Home

Verordening (EEG) nr. 3914/92 van de Raad van 19 december 1992 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouw- en industriële produkten (tweede reeks 1993)

Verordening (EEG) nr. 3914/92 van de Raad van 19 december 1992 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouw- en industriële produkten (tweede reeks 1993)

VERORDENING (EEG) Nr. 3914/92 VAN DE RAAD van 19 december 1992 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouw- en industriële produkten (tweede reeks 1993)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 28,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de produktie in de Gemeenschap van bepaalde landbouw- en industriële produkten in de loop van 1993 onvoldoende zal blijven om in de behoeften van de verwerkende industrieën van de Gemeenschap te kunnen voorzien; dat daaruit volgt dat de voorziening van de Gemeenschap van de betrokken produkten voor een niet gering gedeelte afhankelijk zal zijn van de invoer uit derde landen; dat onverwijld dient te worden voorzien in de meest dringende behoeften van de Gemeenschap aan de betrokken produkten en dit tegen de meest gunstige voorwaarden; dat het derhalve dienstig is communautaire tariefcontingenten tegen nulrechten te openen tot en met 31 december 1993 met passende volumes, rekening houdend met de noodzaak het evenwicht op de markten van deze produkten niet in gevaar te brengen en het opstarten of de ontwikkeling van de communautaire produktie niet te hinderen;

Overwegende dat met name dient te worden gewaarborgd dat alle importeurs van de Gemeenschap te allen tijde en in gelijke mate gebruik kunnen maken van genoemde contingenten en dat de aan deze contingenten verbonden rechten in alle Lid-Staten zonder onderbreking worden toegepast op alle invoer van de betrokken produkten totdat de contingenten geheel zijn uitgeput;

Overwegende dat de Gemeenschap tot taak heeft autonoom te beslissen over de opening van tariefcontingenten; dat niets belet dat, om de doeltreffendheid van het gemeenschappelijk beheer van deze contingenten te verzekeren, de Lid-Staten de mogelijkheid geboden wordt uit de contingenten de nodige met hun werkelijke invoer overeenstemmende hoeveelheden op te nemen; dat deze wijze van beheer een nauwe samenwerking vereist tussen de Lid-Staten en de Commissie die met name de uitputtingsgraad van de contingenten moet kunnen volgen en de Lid-Staten daarover moet kunnen inlichten;

Overwegende dat, aangezien het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie, elke handeling met betrekking tot het beheer van de door genoemde Economische Unie opgenomen hoeveelheden kan worden verricht door een van haar leden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Van 1 januari 1993 tot en met de in navolgende tabel genoemde data worden de douanerechten van toepassing bij de invoer van de volgende produkten geschorst tot de niveaus en binnen de grenzen van de daarnaast vermelde communautaire tariefcontingenten:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde tariefcontingenten worden beheerd door de Commissie, die alle nodige administratieve maatregelen kan nemen met het oog op een doeltreffend beheer ervan.

Artikel 3

Indien een importeur in een Lid-Staat, voor een produkt bedoeld in deze verordening, een aangifte tot het in het vrije verkeer brengen indient waarin een aanvraag om voor een preferentie in aanmerking te komen is opgenomen, en indien deze aangifte door de douaneautoriteiten wordt aanvaard, gaat de betrokken Lid-Staat, door middel van een kennisgeving aan de Commissie, over tot opneming uit het overeenkomstige contingent van een hoeveelheid die met zijn behoeften overeenstemt.

De verzoeken tot opneming met opgave van de datum waarop de betrokken aangiften zijn aanvaard, worden onverwijld aan de Commissie meegedeeld.

De opnemingen worden door de Commissie toegestaan met inachtneming van de datum waarop de aangiften tot het in het vrije verkeer brengen zijn aanvaard door de douaneautoriteiten van de betrokken Lid-Staat, voor zover het beschikbare saldo dit toelaat.

Indien een Lid-Staat de opgenomen hoeveelheden niet benut, stort hij deze zo spoedig mogelijk terug in het overeenkomstige contingent.

Indien de gevraagde hoeveelheden groter zijn dan het beschikbare saldo van het contingent, geschiedt de toedeling naar rata van de verzoeken. De Lid-Staten worden door de Commissie in kennis gesteld van de verrichte opnemingen.

Artikel 4

Elke Lid-Staat waarborgt de importeurs van de betrokken produkten dat zij te allen tijde en in gelijke mate gebruik kunnen maken van de contingenten zolang het saldo van het desbetreffende contingent zulks toelaat.

Artikel 5

De Lid-Staten en de Commissie werken nauw samen om te bereiken dat deze verordening wordt nagekomen.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1993.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 19 december 1992.

Voor de Raad

De Voorzitter

J. GUMMER

BIJLAGE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>