93/13/EEG: Beschikking van de Commissie van 22 december 1992 tot vaststelling van de procedures voor de veterinaire controles in de inspectieposten aan de grens van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van produkten uit derde landen
93/13/EEG: Beschikking van de Commissie van 22 december 1992 tot vaststelling van de procedures voor de veterinaire controles in de inspectieposten aan de grens van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van produkten uit derde landen
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 22 december 1992 tot vaststelling van de procedures voor de veterinaire controles in de inspectieposten aan de grens van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van produkten uit derde landen
(93/13/EEG)DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 90/675/EEG van de Raad van 10 december 1990 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor produkten uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht (1), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 92/438/EEG (2), en met name op artikel 4, lid 6, artikel 8, lid 3, artikel 10, lid 2, artikel 11, lid 7, artikel 14, lid 3, artikel 16, lid 4 en artikel 18, lid 1,
Overwegende dat de beginselen voor de organisatie van de controle van de documenten, de overeenstemmingscontrole en de materiële controle, alsmede het gevolg dat aan deze laatste moet worden gegeven, zijn vastgesteld; dat het nodig blijkt aanvullende maatregelen vast te stellen ten einde een betrouwbare geharmoniseerde procedure in te stellen en de nieuwe regeling inzake de veterinaire controles voor produkten uit derde landen ten uitvoer te leggen;
Overwegende dat de controle van de documenten en de overeenstemmingscontrole zijn gebaseerd op de toetsing van de door de importeur medegedeelde gegevens aan de in de Gemeenschap binnengebrachte produkten, en volgens bepaalde voorschriften moeten worden verricht; dat ook de materiële controles van deze produkten aan een aantal voorschriften moeten voldoen, waarbij de aard en de uitkomst ervan op een certificaat moeten worden vermeld;
Overwegende dat het derhalve, voor de harmonieuze werking van de nieuwe regeling, verantwoord is alle gegevens met betrekking tot een produkt bijeen te brengen in één enkel op een vastgesteld model gebaseerd document;
Overwegende dat het vervoer van produkten die alleen maar kunnen worden aanvaard voor andere doeleinden dan voor menselijke consumptie, moet plaatsvinden in het kader van een bestaande en adequate communautaire procedure;
Overwegende dat bepaalde veterinaire controles niet worden verricht voor produkten die in de persoonlijke bagage van reizigers voor eigen verbruik worden vervoerd, of die in kleine zendingen aan particulieren worden toegestuurd; dat evenwel een maximumgewicht moet worden vastgesteld voor produkten waarvoor deze uitzonderingen gelden;
Overwegende dat bepaalde plantaardige produkten die gevaar kunnen opleveren voor de verspreiding van besmettelijke ziekten onder dieren, aan de veterinaire controles moeten worden onderworpen; dat een lijst van die produkten moet worden vastgesteld, alsmede een lijst van derde landen of delen van derde landen die kunnen worden gemachtigd om deze produkten naar de Gemeenschap uit te voeren;
Overwegende dat partijen produkten die uit een Lid-Staat naar een derde land worden uitgevoerd, door dit laatste land kunnen worden geweigerd; dat in dat geval de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat die de produkten heeft uitgevoerd de nodige maatregelen moet nemen om de betrokken partij bij het opnieuw binnenbrengen ervan op het grondgebied van de Gemeenschap te controleren;
Overwegende dat de Lid-Staten overeenkomstig artikel 11, lid 2, onder b), van Richtlijn 90/675/EEG bilaterale akkoorden kunnen sluiten om bepaalde veterinaire controles pas in het land van bestemming te verrichten; dat in dat geval de betrokken Lid-Staten alle nodige maatregelen moeten nemen opdat alle in die richtlijn vermelde veterinaire controles worden uitgevoerd;
Overwegende dat voor de produkten die in een vrije zone of een vrij entrepot of in een douane-entrepot zijn opgeslagen of die via het grondgebied van de Gemeenschap van een derde land naar een ander derde land worden vervoerd, uitvoeringsbepalingen zullen worden vastgesteld in een afzonderlijke beschikking;
Overwegende dat de afwijkende regeling voor de inspectie van vis uit derde landen die in de Gemeenschap wordt binnengebracht op een later tijdstip in uitvoeringsbepalingen zal worden opgenomen;
Overwegende dat de specifieke voorschriften inzake bemonstering en onderzoek voor de verschillende types van produkten zullen worden vastgesteld in aparte toepassingsbesluiten;
Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
1. De controles van de documenten en de overeenstemmingscontroles moeten worden verricht overeenkomstig bijlage A.
2. De importeurs of hun vertegenwoordigers zijn verplicht het veterinaire personeel van de inspectiepost aan de grens met een document dat is gebaseerd op het model in bijlage B van tevoren op de hoogte te brengen van de aankomst van de produkten. Dit document bestaat uit vier exemplaren (een origineel en drie kopieën); de importeur of diens vertegenwoordiger moet:
- rubriek 1 van de vier exemplaren invullen;
- een kopie toezenden aan de douanediensten van de inspectiepost aan de grens;
- het origineel en de overige twee kopieën toezenden aan de voor de inspectiepost aan de grens verantwoordelijke officiële dierenarts.
3. Het op het model in bijlage B gebaseerde document moet gesteld zijn in ten minste de taal of één der talen van de inspectiepost aan de grens waar de produkten uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht en de taal of één der talen van het land van bestemming van het produkt.
4. Onverminderd het bepaalde in lid 3 mogen de gegevens die zijn opgenomen in het document dat is gebaseerd op het model van bijlage B, in overleg met de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat van tevoren via telecommunicatie of een ander systeem voor gegevens-transmissie worden doorgegeven.
Artikel 2
De materiële controles, laboratoriumonderzoeken en analyses van de officiële monsters moeten worden verricht overeenkomstig de bijlagen C en D.
Artikel 3
1. Na de in de artikelen 1 en 2 genoemde controles moet rubriek 2 van het op het model in bijlage B gebaseerde document onder verantwoording van de voor de inspectiepost aan de grens verantwoordelijke officiële dierenarts worden ingevuld en moet dat document door hem worden ondertekend; vervolgens moet het originele document aan de douanedienst van deze inspectiepost aan de grens en een kopie aan de importeur of zijn vertegenwoordiger worden gezonden, terwijl de tweede kopie op de inspectiepost aan de grens wordt bewaard.
2. De officiële dierenarts bewaart de originele gezondheids- of keuringscertificaten of -documenten waarvan de partij vergezeld gaat, alsmede de kopie van het op het model in bijlage B gebaseerde document dat op deze partij betrekking heeft, ten minste drie jaar.
Artikel 4
1. Wanneer uit de veterinaire controles blijkt dat de produkten zodanige tekortkomingen hebben dat zij niet op het grondgebied van de Gemeenschap mogen worden binnengebracht, beslist de bevoegde autoriteit, na raadpleging van de importeur of diens vertegenwoordiger, zo spoedig mogelijk dat de partij moet worden doorgezonden of vernietigd.
2. Wanneer de bevoegde autoriteit tot vernietiging van een partij besluit, neemt zij alle nodige maatregelen opdat deze partij tijdens het transport en de vernietiging ervan voortdurend onder officiële controle blijft. De vernietiging van de partij moet plaatsvinden in de installaties van de inspectiepost of in daarvoor geschikte installaties die zo dicht mogelijk bij deze inspectiepost zijn gelegen.
3. Wanneer de bevoegde autoriteit, in afwijking van lid 1, overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Richtlijn 90/675/EEG aanvaardt dat de produkten worden gebruikt voor andere doeleinden dan voor menselijke consumptie, mogen deze produkten uitsluitend worden vervoerd en behandeld onder controle van de bevoegde autoriteit en in het kader van Richtlijn 90/667/EEG van de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de verwijdering en verwerking van dierlijke afvallen, voor het in de handel brengen van dierlijke afvallen en ter voorkoming van de aanwezigheid van ziekteverwekkers in diervoeders van dierlijke oorsprong (vis daaronder begrepen) en tot wijziging van Richtlijn 90/425/EEG (3). Bovendien wordt de bevoegde autoriteit van de plaats waar de geregistreerde inrichting van bestemming is gevestigd, van dit vervoer op de hoogte gebracht via het Animo-systeem of, in afwachting van de volledige inbedrijfstelling daarvan, via telecommunicatie of een ander systeem voor gegevenstransmissie.
4. De in de leden 1, 2 en 3 beschreven procedures zijn ook van toepassing wanneer bij de controles die door de bevoegde autoriteit in de grensdoorlaatpost worden verricht, tekortkomingen aan het licht komen als bedoeld in artikel 4, lid 3, van Richtlijn 90/675/EEG. De maatregelen in de zin van artikel 16, leden 1 en 2, van die richtlijn mogen evenwel slechts worden genomen door de officiële dierenarts die verantwoordelijk is voor de dichtstbij gelegen inspectiepost aan de grens. Alle zendingen die worden doorgezonden, worden onmiddellijk medegedeeld aan het Shift-systeem of, in afwachting van de volledige inbedrijfstelling daarvan, via telecommunicatie of een ander systeem voor gegevenstransmissie.
Artikel 5
1. Onverminderd voor sommige produkten geldende specifieke communautaire voorschriften, worden de in artikel 14, lid 1, onder i), ii) en iv), van Richtlijn 90/675/EEG vermelde produkten niet onderworpen aan de systematische veterinaire controles als omschreven in hoofdstuk I van die richtlijn, indien ze minder dan 1 kg wegen en voor menselijke consumptie zijn bestemd. Alle nodige maatregelen moeten evenwel worden genomen om te verzekeren dat alleen dergelijke produkten van herkomst uit toegelaten derde landen of delen van derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht.
2. Het bepaalde in lid 1 laat de voorschriften onverlet die gelden in verband met eisen op het gebied van de gezondheid van mens en dier en die zijn vastgesteld in de desbetreffende communautaire wetgeving of, bij gebreke daarvan, in de nationale wetgeving.
Artikel 6
1. De Lid-Staten verrichten de in artikel 1, lid 1, bedoelde veterinaire controles ook voor de in bijlage E vermelde plantaardige produkten.
2. De Lid-Staten staan de invoer toe van in bijlage E vermelde plantaardige produkten van herkomst uit derde landen of delen van derde landen die voorkomen in bijlage F, voor zover de invoer uit die landen of delen van landen niet verboden is.
3. De maatregelen van artikel 16 van Richtlijn 90/675/EEG zijn mutatis mutandis van toepassing op plantaardige produkten waarvoor bij veterinaire controle blijkt dat zij niet aan de voorwaarden van deze beschikking voldoen.
Artikel 7
Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 1993.
Artikel 8
Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.
Gedaan te Brussel, 22 december 1992.
Voor de Commissie
Ray MAC SHARRY
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 373 van 31. 12. 1990, blz. 1.
(2) PB nr. L 243 van 25. 8. 1992, blz. 27.
(3) PB nr. L 363 van 27. 12. 1990, blz. 51.
BIJLAGE A
Uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de controle van de documenten en de overeenstemmingscontrole voor produkten uit derde landen 1. De bevoegde autoriteit moet voor elke partij produkten de douanebestemming van die partij controleren.
2. Elk gezondheids- of keuringscertificaat of -document waarvan een partij produkten van oorsprong uit een derde land vergezeld moet gaan, moet worden gecontroleerd; daarbij moet blijken dat:
a) het gaat om een origineel certificaat of document;
b) het gaat om een derde land of een deel van een derde land dat gemachtigd is tot uitvoer naar de Gemeenschap of, wanneer het produkten betreft waarvoor nog geen geharmoniseerde regeling geldt, naar de betrokken Lid-Staat;
c) de vorm en de inhoud in overeenstemming zijn met het voor dat produkt en dat derde land vastgestelde model;
d) het slechts uit één enkel blad bestaat;
e) het volledig is ingevuld;
f) de datum van afgifte van het gezondheids- of keuringscertificaat of -document te rijmen is met de datum waarop de produkten met het oog op verzending naar de Gemeenschap zijn geladen;
g) het is opgesteld voor één enkele geadresseerde;
h) het betrekking heeft op een inrichting die gemachtigd is tot uitvoer naar de Gemeenschap of, wanneer het produkten betreft waarvoor nog geen geharmoniseerde regeling geldt, naar de betrokken Lid-Staat;
i) het is opgesteld in ten minste één van de officiële talen van de Lid-Staat waar de controle wordt verricht;
j) het is ondertekend door de officiële dierenarts of, wanneer de betrokkene daartoe is gemachtigd, door de vertegenwoordiger van de officiële autoriteit, leesbaar in drukletters de naam en de functie van die ondertekenaar zijn aangegeven en ook het officiële zegel van het derde land erop is aangebracht, dit alles in een kleur die verschilt van die van de overige op het certificaat aangebrachte vermeldingen;
k) de daarin vermelde gegevens in overeenstemming zijn met die in het document dat voor de partij is opgesteld op basis van het model in bijlage B.
3. Door visuele controle moet worden nagegaan of de produkten in overeenstemming zijn met de gegevens die zijn vermeld in de certificaten of documenten waarvan de partij vergezeld gaat; deze controle omvat onder andere:
a) controle van de verzegeling van de transportmiddelen, wanneer dergelijke verzegeling vereist is;
b) voor alle soorten produkten, controle op de aanwezigheid van de officiële stempels of merktekens of keuringsmerktekens voor identificatie van het land en de inrichting van oorsprong en op de overeenstemming van een en ander met de stempels en merktekens op het certificaat of document;
c) voor verpakte produkten, bovendien controle van de in de veterinaire wetgeving voorgeschreven etikettering.
BIJLAGE B
BIJLAGE C
Uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de materiële controle van produkten 1. De materiële controle van elke partij moet in zodanige omstandigheden worden verricht dat de vereiste controles en onderzoeken op bevredigende wijze kunnen worden uitgevoerd.
2. Elke partij wordt gecontroleerd om na te gaan of aan de voorschriften inzake vervoersomstandigheden en vervoermiddelen is voldaan; met name moet worden geconstateerd:
a) dat de temperaturen voldoen aan de eisen indien die voor de betrokken produkten zijn vastgesteld in de desbetreffende communautaire of, bij gebreke daarvan, nationale wetgeving;
b) dat de vervoersomstandigheden van dien aard zijn geweest dat de produkten nog steeds aan de eisen voldoen;
c) dat niets wijst op eventuele anomalieën tijdens het vervoer.
3. Geconstateerd moet worden dat de produkten corresponderen met de op het certificaat vermelde gegevens; in dat verband moet met name worden gecontroleerd of:
a) het gewicht van de partij overeenkomt met het op het gezondheids- of keuringscertificaat of -document vermelde aantal stuks of verpakkingseenheden, bij voorbeeld door rekening te houden met het gewicht per stuk of per verpakkingseenheid;
b) de verpakking, de onmiddellijke verpakking of de gebruikte wikkel aan de communautaire of, bij gebreke daarvan, de nationale eisen voldoet: gebruikt materiaal, staat, aanwezigheid van de vereiste merktekens en/of vermeldingen.
4. Elke partij wordt onderworpen aan een fysieke controle om, na opening van de verpakking, onmiddellijke verpakking of wikkel, na te gaan of is voldaan aan de voor het betrokken produkt geldende eisen van de vertikale richtlijnen of bij ontstentenis daarvan, de nationale wetgeving.
Elke partij wordt te dien einde sensorisch, en met name visueel, onderzocht met het oog op de opsporing van anomalieën waardoor het produkt ongeschikt is om te worden gebruikt voor het op de veterinaire certificaten of documenten aangegeven doel; in beginsel moet dit onderzoek worden verricht bij 1 % van het totale aantal stuks of verpakkingen waaruit de partij bestaat, met een minimum van twee en een maximum van tien. Voor onverpakte produkten moeten voor onderzoek ten minste vijf aparte monsters uit de gehele partij worden genomen.
Naar gelang van de onderzochte produkten kan de officiële dierenarts evenwel afwijken van het hierboven vastgestelde maximum.
Benevens de hierboven genoemde materiële controles moet bij de keuring van produkten voor menselijke consumptie in elk geval:
- de temperatuur van het produkt worden gemeten, indien ter zake communautaire of, bij gebreke daarvan, nationale eisen gelden;
- onderzoek worden gedaan naar anomalieën inzake uiterlijk, consistentie, kleur, geur en eventueel smaak; voor bevroren of diepgevroren produkten wordt dit onderzoek verricht nadat de produkten zijn ontdooid.
5. Bovendien geeft de dierenarts, telkens hij dat nodig acht, opdracht tot het verrichten van aanvullend onderzoek om na te gaan of de communautaire of nationale wetgeving inzake de invoer of het handelsverkeer van deze produkten in acht is genomen.
6. In geval van twijfel worden, nadat de partij volledig is gelost, de produkten onderworpen aan aanvullende materiële controles en laboratoriumonderzoeken, waaronder, zo nodig, de bepaling van de diersoort.
7. Benevens de in artikel 3 van deze beschikking vastgestelde formaliteiten neemt de veterinaire dienst de nodige maatregelen om aan te geven dat een materiële controle op de partij is verricht, met name door alle onderzochte verpakkingen weer te sluiten en officieel te stempelen en door alle geopende containers weer te verzegelen, waarbij het nummer van het zegel moet worden vermeld op het document als bedoeld in bijlage B en op de certificaten en documenten waarvan de partij vergezeld gaat.
BIJLAGE D
Uitvoeringsbepalingen inzake de laboratoriumonderzoeken waaraan de produkten moeten worden onderworpen 1. In afwachting van de goedkeuring van plannen voor communautaire controle past elke Lid-Staat op voor invoer aangeboden partijen produkten een controleplan toe om na te gaan of de desbetreffende communautaire of, bij gebreke daarvan, nationale wetgeving in acht is genomen, en met name om de residuen, pathogene agentia of andere stoffen die gevaarlijk zijn voor de mens, dieren of het milieu, op te sporen.
Bij de opstelling van het controleplan wordt rekening gehouden met de aard van de produkten en de eraan verbonden risico's.
In alle gevallen brengt de officiële dierenarts van de inspectiepost aan de grens die in het kader van dit controleplan een monsterneming heeft verricht, de bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Richtlijn 90/675/EEG op de hoogte en vermeldt hij deze monsterneming in het op bijlage B gebaseerde document dat hij afgeeft als bevestiging van de veterinaire controles die hij heeft verricht. Wanneer een monsterneming betrekking heeft op een stof of pathogene agens dat een rechtstreeks of onmiddelijk risico voor de volksgezondheid of de diergezondheid inhoudt, kan de voor de inspectiepost aan de grens verantwoordelijke officiële dierenarts die de monsterneming heeft verricht of de bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming die hij heeft geïnformeerd het in het vrije verkeer brengen van de partij ophouden tot de resultaten van het laboratoriumonderzoek bekend zijn.
Iedere Lid-Staat houdt de andere Lid-Staten en de Commissie op de hoogte van de bij het uitvoeren van de controleplannen geconstateerde tekortkomingen, opdat de te verrichten veterinaire controles aan de hand van de aldus verzamelde inlichtingen kunnen worden aangepast.
2. Wanneer de bevoegde autoriteit met name naar aanleiding van het onderzoek van een partij of op grond van informatie die is ontvangen van een andere Lid-Staat of de Commissie, of nog op grond van een negatief resultaat van een onderzoek van een vroegere partij, besluit om een laboratoriumonderzoek te verrichten, mag de betrokken partij slechts naar de bestemming worden vervoerd indien het laboratoriumonderzoek bevredigende resultaten heeft opgeleverd. De partij blijft ondertussen onder controle van de voor de inspectiepost aan de grens verantwoordelijke dierenarts die de veterinaire controles heeft verricht.
BIJLAGE E
Plantaardige produkten waarop veterinaire controles moeten worden verricht 1. Stro
2. Hooi
BIJLAGE F
Lijst van de landen of delen van landen waaruit de Lid-Staten hooi en stro invoeren Australië
Bulgarije
Canada
Chili
Cyprus
Estland
Finland
Groenland
Hongarije
IJsland
Kroatië
Letland
Litouwen
Malta
Nieuw-Zeeland
Noorwegen
Oostenrijk
Polen
Roemenië
Slovenië
Tsjechoslowakije
Verenigde Staten van Amerika
Wit-rusland
Zweden
Zwitserland