenomen in bijlage I van deze verordening.

Aan Verordening (EEG) nr. 1214/92 wordt een bijlage VIII bis toegevoegd waarvan de tekst in bijlage II is opgenomen.

Bijlage XI van Verordening (EEG) nr. 1214/92 wordt vervangen door de tekst als opgenomen in bijlage III van deze verordening.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1993. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 21 december 1992. Voor de Commissie

Christiane SCRIVENER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 262 van 26. 9. 1990, blz. 1. (2) PB nr. L 132 van 16. 5. 1992, blz. 1.

BIJLAGE I

"BIJLAGE VIII

LIJST VAN GOEDEREN WAARVAN HET VERVOER AANLEIDING KAN GEVEN TOT EEN VERHOGING VAN DE ZEKERHEIDSTELLING VOOR EEN VAST BEDRAG

1 2 3 GS-code Omschrijving der goederen Hoeveelheden overeenstemmend met het vast bedrag van 7 000 ecu ex 01.02 Levende runderen, andere dan fokdieren van zuiver ras 4 000 kg ex 01.03 Levende varkens, andere dan fokdieren van zuiver ras 5 000 kg ex 01.04 Levende schapen of geiten, andere dan fokdieren van zuiver ras 6 000 kg 02.01 Vlees van runderen, vers of gekoeld 2 000 kg 02.02 Vlees van runderen, bevroren 3 000 kg 02.03 Vlees van varkens, vers, gekoeld of bevroren 4 000 kg 02.04 Vlees van schapen of geiten, vers, gekoeld of bevroren 3 000 kg ex 02.10 Vlees van runderen, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt 3 000 kg 04.02 Melk en room, ingedikt of met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen 5 000 kg 04.05 Boter en ander melkvet 3 000 kg 04.06 Kaas en wrongel 3 500 kg ex 09.01 Koffie, ongebrand, cafeïnevrije koffie daaronder begrepen 3 000 kg ex 09.01 Koffie, gebrand, cafeïnevrije koffie daaronder begrepen 2 000 kg 09.02 Thee 3 000 kg 10.01 Tarwe (graan) en mengkoren 900 kg 10.02 Rogge 1 000 kg 10.03 Gerst 1 000 kg 10.04 Haver 850 kg ex 16.01 Worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen of van bloed, van varkens (huisdieren) 4 000 kg ex 16.02 Andere bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen of van bloed, van varkens (huisdieren) 4 000 kg ex 16.02 Andere bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen of van bloed, van runderen 3 000 kg ex 21.01 Extracten, essences en concentraten van koffie 1 000 kg ex 21.01 Extracten, essences en concentraten van thee 1 000 kg ex 21.06 Produkten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van 18 of meer gewichtspercenten 3 000 kg 22.04 Wijn van verse druiven, wijn waaraan alcohol is toegevoegd daaronder begrepen; druivemost, andere dan bedoeld bij post 20.09 15 hl 22.05 Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen 15 hl ex 22.07 Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van 80 % vol of meer 3 hl ex 22.08 Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van minder dan 80 % vol 3 hl ex 22.08 Gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten 5 hl ex 24.02 Sigaretten 70 000 stuks ex 24.02 Cigarillo's 60 000 stuks ex 24.02 Sigaren 25 000 stuks ex 24.03 Rooktabak 100 kg ex 27.10 Lichte en halfzware aardoliën en gasolie 200 hl 33.03 Parfums en toiletwater 5 hl"

BIJLAGE II

"BIJLAGE VIII bis

LIJST VAN GOEDEREN WAARVAN HET VERVOER AANLEIDING GEEFT TOT EEN VERHOGING VAN HET BEDRAG VAN DE DOORLOPENDE ZEKERHEID

ex 01.02 Levende runderen, andere dan fokdieren van zuiver ras ex 01.03 Levende varkens, andere dan fokdieren van zuiver ras ex 01.04 Levende schapen en geiten, andere dan fokdieren van zuiver ras 02.01 Vlees van runderen, vers of gekoeld 02.02 Vlees van runderen, bevroren 02.03 Vlees van varkens, vers, gekoeld of bevroren 02.04 Vlees van schapen of geiten, vers, gekoeld of bevroren 10.01 Tarwe en mengkoren 10.02 Rogge 10.03 Gerst 10.04 Haver"

BIJLAGE III

"BIJLAGE XI

LIJST VAN GOEDEREN DIE VERHOOGDE RISICO'S MEEBRENGEN EN WAAROP DE VRIJSTELLING VAN ZEKERHEIDSTELLING NIET VAN TOEPASSING IS

ex 01.02 Levende runderen, andere dan fokdieren van zuiver ras ex 01.03 Levende varkens, andere dan fokdieren van zuiver ras ex 01.04 Levende schapen en geiten, andere dan fokdieren van zuiver ras 02.01 Vlees van runderen, vers of gekoeld 02.02 Vlees van runderen, bevroren 02.03 Vlees van varkens, vers, gekoeld of bevroren 02.04 Vlees van schapen of geiten, vers, gekoeld of bevroren ex 09.01 Koffie, ongebrand, cafeïnevrije koffie daaronder begrepen ex 09.01 Koffie, gebrand, cafeïnevrije koffie daaronder begrepen 09.02 Thee 10.01 Tarwe en mengkoren 10.02 Rogge 10.03 Gerst 10.04 Haver ex 21.01 Extracten, essences en concentraten van koffie ex 21.01 Extracten, essences en concentraten van thee 22.04 Wijn van verse druiven, wijn waaraan alcohol is toegevoegd daaronder begrepen; druivemost, andere dan bedoeld bij post 20.09 22.05 Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen ex 22.07 Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van 80 % vol of meer ex 22.08 Ethylalcohol, niet gedenatueerd, met een alcohol-volumegehalte van minder dan 80 % vol ex 22.08 Gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten ex 24.02 Sigaretten ex 24.02 Cigarillo's ex 24.02 Sigaren ex 24.03 Rooktabak ex 27.10 Lichte aardoliën, halfzware aardoliën en gasolie 33.03 Parfums en toiletwaters"