93/198/EEG: Beschikking van de Commissie van 17 februari 1993 betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van schapen en geiten (huisdieren) uit derde landen
93/198/EEG: Beschikking van de Commissie van 17 februari 1993 betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van schapen en geiten (huisdieren) uit derde landen
93/198/EEG: Beschikking van de Commissie van 17 februari 1993 betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van schapen en geiten (huisdieren) uit derde landen
Publicatieblad Nr. L 086 van 06/04/1993 blz. 0034 - 0042
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 49 blz. 0087
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 49 blz. 0087
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 17 februari 1993 betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van schapen en geiten (huisdieren) uit derde landen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 72/462/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesprodukten uit derde landen(1) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1601/92(2) , inzonderheid op artikel 8 of 11,
Overwegende dat bij Richtlijn 91/68/EEG van de Raad(3) voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in schapen en geiten zijn vastgesteld;
Overwegende dat bij Richtlijn 91/496/EEG van de Raad(4) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/438/EEG(5) , de beginselen zijn vastgesteld voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die de Gemeenschap worden binnengebracht;
Overwegende dat de dierziektesituatie in de derde landen van de lijst die is vastgesteld bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad(6) , laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 93/100/EEG van de Commissie(7) , en die nu ook voor schapen en geiten geldt, wordt gecontroleerd door veterinaire diensten die, hoewel zij in bepaalde gevallen thans worden gereorganiseerd, toch voldoende waarborgen bieden tegen de insleep van ziekten door schapen of geiten;
Overwegende dat de veterinaire autoriteiten van de in de lijst opgenomen derde landen zich ertoe hebben verbonden de Commissie en de Lid-Staten binnen 24 uur in kennis te stellen van uitbraken van runderpest, mond- en klauwzeer, bluetongue, besmettelijke capriene pleuropneumonie, "peste des petits ruminants", epizooetische hemorragische ziekte, schapepokken, geitepokken, Riftdalkoorts en vesiculaire stomatitis, of van het besluit om tegen een of meer van die ziekten in te enten;
Overwegende dat de veterinaire autoriteiten van de in de lijst opgenomen landen zich ertoe hebben verbonden geen toestemming te geven om de in de bijlage bij deze beschikking vastgestelde certificaten af te geven voor ingevoerde dieren, tenzij deze dieren zijn ingevoerd uit een van de Lid-Staten of overeenkomstig veterinaire voorschriften die ten minste even stringent zijn als de desbetreffende eisen in Richtlijn 72/462/EEG en in de op grond daarvan vastgestelde besluiten;
Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De Lid-Staten verlenen machtiging tot invoer van schapen en geiten (huisdieren), voor zover de dieren aan de in deel 1a en deel 1b van de bijlage vermelde voorwaarden voor gezondheidscertificaten voor slachtdieren voldoen. Dit certificaat vergezelt de zendingen van schapen en geiten uit de in deel 2a, respectievelijk deel 2b, van de bijlage genoemde derde landen of delen van derde landen.
Artikel 2
Deze beschikking wordt van toepassing 60 dagen na kennisgeving ervan aan de Lid-Staten.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.
Gedaan te Brussel, 17 februari 1993.
Voor de Commissie René STEICHEN Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 302 van 31. 12. 1972, blz. 28.
(2) PB nr. L 173 van 27. 6. 1992, blz. 13.
(3) PB nr. L 46 van 19. 2. 1991, blz. 19.
(4) PB nr. L 268 van 24. 9. 1991, blz. 56.
(5) PB nr. L 243 van 25. 8. 1992, blz. 27.
(6) PB nr. L 146 van 14. 6. 1979, blz. 15.
(7) PB nr. L 40 van 17. 2. 1993, blz. 23.
BIJLAGE
DEEL 1a GEZONDHEIDSCERTIFICAAT
voor slachtschapen en slachtgeiten (huisdieren) bestemd voor verzending naar de Europese Economische Gemeenschap
(Dit certificaat moet de zending vergezellen. Het geldt alleen voor dieren die in een zelfde spoorwagon, vrachtwagen, vliegtuig of schip worden vervoerd naar dezelfde bestemming en die bestemd zijn om onmiddellijk na aankomst in de Lid-Staat van bestemming rechtstreeks naar een slachthuis te worden gebracht en binnen vijf werkdagen na hun binnenkomst aldaar te worden geslacht overeenkomstig artikel 13 van Richtlijn 72/462/EEG. Het moet worden ingevuld op de datum van inlading en alle aangegeven termijnen lopen op die datum af.)
Nr.: .
Land van uitvoer: .
Ministerie: .
Bevoegde instantie van afgifte: .
Land van bestemming: .
Referentie: .
(facultatief)
Referentie van het begeleidend welzijnscertificaat: .
I. Aantal dieren: .
(in letters)
II. Identificatie van de dieren
De uit te voeren dieren moeten drager zijn van een individueel nummer waarmee hun bedrijf van oorsprong kan worden opgespoord en van een onuitwisbaar rood merkteken op hun kop waardoor ze als slachtdieren worden gekenmerkt.
Naam en adres van het bedrijf of de bedrijven van herkomst:
.
.
.
.
.
IV. Bestemming van de dieren
De dieren worden verzonden
uit .
(plaats van inlading)
naar .
(plaats en land van bestemming)
per spoorwagon/vrachtwagen/vliegtuig/schip: .
.
(Het transportmiddel vermelden te zamen met het kenteken, het vluchtnummer of de geregistreerde naam, al naar gelang van het geval.)
Naam en adres van de afzender: .
.
Naam en adres van de geadresseerde: .
.
V. Gezondheidsverklaring
Ondergetekende, officieel dierenarts in ., verklaart dat:
(land van uitvoer)
1. .
(land van uitvoer)
in de laatste twee jaar vóór de uitvoer vrij van mond- en klauwzeer was, dat er in de laatste twaalf maanden vóór de uitvoer niet tegen deze ziekte is ingeënt, dat de invoer op zijn grondgebied van minder dan een jaar geleden ingeënte dieren verboden is en dat de uit te voeren dieren niet tegen mond- en klauwzeer zijn ingeënt.
2. . vrij was van:
(land van uitvoer)
- runderpest, bluetongue, besmettelijke capriene pleuropneumonie, "peste des petits ruminants", epizooetische hemorragische ziekte, schapepokken, geitepokken en Riftdalkoorts in de laatste twaalf maanden vóór de uitvoer en er in die periode niet tegen een van deze ziekten is ingeënt;
- besmettelijke vesiculaire stomatitis in de laatste zes maanden vóór de uitvoer.
3. de uit te voeren dieren:
a) zijn geboren op . grondgebied en daar sinds hun geboorte hebben verbleven,
(land van uitvoer)
of
ten minste drie maanden geleden uit een Lid-Staat van de Europese Gemeenschap of een derde land dat is opgenomen in de lijst in de bijlage bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad, zijn ingevoerd met inachtneming van veterinaire voorwaarden die ten minste even stringent zijn als de desbetreffende eisen in Richtlijn 72/462/EEG en in de daaruit voortvloeiende beschikkingen;
(Doorhalen wat niet van toepassing is.)
b) de laatste 30 dagen of, indien zij minder dan 30 dagen oud zijn, sedert hun geboorte verbleven hebben op een bedrijf waaromheen zich in een gebied met een straal van 20 km volgens de officiële bevindingen geen enkel geval van mond- en klauwzeer, runderpest, bluetongue, besmettelijke capriene pleuropneumonie, "peste des petits ruminants", epizooetische hemorragische ziekte, schapepokken, geitepokken, Riftdalkoorts of vesiculaire stomatitis heeft voorgedaan;
c) afkomstig zijn van een bedrijf waarvoor in verband met brucellose, rabies of miltvuur geen verbod op veterinairrechtelijke gronden gold de laatste:
- 42 dagen in geval van brucellose,
- 30 dagen in geval van rabies,
- 15 dagen in geval van miltvuur,
en niet in contact zijn geweest met dieren die niet aan deze voorwaarde voldoen;
d) in de 24 uur vóór inlading zijn onderzocht door een officiële dierenarts van .
(land van uitvoer)
en geen klinische ziekteverschijnselen vertoonden;
e) geen dieren zijn die in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van besmettelijke ziekten moeten worden opgeruimd;
f) dieren zijn waaraan geen stoffen met thyreostatische, oestrogene, androgene of gestagene werking voor mestdoeleinden zijn toegediend;
g) zijn aangekocht:
- op een bedrijf
of
- op .,
(naam van de markt)
een markt die, onder voorwaarden die ten minste even stringent zijn als die van bijlage II bij Beschikking 91/189/EEG van de Commissie, officieel is erkend voor de uitvoer naar de Europese Gemeenschap van runderen die bestemd zijn om onmiddellijk te worden geslacht,
zijn verzameld te .
(naam van de verzamelplaats)
en, totdat zij naar het grondgebied van de Europese Gemeenschap zijn verzonden, niet in contact zijn geweest met andere eenhoevige dieren dan die welke voldoen aan de eisen van deze beschikking, en op geen enkele andere plaats zijn geweest dan die waaromheen zich in een gebied met een straal van 20 km volgens de officiële bevindingen van de veterinaire autoriteiten van ....................................... in de laatste 30 dagen geen enkel geval van mond- en klauwzeer, (land van uitvoer)
runderpest, bluetongue, besmettelijke capriene pleuropneumonie, "peste des petits ruminants", epizooetische hemorragische ziekte, schapepokken, geitepokken, Riftdalkoorts of vesiculaire stomatitis heeft voorgedaan;
(De verwijzing naar het bedrijf, de markt of de verzamelplaats doorhalen, indien nodig.)
h) zijn geladen op transportvoertuigen/in containers die vooraf zijn gereinigd en ontsmet met een officieel goedgekeurd ontsmettingsmiddel en zo zijn gebouwd dat uitwerpselen, urine, strooisel of voeder tijdens het vervoer niet uit het voertuig kunnen stromen of vallen.
VI. De bepalingen inzake de erkenning van markten waar de dieren waarop dit certificaat betrekking heeft, kunnen zijn gepasseerd, waren in overeenstemming met bijlage II bij Beschikking 91/189/EEG.
VII. Dit certificaat is tien dagen geldig vanaf de datum van inlading.
Gedaan te .,
.
.
(handtekening van de officiële dierenarts)(1)
.
(naam in blokletters, kwalificatie en functie)
Stempel(2) DEEL 2a Lijst van landen die het in deel 1a opgenomen certificaat mogen gebruiken
Finland
IJsland
Noorwegen
Oostenrijk
Zweden
Zwitserland
DEEL 1b GEZONDHEIDSCERTIFICAAT
voor slachtschapen en slachtgeiten (huisdieren) bestemd voor verzending naar de Europese Economische Gemeenschap
(Dit certificaat moet de zending vergezellen. Het geldt alleen voor dieren die in een zelfde spoorwagon, vrachtwagen, vliegtuig of schip worden vervoerd naar dezelfde bestemming en die bestemd zijn om onmiddellijk na aankomst in de Lid-Staat van bestemming rechtstreeks naar een slachthuis te worden gebracht en binnen vijf werkdagen na hun binnenkomst aldaar te worden geslacht overeenkomstig artikel 13 van Richtlijn 72/462/EEG. Het moet worden ingevuld op de datum van inlading en alle aangegeven termijnen lopen op die datum af.)
Nr.: .
Land van uitvoer: .
Ministerie: .
Bevoegde instantie van afgifte: .
Land van bestemming: .
Referentie: .
(facultatief)
Referentie van het begeleidend welzijnscertificaat: .
I. Aantal dieren: .
(in letters)
II. Identificatie van de dieren
De uit te voeren dieren moeten drager zijn van een individueel nummer waarmee hun bedrijf van oorsprong kan worden opgespoord en van een onuitwisbaar rood merkteken op hun kop waardoor ze als slachtdieren worden gekenmerkt.
Naam en adres van het bedrijf of de bedrijven van herkomst:
.
.
.
.
.
IV. Bestemming van de dieren
De dieren worden verzonden
uit .
(plaats van inlading)
naar .
(plaats en land van bestemming)
per spoorwagon/vrachtwagen/vliegtuig/schip: .
.
(Het transportmiddel vermelden te zamen met het kenteken, het vluchtnummer of de geregistreerde naam, al naar gelang van het geval.)
Naam en adres van de afzender: .
.
Naam en adres van de geadresseerde: .
.
V. Gezondheidsverklaring
Ondergetekende, officieel dierenarts in ., verklaart dat:
(land van uitvoer)
1. .
(land van uitvoer)
in de laatste twee jaar vóór de uitvoer vrij van mond- en klauwzeer was, dat er in de laatste twaalf maanden vóór de uitvoer niet tegen deze ziekte is ingeënt, dat de invoer op zijn grondgebied van minder dan een jaar geleden ingeënte dieren verboden is en dat de uit te voeren dieren niet tegen mond- en klauwzeer zijn ingeënt.
2. . vrij was van:
(land van uitvoer)
- runderpest, bluetongue, besmettelijke capriene pleuropneumonie, "peste des petits ruminants", epizooetische hemorragische ziekte, schapepokken, geitepokken en Riftdalkoorts in de laatste twaalf maanden vóór de uitvoer en er in die periode niet tegen een van deze ziekten is ingeënt;
- besmettelijke vesiculaire stomatitis in de laatste zes maanden vóór de uitvoer.
3. de uit te voeren dieren:
a) zijn geboren op . grondgebied en daar sinds hun geboorte hebben verbleven,
(land van uitvoer)
of
ten minste drie maanden geleden uit een Lid-Staat van de Europese Gemeenschap of een derde land dat is opgenomen in de lijst in de bijlage bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad, zijn ingevoerd met inachtneming van veterinaire voorwaarden die ten minste even stringent zijn als de desbetreffende eisen in Richtlijn 72/462/EEG en in de daaruit voortvloeiende beschikkingen;
(Doorhalen wat niet van toepassing is.)
b) de laatste 30 dagen of, indien zij minder dan 30 dagen oud zijn, sedert hun geboorte verbleven hebben op een bedrijf waaromheen zich in een gebied met een straal van 20 km volgens de officiële bevindingen geen enkel geval van mond- en klauwzeer, runderpest, bluetongue, besmettelijke capriene pleuropneumonie, "peste des petits ruminants", epizooetische hemorragische ziekte, schapepokken, geitepokken, Riftdalkoorts of vesiculaire stomatitis heeft voorgedaan;
c) afkomstig zijn van een bedrijf waarvoor in verband met brucellose, rabies of miltvuur geen verbod op veterinairrechtelijke gronden gold de laatste:
- 42 dagen in geval van brucellose,
- 30 dagen in geval van rabies,
- 15 dagen in geval van miltvuur,
en niet in contact zijn geweest met dieren die niet aan deze voorwaarde voldoen;
d) in de 24 uur vóór inlading zijn onderzocht door een officiële dierenarts van .
(land van uitvoer)
en geen klinische ziekteverschijnselen vertoonden;
e) geen dieren zijn die in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van besmettelijke ziekten moeten worden opgeruimd;
f) dieren zijn waaraan geen stoffen met thyreostatische, oestrogene, androgene of gestagene werking voor mestdoeleinden zijn toegediend;
g) niet via een markt, maar rechtstreeks op een of verscheidene bedrijven zijn aangekocht en zijn ingeladen te .
(naam van de verzamelplaats)
en, totdat zij naar het grondgebied van de Europese Gemeenschap zijn verzonden, niet in contact zijn geweest met andere eenhoevige dieren dan die welke voldoen aan de eisen van deze beschikking, en op geen enkele andere plaats zijn geweest dan die waaromheen zich in een gebied met een straal van 20 km volgens de officiële bevindingen van de veterinaire autoriteiten van ....................................... in de laatste 30 dagen geen enkel geval van mond- en klauwzeer, (land van uitvoer)
runderpest, bluetongue, besmettelijke capriene pleuropneumonie, "peste des petits ruminants", epizooetische hemorragische ziekte, schapepokken, geitepokken, Riftdalkoorts of vesiculaire stomatitis heeft voorgedaan;
h) zijn geladen op transportvoertuigen/in containers die vooraf zijn gereinigd en ontsmet met een officieel goedgekeurd ontsmettingsmiddel en zo zijn gebouwd dat uitwerpselen, urine, strooisel of voeder tijdens het vervoer niet uit het voertuig kunnen stromen of vallen.
VI. Dit certificaat is tien dagen geldig vanaf de datum van inlading.
Gedaan te .,
.
.
(handtekening van de officiële dierenarts)(3)
.
(naam in blokletters, kwalificatie en functie)
Stempel(4) DEEL 2b Lijst van derde landen die het in deel 1b opgenomen certificaat mogen gebruiken
Bulgarije
Canada (behalve het gedeelte van Canada beschreven als "het gebied van de Okanagan Valley in Brits Columbië" en omschreven in de bijlage bij Beschikking 88/212/EEG van de Commissie.
Estland
Hongarije
Letland
Litouwen
Malta
Nieuw-Zeeland
Polen
Republiek Slowakije
Republiek Tsjechië
Roemenië
Slovenië
(1) Stempel en handtekening moeten in een kleur zijn die verschilt van die van de gedrukte tekst van het certificaat.
(2) Stempel en handtekening moeten in een kleur zijn die verschilt van die van de gedrukte tekst van het certificaat.