Home

93/85/EEG: Beschikking van de Commissie van 22 december 1992 tot vaststelling van de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de aanschaf van vaccin in het kader van de bestrijding van mond- en klauwzeer in Marokko

93/85/EEG: Beschikking van de Commissie van 22 december 1992 tot vaststelling van de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de aanschaf van vaccin in het kader van de bestrijding van mond- en klauwzeer in Marokko

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 22 december 1992 tot vaststelling van de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de aanschaf van vaccin in het kader van de bestrijding van mond- en klauwzeer in Marokko

(93/85/EEG)DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (1), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 92/337/EEG (2), en met name op de artikelen 8 en 13,

Overwegende dat in Marokko sinds 1991 reeds verschillende malen mond- en klauwzeer is uitgebroken; dat deze ontwikkeling op het stuk van de diergezondheidssituatie in Marokko een gevaar betekent voor de Gemeenschap;

Overwegende dat het dienstig is Marokko bij de bestrijding van mond- en klauwzeer te steunen overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 8 en 13 van Beschikking 90/424/EEG;

Overwegende dat het Koninkrijk Marokko zich in zijn brief van 26 mei 1992 ertoe heeft verbonden bepaalde maatregelen te nemen om de bedoelde ziekte op zijn grondgebied uit te roeien;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Het Koninkrijk Marokko kan aanspraak maken op een financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de aanschaf van het vaccin tegen mond- en klauwzeer in het kader van het programma dat in 1992 is uitgevoerd in de provincies Tanger, Tetouan, Larache, Chefchaouen, Al-Hoceima, Nador, Oujda, Kenitra, Sidi-Kacem, Taounate, Tarza, Fez en Meknes.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde financiële bijdrage wordt slechts verleend op voorwaarde dat de Marokkaanse autoriteiten maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat

1. er een programma wordt uitgevoerd in het kader waarvan de voor de ziekte vatbare diersoorten op het grondgebied van de in artikel 1 vermelde provincies systematisch worden gevaccineerd, met dien verstande dat:

- schapen en geiten tweemaal per jaar worden gevaccineerd,

- runderen eenmaal per jaar worden gevaccineerd,

en dat gebruik wordt gemaakt van een vaccin met een krachtige, terdege geteste stam van het subtype 01, waarvan ten genoegen van het communautair cooerdinatie-instituut voor mond- en klauwzeervaccins is aangetoond dat het bescherming biedt tegen de plaatselijke virusstam;

2. er een adequaat merkteken wordt aangebracht op gevaccineerde dieren zodat zij identificeerbaar zijn;

3. er een epidemiologische studie wordt verricht voor iedere uitbraak van de ziekte, om uit te maken waar de infectie is ontstaan en eventueel in welke mate zij zich heeft verspreid;

4. er gebieden worden afgebakend waarvoor beperkingen gelden, zodat verspreiding van de ziekte vanuit een besmet gebied wordt tegengegaan;

5. er, wat het vaccin betreft, aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

- het moet volledig voldoen aan de eisen in het kader van de Europese Farmacopee,

- de producent moet het communautair cooerdinatie-instituut de nodige gegevens verstrekken opdat kan worden nagegaan of het vaccin aan de normen voldoet.

Artikel 3

De financiële bijdrage van de Gemeenschap bedraagt 1 000 000 ecu.

Artikel 4

1. De financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt verleend nadat:

- de Commissie een verslag heeft ontvangen betreffende de uitvoering van de in artikel 2 bedoelde maatregelen,

- bewijsstukken zijn overgelegd betreffende de aanschaf van het in overeenstemming met artikel 1 gebruikte vaccin.

2. Het verslag en de bewijstukken bedoeld in lid 1 worden uiterlijk op 31 maart 1993 door het Koninkrijk Marokko ingediend.

Artikel 5

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 22 december 1992.

Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 224 van 18. 8. 1990, blz. 19.

(2) PB nr. L 187 van 7. 7. 1992, blz. 45.