Home

93/447/EEG: Beschikking van de Commissie van 9 juli 1993 tot machtiging van de Lid-Staten om voor groeimedium van oorsprong uit derde landen afwijkingen van een aantal bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan

93/447/EEG: Beschikking van de Commissie van 9 juli 1993 tot machtiging van de Lid-Staten om voor groeimedium van oorsprong uit derde landen afwijkingen van een aantal bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 9 juli 1993 tot machtiging van de Lid-Staten om voor groeimedium van oorsprong uit derde landen afwijkingen van een aantal bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan

(93/447/EEG)DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 77/93/EEG van de Raad van 21 december 1976 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige produkten schadelijke organismen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 93/19/EEG (2), en met name op artikel 14, lid 3,

Gezien de door de Lid-Staten ingediende verzoeken,

Overwegende dat volgens Richtlijn 77/93/EEG groeimedium als zodanig, vermeld in bijlage III, deel A, punt 14, van die richtlijn, wegens het gevaar voor insleep van in de bodem voorkomende schadelijke organismen, in beginsel niet in de Gemeenschap mag worden ingevoerd als het van oorsprong is uit Estland, Letland, Litouwen, Moldavië, Oekraïne, Rusland, Turkije, Wit-Rusland of derde landen die niet tot het Europese vasteland behoren, met uitzondering van Cyprus, Egypte, Israël, Libië, Malta, Marokko en Tunesië;

Overwegende dat de Commissie de Lid-Staten bij Beschikking 88/429/EEG (3) heeft gemachtigd om, met betrekking tot het binnenbrengen van groeimedium, afwijkingen toe te staan ten behoeve van het wetenschappelijk onderzoek, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan; dat in die beschikking is bepaald dat de machtiging op 31 december 1992 vervalt;

Overwegende dat de situatie op grond waarvan de machtiging is verleend, nog steeds bestaat;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Planteziektenkundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

1. De Lid-Staten worden gemachtigd om, met inachtneming van de in de leden 2 en 3 neergelegde voorwaarden, ten behoeve van het wetenschappelijk onderzoek afwijkingen van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 77/93/EEG toe te staan op het verbod tot invoer van het in bijlage III, deel A, punt 14, van die richtlijn bedoelde groeimedium.

2. Onverminderd andere bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG zien de verantwoordelijke officiële instanties van de betrokken Lid-Staat erop toe dat een afwijking slechts wordt toegestaan als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a) de aard en de doelstellingen van het wetenschappelijk onderzoek ten behoeve waarvan het groeimedium wordt ingevoerd, moeten zijn onderzocht en goedgekeurd,

b) de hoeveelheid groeimedium wordt beperkt tot de voor het goedgekeurde wetenschappelijk onderzoek benodigde hoeveelheid,

c) de lokalen en voorzieningen van de inrichting waar het wetenschappelijk onderzoek wordt uitgevoerd, moeten zijn geïnspecteerd en goedgekeurd, zodat geen met het groeimedium ingevoerde schadelijke organismen kunnen ontsnappen, en

d) de wetenschappelijke en technische kwalificaties van het personeel dat het wetenschappelijke onderzoek uitvoert, moeten zijn onderzocht en goedgekeurd.

3. Wanneer op grond van deze beschikking een afwijking is toegestaan, zien de verantwoordelijke officiële instanties van de betrokken Lid-Staat erop toe dat na voltooiing van het betrokken wetenschappelijk onderzoek:

a) zowel het ingevoerde groeimedium als alle planten, plantaardige produkten, groeimedium en andere materialen die daarmee in contact zijn geweest, worden vernietigd, gesteriliseerd of een andere door de verantwoordelijke officiële instanties voorgeschreven behandeling ondergaan, en

b) de lokalen en voorzieningen waar het betrokken wetenschappelijk onderzoek is uitgevoerd, voor zover nodig, worden ontsmet, of op enige andere wijze worden behandeld of gereinigd, zoals door de verantwoordelijke officiële instanties is voorgeschreven.

Artikel 2

1. De Lid-Staten stellen de Commissie en de overige Lid-Staten in kennis van alle gevallen waarin deze beschikking wordt toegepast.

2. De in artikel 1 bedoelde machtiging vervalt op 31 december 1996.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 9 juli 1993.

Voor de Commissie

René STEICHEN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 26 van 31. 1. 1977, blz. 20.

(2) PB nr. L 96 van 22. 4. 1993, blz. 33.

(3) PB nr. L 208 van 2. 8. 1988, blz. 34.